Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag DIE Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 26 september 2002 Auteur M.Th. Crucq

Kenmerk DIE-463/02 Telefoon 070 348 48 76

Blad /1 Fax 070 348 40 86

Bijlage(n) 4 E-mail die-in@minbuza.nl

Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen
C.c.

Zeer Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).


1. Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/49/EG van de Raad ten aanzien van de termijnen waarop drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor aan de richtlijn moeten voldoen


2. Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/55/EG van de Raad ten aanzien van de termijnen waarop drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg aan de richtlijn moeten voldoen


3. Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus.


4. Mededeling van de Commissie voor een nieuw type bureau voor het beheer van ondersteunende en administratieve taken bij de Europese Commissie

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï

Fiche 1: Beschikking vervoer per spoor van gevaarlijke stoffen (drukvaten enz)

Titel:

Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/49/EG van de Raad ten aanzien van de termijnen waarop drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor aan de richtlijn moeten voldoen


Datum Raadsdocument: 10 juli 2002

nr. Raadsdocument: 10795/02

nr. Commissiedocument : COM(2002)357 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: V&W i.o.m. SZW, VROM

Behandelingstraject in Brussel: Behandeling in Coreper en vervolgens de Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Verlenging geldigheidsduur van een bepaling tot vrijstelling van bepaalde voorschriften, zoals opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 96/49/EG (sedertdien gewijzigd), voor transportabele drukhouders en -tanks. Nederland maakt geen gebruik van vrijstellingsbepaling ex artikel 6, lid 4, van genoemde Richtlijn.

Rechtsbasis van het voorstel: Richtlijn 96/49/EG, artikel 6, lid 4.

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: positief, de Commissie heeft de bevoegdheid om op het terrein van voertuigeisen regels vast te stellen.

Proportionaliteit: negatief. Op grond van veiligheidsoverwegingen en concurrentie-overwegingen is het ongewenst -zeker met terugwerkende kracht- om wederom de vrijstellingstermijn te verlengen.

Nederlandse belangen:

Geen direct Nederlands belang. Nederland maakt geen gebruik van genoemde vrijstellingsbepaling (voor binnenlands vervoer).

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Verlenging van de vrijstellingstermijn heeft geen effect op de Nederlandse regelgeving omdat Nederland de richtlijn volledig heeft geïmplementeerd en geen gebruik maakt van de vrijstellingstermijn.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Geen.

Fiche 2: Beschikking vervoer over de weg van gevaarlijke stoffen (drukvaten enz.)

Titel:

Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/55/EG van de Raad ten aanzien van de termijnen waarop drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg aan de richtlijn moeten voldoen


Datum Raadsdocument: 11 juli 2002

nr. Raadsdocument: 10793/02

nr. Commissiedocument : COM(2002)358 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: V&W i.o.m. SZW

Behandelingstraject in Brussel: Behandeling in Coreper en vervolgens de Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Verlenging geldigheidsduur van een bepaling tot vrijstelling van bepaalde voorschriften (zoals opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 94/55/EG, sedertdien gewijzigd) voor transportabele drukhouders en -tanks. Nederland maakt geen gebruik van de vrijstellingsbepaling ex artikel 6, lid 4, van genoemde Richtlijn.

Rechtsbasis van het voorstel: Richtlijn 94/55/EG, artikel 6, lid 4.

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: positief, de Commissie heeft de bevoegdheid om op het terrein van voertuigeisen regels vast te stellen

Proportionaliteit: negatief, op grond van veiligheidsoverwegingen en concurrentie-overwegingen is het ongewenst -zeker met terugwerkende kracht- om wederom de vrijstellingstermijn te verlengen.

Nederlandse belangen:

Geen direct Nederlands belang. Nederland maakt geen gebruik van de genoemde vrijstellingsbepaling voor binnenlands vervoer.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Verlenging van de vrijstellingstermijn heeft geen effect op de Nederlandse regelgeving omdat Nederland de richtlijn volledig heeft geïmplementeerd en geen gebruik maakt van de vrijstellingstermijn.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Geen.

Fiche 3: Richtlijn minimumnormen asiel (gewijzigde versie)

Titel:

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus.


Datum raadsdocument: 11 juli 2002

Nr. Raadsdocument: 10279/1/02

Nr. Commissiedocument: COM(2002) 326 def/2

Eerstverantwoordelijke ministerie: JUST i.o.m. FIN, BZ, VWS

Behandeltraject in Brussel:

Raadswerkgroep Asiel, vervolgens het Strategisch Comité voor immigratie, grenzen en asiel en ten slotte de JBZ Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):

In verband met deze richtlijn is de Commissie voornemens een contactcomité in te stellen. De hiertoe vereiste huishoudelijke middelen worden vrijgemaakt op grond van het jaarlijkse besluit van de Commissie inzake de toewijzing van middelen. Na vaststelling van de richtlijn is het voorstel driemaal per jaar een vergadering van het contactcomité te beleggen, waarvoor de totale kosten EUR 29.250 bedragen.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Doel van de ontwerp-richtlijn is het op communautair niveau vaststellen van minimumnormen inzake asielprocedures in de lidstaten voor de toekenning en intrekking van de vluchtelingenstatus. Het voorstel betreft een wijziging van het eerste voorstel van 20 september 2000 op basis van de conclusies van de Europese Raad van Laken waarin de Commissie is verzocht een gewijzigd voorstel uit te brengen. In dit voorstel zijn tevens de conclusies van de JBZ-Raad van december 2001 hieromtrent verwerkt. Het voorstel is een communautair initiatief op het gebied van asielprocedures dat met het oog op de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel is opgesteld. De minimumnormen voor procedures in de lidstaten zijn daarmee een eerste stap in de richting van verdere harmonisatie van procedurele voorschriften met het oog op conclusie 15 van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, waarin gesteld wordt dat de communautaire voorschriften op termijn moeten leiden tot een gemeenschappelijke asielprocedure in de Europese Unie.

Het voorstel heeft hoofdzakelijk betrekking op alle regelgevingsinstrumenten en -mechanismen waarvan de lidstaten gebruik kunnen maken om asielverzoeken snel en correct te behandelen. De ontwerp-richtlijn bevat hiertoe drie soorten voorschriften:


· procedurele waarborgen;


· minimumvereisten voor het besluitvormingsproces en

· gemeenschappelijke normen voor de toepassing van bepaalde begrippen en praktijken.

De maatregel verplicht lidstaten echter niet om uniforme procedures in te voeren. Tevens geeft het voorstel de lidstaten de mogelijkheid van bepaalde regels af te wijken, indien zij dat wensen.

Op basis van de conclusies van de JBZ-Raad van 20 december 2000 en het rapport van het Europees Parlement is ten opzichte van het eerste voorstel een aantal wijzigingen in het voorstel opgenomen, waaronder:


· aanpassing van de procedurele waarborgen, waarbij sterker rekening wordt gehouden met misbruik van de procedure;


· vereenvoudiging van het systeem waarbij meer zaken binnen de versnelde procedure kunnen worden behandeld;


· een speciale regeling voor asielverzoeken aan de grens en voor tweede en herhaalde asielaanvragen;


· beslistermijnen zijn niet langer opgenomen in de richtlijn;

· vereenvoudiging van de regeling ten aanzien van beroep;

· opname van een regeling voor regelmatige evaluatie van de implementatie en toepassing van de richtlijn.

Rechtsbasis van het voorstel: artikel 63, eerste lid onder d, van het EG-verdrag.

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Het voorstel van de Commissie sluit aan bij het in het EG-Verdrag neergelegde doel om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te creëren, wat onder meer het nemen van maatregelen op het gebied van asiel vereist. De specifieke doelstelling van dit initiatief is het vaststellen van minimumnormen voor de asielprocedure om hiermee de verschillen in procedures, begrippen en praktijken in de lidstaten te verkleinen. De minimumnormen zullen bijdragen tot een beperking van secundaire bewegingen van asielzoekers die het gevolg zijn van de uiteenlopende procedures in de lidstaten. Het voorstel van de Commissie kan daarmee de subsidiariteittoets zonder meer doorstaan. Hetzelfde geldt voor de proportionaliteitstoets. De door de Commissie voorgestelde richtlijn gaat niet verder dan de doelstelling uit het EG-verdrag waarop de richtlijn is gebaseerd.

Nederlandse belangen:

Nederland hecht sterk aan het bereiken van een gemeenschappelijke asielprocedure, waartoe dit voorstel voor een richtlijn inzake minimumnormen een eerste stap vormt. Om dit uiteindelijke doel te bereiken is het van belang dat het niveau van de minimumnormen zodanig is dat het de weg bereidt naar de volgende stap van gemeenschappelijke normen. Tevens zou zoveel mogelijk een eenvormige toepassing van deze minimumnormen door alle lidstaten dienen te worden gegarandeerd. Daarnaast meent Nederland dat de minimumnormen voor asielprocedures niet beperkt moeten worden tot asielaanvragen op basis van het Vluchtelingenverdrag. Deze minimumnormen zouden ook van toepassing moeten zijn op aanvragen van subsidiaire bescherming.

Het belang voor Nederland van het vastleggen van bepaalde procedurele minimumnormen voor de asielprocedures in de lidstaten ligt in de verwachting dat de secundaire toestroom van asielzoekers als gevolg van uiteenlopende of gunstigere proceduremogelijkheden zal verminderen. Dat betekent echter dat het niveau van de minimumnormen niet te laag zou moeten worden vastgesteld en dat nationale afwijkingsmogelijkheden tot een minimum beperkt moeten blijven.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q decentrale overheden(IPO/VNG):

Hoewel de bespreking van het voorstel in Brussel nog niet van start is gegaan is de verwachting dat het voorstel niet of nauwelijks aanpassingen van de Nederlandse asielprocedure zal vereisen. Consequenties voor de Nederlandse regelgeving en het beleid zullen derhalve naar verwachting beperkt zijn.

Rol EP in besluitvormingsprocedure: Adviesrecht.

Fiche 4: Mededeling nieuw type bureau bij de Europese Commissie

Titel:

Mededeling van de Commissie voor een nieuw type bureau voor het beheer van ondersteunende en administratieve taken bij de Europese Commissie


Datum Raadsdocument : 10 juni 2002

nr Raadsdocument: 9606/02

nr Commissiedocument: COM (2002)264 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: BZK i.o.m. BZ, FIN

Behandelingstraject in Brussel:

De mededeling is gepresenteerd in de groep Statuut. Onduidelijk is of het Deense voorzitterschap voornemens is meningsvorming te laten plaatsvinden in het Coreper. Omdat het hier om een mededeling gaat kan het voorzitterschap behandeling als overbodig beschouwen.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): Geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

In het kader van het hervormingsbeleid van de Commissie, dat gebaseerd is op de visie dat de Commissie zich opnieuw moet concentreren op haar prioritaire activiteiten en taken, deelt de Commissie mee dat zij voornemens is een nieuw type bureau voor het beheer van ondersteunende en administratieve taken bij de Europese Commissie in te stellen.

Dit bureau zal naast de huidige drie soorten bestaande bureaus fungeren, te weten:


· het interinstitutionele bureau ( het Europees bureau voor officiële publicaties en het Europees aanwervingbureau);


· het 'interne' bureau binnen de Commissie;


· het bureau van het OLAF-type (Europees bureau voor fraudebestrijding).
Het nieuwe type bureau verschilt duidelijk van een uitvoerend (extern) agentschap in die zin dat het:


· geen eigen rechtspersoonlijkheid heeft;


· niet bij Verordening van de Raad wordt opgericht maar door de Commissie zelf;


· ondersteunende en administratieve taken uitvoert die van permanente aard zijn i.t.t. taken betreffende het beheer van één of meer communautaire programma's die van incidentele aard zijn.

De voordelen van het nieuwe type bureau, dat als doel op zich kan worden beschouwd of als een eerste voorlopige stap op weg naar een interinstitutioneel bureau, zijn:


· een verhoging van de kwaliteit en/of efficiëntie van de dienstverlening;

· een meer gerichte activiteit waardoor de bureaus zich beter aan de behoeften van de klanten kunnen aanpassen en sneller op hun vragen kunnen inspelen;


· besparingen.

De oprichting van een dergelijk bureau draagt ook risico's met zich mee. In de eerste plaats dient de werkwijze van de bureaus coherent te zijn aan die van de dienst of instelling waaraan zij zijn gekoppeld. In de tweede plaats dient voorkomen te worden dat oprichting tot schaalnadelen leidt.

De belangrijkste verantwoordelijkheidscriteria van het nieuwe type bureau zijn dat:


· er een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de rol van de raad van bestuur en die van de directeur van het bureau. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor algemene controle op de functionering van het bureau en neemt beslissingen inzake de uitvoering van het werkprogramma terwijl de directeur zich inlaat met de beheerstaken;


· het bureau de bevoegdheid krijgt om zelf besluiten te nemen t.a.v. de begroting;

Rechtsbasis van het voorstel: N.v.t., het betreft een mededeling

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: N.v.t. (interne aangelegenheid)

Nederlandse belangen:

Nederland is voorstander van wijzingen in de interne organisatie van de Commissie die zowel kostenbesparend zijn als de kwaliteit en/of efficiëntie van de dienstverlening verhogen.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): N.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Adviesrecht


Kenmerk DIE-463/02

Blad /1
Zie fiche in Kamerstukken II 22112,179 dd. 22-01-01

doc 15107/1/Rev 1

OJ C 77 E, 28.03.2002, 94

===