Rijksuniversiteit Groningen

25 sep 2002

Nummer 119 23 september 2002

arme gemeenten in problemen

Belastingdruk stijgt door OZB-plan kabinet


Het kabinet is van plan de ozb op woningen af te schaffen en de gemeenten via de algemene uitkering te compenseren. Dit plan blijkt onverwacht grote gevolgen te hebben. Arme gemeenten krijgen minder geld, rijke gemeenten meer - en de totale lastendruk neemt niet af, maar toe. Dit blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (coelo) van de Rijksuniversiteit Groningen.

In de Miljoenennota staat dat de onroerendezaakbelasting (ozb) op woningen in 2005 wordt afgeschaft. Om de wegvallende ozb-opbrengst bij gemeenten te compenseren stort het Rijk twee miljard euro in het gemeentefonds. Dat is landelijk precies genoeg, maar voor individuele gemeenten niet. Voor nadeelgemeenten weegt de extra algemene uitkering niet op tegen de wegvallende belastingopbrengst. Voordeelgemeenten houden juist geld over.

Voordeel en nadeel

Laren, Wassenaar en Bussum houden jaarlijks meer dan honderd euro per inwoner over aan de voorgenomen ozb-operatie. Aan de andere kant staan gemeenten als Leiden, Nijmegen en Arnhem, die er meer dan honderd euro bij inschieten. Veel nadeelgemeenten betalen echter een deel van de riolering of de vuilnisophaal uit de ozb-opbrengst. Het ligt voor de hand dat deze gemeenten hun nadeel zoveel mogelijk zullen opvangen door een rioolrecht of een reinigingsheffing te introduceren of de tarieven te verhogen richting kostendekkend niveau (hoger is wettelijk niet toegestaan). Zo lijkt Leiden op het eerste gezicht de meest getroffen nadeelgemeente (130 euro per inwoner per jaar), maar dit nadeel kan geheel worden opgevangen door rioolrecht en reinigingsheffing in te voeren. Een eerder overzicht van de herverdeeleffecten van de ozb-operatie (esbl) hield hier geen rekening mee.

Financiële moeilijkheden

Lang niet alle gemeenten komen echter uit de moeilijkheden door kostendekkende tarieven te gaan vragen voor rioolrecht en reinigingsheffing. Voor circa tachtig gemeenten resteert een financieel gat dat oploopt tot maar liefst 62 euro per inwoner (Abcoude; zie tabel). Zeven gemeenten zien een tekort ontstaan van ten minste twintig procent van de huidige ozb-opbrengst (woningen en niet-woningen samen). Tekortgemeenten zijn vaak grote of middelgrote gemeenten met een zwakke sociale structuur. Zorgwekkend is dat artikel 12-gemeenten er doorgaans slecht van af komen. Van de tien gemeenten die in de afgelopen vier jaar onder dit artikel vielen zijn er negen nadeelgemeente, waarvan zeven ook na kostendekkend maken van rioolrecht en reinigingsheffing met een tekort blijven zitten. In theorie zouden tekortgemeenten het ozb-tarief voor niet-woningen kunnen verhogen, maar dit zal op grote weerstand stuiten. Abcoude zou bijvoorbeeld met een tariefverhoging van 242 procent moeten komen om het financiële gat van de ozb-operatie op te vullen. Bedrijven zouden daar niet blij mee zijn. Andere belastingen van betekenis hebben gemeenten echter niet.

Koopkracht ongelijk

De ozb-operatie maakt deel uit van een pakket van lastenverlichtingen, dat de koopkrachteffecten van de hogere ziektekostenpremies vanaf 2005 moet gaan compenseren. Niet iedereen profiteert echter van afschaffing van de ozb op woningen. De circa 400.000 huishoudens van wie de ozb-aanslag nu al wordt kwijtgescholden, hebben er niets aan. Verder wonen lagere inkomens in minder dure huizen waardoor ze minder profiteren van afschaffing van de ozb. Er is zelfs een groep huishoudens die er financieel op achteruit zou gaan als de ozb op woningen zou worden afgeschaft. Nadeelgemeenten worden daardoor immers gedwongen om kostendekkende tarieven te hanteren voor rioolrecht en reinigingsheffing. Dit zijn degressieve heffingen, die naar verhouding zwaarder drukken op lage inkomens. Voor veel huishoudens met een laag inkomen zou dit betekenen dat zij meer kwijt zijn aan extra rioolrecht en reinigingsheffing dan zij besparen aan ozb. Als instrument voor lastenverlichting is afschaffing van de ozb dus ongeschikt.

Stijging belastingdruk

Afschaffing van de ozb is eigenlijk geen lastenverlichting, maar een lastenverschuiving. Immers, de gemeenten worden landelijk gezien volledig gecompenseerd door de rijksoverheid. Het Rijk heeft echter geen geld over. De benodigde twee miljard euro moet dus uit de rijksbelastingen komen. Toch moet de burger extra belasting gaan betalen voor deze sigaar uit eigen doos. Hoe kan dat? Voordeelgemeenten zullen hun extra inkomsten gebruiken om extra uitgaven te doen. Nadeelgemeenten zullen waar mogelijk hogere tarieven voor rioolrecht en reinigingsheffing invoeren. Per saldo stijgt de lastendruk dus. coelo heeft berekend dat nadeelgemeenten zo 116 miljoen euro van hun totale inkomstenterugval van 217 miljoen euro kunnen opgevangen. Dit betekent dat de belastingdruk vermoedelijk stijgt met ten minste deze 116 miljoen euro. Maar zelfs met hogere rioolrechten en reinigingsheffingen zullen veel gemeenten minder te besteden hebben dan nu. Hogere lasten en lagere voorzieningen: dat wordt moeilijk uit te leggen.

Noot voor de pers


* Meer informatie: dr. Maarten Allers, tel (050) 363 37 45. E -mail: coelo@eco.rug.nl.

* Op www.coelo.nl is het complete rapport met cijfers voor alle gemeenten te vinden.

* M.A. Allers, Herverdeeleffecten van de voorgenomen afschaffing van de ozb op woningen, coelo-rapport 02-04, Groningen, ISBN 90 76276 23 4. Bestellen via tel (050) 363 70 18 of www.coelo.nl.

Tekort ozb-operatie na kostendekkend maken rioolrecht en reinigingsheffing (tien meest getroffen gemeenten)

Euro per inwoner per jaar

% van totale ozb-opbrengst

Abcoude


-62


-22%

Winschoten


-56


-22%

Bunnik


-54


-20%

Enschede


-51


-21%

Krimpen aan den IJssel


-43


-20%

Lelystad


-42


-15%

Kerkrade


-41


-20%

Ouderkerk


-40


-20%

Boskoop


-39


-18%

Groningen


-37


-15%