Uitspraak Raad van State over verlenging tramlijn 10 naar Oostelijk
Havengebied
Het college neemt kennis van de uitspraak van de Raad van State van 11
september jl. omtrent het hoger beroep wat B&W had aangetekend over
tramlijn 10.
Het college van B&W is bij de Raad van State in beroep gegaan tegen de
uitspraak van de Rechtbank van Amsterdam op 31 mei 2002 in het kader
van een bewonersverzoek om een voorlopige voorziening tegen het
Profielbesluit van juli 2001 met als doel om na toekenning daarvan zo
snel mogelijk kunnen starten met de trambaanaanleg.
In mei 2002 heeft namelijk de Rechtbank van Amsterdam het
Profielbesluit 2001 (waarin de gemeenteraad heeft besloten dat de
Sarphatistraat en de Czaar Peterstraat zo worden heringericht dat
tramlijn 10 daar doorheen kan) en het Verkeersbesluit 2002 geschorst.
Dit laatste besluit is nodig op grond van de Wegenverkeerswet 1994
waarbij wordt aangegeven welke verkeersdeelnemers worden toegevoegd
aan het bestaande verkeersareaal. De uitspraak betekende dat niet met
de tramaanleg mocht worden begonnen, omdat volgens de rechtbank eerst
door de gemeenteraad een nieuwe besluit op bezwaren uit de buurt tegen
dit Profielbesluit genomen zou worden.
Met de uitspraak van de Raad van State is het profielbesluit weer
rechtsgeldig geworden maar is niet onherroepelijk. Hiervoor moet eerst
de versnelde bodemprocedure met goed resultaat doorlopen worden. Deze
zal begin november plaatsvinden waarbij ten principale een uitspraak
wordt gedaan of het opheffen van parkeerplaatsen gerekend moet worden
tot de categorie verkeersdeelnemers.
Parallel aan het traject van de Raad van State moet door het Stadsdeel
Amsterdam-Centrum ook een verzoek tot opheffing van de schorsing van
het Verkeersbesluit bij de rechtbank aanhangig gemaakt worden.
Wethouder Van der Horst reageert verheugd op de uitspraak: "Ik ben
blij met de uitspraak van de Raad van State. Dit biedt hoop op goede
vooruitzichten op de rest van de procedure".
Over de vertraging die de aanleg van de lijn naar het Oostelijk
Havengebied oploopt zegt de wethouder Verkeer, Vervoer &
Infrastructuur het volgende: "Het is jammer voor de bewoners in het
Oostelijk Havengebied dat zij het nog langer moeten stellen zonder een
goede tramverbinding met het centrum van de stad. In het meest
gunstige geval kan er pas over 6 maanden gestart worden met de aanleg
van de trambaan".
De raadscommissie wordt tijdens de commissieveragdering van 10 oktober
a.s. geïnformeerd over de uitspraak van de Raad van State.
Amsterdam, 25 september 2002 Lisa Neves Gonçalves/Hugo Warning (dIVV)
---
-
© gemeente Amsterdam - 25-09-2002