Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Integratie Europa Task-Force Uitbreiding Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 25 september 2002 Behandeld DIE-TU

Kenmerk DIE-511/02 Telefoon +31 (0)70 348 4867
Blad /3 Fax +31 (0)70 348 6381

Bijlage(n) 1 E-Mail die-tu@minbuza.nl

Betreft Uw verzoek
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op de brief van de griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken d.d. 13 september 2002 met kenmerk 54-EU-2002. De griffier bracht in haar brief het verzoek van de commissie over, al het mogelijke te doen om te bewerkstelligen dat de nationale parlementen meer tijd krijgen om met de respectievelijke regeringen het nationale standpunt te bespreken ten aanzien van de uitbreiding van de Unie.

De Europese Commissie zal in oktober haar jaarlijkse voortgangsrapportages uitbrengen. Daarin wordt per kandidaat de voortgang van het toetredingsproces beschreven en zal de Commissie op basis van toetsing aan de Kopenhagen criteria voor elke kandidaat afzonderlijk aangeven of toetreding naar haar mening verantwoord is. Het is voorzien dat de lidstaten tijdens de Europese Raad in Brussel (24-25 oktober) op basis van deze rapporten beslissen met welke landen de onderhandelingen kunnen worden afgerond.

Daarmee wordt in Brussel een belangrijke stap gezet in het traject op weg naar de afronding door de ER van Kopenhagen (13-14 december) van de onderhandelingen met een aantal kandidaat-lidstaten. De Regering acht het dan ook van wezenlijk belang

dat de beslissing in oktober weloverwogen en doordacht tot stand komt. Dat houdt in dat Nederland, net als andere lidstaten, een eigen oordeel wil vormen over elke kandidaat-lidstaat, mede op basis van de Commissie rapportages. De Regering hecht hierbij zeer aan tijdige consultatie met het parlement.

De voortgangsrapportages van de Commissie verschijnen traditioneel medio november. In verband met de ambities van de Europese Raad had de Commissie haar streefdatum voor publicatie reeds teruggebracht naar 16 oktober. Op nadrukkelijk verzoek van de Nederlandse Regering heeft de Commissie inmiddels besloten om de presentatie van de voortgangsrapporten met nog een week te vervroegen, naar 9 oktober.

Ten behoeve van het Europadebat op 3 oktober en het debat ter voorbereiding op de Europese Raad in Brussel op 23 oktober bood de Regering het parlement inmiddels een nieuwe uitbreidingsnotitie aan. Deze notitie kan als één geheel worden gezien met hoofdstuk 1 van de Staat van de Unie waarin de stand van zaken in het uitbreidingsproces wordt beschreven.

De nieuwe uitbreidingsnotitie sluit aan op eerdere notities die het parlement de afgelopen jaren toegingen over dit onderwerp. In deze notities werd de voortgang in het onderhandelingsproces en de Nederlandse positie daarin beschreven. Ik noem hierbij met name de notitie 'Stappen naar Toetreding' (november 2000), waarin criteria werden geformuleerd voor de Nederlandse beoordeling van verzoeken om overgangsmaatregelen . Deze criteria blijven ook voor deze Regering richtinggevend voor de uiteindelijke Nederlandse beoordeling van de afzonderlijke kandidaten. Tevens werden het parlement notities aangeboden over onder meer nucleaire veiligheid in Midden- en Oost-Europa, de kosten van de uitbreiding, het beleid ten aanzien Turkije en Cyprus en de Nederlandse pre-accesssie instrumenten. Graag bied ik u als een bijlage bij deze brief een overzicht van de meest relevante notities aan.

Het parlement ontving de afgelopen jaren ook steeds de gedegen voortgangsrapporten van de Commissie. De regering zal ook dit jaar de rapporten van de Commissie onmiddellijk na ontvangst doorgeleiden naar het parlement. Aansluitend zal de Regering het parlement zo spoedig mogelijk een eigen appreciatie van deze rapporten aanbieden.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï


Kenmerk DIE-511/02

Blad /1
Stappen naar Toetreding: Nederland laat zich bij onderhandelingen over overgangsperiodes leiden door het - positieve dan wel negatieve - effect van de maatregel op:


· Het functioneren van de interne markt;


· De veiligheid van de Europese burger in brede zin;

· Het bestuur en recht in de nieuwe lidstaat;


· De financiën van zowel de EU als de nieuwe lidstaat
===