NMBS

24/09/2002

RailNetEurope - Salon InnoTrans in Berlijn

Infrastructuurbeheerders van spoorwegen in 16 Europese landen ondertekenen contract voor gezamenlijke commercialisering van de rijpaden

Oprichting van een Europese samenwerkingsstructuur voor de commercialisering van de spoorinfrastructuur - Doel: het internationale spoorwegtransport verbeteren

(Berlijn, 24.09.2002) Ter gelegenheid van het professioneel salon InnoTrans in Berlijn ondertekenen de spoorinfrastructuurbeheerders van zo goed als alle landen van de EU, plus Noorwegen, Hongarije en Zwitserland vandaag de geboorteakte van RailNetEurope (RNE).

RNE staat voor een netwerk van infrastructuurbeheerders (lijst als bijlage). De oprichting van RailNetEurope werd sinds 2000 voorbereid door het UIC (Union International des Chemins de Fer), onder de benaming RTEFF (réseau transeuropéen de fret ferroviaire).

Dit samenwerkingsverband beoogt het internationaal spoorwegtransport in Europa te vereenvoudigen en te stimuleren. Naast het wegwerken van organisatorische en administratieve obstakels, zou de installatie van een gezamenlijke marketing- en distributiestructuur de concurrentiepositie van het spoor voelbaar moeten verbeteren. RailNetEurope zal zich tegenover de klanten aanbieden als dé enige Europese leverancier spoorinfrastructuur. De afspraken voor toegang tot nationale netwerken zal hierdoor evenwel niet in het gedrang komen.

RailNetEurope vindt zijn inspiratie bij de Noord-Zuid Freight Freeways (NSFF) en BELIFRET die in 1998 werden opgestart. Voor het eerst werden rijpaden op bepaalde transportcorridors gecommercialiseerd via one-stop shops (unieke contactpunten). Die vorm van organisatie zorgde ervoor dat de wachttijden aan de grenzen aanzienlijk konden worden verminderd.

RailNetEurope verzorgt voortaan de commercialisering van alle netten van de contractanten, met een one-stop shop per land om zich over de spoorwegondernemingen te bekommeren. Dit betekent dat ieder internationaal transport, vanaf het eerste contact tot de facturatie, door een enkele gesprekspartner wordt opgevolgd. De spoorwegondernemingen hebben wel de vrije keuze tot welke one-stop shop ze zich wenden.

Om te illustreren hoe RNE werkt, geven we u een voorbeeld: voor transporten die niet lang vooraf worden georganiseerd, zullen de one-stop shops onmiddellijk, en veel sneller dan voordien, reeds uitgewerkte rijpaden aanbieden en op veel meer internationale corridors. Naargelang de reisweg van de trein kan dit een tijdwinst van verschillende dagen opleveren, soms zelfs van enkele weken. Ander voorbeeld: een spoorwegonderneming wil een trein laten rijden met een grotere breedte dan het normale gabariet. De one-stop shop zal in dat geval raadgever spelen door te wijzen op de bepalingen en procedures van toepassing in de doorkruiste landen. Hij zal tenslotte zelf zorgen voor de nodige goedkeuringen van de betrokken
infrastructuurbeheerders.

Meer algemeen kan worden gesteld dat RailNetEurope zijn basis vindt in de goedgekeurde EU-richtlijn 2001/14/CE. Maar RNE gaat in feite verder, op drie vlakken:


1. Het contract treedt vroeger in werking, bij zijn ondertekening en dus zonder te wachten op de vertaling naar de nationale wetgevingen. Vanaf 24 september 2002 kunnen alle spoorwegondernemingen met een toegangsvergunning tot de infrastructuur voorstellen van internationaal geharmoniseerde rijpaden krijgen van hun gesprekspartner (enkelvoud!).
2. Het contract bestrijkt een groter gebied: ook infrastructuurbeheerders van buiten de EU zijn betrokken.
3. Bovendien is het contract breder: het regelt niet alleen de "toewijzing van rijpaden" zoals opgelegd door de EU-richtlijn maar neemt de spoorondernemingen ook onder de arm vóór, na en tijdens de internationale treinrit.

RailNetEurope gaat onmiddellijk na de ondertekening van het contract van start en zal ook partners integreren die tot hiertoe nog niet in de bestaande samenwerkingsstructuren zaten. RailNetEurope zal zich vooral op goederentransport concentreren. Maar spoorwegondernemingen kunnen ook bij RNE terecht voor raad en dienstverlening op het vlak van reizigersverkeer.

© 2002 NMBS