Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Actualiteit
Conjunctuurmeting bouwnijverheid juli/augustus 2002
---
Daling orderportefeuille bouwnijverheid
De omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid is in de
maanden juli en augustus gedaald met 0,2 maand tot 7,2 maanden. Zowel
de burgerlijke en utiliteitsbouw als de grond-, water- en wegenbouw
dragen bij aan deze daling. In de b&u daalde de omvang van de
orderportefeuille met 4 procent tot 7,5 maanden. Figuur 1 laat zien
dat de omvang van de orderportefeuille in de b&u sinds maart 2002 al
lager ligt dan in de afgelopen drie jaren. Na een geringe stijging in
juni 2002 is eind augustus 2002 een nieuw dieptepunt bereikt. De
omvang van de orderportefeuille in de gww daalde met 5 procent tot 5,9
maanden en ligt nu bijna op het niveau van een jaar geleden (zie
figuur 2).
Vergeleken met een jaar geleden zijn de bouwbedrijven negatiever in
hun oordeel over de voortgang van de werkzaamheden. Dit geldt vooral
in de gww: één derde van de gww-bedrijven meldt nu een teruggang van
de bedrijvigheid. In de gehele bouwnijverheid wordt het onderhanden
werk eind augustus 2002 door bijna twee keer zoveel bedrijven als
klein beoordeeld dan een jaar geleden.
Ook is het aandeel van de bedrijven die stagnatie van het onderhanden
werk als gevolg van gebrek aan onvoldoende orders ondervinden in
augustus 2002 ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden
verdubbeld. In de b&u is dit aandeel zelfs meer dan verdubbeld (van 4%
een jaar geleden tot 10% nu). In de gww geldt een stijging met ruim 70
procent (van 7% een jaar geleden tot 12% nu).
Achttien procent van de bedrijven verwacht de komende maanden in
personeelsomvang af te nemen, terwijl slechts 6% een stijging van de
personeelsbezetting verwacht. Een jaar geleden was het aandeel van
bedrijven dat een stijging van de personeelsbezetting verwachtte nog
groter dan het aandeel bedrijven dat een daling verwachtte.
Eind augustus 2002 meldt slechts 12% van de b&u-bedrijven een
verwachte stijging van de afzetprijzen. Vorig jaar was dat ruim drie
keer zoveel. Voor de gww geldt, dat per saldo nu méér bedrijven een
stijging van de afzetprijzen verwachten. Het percentage bedrijven dat
een prijsstijging verwacht, stijgt immers van 5 tot 13%, terwijl het
aandeel van de bedrijven met prijsdaling slechts stijgt van 4 tot 6%.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid
van juli/augustus 2002 van het Economisch Instituut voor de
Bouwnijverheid. Zoals ieder jaar is de meting over juli en augustus
samengevoegd in verband met de in die maanden vallende
(bouwvak-)vakantie. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de
Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400
hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun
medewerking.
Tabel 1
bouwnij-
b&u
gww
verheid
Bedrijvigheid
+ *)
7
8
2
=
68
69
65
-
25
23
33
Onderhanden werk
+
8
8
6
=
72
73
70
-
20
19
24
Onderhanden werk in mnd productie
7,2
7,5
5,9
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
76
76
76
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
10
10
12
. weersomstandigheden
2
0
8
. personeelsvoorziening
2
2
0
. materiaalvoorziening
1
1
0
. onderaannemers
1
1
0
. overige oorzaken
9
11
3
Verwachte personeelsbezetting
+
6
6
4
=
76
76
77
-
18
18
18
Verwachte prijsontwikkeling
+
12
12
13
=
85
87
81
-
2
1
6
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB
Tabel 2
woning-
utiliteits-
wegen-
grond- en
bouw
bouw
bouw
waterbouw
Bedrijvigheid
+ *)
7
8
3
2
=
67
70
63
67
-
25
22
35
31
Onderhanden werk
+
7
9
5
8
=
76
71
67
73
-
17
21
28
19
Onderhanden werk in mnd productie
8,2
6,8
5,2
6,6
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
75
77
80
72
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
10
9
16
7
. weersomstandigheden
0
0
2
15
. personeelsvoorziening
2
2
0
0
. materiaalvoorziening
0
1
0
1
. onderaannemers
1
1
0
0
. overige oorzaken
11
10
2
5
Verwachte personeelsbezetting
+
5
6
1
8
=
82
71
69
85
-
13
23
30
7
Verwachte prijsontwikkeling
+
12
13
24
2
=
87
86
71
92
-
1
2
6
6
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB
omhoog
omhoog