Gemeente Rotterdam

Het nieuwe elan van R o t t e rd a m

...en zo gaan we dat doen

Collegeprogramma 2002 - 2006

Rotterdam, 26 september 2002
Het college van Burgemeester en Wethouders

1 Inleiding 5

2 Beleid en uitvoering 6 De prioriteiten:

2.1 Veiligheid 8

2.2 Huisvesting 20

2.3 Onderwijs en Jeugd 24

2.4 Economische Ontwikkeling 28

2.5 Inbur gering 32

3 De or ganisatie van de uitvoering 36 Ef fectief en efficiënt besturen en uitvoeren

4 K osten en middelen 42

Colofon

Bur gemeester en wethouders van Rotterdam

Stadhuis, Coolsingel 40

Postbus 70012

3000 KP Rotterdam

Foto gr afie Karin Opelland

Vormg eving Karelse & den Besten


1 Inleiding
Dit collegeprogramma is de uitwerking van het coalitie-akkoord van Leefbaar Rotterdam, CDAen VVD voor de periode 2002-2006. Het is een programma met nieuw elan voor een vitale stad. Een nieuwe aanpak, een nieuw elan is van belang om de verkiezingsuitslag van 6 maart 2002 te honoreren. Belangrijk is dat iedereen meedoet; met sterke betrokkenheid van Raad en college, grote inzet van onze diensten, maar zeker ook met bereidheid van de burgers om vanuit hun verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren. Dit collegeprogramma vertaalt de wensen van een overgroot deel van de kiezers. Het gaat over een stad waar bewo- ners en bezoekers zich veilig voelen. Een stad die van haar bewoners de bereidheid vraagt om elkaar te respecteren en om in te burgeren. Deze stad biedt garanties voor een goede opleiding en voor begeleiding van jonge mensen op weg naar volwassenheid. Rotterdam is bovendien een stad die zich economisch sterk ontwikkelt en waar je goed kunt wonen en recreëren.

L e e sw i j ze r
In hoofdstuk 2 staat het beleid voor de komende jaren. Gekozen is voor duidelijke prioriteiten. Soms zijn die keuzes pijnlijk omdat daardoor andere projecten en plannen, hoe belangrijk ook, minder aandacht krijgen. Maar als je concre- te en zichtbare resultaten wilt, kan je niet anders dan heldere keuzes maken.

Hoofdstuk 3 beschrijft hoe we de uitvoering willen realiseren. Met korte lijnen en een samenhangende aanpak. Zo stel- len we de deelgemeenten in staat om plannen goed uit te voeren. We willen geen ingewikkelde projecten met talloze overlegplatforms. Wat we wél willen is professioneel management, heldere doelen en concrete resultaten. Per prioriteit zijn in aparte tabellen de doelstellingen vermeld en de resultaten die wij realiseren. Gegeven de beperkin- gen die wij onszelf voor de omvang van dit programma hebben opgelegd, zijn niet alle doelstellingen (uitvoeriger) in de lopende tekst opgenomen.

Hoofdstuk 4 biedt het financiële kader. We hebben de gemeentelijke diensten gevraagd voorstellen te doen over manieren om onze prioriteiten uit te voeren en te financieren. We realiseren ons dat de vraag aan diensten, om tiental- len miljoenen euro om te buigen, wel heel snel beantwoord moest worden. Voor de bereidheid om daaraan hard met ons mee te werken zijn wij erkentelijk.

O p d ra ch t
Wij dragen dit programma op aan Pim Fortuyn, de man die mede aan de wieg stond van dit college en wiens visie en opvattingen belangrijke inspiratiebronnen zijn. Hij was trots op het akkoord dat mede onder zijn leiding is gesloten en dat de basis is voor dit programma. De eer die we hem kunnen en moeten bewijzen is zijn voorbeeld dat velen in het openbaar bestuur en de samenleving heeft geïnspireerd te volgen; te beginnen deze collegeperiode, met dit programma.

C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 5

2 Beleid en uitv o e r i n g gen en daarvoor ook naar het gemeentefonds te kijken. Zaak dus om de gaten van de broekriem nog eens goed na te tellen. Maar we hebben ook goede hoop dat in het kader van het Grote Stedenbeleid extra rijksmiddelen beschikbaar Mensen maken de stad. In dertig jaar tijd heeft Rotterdam een ware gedaantewisseling ondergaan1. Rotterdam is uit- kunnen komen. gegroeid tot wereldhaven én tot wereldstad. Zoals vaker in onze geschiedenis heeft die ontwikkeling ingrijpende gevol- We zullen dus alles op alles moeten zetten om ons akkoord financieel rond te krijgen. Maar we vertrouwen er op dat gen. Positief is de aanwezigheid van nieuw cultureel, economisch en sociaal kapitaal. Maar ook kampen we met een we de opdracht, die de kiezers ons gegeven hebben, kunnen uitvoeren en dat we steun van alle betrokken partijen groot aantal overgangsproblemen: een buitengewone opgave van sociale integratie2. krijgen. Een onderbelicht gebleven gevolg van de veranderingen is het gebrek aan binding van Rotterdammers met hun stad. Bij de voorbereiding van dit programma hebben we ons de vraag gesteld waarom het nu wél zou gaan lukken. Nieuwkomers zijn er nog niet thuis, de oorspronkelijke bevolking voelt zich er steeds minder thuis. Veel Waarom zouden we nu in staat zijn om problemen op te lossen die eerder niet opgelost konden worden? Rotterdammers zien de stad als een plaats waarin zij leven, in plaats van als een plaats waar ze in samenleven. Ze Wij denken dat er drie redenen zijn waarom er kans op succes is en waarom we het zo gaan doen met het nieuwe voelen zich niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en de veiligheid van de Rotterdamse samenleving. Die verantwoor- elan van Rotterdam. Ten eerste maken we keuzes: vóór de veiligheid van de stad en de sociale binding in straten, delijkheid wordt bij anderen gelegd. Natuurlijk hebben die ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Maar de stad als buurten en wijken. Ten tweede vóór de uitvoering van beleid en tegen beleid dat alleen op papier bestaat. En ten samenleving is van iedereen. Bewoners spelen een belangrijke eigen rol in verbeteringen en hebben daarin ook eigen derde telt dat we daarvoor geld vrijmaken en dat richten op de praktijk. En om die redenen durven we ons ook op ons verantwoordelijkheden. beleid te laten afrekenen. In het volgende hoofdstuk geven we per prioriteit aan wat we willen bereiken. Daarom is de inzet van de beleidsprioriteiten: herstel en versterk de binding met de stad en versterk daarmee de soci- ale integratie. Met de plannen die we in dit hoofdstuk presenteren, hopen we dat te bereiken. Alle plannen en activiteiten hebben we getoetst op twee uitgangspunten: een harde aanpak van de onveiligheid in de stad én de dringende noodzaak de sociale verbondenheid in de stad te herstellen en te versterken. Maar we heb- ben ook gekeken naar de samenhang tussen die uitgangspunten. Als we bijvoorbeeld een aanvalsplan maken om een onveilige buurt in de stad aan te pakken doen we dat door crimi- nelen op te pakken, panden te sluiten en niets meer te tolereren wat verboden is. Tegelijkertijd versterken we de soci- ale verbondenheid; de menselijke maat is richtinggevend: we luisteren naar wat mensen in hun straat en in hun buurt willen, door pleinen en straten via `schoon en heel' te verbeteren, door een bredere aanpak op de scholen. We zijn een repressieve overheid voor wie zich niet aan de wetten en regels van dit land houdt, maar een bondgenoot voor mensen die hun verantwoordelijkheid willen nemen, voor zichzelf en voor de samenleving die we met zijn allen moeten maken. Dat vraagt dus om een voortgaand debat over de waarden en normen van onze nieuwe samenleving én om financiële offers om onze rechtsstaat te handhaven. Het één kan niet zonder het ander. Maar niet alleen om te handhaven, juist ook om te voorkómen, want ook een grotere sociale zorg vergroot de veiligheid in onze stad. Die kracht willen we in onze stad opnieuw aanboren, want `mensen maken de stad'; dat is de `zilveren draad'door ons collegeprogramma. En veel van de projecten die wij mogelijk willen maken kenmerken zich door preventie en zorg. Naast veiligheid zijn er vier andere topprioriteiten, waarin wordt geïnvesteerd: huisvesting, onderwijs & jeugd, economische ontwikkeling en inburgering. In die vier prioriteiten benutten we de kracht en verantwoordelijkheid van mensen om als bondgenoot samen aan maatschappelijke veiligheid te bouwen. De sociale verbondenheid dient ver- sterkt te worden. Behalve veilig, schoon en heel gelden ook sociale verbondenheid en mogelijkheid tot ontplooiing en benutting van kansen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, in en om het huis en met en tussen mensen als belangrij- ke aandachtspunten.
We gaan veel meer (bestuurlijke) energie steken in de uitvoering. Meer effectiviteit, transparantie, vraag- en voor- al resultaatgerichtheid. Dus moet de slagvaardigheid van onze organisatie omhoog. Dat betekent een stroomlijning van besluitvorming, zo kort mogelijke lijnen tussen voorbereiding en besluit en tussen besluit en uitvoering. De organi- satie van de gemeente moet daar dan ook op worden verbeterd. Veel van de oplossingen die we presenteren vragen ook financiële inspanningen. In hoofdstuk 4 staat hoe we ons programma willen financieren. Een sombere kanttekening daarbij is dat de begrotingen voor 2003 en verder niet onder een gunstig economisch gesternte tot stand gaan komen. De rijksoverheid heeft al aangekondigd te moeten bezuini-

1 Er vestigen zich jaarlijks 32.000 mensen in deze stad, en er vertrekken er 31.000. Van de 32.000 vestigers komen 20.000 elders uit

Nederland vandaan, 10.000 uit het buitenland (waaronder dus ook EU-landen etc.). Er zijn per jaar ongeveer 2.400 inburgerings-

plichtige nieuwe immigranten.

2 "De commissie is onder de indruk van de buitenmaatsheid van de problematiek waarmee Rotterdam te maken heeft", schrijft de

Visitatiecommissie Grote Steden Beleid (onder leiding van E. Brinkman) hierover.

6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 7

Ve i l i g Ve i l i g

C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t

PRIORITEIT 1. Wi j k ve i l i g h e i d PRIORITEIT 7. J o n ge re n o v e r last en jeugdcriminaliteit

Verbetering veiligheidsindex voor de huidige 8 onveilige wijken I 4 wijken in 2004 Criminele jongeren uit harde kern in strafrechtelijk of hulpverle- 25 jongeren per wijk per jaar in een traject geplaatst I 4 wijken in 2005 ningstraject De 8 onveilige wijken zijn niet meer onveilig in 2005

PRIORITEIT 8. Criminele illeg a l e n Geen enkele wijk wordt onveiliger Veiligheidsindex nergens lager dan in juni 2002 Criminele illegalen op de daderlijst van de straat af Jaarlijks 25% van de daderlijst van de straat af

PRIORITEIT 2. Hot spots PRIORITEIT 9. To ez i ch t h o u d e r s Aanpakken veiligheids-, sociale en fysieke problemen in de hot 9 hot spots aangepakt in 2005, waarvan 3 hotspots in 2004 ook Substantiële toename gekwalificeerde toezichthouders 100 fte erbij in de periode 2003-2005 spots fysiek Stadstoezicht

PRIORITEIT 3. Veilig rondom Centraal Sta t i o n PRIORITEIT 10. C a m e r a t o ez i ch t CS e.o. niet meer onveilig op de veiligheidsindex Bereikt in 2005 Extra inzet camera's Op ten minste 2 extra locaties camera's operationeel in 2003

Geen geregistreerde overlastplegers meer op CS e.o. Voor 1-9-2003 PRIORITEIT 11. Ve i l i g h e i d s l o ke t

PRIORITEIT 4. Verbetering bereikbaarheid en snelheid klachtbehandeling door Functioneert in 2003 Veiligheid in openbaar v e r v o e r instelling van Veiligheidsloket Minder incidenten in het openbaar vervoer I Reductie 10% per jaar voor alle lijnen t.o.v. 2002

I Reductie 15% per jaar voor meest onveilige lijnen t.o.v. 2002 PRIORITEIT 12. C o f f e e s h o p s

Coffeeshops hebben een actuele en adequate vergunning. Bij Per 2004 vergunningverlening voltooid. Eind 2005 geen overlast- Toename veiligheid lijnen openbaar vervoer Geen onveilige lijnen meer in 2005 herhaaldelijke overtreding of onaanvaardbare overlast wordt gevende coffeeshops meer coffeeshop gesloten Terugdringen zwartrijdpercentage in het openbaar vervoer Reductie naar 4% in 2006 (is nu 10-15% in metro, 15-20% in tram) PRIORITEIT 13. P ro s t i t u t i eb e d r i j ve n

Prostitutiebedrijven hebben een actuele en adequate vergun- Per 2004 vergunningverlening voltooid. Eind 2005 geen overlast- Minder overlastveroorzakers met dubbele diagnose (verslaafd en Elk jaar 15% minder ning. Sluiting bedrijf bij herhaaldelijke overtreding of onaan- gevende prostitutiebedrijven meer psychiatrisch) in het openbaar vervoer vaardbare overlast

Aanpak graffiti in het openbaar vervoer Voertuigen en stations binnen 24 uur schoon PRIORITEIT 14. D ru g s p a n d e n

PRIORITEIT 5. K e i l e weg Aanpak panden met overlast: Eind 2005 is in een gefaseerde aanpak 90% van de bekende I Drugspanden met overlast: sluiten, opknappen of regulier overlastgevende panden aangepakt (totaal wordt geschat op Sluiting Keileweg 31-12-2005 bewonen 400)

I Multidisciplinaire aanpak malafide huiseigenaren PRIORITEIT 6. O ve r last van v e r slaafden (top 700)

PRIORITEIT 15. H a n d h a ving v e i l i g h e i d s vo o rs ch r i f t e n Ernstig overlastgevende en zorgmijdende verslaafden van straat 31-12-2005: 700 in een traject geplaatst en in strafrechtelijk of hulpverleningstraject Handhavingsplannen ontwikkelen bij de diensten In 2003 is er een gezamenlijk handhavingsplan van DCMR/Brandweer/dS+V. De kadernota Handhaving is in 2005 uitgevoerd.

8 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 9

V e i l i g 2.1 V e i l i g h e i d C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t Veiligheid is de topprioriteit van dit college. Rotterdam moet veiliger worden. Dat vinden niet alleen de kiezers, dat blijkt ook uit de veiligheidsindex. In de index krijgt de stad als geheel een magere voldoende, acht wijken scoren PRIORITEIT 16. I n t e g r i t e i t s b e o o rd e l i n g onveilig. De opgave is duidelijk: de veiligheid moet omhoog. Dit zal via drie pijlers verlopen: repressie, zorg en aan- Om te voorkomen dat de gemeente criminele activiteiten facili- Screening aanvragen voor vergunningen en aanbestedingen dacht voor een schone, hele en vitale woonomgeving. teert, worden aanvragen voor vergunningen, subsidies en aan- (2003); en subsidieaanvragen (2004) Hoofddoelstelling van dit collegeprogramma is dat in 2006 Rotterdam meetbaar veiliger is. Er zijn geen onveilige wij- bestedingen op integriteit getoetst (uitvoering wet BIBOB) ken en plekken meer, de wijken die nu redelijk veilig zijn blijven dat minimaal, veelplegers worden hard en consequent aangepakt. Dat zijn hoge ambities. Het college is zich daarvan bewust en verbindt zich daaraan. PRIORITEIT 17. E x t e r ne en fysieke veiligheid en crisisbeheer s i n g De burgemeester heeft in zijn hoedanigheid van korpsbeheerder van het politiekorps regio Rijnmond samen met Uitvoering/implementatie actiepunten Volendam en Enschede Alle 35 actiepunten uitgevoerd in 2005 de andere partners in de zogenoemde driehoek - de hoofdofficier van justitie en de korpschef - de inzet geformuleerd die aansluit op de prioriteiten in het collegeprogramma. Deze tekst is direct na de Prioriteit Veiligheid opgenomen. Deze nieuwe transparante werkwijze maakt het voor Raad en burgers mogelijk de inzet van politie en justitie helder te Elk evenement heeft een Veiligheidswijzer Operationeel ingevoerd in 2003 kunnen volgen.

Ieder jaar een integrale (crisis-)oefening Startjaar 2003 V i j f j a re n - a c t i ep r ogramma Hoe maken we de veiligheidsambities waar? Leidraad is het vijfjaren-actieprogramma Versterking Veiligheid Rotterdam. Daarin staat hoe we het doen: op een systematische, structurele en integrale manier. Een aanpak gericht Nieuw gemeentelijk crisisbeheersplan Gereed in 2003, daarna elk jaar actualiseren op onveilige gebieden en daders. Waarin alle elementen van veiligheid aan bod komen: niet alleen toezicht en hand- having maar ook beheer en onderhoud, investeringen in de woningvoorraad en de openbare ruimte en sociale PRIORITEIT 18. S c hoon en Heel investeringen. Bovendien gaat het om een sluitende persoonsgerichte aanpak van overlastgevende verslaafden, crimi- nele jongeren, veelplegers en criminele illegalen. Hele stad wordt schoner en heler, accent op onveilige wijken die Hele stad kwaliteitsnivo 3 in 2003 Kenmerkend voor de nieuwe aanpak is de gezamenlijke inzet van gemeentelijke diensten, politie, justitie, woning- slecht scoren op `Schoon en Heel' in veiligheidsindex corporaties en welzijns- en hulpverleningsinstellingen. Veiligheid is niet alleen een zaak van politie en OM. Een brede veiligheidsaanpak raakt het werkterrein van alle diensten. De bijdrage van elke partij wordt vastgelegd in prestatie- afspraken. Bij deze aanpak neemt de overheid haar verantwoordelijkheid en zijn burgers en bedrijven direct betrokken. Zij dienen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Veiligheid is immers een zaak van iedereen. Verbeteren van de veiligheid in de wijk is het belangrijkste punt in het vijfjaren-actieprogramma. Voor alle 72 wij- ken van Rotterdam moeten eind 2003 wijkveiligheids-actieprogramma's in uitvoering zijn genomen. Daarnaast krijgt de stedelijke veiligheidsproblematiek alle aandacht. Het gaat dan om drugsoverlast, geweld en jeugd- problematiek. Deze drie speerpunten worden zowel dadergericht als gebiedsgericht aangepakt met name op locaties waar zich de meeste overlast voordoet. Dat werkt, zoals de Zomeraanpak, de persoonsgerichte aanpak van overlast- gevende drugsverslaafden, het politieherfstoffensief en de aanpak van probleemjongeren aantonen. Met de veilig- heidsindex wordt jaarlijks gemeten of Rotterdam op koers ligt.

Aanpak acht onv e i l i g e wijk e n , i n cl u s i e f hot spots Acht wijken krijgen de komende tijd de meeste aandacht. Zij scoren in 2001 onveilig op de veiligheidsindex. Het zijn Tussendijken en Spangen in Delfshaven, de Tarwewijk en Zuidplein in Charlois, Hillesluis in Feijenoord en het Oude Westen, Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt en CS-kwartier/Stadsdriehoek in het Centrum. Alle gemeentelijke diensten, de politie en het OM geven vanaf nu prioriteit aan de onveilige wijken. De concentra- tie van drugs- en jongerenoverlast, diefstal, geweld, vervuiling en verloedering wordt rigoureus aangepakt. Met extra inzet op het gebied van toezicht en handhaving, beheer en onderhoud en fysiek en sociaal investeren. We willen dat in deze wijken voldoende zorg aanwezig is. De kwaliteit van het aanbod van zorg en dienstverlening moet beter aan- sluiten bij de vraag van de bewoners. Er wordt voor gezorgd dat niemand tussen wal en schip valt, en met extra aan- dacht voor overlastgevende verslaafden, jongeren en veelplegers. In de praktijk betekent dit een zero tolerance-aanpak. Er wordt niet meer gedoogd. Daders die verantwoordelijk zijn voor de meeste overlast en criminaliteit zijn opgesloten of opgenomen in de hulpverlening. Het doel is dat iedereen in

10 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 11

staat zal zijn een zelfstandig leven te leiden. Voor mensen die daartoe niet in staat zijn, is ondersteuning op maat De groep overlastveroorzakers met een dubbele diagnose (verslaving en psychiatrische problematiek) wordt jaarlijks beschikbaar. met 15% teruggebracht. Schoon en heel draagt in belangrijke mate bij aan de prioriteiten wijkveiligheid en hot spots door intensief beheer Eindresultaat: in 2005 zijn er geen onveilige lijnen meer. en onderhoud. Daarmee zijn inrichting en beheer van de buitenruimte in hoge mate bepalend voor de leefbaarheid van het gebied en kan de binding met de stad versterkt worden. Sluiting K e i l e weg en pr o s t i t u t i eb e l e i d Ook met ingang van 2003 worden jaarlijks honderd woningen van malafide eigenaren aangepakt door bestuur- Het collegeprogramma Veiligheid voorziet in sluiting van de tippelzone aan de Keileweg, en wel uiterlijk op 31 decem- lijke, fiscale of strafrechtelijke maatregelen. Met behulp van nieuwe wetgeving (Victor, Victoria) worden overlastgeven- ber 2005. In plaats van een prostitutievoorziening in min of meer gesloten setting heeft de Keileweg zich op dit de drugspanden aangepakt. Per 1 januari 2006 is 90% van alle bekende overlastgevende drugspanden gesloten dan moment ontwikkeld tot een open drugscene. Een groot deel van de verslaafde vrouwen leidt aan psychiatrische ziek- wel opgeschoond via maatregelen van de eigenaar zelf. ten. Dat zijn vrouwen/patiënten die zorg nodig hebben. Die krijgen ze ook. Om te voorkomen dat na sluiting elders in De aanpak betekent dat de veiligheid in deze wijken jaarlijks zichtbaar verbetert. Dat zal in 2004 het geval zijn de stad vergelijkbare problemen ontstaan, wordt eind dit jaar een nieuw concept voor het prostitutiebeleid gepresen- voor Hillesluis, Spangen, Tussendijken en de Tarwewijk en in 2005 voor het Oude Westen, CS-kwartier/Stadsdriehoek, teerd, gevolgd door de uitvoering in februari 2003. Op grond van dat concept wordt er ruimte in de stad gezocht om Zuidplein en Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt. prostitutie te faciliteren (maart 2003). Vervolgens wordt de Keileweg geleidelijk ontmanteld en uiteindelijk gesloten. Dit betekent per 1 januari 2003 een definitieve stop op de instroom van prostituees op de Keileweg en een geleidelijke Hot spots afname van verslaafde prostituees en randfiguren. Bijzondere aandacht in de onveilige wijken krijgen de hot spots: één of meer straten waar criminaliteit, vervuiling en Per december 2005 moet dit ertoe leiden dat in totaal 70% van de verslaafde prostituees van de zone af is; datzelfde verloedering het beeld bepalen. Door integrale controle-acties in de hot spots met aanpak van overbewoning, fraude, geldt voor 70 % van de randfiguren. De resterende groep prostituees heeft dan elders een plek gevonden, in het illegaal gebruik en overlast en door hulpverlening worden de sociale en veiligheidsproblemen op de hot spots aange- kader van het nieuwe prostitutieconcept. pakt. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de woningvoorraad en de openbare ruimte in de hot spots. In een tijdstabel ziet het er als volgt uit: op 1 november 2002 stelt het college de contouren voor een nieuw prostitutie- In 2005 zijn de sociale en veiligheidsproblemen in negen hot spots aangepakt. Illegale kamerverhuur, dealpan- beleid vast; op 1 februari 2003 zijn vervolgens het uitvoeringsplan en een locatiekeuze in concept gereed; op 1 maart den, hennepkwekerijen en illegale seksinrichtingen zijn verdwenen van de hot spots. De sociale problematiek is aan- neemt het college een beslissing en op 1 mei beginnen inspraak en gerechtelijke procedures. gepakt. Dat houdt in dat bewoners begeleiding krijgen bij het zoeken naar werk, opleiding, schuldsanering en passen- de huisvesting en dat er stadsetiquette wordt opgesteld. Overlast en onveiligheid zijn teruggedrongen. Dit is in 2003 Pe rs o o n s ge r i c hte aanpak top 700, criminele jong e re n , v e e l p l e g e r s en criminele afgerond voor de Dordtselaan/Moerkerkestraat/Borselaarstraat, de Bas Jungeriusstraat, de Strevelsweg en de i l l e g a l e n Mathenesserweg/Grote Visserijstraat/Mathenesserdijk, in 2004 voor de Dirk Danestraat/Mathenesserdijk/ Willem De stad wordt geplaagd door een relatief kleine groep veelplegers. Zij zijn verantwoordelijk voor de meeste delicten. Beukelszstraat, het Wallisblok, de Riederbuurt-Noord, en de Katendrechtse Lagedijk en in 2005 voor de Slaghekstraat. Het gaat om overlastgevende verslaafden, de harde kern van criminele en overlastgevende jongeren, plegers van De fysieke aanpak in deze negen hot spots wordt voorbereid. De noodzakelijke sloop of renovatie gaat van start, geweldsdelicten en criminele illegalen. Van deze groepen worden daderlijsten opgesteld. eigenaren worden aangeschreven om achterstallig onderhoud weg te werken. De heimachines bepalen mede het Een op de persoon gerichte aanpak moet er toe leiden dat in 2005 de zevenhonderd meest overlastgevende ver- straatbeeld. In 2004 zijn drie hot spots aangepakt. Daar is geen sprake meer van achterstallig onderhoud, zijn de bui- slaafden zijn opgenomen in een strafrechtelijk of hulpverleningstraject (2002: 250, 2003: 400, 2004: 550 en 2005: tenruimte en de panden op orde en bestaat de woningvoorraad in de hot spots bij voorkeur uit 30% koopwoningen, 700). zijn de schoolgebouwen opgeknapt, zijn er voorscholen, is er sprake van een opvoedingsondersteunings-netwerk en De zevenhonderd krijgen vaste begeleiders en er komt dag- en nachtopvang, klinische (dwang)behandeling en woon- is er een adequaat sport-, recreatief- en cultureel aanbod. en werkbegeleiding. De gecontroleerde verstrekking van heroïne onder medisch toezicht wordt gecontinueerd en uit- gebreid. Reclassering en sociale werkvoorziening worden beter ingezet. C e n t r aal Sta t i o n De aanpak van geweldsdelicten is gericht op het maximaliseren van de pakkans. De politie houdt een doorlopen- De overlast op het Centraal Station en omgeving (verslaafden, bedelaars, daklozen en rondhangende jongeren) wordt de lijst bij van honderd veelplegers van geweldsdelicten (inclusief straatroof en woninginbraken). Per jaar worden vijf- verminderd door een streng regime van toezicht en handhaving, intensief beheer en onderhoud en het aanpakken van honderd verdachten die op deze lijst staan overgedragen aan justitie. In totaal worden jaarlijks 5600 verdachten van enge plekken. Dat leidt er toe dat per 1 september 2003 alle op lijst geregistreerde overlastplegers van het CS zijn geweldsdelicten opgepakt, waarvan 15% jeugdigen. verwijderd, bezoekers niet meer worden lastiggevallen en verslaafden, bedelaars, daklozen en jongeren zijn opgevan- Het vreemdelingentoezicht wordt verscherpt. De politie schakelt bij elke aanhouding van een vreemdeling de gen of opgenomen in een hulpverleningstraject. Vreemdelingendienst in. Er wordt een lijst opgesteld van criminele illegalen. Permanent wordt gewerkt aan uitzetting van 25 personen op deze lijst. Ze worden opgesloten en tot ongewenste vreemdeling verklaard. De politie werkt per- Ve i l i g er openbaar v e r vo e r manent met 25 dossiers van uit te zetten personen. Daadwerkelijke uitzetting is een verantwoordelijkheid van de Veiliger openbaar vervoer is een speerpunt in de veiligheidsaanpak. Gemeente (RET), politie en OM werken daarin minister van Vreemdelingenzaken. nauw samen. Een handhavingsarrangement garandeert deze samenwerking. Vanaf 2003 wordt jaarlijks 25% van de harde kern van criminele en overlastgevende jongeren opgenomen in een Doel in 2005: een substantiële vermindering van het aantal zwartrijders en een jaarlijkse daling van het aantal inciden- sluitende aanpak. In iedere wijk dan wel deelgemeente pakt de politie jaarlijks de 25 meest overlastgevende jongeren ten met 10% - op onveilige lijnen zelfs met 15%. Extra inzet van toezichthouders, cameratoezicht, invoering van de strafrechtelijk aan. Deze jeugdige veelplegers komen in de cel of in een sluitende aanpak van justitie en/of zorg. Het conducteur op de tram en tourniquets op de metrostations moeten dat bewerkstelligen. Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak wordt stadsbreed ingevoerd. De deelgemeenten zijn verantwoordelijk voor de Metrostations die nog geen grondige opknapbeurt hebben gehad, zullen deze collegeperiode worden gerevitaliseerd preventieve aanpak van risicojongeren (onder andere realisering van voorzieningen). waarbij ook sociale veiligheidssystemen als camera's en SOS-knoppen worden gemoderniseerd. Daarnaast wordt de Deze aanpak doet een groot beroep op de celcapaciteit en de capaciteit voor ITB-trajecten voor criminele jonge- brandveiligheid van het metrosysteem vergroot. ren. Het Openbaar Ministerie gaat hierover in gesprek met de minister van Justitie.

12 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 13

( c a m e ra ) To ez i ch t De nog jonge Dienst Stadstoezicht zal zich met nieuw elan wijden aan een strikte handhaving van wet- en regelgeving en kwalitatief goede en zichtbare controle. De dienst zal een groep van honderd nieuwe handhavers met brede bevoegdheden laten instromen. Om geweld en overlast op straat te verminderen en het veiligheidsgevoel te vergroten wordt in elk geval in het cen- trum en het Centraal Station het cameratoezicht uitgebreid.

Ve i l i g h e i d s l o ke t Belangrijk in de aanpak is dat Rotterdammers laten weten of het werkt. Alle signalen, ideeën en klachten krijgen serieuze aandacht. Er komt een veiligheidsloket om dit te waarborgen.

Ve r gunning en ov e rl a s t In de collegeperiode wordt prioriteit gegeven aan een betere vergunningverlening op het gebied van openbare orde en veiligheid voor openbare inrichtingen (horeca-inrichtingen, coffeeshops en prostitutiebedrijven). Vrijwel alle inrichtingen moeten per 1 januari 2006 een op maat gesneden vergunning hebben. De vergunning, waarvoor een kwaliteits- systeem wordt ingevoerd, bindt de bedrijven aan scherpe voorwaarden om overlast tegen te gaan. Strikte naleving wordt gecontroleerd, bij overtreding wordt streng opgetreden. Vanaf 2003 maakt Rotterdam actief gebruik van de nieu- we wettelijke mogelijkheden om een vergunning te weigeren aan personen met een criminele achtergrond.

H a n d h a ving Handhaving van regels en voorschriften is een van de belangrijkste schakels in de veiligheidsketen. Kortgezegd: zon- der handhaving geen effectief veiligheidsbeleid. De organisatie van de handhaving krijgt de komende jaren prioriteit, waarbij zo nodig de gemeentelijke regelgeving wordt aangepast. Dat geldt ook voor het instrumentarium waaronder het gebruik van dwangsommen, bestuurlijke boetes en strafrechtelijke transacties. In 2003 verrichten de Brandweer, DCMR, en dS+V handhavingsactiviteiten op basis van een gezamenlijk handhavingsplan.

Bijtijds hulp Overlast in de wijken wordt voorkomen door bijtijds hulp te bieden aan mensen die dreigen af te glijden. Daartoe wordt het aantal lokale zorgnetwerken uitgebreid van 15 naar 22 en wordt het vangnet- en adviesteam van de GGD ver- sterkt, zodat het team gemiddeld vijftig mensen per dag in behandeling kan nemen. Voor het eind van dit jaar komt er een programma voor crisisopvang van verslaafden en psychiatrische patiënten in Rotterdam, waarin opgenomen een plan voor psychiatrische EHBO-posten. Dat wordt ontwikkeld door de GGD in samenwerking met de opvang en gezondheidszorgvoorzieningen. Twee keer per jaar worden verslaafden en dak- en thuislozen gecontroleerd op TBC.

S t r at eg i s c he
Wi j k a a n p a k g eb i e d e n H u i s a rt s e n zo r g We willen dat in Rotterdam voldoende eerstelijnszorg (met name huisartsenzorg) aanwezig is; en dat de kwaliteit van O ve r i g e het aanbod van zorg en dienstverlening beter aansluit bij de vraag van de bewoners. We willen samen met zorgverze- Wi j k a a n p a k g e b i e d e n keraars, huisartsen en patiëntenverenigingen nieuwe vormen van huisartsenzorg in Rotterdam stimuleren en verster- ken en denken daarbij onder andere aan gezondheidscentra en overige samenwerkingsverbanden die goed aanslui- Ve i l i g h e i d s i n d e x ten op de problematiek van de Rotterdamse bevolking. De nadruk van de gemeentelijke bemoeienis ligt daarbij op het ( o n ve i l i g e wijk e n )
faciliteren van praktijkhuisvesting van eerstelijnsdisciplines en op het verbeteren van de afstemming tussen collectieve preventie en de curatieve zorg in de eerstelijn. Bovendien wordt in verkennende zin onderzocht of een aanbod van M a r i n i e rs cl u s t e r
huisartsgeneeskundige hulp binnen de Spoedeisende hulp (SEH) van de ziekenhuizen een bijdrage aan de hier gesig- naleerde problematiek kan leveren. H e rs t ru c t u re r i n g

H o t s p o t

14 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 15

C r i s i s b e h e e rs i n g Prioriteiten Politie en Openbaar Ministerie: Onder veiligheid valt ook de bescherming van mens en maatschappij tegen de gevolgen van rampspoed: branden, G E W E L D , JEUGD EN DRUGS EN O V E R L A S T grote ongelukken en - vooral na 09/11 - terrorisme. Crisisbeheersing vereist een perfecte organisatie. De komende jaren krijgt de verbetering van deze organisatie prioriteit. In 2003 wordt een nieuw crisisbeheersingsplan aan de raad D o e l s t e l l i n g voorgelegd. Daarin krijgt de nazorg bij rampen specifieke aandacht. Alle betrokken gemeentelijke diensten beschikken Politie en Openbaar Ministerie hebben zich geschaard achter de doelstellingen van het vijfjaren-actieprogramma Veilig in 2003 over een eigen rampenorganisatie-deelplan. In 2004 zijn alle actiepunten, voortvloeiend uit de kabinetsstand- en beschouwen de in het actieprogramma beschreven activiteiten en doelstellingen als taakstellend. punten naar aanleiding van de rampen in Volendam en Enschede, in Rotterdam uitgevoerd. De inzet van de politie is vooral gebaseerd op een gebiedsgerichte en persoonsgerichte aanpak. Daar waar deze aan- pakken in de praktijk samenkomen zal de grootste effectiviteit worden bereikt. Daarnaast wordt zoveel mogelijk de `lik S c hoon en heel op stuk'benadering gevolgd. Iedere inzet van de politie dient zo spoedig mogelijk een adequate opvolging te krijgen in De waardering van `schoon en heel' in Rotterdam is ondanks de verhoogde inzet van mensen en middelen de afge- de strafrecht- en/of zorgketen. lopen jaren teruggelopen. Het streven is de hele stad in de komende periode op kwaliteitsniveau 3 schoon en heel te krijgen. Noodzakelijke voorwaarde daarbij is de invoering van buurtservice- en onderhoudsteams over de hele stad. Er Aanpak moet zoveel mogelijk een einde komen aan ergernissen als: zwerfvuil, vuil bij containers, graffiti, wildplassen, kapot De per s o o n s ge r i c hte aanpak straatmeubilair en fietswrakken. De politie gaat werken met vier lijsten, die ten bate van het werk op straat tot één grote lijst worden geïntegreerd. De Het Zuiderpark en de singels leveren naast een aantrekkelijke buitenruimte ook een bijdrage aan de doelstellingen politie monitort nadrukkelijk de voortgang van de persoonsgerichte aanpak. van het Waterplan: waterberging en waterkwaliteit. In deze collegeperiode wordt het Zuiderpark opgeknapt met de hiervoor beschikbaar gestelde middelen. De plannen voor de Boezemsingel/Crooswijksesingel en de A c t iv i t e i t e n : Noordsingel/Bergsingel worden uitgevoerd. Indien er aanvullende middelen worden gevonden, volgt aanpak voor de I De politie participeert actief in de aanpak van personen die voorkomen op de onder regie van de GGD tot stand Spoorsingel, Provenierssingel en de Lange Hilleweg. gekomen lijst van zevenhonderd overlastgevende verslaafden. In 2003 worden ten minste 350 van de zevenhon- Het Waterplan wordt de komende jaren uitgewerkt per deelgebied. Er liggen kansen om de leefomgeving door toevoe- derd meest overlast gevende verslaafden één of meer malen ingebracht bij justitie of bij hulpverlening. ging van water aantrekkelijker te maken in herstructureringsgebieden en knelpunten in het waterhuishoudkundig I De politie houdt doorlopend een lijst bij van honderd veelplegers3 geweld. Op jaarbasis worden vijfhonderd verdach- systeem op te lossen. Voor alle investeringen in de buitenruimte geldt dat een plan realiseerbaar moet zijn. Dat bete- ten die vermeld stonden op die lijst overgedragen aan justitie. kent: er is geld voor aanleg én onderhoud. Plannen waarbij dit niet is geregeld, worden niet uitgevoerd. Uitgangspunt I De politie houdt een lijst bij van criminele illegalen en zal permanent met 25 dossiers actief aan de slag zijn om te bij het uitvoeren van onderhoud is meer recht leggen en minder inrichten om het tempo te versnellen. komen tot uitzetting.

I De politie stuurt in iedere wijk dan wel deelgemeente op de strafrechtelijke aanpak van de 25 meest overlastgeven- de jeugdigen.

D e ze aanpak leidt tot een daling van de (gewelds)criminaliteit en de (dr u g s ge re l at e e r de) ov e rl a s t .

G e w e l d De aanpak van geweld richt zich op maximalisering van de pakkans. Onder geweld wordt in dit verband verstaan: geweld tegen personen, geweld achter de voordeur, straatroof, vuurwapengeweld, vuurwapenbezit en woninginbraken.

A c t iv i t e i t e n : I Politie-interventie bij huiselijk geweld leidt altijd tot aanhouding.

I Iedere maand vindt ten minste één preventieve fouilleringactie plaats in een aangewezen gebied, gericht op het bezit van (vuur)wapens.

I Jaarlijks worden ten minste 5600 verdachten ter zake geweld aangebracht bij het OM. Van deze 5600 hebben ten minste vijfhonderd personen in dat jaar vermeld gestaan op de lijst honderd veelplegers geweld.

I Van de geplande jaarlijks aan te brengen 5600 verdachten ter zake geweld is, gezien de prioriteit die aan jeugd gegeven wordt, 15% jeugd (840 verdachten).

I Elke vuurwapentip en elk geconstateerd vuurwapenbezit leidt tot onderzoek.

De ze aanpak leidt tot minder vuurw apens in omloop en meer g ew eldple gers in de cel.

J e u g d De inzet van de politie richt zich op het terugdringen van overlast dóór de jeugd en een beter perspectief vóór de jeugd. Binnen het thema jeugd worden twee doelgroepen onderscheiden: jongeren onder de leeftijd van 12 jaar en

3 Meervoudige daders.

16 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 17

jongeren in de leeftijd tussen 12 en 18 jaar. De gerichte aanpak van jeugdige veelplegers (onder andere terzake Inzet: geweld) zal op termijn leiden tot een vermindering van het aantal jeugdige recidivisten en meer aandacht voor first- I Op jaarbasis wordt regiobreed maximaal 200.000 uur gereserveerd voor evenementen en daaraan gerelateerde offenders. zaken.

I Overschrijding van het urenbudget en/of inzet bij niet geplande evenementen vindt pas plaats na herprioritering door A c t iv i t e i t e n : het bevoegd gezag. JONGEREN JAAR I Niemand weg zonder overleg; veel aandacht voor first-offenders om herhaling te voorkomen.

I Elke verdachte wordt besproken in het Justitieel Casemanagement Overleg. Re s u l t at e n JONGEREN TUSSEN DE 12 EN 18 JAAR Zoals hiervoor al is aangegeven, is de inzet van politie en OM binnen de thema's geweld, jeugd en drugs en overlast I Niemand weg zonder reactie; veel aandacht voor first-offenders om herhaling te voorkomen. vooral gericht op reductie van dié vormen van criminaliteit die in de veiligheidsindex het meest bepalend zijn. In casu I De politie onderhoudt per wijk een permanente lijst van jeugdige veelplegers. Jaarlijks worden per wijk ten minste de gaat het om straatroof, overvallen, woninginbraak, diefstal uit auto's en om vuurwapens. 25 meest criminele en overlastgevende jongeren strafrechtelijk aangepakt en/of opgenomen in een sluitende aanpak. De politie gaat ervan uit dat de hierna weergegeven inspanningen in de periode 2003-2006 zullen leiden tot een trendbreuk. Het aantal straatroven, overvallen, woninginbraken en diefstallen uit auto's zal in 2006 zijn afgenomen met De ze aanpak leidt tot minder jeugdige veelple gers en jeugdgerelateerde o verlast in de deel- 20%. Het aantal in beslaggenomen vuurwapens zal in 2006 zijn toegenomen met 20%. gemeente/wijk. Hardnekkige jeugdige veelple gers komen in de cel of in een sluitende aanpak van justitie en zor g.

U i t ge d r ukt in aantallen 3 en in per c e n t a ges betekent dit het v o l ge n d e : D r ugs- en ov e rl a s t
Kern van de inzet van de politie op dit thema is overlastgevende verslaafden van de straat en criminele illegalen het P R I O R I T E I T 3 1 - 1 2 - 2 0 0 1 3 1 - 1 2 - 2 0 0 2 3 1 - 1 2 - 2 0 0 3 3 1 - 1 2 - 2 0 0 4 3 1 - 1 2 - 2 0 0 5 Re s u l t a a t ( 0 - m e t i n g ) land uit. De lijst van zevenhonderd meest overlast gevende verslaafden geeft richting aan die inzet.

Diefstal uit auto ** 25.389 27.230 4 24.507 23.146 21.784 - 20% A c t iv i t e i t e n : Woninginbraken ** 10.816 11.460 4 10.314 9.741 9.168 - 20% I In 2003 worden ten minste 350 van de zevenhonderd overlastgevende verslaafden door de politie een of meer malen Straatroof ** 4.098 3.810 4 3.429 3.238 3.048 - 20% aangehouden en ingebracht bij justitie of bij de hulpverlening. Overvallen ** 475 537 4 483 456 430 - 20% I In de daaropvolgende jaren geldt datzelfde ten aanzien van ten minste 150 van het alsdan resterende aantal perso- Inbeslaggenomen vuurwapens 917 1.000 1.100 1.150 1.200 + 20% nen op die lijst. Slachtofferschap gewelds- I Door het gecoördineerd permanent aanpakken van overlastgevenden wordt bij hen druk opgebouwd om zichzelf `vrij- criminaliteit (bron: polmon.) 8,60% 8,80% 7,92% 7,48% 7,04% - 20% willig'te melden in het zorgcircuit. Aangehouden dealers 580 630 700 700 700 + 11% I De politie monitort zelf de afhandeling van aangebrachte PGA-ers. Doorlooptijd jeugddossiers - 49 dagen 35 dagen 30 dagen 30 dagen - 38% I Sluiting van overlastgevende dealpanden en runnerspanden (Alijda aanpak). Ingebracht aantal verdachten I Jaarlijks worden ten minste zevenhonderd dealers aangehouden en ingebracht bij justitie. ter zake geweld bij OM 4.300 5.100 5.600 5.600 5.600 + 9,8% I Jaarlijks worden ten minste zesduizend processen-verbaal opgemaakt ter zake overlastfeiten uit de APV. Ingebracht aantal jeugdige I Illegale criminelen worden uitgezet. verdachten bij OM. 2.670 2.700 3.000 3.250 3.500 + 29,5 %

Reductie lijst 700 overlastgevenden - -350 -225 -150 -150 Ra n d v o o r wa a rd e n
Het optimaliseren van efficiency en effectiviteit binnen de eigen organisatie is een eerste randvoorwaarde om de gefor- De gestructureerde integrale aanpak die in het vijfjaren-actieprogramma tot uitdrukking komt, schept naar het oordeel muleerde ambitieuze doelstellingen te kunnen realiseren. De politie zet daarom in op minder papier en minder bureau- van politie en OM nieuwe kansen. Het benoemen van concrete resultaten houdt ons `scherp', maar wij zullen ook ande- cratie, op het optimaliseren van de informatie-uitwisseling tussen de onderscheiden politieprocessen en op het actief ren `scherp'houden. Een actieve, handhavende politie in het straatbeeld zet daarin de toon; de politie is aansprekend bewaken van de eigen kwaliteit. Dit leidt tot de volgende activiteiten: en aanspreekbaar. I Vanaf 2003 wordt jaarlijks de bekendheid van de buurtagent gemeten.

I In alle districten wordt ten minste tweemaal per jaar aan burgers de gelegenheid gegeven om in een openbare bij- Het kan nog beter . . . eenkomst een oordeel te geven over de politieprestaties in hun wijk. De door het kabinet toegezegde uitbreiding van de politiecapaciteit zal worden toegevoegd aan de beschikbare contin- I In alle districten worden raadsleden jaarlijks in de gelegenheid gesteld om te reageren op het concept jaarplan. genten voor wijkpolitie en opsporing en daarmee leiden tot een hoger toezicht- en handhavingsprofiel. Daarmee kan I Met ingang van 2003 worden de resultaten van de politie actief aan de burgers ter beschikking gesteld via internet. dan vanzelfsprekend meer worden gerealiseerd dan nu is voorzien. I Tussen de processen Directe Hulp Verlening (DHV), Opsporing en Wijkpolitie wordt permanent informatie uitge- wisseld en samengewerkt.

3 Het betreft hier regionale cijfers.

Een tweede randvoorwaarde is dat de capaciteit voor stedelijke evenementen wordt genormeerd en begrensd. Slim en 4 De genoemde aantallen voor 2002 zijn geëxtrapoleerd naar de stand van augustus 2002. Er is hierbij rekening gehouden met ontwikkelingen zoals die in efficiënt is het uitgangspunt. Normering vindt plaats aan de hand van de jaarlijks vast te stellen regionale evenementen- 2000 en 2001 te zien waren in de laatste vier maanden van het jaar. De prognoses zijn gebaseerd op een gelijkblijvende aangiftebereidheid en gaan uit kalender. van verbetering van de randvoorwaarden, zoals geschetst in het vijfjaren-actieprogramma Versterking Veiligheid Rotterdam.

18 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 19

H u i s ve s t i n g 2.2 Huisv e s t i n g C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t De bevolkingssamenstelling in Rotterdam is onevenwichtig. Er is een relatief te grote groep met lagere inkomens, nau- PRIORITEIT 1. Wonen in de binnenstad welijks een middenklasse en een kleine bovenlaag. De midden- en hoge klasse komt niet naar de stad of trekt weg. Huishoudens met midden- en hoge inkomens, met name gezinnen, zijn niet alleen goed voor de economie, ze leveren Verhogen van het bouwtempo: meer nieuwbouwwoningen in het Start bouw gemiddeld 475 woningen per jaar (was 213 per jaar ook een grote bijdrage aan het functioneren van de vitale gemeenschappen die in Rotterdam nu nog te veel een zaak centrum, met name (middel-)duur en groot (85 m2 appartemen- in de periode 1998-2001); vooral (middel-) duur en groot van de te kort schietende overheid alleen zijn. ten en 100 m2 eengezinswoningen)

Wo n i n g en voor midden- en hoge ink o m e n s PRIORITEIT 2. H u i s v esting midden- en hog e r e ink o m e n s Om de Rotterdamse samenleving fundamenteel te verbeteren, moeten er meer mensen met midden- en hoge inko- Verhogen van bouwtempo: meer (middel-)dure woningen Start bouw gemiddeld 3.000 woningen per jaar (was 1.195 in mens in Rotterdam wonen. Er zijn nu weinig aantrekkelijke woningen voor deze doelgroep, en daarom zal de nieuw- 2001 en gemiddeld 2.500 per jaar in de periode 1998-2001); bouw zich de komende collegeperiode daar op richten. Meer variëteit brengen in het woningenaanbod willen wij stimu- vooral (middel-) duur en groot leren door het bouwen van woningen op platte daken (`optoppen') en het ombouwen van bestaande gebouwen. Verder zullen corporaties een deel van hun voorraad te koop aanbieden, waardoor onder andere ook zittende huur- Aanbod vrije bouwkavels I 170 vrije bouwkavels in Nesselande en 100 vrije bouwkavels ders een zogenaamde wooncarrière kunnen gaan maken. op andere locaties in de stad in deze collegeperiode I voorbereiding in deze collegeperiode van uitgifte van 150 vrije E r f p a ch t bouwkavels in Laag-Zestienhoven Het kenmerk van erfpacht is dat de grondwaardestijging niet ten goede komt aan de eigenaar van de woning of het kantoor, maar aan de gemeente. Dit college wil er voor zorgen dat burgers en bedrijven in Rotterdam hun grond in Invoeren collectief opdrachtgeverschap Minimaal 6 pilots in collegeperiode eigendom kunnen verwerven, waardoor Rotterdam voor hen aantrekkelijker wordt. Bestaande erfpachters krijgen zoveel mogelijk gelegenheid hun erfpacht om te zetten in eigendom, te beginnen met woningen en kantoren vanaf 1 Toename verkoop van huurwoningen 13.500 sociale huurwoningen voor verkoop beschikbaar in januari 2003. collegeperiode C e n t r um en Noor d ra n d PRIORITEIT 3. U i t v oering Noor d r and - Laag Zestienhoven en Sc h i e ve e n Met name bouwprojecten in en rond het centrum en in de Noordrand krijgen voorrang. In de Rotterdamse binnenstad wonen weinig mensen, waardoor het er te vaak leeg, onveilig en ongezellig is. Om meer mensen `s avonds op straat Start bouw (middel-) dure woningen in woonwijk Laag 300-600 woningen, start aanleg in 2006 te krijgen, zijn vele duizenden woningen in de binnenstad extra nodig. Helaas kunnen die niet in een paar jaar Zestienhoven gebouwd worden. Des te groter het belang om de nu vrijwel stilgevallen productie weer op gang te krijgen. In de komende periode willen we daarom 475 woningen per jaar in het centrum realiseren (inclusief Kop van Zuid). Start aanleg bedrijventerrein in Schieveen 55-60 ha. netto, start in 2005 op basis van bestemmingsplan en De Noordrand (tussen Overschie en Schiebroek, boven en onder Zestienhoven) is al twintig jaar een belangrijke uit- anticipatie breidingsmogelijkheid van Rotterdam. Vanwege de omvang en de toenemende regelgeving is het tot op heden niet gelukt ook werkelijk te beginnen met bouwen, terwijl al een grote hoeveelheid gemeenschapsgeld in planvorming en Herontwikkeling natuurgebied Schieveen Ca. 300 ha. start in 2005 op basis van bestemmingsplan en grondaankopen is gestoken. anticipatie Om de veranderingen aan de gang te krijgen, willen we twee onderdelen met voorrang aanpakken: Woongebied Laag Zestienhoven, en natuur- en bedrijvenontwikkeling Schieveen. PRIORITEIT 4. S ch e ppen vitale g e m e e n s ch ap p e n

Groeibriljanten in ontwikkeling 10 groeibriljanten in 4 jaar gestart over de hele stad, met een G ro e i b r i l j a n t e n gemeentelijke investering van 25 mln Voor burgers en bedrijven is de kwaliteit van de directe omgeving het belangrijkst. De kwaliteit is er de laatste jaren meestal op achteruit gegaan, en dat is de reden dat veel mensen zich niet echt thuis voelen in de stad. Het is niet hun PRIORITEIT 5. H a n d h a ving bouw- en w o n i n g t o ez i ch t stad, ze kunnen er geen invloed op uitoefenen, er wordt ook niet veel gevraagd, kortom: de menselijke maat ont- breekt. Dit college wil meer vitale gemeenschappen in Rotterdam, gemeenschappen waar een veelkleurige, evenwich- Meer controles bouwtoezicht op veiligheidsgevoelige functies Van 400 naar 1000 controles per jaar tig samengestelde en betrokken bevolking zich sociaal verbindt om de eigen woon- of werkomgeving leefbaar te (horeca, kinderdagverblijven, vuurwerkverkooppplaatsen, scho- maken. len, etc.) De meeste wijken in Rotterdam hebben een verleden waarin de menselijke maat wel aanwezig is geweest. Deze gemeenschappen moeten tot leven worden gewekt. Daarvoor is het niet altijd nodig enorme verbouwingen te doen, Meer controles woningtoezicht op veiligheidsgevoelige functies Van 250 naar 500 controles per jaar maar er moet wel iets gebeuren om de verandering op gang te krijgen. (logementen) en hierbij meer signalen van burgers betrekken Deelgemeenten kunnen in overleg met burgers en bedrijven voorstellen doen voor `groeibriljanten', plekken die (internet) belangrijk zijn voor de beleving van stad en wijk en die economische spin off voor de omgeving kunnen hebben. Plekken waar de ene investering de volgende uitlokt en die de bevolking weer vertrouwen geven. De singelprojecten Meer handhavingzaken bouwtoezicht en het opheffen van de Van 250 naar 500 zaken per jaar (waarvan 250 op thema van het vorige college zijn hier een goed voorbeeld van, maar ook een plek als de kop van de `s Gravendijkwal kan illegale bouwsituaties `veiligheid') een groeibriljant worden. Voor tien groeibriljanten komt in totaal 25 miljoen beschikbaar.

Meer handhavingzaken woningtoezicht en het ontruimen van Van 100 naar 200 zaken per jaar

20 C O L L E G E P R O G R A M M A
illegale logementen 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 21

M o nu m e n t e n
Het monumentenbeleid in Rotterdam (dat zich beperkt tot onroerende zaken) is de afgelopen twaalf jaar ontwikkeld tot een belangrijk onderdeel van het stedelijke beleid. De stad telt maar liefst 1400 objecten en complexen die van cul- tuurhistorische waarde zijn; wij willen deze zo goed mogelijk koesteren. Op 1 november 2001 heeft de gemeenteraad de beleidsnota `Monumenten; bestedingsplan 2001-2004' vastgesteld, inclusief het bestedingsplan voor deze periode. Deze nota is het kader voor het monumentenbeleid van de komende jaren.

B o u we n
Het nu vrijwel stilvallen van de productie wordt deels veroorzaakt door marktontwikkelingen en onduidelijke en groei- ende rijksregelgeving, factoren waar de gemeente niet direct iets aan kan doen. Een deel van de oorzaak ligt echter ook in de enorme hoeveelheid bouwplannen die boven de markt hangt en het gebrek aan slagkracht van het lokale openbaar bestuur (bestuurders en ambtelijke diensten, zowel in de stad als bij deelgemeenten). Rotterdam zal de huidige voorraad plannen van zowel woningen als kantoren tegen het licht houden om vervolgens plannen met de grootste kansen sneller uit te voeren, en duidelijkheid in de markt te verschaffen. Na deze sanering wordt vervolgens het hele productieproces - van eerste idee tot uitvoering en beheer - beter aange- stuurd, waardoor nieuwe wildgroei aan plannen en terugvallen van productie moeten worden voorkomen, en de trans- parantie van de overheid voor samenleving en ontwikkelaars (private partijen en corporaties) verbetert. Omdat het niet de gemeente is die bouwt, maar corporaties, private ontwikkelaars en particuliere opdrachtgevers, zal het college ervoor zorgen dat deelgemeenten en gemeente een meer gepaste terughoudendheid ontwikkelen in het beoordelen van plannen, en de dienstverlening verbeteren om partijen die in deze stad willen bouwen te onder- steunen in hun doel. Corporaties en private partijen krijgen hierdoor meer ruimte om hun eigen plannen te verwezenlij- ken, waar tegenover kan staan dat zij ook werkelijk meer gaan bouwen.

D i e n s t ve rl e n i n g , p a rt i c i p a tie en handha v i n g De loketten van de gemeente op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen etc. worden thematisch ingericht. Er komt bijvoorbeeld een loket voor particulier initiatief, en er zal worden gezorgd voor betere afstemming met loketten binnen de gemeente, van het rijk, corporaties en dergelijke. Er komt met ingang van heden een bouwcoördinator, met onder andere directe lijnen naar het college en bestuurders van deelgemeenten, die voor ontwikkelaars en corporaties onnodige knelpunten in bouwprocessen zal oplossen. Bovendien wordt vaker in een vroeg stadium van gedachten gewisseld met belanghebbende burgers en bedrijven over de verschillende varianten van projecten. Daardoor kan invloed worden uitgeoefend op de beslissing, waarmee ook het begrip ervoor groter wordt en hopelijk de weerstand kleiner. Naar het private belang zal meer worden geluisterd, maar ook het publieke belang moet gezien de toestand in de stad duidelijk mee kunnen wegen. Er komen meer inspecteurs Bouw- en woningtoezicht, om toe te zien op veiligheid, illegaal gebruik en andere ris- kante situaties. Het aantal controles wordt meer dan verdubbeld, en dat geldt ook voor ontruimingen. Belanghebbenden kunnen via internet hun klachten doorgeven.

S a m e n we r king
De problemen en ambities van Rotterdam zijn te groot voor de stad alleen, zeker in relatie tot de beschikbare midde- len. Tegelijkertijd biedt een grote stad als Rotterdam voor regio en land een aantal oplossingen die in kleinere plaatsen niet op hun plaats zijn. Het kan echter niet zo zijn dat de problemen zich in de stad concentreren, zonder dat daar extra middelen voor zijn en zonder dat gemeenten, corporaties etc. in de regio en de rest van het land ook een deel van de problemen voor hun rekening nemen. Daarom zullen rijk, regio en anderen die een bijdrage aan de nationale problematiek willen leveren, worden benaderd om ook elders te zorgen voor delen van de benodigde oplossing. Bijvoorbeeld met meer sociale woningbouw in de regio, en betere regels op het gebied van ruimtelijke ordening, woon- ruimteverdeling en illegaliteit. Het is tijd de daad bij het woord te voegen.

22 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6

Onderwijs en Jeugd 2.3 Onderwijs en J e u g d C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t Onderwijs volgen is niet vrijblijvend. Het brengt verantwoordelijkheden met zich mee voor zowel kinderen als hun ouders, voor docenten en andere medewerkers. Van hen mag worden verwacht dat zij een positieve bijdrage leveren PRIORITEIT 1. O n d e r w i j s k a n s e n aan een school als vitale gemeenschap. Opvoeden is niet gemakkelijk. De overdracht van waarden en normen staat Groei deelname voorschool Toename van 6.000 naar 9.500 (50% van de doelgroep) in 2006 aardig onder druk. We zijn de afgelopen decennia misschien te toegeeflijk geweest en hebben jonge mensen wat wei- nig houvast gegeven in wat wel en wat niet mag in de grote mensenwereld. Dat mogen we onszelf aanrekenen en daar Verminderen taalachterstand van basisschoolleerlingen in Afname 25% in 2006 moeten we lessen uit trekken. Rotterdam is een jonge stad (23% is jonger dan 18 jaar) en vooruitzichten en kansen achterstandsituaties van jongeren zijn bepalend voor de toekomst van de stad. Onderwijs en opvoeding nemen hierbij sleutelposities in. De Rotterdamse leerlingen moeten bovendien beter presteren. De laatste jaren is de achterstand ten opzichte van het Aantal allochtonen op havo/vwo stijgt Toename 4% in 2006 landelijk gemiddelde iets kleiner geworden, maar we zijn er nog niet en volhouden is het motto. De scholen - besturen, schoolleiders en leraren - staan centraal. PRIORITEIT 2. S ch o o l ve r z u i m Van ` a ch t e rs t a n d ' naar ` k a n s e n ' Groei van het aantal scholen dat verzuim meldt In 2006 meldt 100% verzuim (2002: 60-80%) Kinderen die op vierjarige leeftijd hun juf of meester niet kunnen verstaan, beginnen met een forse achterstand. Een van de mogelijkheden om daar iets aan te doen is de voorschool, maar dat is niet genoeg. We moeten meer instru- PRIORITEIT 3. V o o r tijdig sc h o o l ve rl at e n menten inzetten: Groei van het aantal leerlingen met een startkwalificatie Toename tov 2002 I Goede opvang van nieuwkomers - allemaal naar school.

I Goede begeleiding van docenten bij de verbetering van het (taal)onderwijs. PRIORITEIT 4. O n d e r w i j s h u i s ve s t i n g I Goede informatie- en communicatietechnologie op scholen.

I Rode draad van onderwijsachterstandsbeleid naar onderwijskansenbeleid is het taalonderwijs: daar doelgericht en Bouw en/of aanpassing van scholen ter verhoging van de kwa- Realisatie periode 2003 t/m 2006: hard aan werken. liteit I 57 scholen PO Het tweede thema van het onderwijskansenbeleid is het bevorderen van sociale vaardigheden. Kinderen moeten die I 19 scholen speciaal onderwijs ontwikkelen en de school is daar bij uitstek een plaats voor. Funest is dan ook het voortijdig schoolverlaten dat het I 18 scholen VO/VMBO meest voorkomt bij leerlingen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs en bij leerlingen van het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Schoolverzuim is er vaak een voorbode van en het zit heel vaak in de persoonlijke situatie van kin- PRIORITEIT 5. L e ra re n t e ko r t deren. Invoering van een 40-urige leer/werkweek om startkwalificaties voor de arbeidsmarkt te halen is noodzakelijk. Meer instroom van personeel in het onderwijs Werving 450 extra leraren en 450 extra mensen in opleidingen t.b.v. onderwijs sector door gemeente samen met schoolbestu- Acties: ren I Behoorlijk streng zijn - je moet nou eenmaal naar school dat is goed voor je.

I Tegelijk de aantrekkelijkheid van met name het VMBO verhogen door een doorlopende leerweg met het beroepson- PRIORITEIT 6. O p vo e d i n g s o n d e rs t e u n i n g derwijs (ROC's) te realiseren zodat jongeren daarna een beroep hebben geleerd.

Ouders op het consultatiebureau worden gescreend op psychi- Toename van 700 naar 7000 ouders per jaar die gescreend wor- We gaan de volgende accenten leggen in de uitvoering van het beleid: sche problemen den en van 50 naar 500 ouders per jaar die doorverwezen wor- I Ouders met schoolgaande kinderen, die de Nederlandse taal zelf onvoldoende beheersen, krachtiger stimuleren den (2002 tov 2006) taallessen te volgen.

I De Brede School en de ouderparticipatie versterken en meer verbinden met het thema sociale vaardigheden om de Meer basisscholen met cursus NT2 en opvoedingsondersteuning In 2006 is op 50 scholen met een voorschool een aanbod NT2 dialoog over gemeenschappelijke waarden en normen ook binnen de school te voeren.

I Aanpak Onderwijs Kansen Zones uitbreiden naar die deelgemeenten waar de achterstandsproblemen zeer duide- Toename van het aantal scholen (PO en VO) met gerichte 70% vd scholen en 100% vd scholen in onveilige wijken heeft in lijk zijn. training op overdracht van waarden en normen 2006 een programma van gemiddeld 90 minuten per week (alle I Sluitende registratie, strenge handhaving van de leerplicht en verbeterde leerlingenzorg om het voortijdig schoolver- PO-scholen en VO-scholen t/m derde leerjaar) laten terug te dringen: jaarlijks een Dag van de Leerplicht houden.

I Met Justitie en Jeugdreclassering, Jeugdzorg en onderwijsinstellingen werken aan een aanpak voor opvang en PRIORITEIT 7. S p o rt p a rt i c i p at i e begeleiding van leerplichtige jongeren die in aanraking zijn geweest met justitie; doel: hen terug leiden naar het Verhogen bezettingsgraad sporthallen en gymlokalen Toename van 45% naar 50% in de periode 2000-2006 reguliere onderwijs.

I Scholen ondersteunen bij hun streven de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het VMBO te bevorderen. Verhogen van het aantal jeugdleden dat zich aanmeldt voor de Toename 10% in periode 2000-2006 I Speciaal onderwijs voor gehandicapte en zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen krijgt een hogere prioriteit; jeugdsportsubsidie de capaciteit van het onderwijs aan Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK) wordt uitgebreid om te voorkomen dat er kinderen `thuiszitten'. Grotere deelname jongeren aan vrijetijdsactiviteiten Toename 20.000 in de periode 2000-2006

24 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 25

I Onderzoeken of kopklassen mogelijk zijn (een extra jaar na de basisschool voor leerlingen met te grote taalachter- I Bevorderen van extra instroom in de pedagogische academies van leerlingen vanuit het Rotterdamse voortgezet standen voor een goede instroom in het voortgezet onderwijs). onderwijs.

I Stimuleren van extra instroom in het onderwijs van hoger opgeleide allochtonen, vluchtelingen en zij-instromers. O n d e r w i j s h u i s ve s t i n g I Afspraken maken met schoolbesturen over de inzet van personeel dat leraren kan ondersteunen en ontlasten. De Rotterdamse schoolgebouwen staan er niet erg florissant bij en dat moet veranderen. We zullen flink moeten investeren in onderhoud en in een aantal gevallen ook in nieuwbouw. Goede onderwijsvoorzieningen hebben met O p vo e d i n g s o n d e rs t e u n i n g name samen met welzijnsvoorzieningen een centrale plaats in de wijk of de buurt. Zij zijn belangrijk voor de sociale De aanpak in de Rotterdamse voorzieningen voor opvoedingsondersteuning moet gestructureerder en doelgerichter. verbondenheid, het bieden van een (veilige) ruimte voor kinderen, voor buurtactiviteiten en in algemene zin voor het Een duidelijk aanspreekpunt waar een ieder terechtkan en snel wordt geholpen ontbreekt. Er zijn lange wachtlijsten aanzien en de leefbaarheid van de wijk. voor gezinnen met ernstige opvoedingsproblemen. Ook zijn er gezinnen met grote problemen die elke hulp weigeren Het Rijk heeft de noodzaak van extra investeringen in onderwijshuisvesting onderkend, maar hiervoor slechts zeer en niet worden bereikt, omdat dwang niet mogelijk is. beperkte extra middelen uitgetrokken. Daarom moeten we zelf extra inspanningen doen. Voor een deel ligt dit in ver- Wij willen in deze collegeperiode het bereik en de effectiviteit van de opvoedingsondersteuning verbeteren. Vooral de sneld uitvoeren van plannen die op de rol staan, voor een deel in ontbureaucratiseren van processen en voor een deel ouders die de ondersteuning het hardst nodig hebben willen wij het eerst bereiken. door nieuw geld beschikbaar te stellen. Acties zijn: Daarom de volgende acties:

I Een effectief systeem inzetten voor vroegtijdige signalering van ontwikkelingsstoornissen van kinderen in problema- I Zo snel mogelijk uitvoeren van huisvestingsplannen voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het speci- tische opvoedingssituaties. aal onderwijs; prioriteiten liggen bij het VMBO en het speciaal onderwijs. I `Voorkomende Ouders', een werkwijze waarbij ouders met een baby op het consultatiebureau gescreend worden op I Middelen voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen, die de gemeente nu nog op aanvraag beschikbaar stelt, psychische problemen, wordt voor heel de stad ingevoerd. delegeren aan de schoolbesturen (ontbureaucratisering). I Ouderbijdrage verlagen of afschaffen voor de minima om het bereik voor peuterspeelzalen te vergroten.

I Betere dienstverlening van de dienst Stedelijk Onderwijs aan het onderwijs; wegwerken van de zogeheten `pijplijn' I Uitbreiden van het aantal plaatsen bij peuterspeelzalen. van 70 mln. (projecten die wel zijn goedgekeurd door de gemeente, maar nog niet zijn afgerekend of in uitvoering zijn gebracht). Onderwijs en sport I In de periode 2002-2006 wordt 145 miljoen geïnvesteerd in schoolgebouwen. Een gezonde geest in een gezond lichaam is een wijsheid die nog steeds geldt. Deelnemen aan sport- en recreatie- I Voor de langere termijn: een brede accommodatieplanning, waarbij huisvesting van scholen in samenhang wordt activiteiten vergroot de kansen van kinderen op een gelukkiger leven en op een beter functioneren in de maatschappij. gerealiseerd met de huisvesting van andere welzijnsvoorzieningen; betrokken gemeentelijke diensten en de deelge- Waar mogelijk zullen we de activiteiten op het gebied van schoolsport, jeugdvakantieprogramma's en natuur- en meenten werken hierbij nauw samen. milieu-educatie stimuleren. We willen topsporters betrekken bij breedtesport en sportstimulering.

L e ra re n t e ko r t
Leerkrachten zijn geen machines die naar believen kunnen worden geprogrammeerd en leerlingen zijn geen consu- menten, maar mensen die gekend en erkend willen worden. Wij moeten opnieuw oog krijgen voor de kracht van ver- banden die mensen met elkaar aangaan en zichtbaar maken wat mensen aan elkaar hebben en met elkaar kunnen realiseren. Goede en gemotiveerde leraren zijn voor elk kind goud waard, maar helaas kunnen we ze dat goud niet betalen, wat heet, ook hier is de werkvloer zeer ten onrechte de bodem van de salarispiramide. Het tekort is fnuikend voor de onderwijskwaliteit.
De rijksoverheid is eerstverantwoordelijk voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van leraren. Toch willen wij, binnen de mogelijkheden die de gemeente heeft, meer doen om scholen te ondersteunen bij het vinden van voldoen- de leraren.
Van de scholen vragen wij om gegevens te verstrekken over het aantal vacatures, de inzet van onbevoegden, het ziekteverzuim en de problemen bij de vervanging van leraren. Wij willen:

I Een lobby richting het rijk om liefst een aparte CAO voor de vier grote steden af te sluiten, met extra beloning voor onderwijspersoneel.

I Een onorthodoxe campagne om Rotterdam te promoten als interessante stad voor onderwijsgevenden, ook gericht op het aantrekken van leraren die nu nog elders in het land werken.

I Schoolbesturen in staat stellen tot het verlenen van aanvullende secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals Rotterdam Pas, parkeervoorzieningen, tegemoetkoming vervoer e.d.

I Opzetten van een Rotterdamse banenmarkt voor het onderwijs.

26 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 27

2.4 Economische ontwikk e l i n g E c o n o m i s c he Ontwikk e l i n g

C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t Ro t t e r dam - stad van onder n e m e r s Geef creatieve, innovatieve en initiatiefrijke ondernemers weer de ruimte. Bied faciliteiten die daar voor nodig zijn. Dat is de belangrijkste prioriteit voor de economische ontwikkeling van de stad. Als hoofddoelstelling geldt toename van PRIORITEIT 1. D i e n s t ve r lening aan (MKB)onder n e m e r s economische groei en werkgelegenheid die gelijke tred houdt met het landelijk niveau. Realiseren van betere communicatie en vraaggerichte dienstver- Aantal klantcontacten van de Ondernemersbalie groeit van 2100 De overheid kan het niet alleen, maar de particuliere markt kan het evenmin alleen. In samenspraak en samen- lening Ondernemersbalie door elektronisch loket en een vergun- in 2001 naar 3000 in 2006 werking ligt de sleutel voor succes bij de versterking van de economische kwaliteit van Rotterdam. ningenlijn met volgsysteem De Rotterdamse haven heeft nieuwe impulsen nodig. Daarnaast moet de stadseconomie breder, zodat ook in andere kansrijke sectoren nieuwe bedrijvigheid wordt gestimuleerd. Grote uitdaging daarbij is het vinden van ruimte voor die nieuwe bedrijvigheid. Bedrijven vestigen zich in een gebied waar hun werknemers graag willen wonen. In een goed PRIORITEIT 2. Veiligheid in de omgeving van bedrijv e n bereikbare stad dus, waar het schoon, heel en veilig is, waar goede onderwijsvoorzieningen zijn en waar een breed In samenwerking met ondernemers resultaat boeken in het veili- In 2006 zijn er 4 veiligheidsprojecten in winkelstraten en 2 op aanbod is van sport- en recreatievoorzieningen, sportieve en culturele evenementen en een rijk geschakeerd, bloeiend ger maken van de omgeving van bedrijven in winkelstraten en bedrijfsterreinen gerealiseerd cultureel leven. Dus dat moet in orde zijn. Het is mooi als het ons daarbij lukt om hogere inkomensgroepen meer aan op bedrijfsterreinen Rotterdam te binden voor de broodnodige koopkracht. Het streven is ook hogeropgeleiden voor de stad te behouden, die hun diensten kunnen leveren aan een hoogwaardige en vernieuwende kenniseconomie.

PRIORITEIT 3. H e r positionering GHR Onderstaand een uitwerking van de belangrijkste speerpunten in het economisch beleid. Slagvaardiger GHR Overheids NV opgericht in deze collegeperiode Ve r b e t e r en dienstv e r lening MKB en Hav e n Minder bureaucratie, meer transparantie en vraaggericht opereren. Als ondernemers ons laten weten waar de knel- PRIORITEIT 4. D r oge bedrijv e n t e r r e i n e n punten liggen, dan kunnen wij vervolgens proberen die op te lossen. Daarbij moeten we de kloof zien te overbruggen Nieuwe droge bedrijventerreinen aanleggen I Voor 2006 minimaal 200 ha. nieuw droog bedrijventerrein vin- die tussen politiek en midden- en kleinbedrijf ontstaan is. Een directe benadering, zonder bureaucratische rompslomp den in Rotterdam en regio en overbodige administratieve processen: daar gaan we naar toe. Zo krijgen we een toegankelijke gemeente. I Voor 2006 65 ha. nieuw bedrijventerrein in productie Een aantal concrete zaken: (Schieveen/Nesselande) I Een elektronisch loket/servicedesk om de gemeente toegankelijker te maken; dit loket is in 2003 operationeel; in I Voor 2006 22.3 ha. nieuw bedrijventerrein gerealiseerd 2004 willen we een begin maken met een vergunningenvolgsysteem voor ondernemers. (Rotterdam Airport) I Samenwerking met MKB organisaties en intermediairs om te komen tot een effectieve eerste lijnsdienstverlening voor ondernemers.

I Intensivering van acquisitie, relatiebeheer en accountmanagement vanuit OBR. PRIORITEIT 5. Ve ro u d e r de bedrijv e n t e r r e i n e n I Extra investeren in veiligheid; in vier winkelstraten en op twee bedrijventerreinen gaan we in overleg met de onder- Herstructureren en verbeteren bestaande gebieden Voor 2006 75 ha. bestaande bedrijventerrein in productie nemers proefprojecten voor extra veiligheidsvoorzieningen realiseren. (Spaanse Polder, Hordijkerveld, Gadering) I In het verlengde van het kabinetsbeleid op het punt van administratieve lastenverlichting streeft Rotterdam naar ver- eenvoudiging van lokale regelgeving.

PRIORITEIT 6. K l e i n s ch a l i g e stedelijke bedrijvigheid (MKB) De toegevoegde waarde van de Rotterdamse haven moet omhoog. Samen met het bedrijfsleven streeft Rotterdam Aantal ontwikkelingslocaties voor kleinschalige bedrijvigheid in Voor 2006 zijn 10 locaties in ontwikkeling genomen naar een sterkere marktpositie voor de Rotterdamse haven. Dat is nodig want de concurrentie is hevig, zeker op het de stad uitbreiden gebied van containeroverslag. Om de slagkracht van de haven te vergroten wordt het Gemeentelijk Havenbedrijf omgevormd naar een overheids-NV in deze collegeperiode. Het is zaak dat het Rotterdamse Havenbedrijf zich dienstverlenend opstelt en dat slimme, vernieuwende en vitale PRIORITEIT 7. We r k en r e ï n t e gra t i e industrie ruime kansen krijgt. Verdere invulling van het chemisch industrieel complex heeft baat bij een ketenbenade- Hogere uitstroom naar werk: verlagen volume Abw 12.000 uitstroom 2002-2006 ring. Centraal daarbij staat de vraag welke vormen van nieuwe industrie (recycling, milieu) kunnen aansluiten bij het al gevestigde bedrijfsleven.

Verhogen uitstroom vanuit gesubsidieerd werk naar regulier Van 20% in 2002 naar 40% in 2006 Concreet: werk: uitstroom Wiw
I Verzelfstandiging Havenbedrijf in overheids-NV.

I Verbeteren concurrentiepositie in de Rotterdamse haven (Actieplan 2003)

I Uitwerking port community systeem/portinfolink (2006 gereed).

28 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 29

I Stimuleren MKB bedrijvigheid op het snijvlak van stad en haven (meer doen met lading die via de haven binnen Concreet: komt) door gericht accountmanagement van GHR. (Customer Service Desk 2003). I Werk- en studiecontracten afsluiten tussen bedrijven en onderwijsinstellingen op VMBO en MBO niveau.

I Stimulering clusterbenadering industrieel complex en nieuwe industriële vestigingen. I Doorstroming stimuleren van VMBO naar MBO naar HBO.

I Acquireren van minstens één topkennisinstelling voor vestiging in Rotterdam. Ruimte voor de Vitale Stad I Kenniscentra instellen waar we expertise van bedrijven en onderwijsinstellingen samen brengen (voor onder meer Groei is noodzakelijk om als grote stad voldoende economische slagkracht te houden en die liefst te vergroten. Maar, de metalelectro, logistiek, proceschemie, ICT). groei kost ruimte en dat is een schaars goed in Rotterdam. Daarom willen we op korte termijn nieuwe bedrijventerrei- nen ontwikkelen en bestaande terreinen herstructureren en verbeteren. Gerenoveerde én nieuwe hoogwaardige We r k en r e ï n t e gratie bedrijfsterreinen kunnen plaats bieden aan de in Rotterdam gewenste kennisindustrie. Een kansrijk gebied is bijvoor- Op het gebied van werkgelegenheid staat Rotterdam voor een bovenmaatse opgave. Nog steeds staan er te veel beeld de omgeving van Rotterdam Airport, mogelijk met een koppeling naar de Technische Universiteit Delft. Rotterdammers aan de kant (onder meer 40.000 mensen in de bijstand) en hebben werkgevers moeite om hun vaca- tures ingevuld te krijgen: de zogenaamde mismatch op de arbeidsmarkt. Dat heeft nadelige gevolgen voor het proces Concreet: van sociale integratie. Wat we willen:

I Duizend hectare nieuw bedrijventerrein door aanleg Maasvlakte 2.

I Herstructureren oude havengebieden in de stad zoals Lloydkwartier, Vierhavenstrip, Baristerrein. I Een hogere uitstroom vanuit de bijstand naar werk (minimaal 12.000 personen).

I Waalhavengebied in fases ombouwen naar een modern stadshavengebied met hoogwaardig wonen en werken en I Meer doorstroom vanuit gesubsidieerd naar regulier werk (van 20% nu naar 40% in 2006). recreëren. I Categorie moeilijk vervulbare vacatures verkleinen (nu nog 40%).

I Bestaande bedrijventerreinen herstructureren (Spaanse polder, Hordijkereveld, Gadering). I Realiseren van 65 hectare bedrijfsterrein bij de Noordrand (Schieveen) in combinatie met 300 hectare natuurgebied. Verbetering stedelijke ber e i k b a a r h e i d I Realiseren van 223.000 m2 bedrijfsruimte op Rotterdam Airport. Het systeem van verkeer en vervoer is als het bloedvatenstelsel en de bloedsomloop van het stedelijk lichaam: zonder I Scheppen van ruimte voor kleine bedrijven door tien binnenstedelijke locaties te realiseren (in samenspraak met de een goede bereikbaarheid loopt de stad vast. Goede bereikbaarheid is noodzakelijk. En daarom: deelgemeenten, uitvoering voor 2006). I Onderzoek naar doorstroom van de stedelijke verbindingsassen (Pleinweg, Schiekade, Maasboulevard, `s I In samenwerking met de regio 200 hectare nieuw droog bedrijventerrein vinden (voor 2006). Gravendijkwal).

I In het Waterfront-programma goed inspelen op de initiatieven uit de markt en benutten van de verblijfsplekken en I Pleiten voor aanleg A4-noord en verbreden A15 en aanleg A13/16 en A4-zuid. bouwlocaties aan het water. I Realiseren van zogenaamde groene zones in gebieden met veel verkeerslichten ter bevordering van de verkeers- I Parkmanagement standaard invoeren bij herstructurering van bedrijventerreinen en het ontwikkelen van nieuwe doorstroming. bedrijventerreinen; bij bestaande terreinen kan parkmanagement gezamenlijk ontwikkeld worden.

Ve r b r eden en v e rs t e r k e n
Naast aandacht voor de haven en bedrijvigheid die daar mee te maken heeft, wil Rotterdam ook in andere sectoren bestaande bedrijvigheid versterken en nieuwe bedrijven aantrekken via stimuleringsbeleid. Voor versterking en nieuwe bedrijvigheid is de focus gericht op de zakelijke dienstverlening, toerisme, ICT/AV/nieuwe media, en de medische- en zorgsector.

Concreet:

I Rotterdam uitbouwen tot vrijetijdsstad, aantrekkelijk voor toerisme; versterken van de marketing hiervan.

I Stimuleren van ICT-bedrijvigheid in stad en haven (realisatie twee pilots infrastructuur glasvezel).

I Imagoverbetering van Rotterdam als ondernemers- en woonstad.

I Stimuleren bedrijvigheid in de audio-visuele sector en nieuwe media.

I Stimuleren bedrijvigheid in medische en zorgsector (o.a. life science incubator).

K e n n i s e c o n o m i e
Gekwalificeerde werknemers zijn in groeiende mate nodig in Rotterdam. Steeds meer is het voor bedrijven een kriti- sche succesfactor of zij goed opgeleid personeel kunnen aantrekken en behouden. Ook de Rotterdamse economie wordt hoe langer hoe meer een kennisintensieve economie. Rotterdam wil graag meer studenten binnen haar grenzen die de stad vervolgens blijvend aan zich weet te binden. Ook zijn nieuwe kennisinstellingen bijzonder welkom. De (allochtone) beroepsbevolking moet meer kansen krijgen haar opleiding op peil te brengen en het streven is om het aantal succesvol afgestudeerden op VMBO- niveau te vergroten. De aansluiting tussen de vraag vanuit het bedrijfs- leven en het aanbod aan specifiek opgeleiden moet beter.

30 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 31

I n bu r gering 2.5 Inb u r g e re n C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t Waarom woon je in Rotterdam? Wat verwacht je van de stad? Welke rol speel je daar zelf in? Vragen waarop de ant- woorden veel kunnen zeggen over de mate waarin mensen ingeburgerd raken in onze stad. We zijn de afgelopen tien, twintig jaar iets kwijtgeraakt wat we moeten zien terug te vinden: de binding in de samenle- PRIORITEIT 1. D e l t a plan inb u r g e r i n g : n i e u w ko m e r s ving. Het herstel daarvan loopt als een rode draad door ons programma. Groei van de deelname aan inburgeringscursussen Deelname van 83% in 2001 naar 95% in 2006 D e l t a plan Inb u r g e r i n g Terugdringen van uitval onderwijstraject inburgering Uitval van 31% in 2001 naar 15% in 2006 Het vermogen van bewoners en organisaties om immigratie in Rotterdam goed op te vangen staat onder druk. Een van de manieren om die druk te verlichten is het vernieuwen en organiseren van goede en effectieve inburgeringscur- Groei uitstroom nieuwkomers naar werk dan wel doorstroom Uitstroom/doorstroom van 45% in 2001 naar 100% in 2006 sussen voor nieuwkomers en oudkomers. naar (beroepsgerichte) vervolgopleiding of een zorgtraject Rotterdam telt ongeveer 60.000 oudkomers die we met voorrang voor deze cursussen benaderen: ± 20.000 werkzoe- kenden en ± 40.000 ouders/opvoeders van schoolgaande kinderen. Betere beheersing Nederlandse taal nieuwkomers In 2006 is voor 40% van de uitstroom de taalvaardigheid 2 niveau's hoger dan bij de startsituatie (in 2001 was dat 14%) Inburgering is maatwerk en maakt deel uit van integratiebeleid gericht op burgerschap en sociale verbondenheid. Het gaat om: PRIORITEIT 2. D e l t a plan inb u r g e r i n g : o p v ang leer p l i ch t i g e nieuwk o m e r s I Bestrijden van de achterstand van etnische minderheden op met name het terrein van taalonderwijs, kennis van de Nederlandse Grondwet, wetten, werk en onderwijs. Meer leerplichtige nieuwkomers in basis onderwijs (4-12) worden Van 60% in 2002 naar 80% in 2006 I Stimuleren van de participatie op allerlei terreinen ook door vrijwilligerswerk. geplaatst in speciale programma's
I Er voor zorgen dat onze organisaties adequaat met culturele diversiteit weten om te gaan.

I Stimuleren van ontmoeting tussen verschillende bevolkingsgroepen. Leerplichtige nieuwkomers in voortgezet onderwijs (12-16) Stabilisering op 95% I De afsluiting van een goed inburgeringstraject door een ceremonie, georganiseerd door de overheid. worden geplaatst in Internationale Schakelklassen

Wij vragen aan de `nieuwe'Nederlanders een bijdrage te leveren aan de binding met de stad. Ze moeten zich verbon- PRIORITEIT 3. D e l t a plan inb u r g e r i n g : o u d ko m e r s den kunnen voelen met medebewoners van de eigen straat of buurt. Ook als die een andere culturele of etnische Groter aanbod cursusplaatsen oudkomers 5600 per jaar (1/3 werkzoekend, 2/3 opvoeders), vanaf 2003 achtergrond hebben.

PRIORITEIT 4. G e d r a g s k a pitaal bij nieuw- en oudk o m e r s Met het Deltaplan willen wij voorwaarden scheppen voor immigranten om op volwaardige en waardevolle wijze in onze samenleving te participeren, op sociaal, economisch en cultureel vlak. Toename van inburgeringscursussen met gerichte vorming op 100% van inburgeringscursussen In onze ogen omvat inburgering de wettelijk verplichte cursus voor volwassen nieuwkomers, de opvang van leerplichti- waarden en normen ge nieuwkomers en de regeling voor oudkomers. Melden is meedoen! Dus:

I Een pleidooi bij het Rijk voor verruiming van de inkoopmogelijkheden van opleiding en begeleiding. PRIORITEIT 5. Mensen maken de stad - Opzoomer mee I Nauwere samenwerking met migrantenorganisaties voor het bereik van oudkomers. Groei van het aantal straten dat deelneemt aan Opzoomer mee 1600 straten in 2006, zoveel mogelijk straten in onveilige wijken I Terugdringen van de uitval tot 15% door maatwerk bij de omvang van het leertraject, combineren van leren en wer- (2002: 900) ken en/of maatschappelijke activiteiten en door extra kinderopvang.

I Met oudkomers zelf een leercontract afsluiten. PRIORITEIT 6. Mensen maken de stad - Stadsetiquette I Positieve (feestelijke diploma-uitreiking) maar ook negatieve (boetes) prikkels geven.

I Deelnemers die verzuimen en opnieuw willen beginnen: achter aansluiten in de rij. Toename van het aantal straten dat naast Opzoomer mee ook 250 straten in 2006, zoveel mogelijk straten in onveilige wijken I Bij het Rijk bepleiten dat de WIN- en WEB-middelen gebruikt mogen worden voor de rechtstreekse inkoop van kin- deelneemt aan Stadsetiquette (2002: 0) der- of gastouderopvang.

I Frequenter en duidelijker communiceren met alle betrokkenen. PRIORITEIT 7. Mensen maken de stad - samenw e r king b u r g e r s en overheid I Najaar 2002 zal er een plan van aanpak aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Toename van het aantal straten waar duurzame afspraken 150 straten in 2006, zoveel mogelijk straten in onveilige wijken omtrent taakverdeling m.b.t. de zorg voor eigen omgeving zijn (2002: 0) Mensen maken de stad gemaakt met overheid (sociaal contract) Integratie is als het ritsen op de snelweg: het moet van twee kanten goed gaan; het betekent de ene keer invoegen, met respect en met kennis van de regels (inburgering) en de andere keer op tijd even inschikken (accepteren). Als er PRIORITEIT 8. Mensen maken de stad - w a a r den en normen door maa t s ch ap p e l i j k e org a n i s at i e s een te massale instroom is, stokt het proces van invoegen en accepteren. De hele snelweg staat dan stil. Het samen leven in de stad werkt niet meer. Het knelt. Het zijn bewoners zelf die de smeerolie van de sociale verbondenheid zijn. Toename van het aantal (kader)medewerkers van maatschappe- In 2006 is door 70% van de (kader-) medewerkers van maat- Wij willen bewoners daarin ondersteunen door: lijke organisaties dat een programma heeft doorlopen om centra- schappelijke organisaties zo'n programma doorlopen (2002:0) le waarden en normen uit te dragen en te bevorderen

32 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 33

I Een doorlopende dialoog te organiseren.

I Niet van de burger te vragen om te begrijpen wat ons bezighoudt, maar het gesprek laten gaan over wat de burgers bezighoudt; hun straat is het agendapunt!

I Duidelijk te maken wat we van de burgers zelf verwachten en waarop we hen willen aanspreken, om te beginnen met respect voor elkaar.

I De straat als invalshoek te kiezen maar ook maatschappelijke organisaties daarin te betrekken.

Ook org a n i s a ties maken de stad
Duurzaam werken aan het meeveranderen van instituten in de stad is een doorslaggevende bijdrage aan de sociale samenhang en binding met de stad. Dat proces van verandering heeft sturing nodig en is voor instellingen bepaald niet vrijblijvend. Daarom:

I Moeten we streven naar een hogere graad van `diversity'van alle gemeentelijke organisaties en door de gemeente gesubsidieerde instellingen.

I Produceren wij een programma-op-maat voor alle maatschappelijke organisaties die daarmee de dialoog over `samen leven' in eigen kring systematisch en effectief kunnen organiseren.

Naar een leefbare str a a t en stad Hoe versterken we de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de stad? De inrichting van buurten, woningen en open- bare ruimte is heel bepalend voor de leefbaarheid van een gebied. Daarbij spelen beheers- en onderhoudskwesties een rol, maar ook de manier waarop bewoners met elkaar in respect weten samen te leven: de gezamenlijke waarden en normen van mensen in de straat.
Per wijk moeten - mogelijk in samenhang met de wijkveiligheidsplannen - analyses en plannen van aanpak ontwikkeld worden. Maar er is méér nodig. Om mensen gezamenlijk verantwoordelijkheid te laten nemen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:

I Ze moeten het met elkaar eens zijn over het doel: wat willen ze.

I Ze moeten het met elkaar eens zijn over hoe ze daar willen komen.

I Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat iedereen zijn afgesproken aandeel levert.

Uit deze kritische succesvoorwaarden volgt ook dat de eigen straat het niveau is waarop mensen bereid zijn verant- woordelijkheid te nemen (in het openbare gebied) en waarover ze dus bereid zijn afspraken te maken met elkaar en met de overheid.
Hier ligt de grootste uitdaging en de grote kans voor Rotterdam in de komende jaren. Alle beschikbare middelen en methoden voor de stimulering van sociale participatie en cohesie, zoals Opzoomeren en Stadsetiquette, willen we op een veel grotere schaal inzetten - met ondersteuning van diensten en instellingen - dan nu het geval is. De problemen en thema's die daarbij naar boven komen als belangrijk voor het dagelijks leven van burgers, gaan veel meer dan voorheen de politieke agenda van de stad en de deelgemeenten mede bepalen.

C u l t u u r
Naast professionele kunst en cultuur in het centrum gaan we meer aandacht schenken aan cultuuraanbod in de wij- ken. Een aantal wijkgebouwen moet worden ontwikkeld tot lokale cultuurcentra om de kwaliteit van de voorstellingen etc. in de wijken te verbeteren. Masterclasses (`clinics' zoals in de sportsector gebruikelijk) moeten meehelpen de drempels te verlagen.
Uiteindelijk zouden de Lokale Cultuurcentra (LCC's) concentratiepunten in de wijken moeten worden, waar een zeer divers aanbod van culturele activiteiten in de breedste zin een plaats krijgt. Daarbij staat voorop de cultuur die de bewoners van de wijk vragen en de cohesie die door de activiteiten kan worden bevorderd. We gaan door met plannen uitvoeren die inspelen op de vraag die er naar kunst- en cultuurproducten is. Dat doen we door een zogenoemd wisselend intendantschap in te stellen en een nauwere samenwerking in de kunst- sector te bevorderen, gericht op een efficiënt en slagvaardig uitvoeren van subsidiëring, stimulering, publiekswerving, marketing etc.

34 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6

U i t vo e r i n g U i t vo e r i n g

C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t C o l l e g e d o e l s t e l l i n g Re s u l t a a t

PRIORITEIT 1. Minder en betere reg e l g ev i n g PRIORITEIT 9. Verhouding dir e c t / i n d i r ect per s o n e e l

Terugbrengen omvang en verbeteren totale Rotterdamse regel- Instelling van een Rotterdamse Regelgevingskamer Meer ambtelijke capaciteit vrijmaken voor de uitvoering Gemaximaliseerde inzet van het ambtelijk apparaat voor de uit- gevingbestand. voering, waarbij 80% beschikbaar voor de uitvoering richtsnoer is. Afwijkingen van deze norm voor afzonderlijke diensten per PRIORITEIT 2. geval bezien. K l a ch t e n b e l e i d

Verbetering klachtbehandeling door verbeterde intake en afhan- Minstens 90% van de klachten wordt binnen 4 weken afgehan- PRIORITEIT 10. T e ru g d r i n g en uitk e r i n g s f ra u d e deling van klachten met gebruik van ICT deld Witte fraude 6080 per jaar

PRIORITEIT 3. Vo o rj a a rs n o t a Zwarte fraude 420 per jaar Vaststelling van de politieke en budgettaire kaders door de Een Voorjaarsnota die na vaststelling door de gemeenteraad de gemeenteraad voorafgaand aan het opstellen van de begroting kaders aangeeft voor de begrotingsvoorbereiding en het uit te voeren gemeentelijke beleid PRIORITEIT 11 V e r lening en handhaving milieuv e rg u n n i n ge n

Meer vergunningen/meldingen Van 650 naar 770 per jaar PRIORITEIT 4. C o n t ro l o r g a n i s at i e

Verbetering van de controlorganisatie binnen de gemeentelijke Een effectieve controlorganisatie binnen alle takken van dienst in Meer controles milieuvergunningen Van 5900 naar 7700 per jaar organisatie 2006 waarbij de invulling van de control is afgestemd op de aard van de organisatie Meer handhavingsacties (dwangsommen/processen) Van 77 naar 86 per jaar

PRIORITEIT 5. B e d r i j f s vo e r i n g s m e d e d e l i n g

Beheersing van de operationele en bedrijfsmatige risico's door Alle takken van dienst kunnen in 2006 een bedrijfsvoeringsme- het gemeentelijke apparaat dedeling afleggen

PRIORITEIT 6. Re s u l t a at ge r i c hte audits

Verbetering van de resultaatgerichtheid en de doelmatigheid van Een resultaatgerichte audit toetst de uitvoering van beleid door de takken van dienst de takken van dienst. In 2006 zijn alle diensten getoetst.

PRIORITEIT 7. F u n c t i o n e r en en beoor d e l e n

Professioneel en kwalitatief hoogwaardig ambtelijk topkader Management Developmentbeleid dat aansluit op het uitvoering geven aan de collegeprioriteiten

PRIORITEIT 8. Z i e k t e ve r z u i m

Reduceren van ziekteverzuim I Daling van het ziekteverzuim ten opzichte van 2001 van 15%

I Reintegratiemanagement is praktijk binnen alle organisatie- onderdelen

36 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 37

3 De org a n i s a tie van de uitv o e r i n g S t a d s r e g i o `Alles richten op resultaat', dat is ons devies voor de komende jaren. De opgaven van de stad en de Rotterdammers Rotterdam maakt deel uit van de Stadsregio Rotterdam. Deze regionale samenwerking is en blijft ook de komende zijn duidelijk. In de vijf prioriteiten hebben wij onze keuzes bepaald. collegeperiode van groot belang voor Rotterdam, gelet op de bevoegdheden van de Stadsregio in het kader van bij- Het gaat er nu om de komende vier jaar de afgesproken doelstellingen te realiseren. In onze manier van werken laten voorbeeld woningbouw en verkeer en vervoer. wij zien dat het niet bij woorden blijft. Wij willen resultaat boeken samen met de stad, verantwoording afleggen over Gezien de grote budgetten en belangrijke bevoegdheden van de Stadsregio vinden wij eigenlijk dat het regionale onze prestaties. De gemeentelijke organisatie zetten wij hier maximaal op in. bestuur direct gekozen zou moeten zijn. Door de huidige wetgeving kan dat echter niet. Daarom willen wij op een andere wijze de democratische legitimatie van het regionaal bestuur verbeteren door het organiseren van een betere, 3 . 1 . Re s u l t a a t boeken samen met de stad meer openbare, verantwoording vanuit de stadsregioraad naar de Rotterdamse gemeenteraad. Wij willen de opgaven van de stad aanpakken, problemen oplossen, kansen benutten. Wij kunnen dat niet alleen: Dat kan onder andere door in raads- en/of commissievergaderingen een expliciete terugkoppeling te laten plaatsvin- bewoners en bedrijven hebben daar ook hun eigen verantwoordelijkheid in. Participatie van bewoners veronderstelt den door de lokale vertegenwoordigers in het regiobestuur. Richting burgers wordt het meer dan tijd dat de Stadsregio binding met de stad. Die binding willen wij herstellen en versterken. Dat doen we door de stad duidelijk te maken, dat - veel actiever dan nu het geval is - de burger betrekt bij en informeert over haar activiteiten. wij die zaken aanpakken waar de stad om vraagt. Dat doen we ook door het programma: `Mensen maken de stad'. Betrokkenheid van bewoners en bedrijven valt of staat met communicatie. Wij gaan de wijken in, zoals we heb- 3 . 3 . Re s u l t a at ge r i c ht w e r k e n ben beloofd. Niet hap snap, maar planmatig en doorlopend. Niet met loze beloften, maar met concrete afspraken na In alle onderdelen van ons programma laten wij zien welke resultaten wij de komende jaren gaan realiseren. Die resul- elk bezoek. We leggen de afspraken schriftelijk vast, zetten het uit in de ambtelijke organisatie en rapporteren over de taten zijn meetbaar en controleerbaar en zijn de basis voor onze afspraken met deelgemeenten, met bewoners, bedrij- voortgang. ven en maatschappelijke instellingen. Zij vormen ook ons boodschappenlijstje voor de gemeentelijke diensten. Met de De resultaten van onze aanpak moeten voor iedereen zichtbaar zijn. Resultaten op één van de vijf prioriteitsgebieden directeuren zullen wij managementcontracten afsluiten over hun bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen. zijn op onze internetsite te lezen. Wekelijks vertellen we in de media welke besluiten in het college zijn genomen en Op die beleidsterreinen en in die gebieden, waar de problematiek daarom vraagt, zetten wij extra capaciteit in om het waarom. Maandelijks informeren we de burgers via onze bladen. Elk kwartaal presenteren we de uitkomsten van opi- realiseren van onze doelstellingen zeker te stellen. Soms gaat het daarbij om extra uitvoeringscapaciteit (schoonhou- nieonderzoek en één maal per jaar publiceren we de resultaten en vragen we alle burgers daarover een oordeel te den van de stad, toezicht en handhaven), soms om versterking van regie en coördinatie. geven.
Wij zullen burgers en organisaties oproepen om mee te helpen onze doelen te bereiken. Wij zetten in op coproductie Wi j k a a n p a k van beleid, stellen een Dag van de Dialoog in om een impuls te geven aan de ontmoeting tussen Rotterdammers en In de meest onveilige wijken zetten wij daarom `mariniers'in. Die gaan ervoor zorgen, dat alle betrokken diensten, initiëren op het internet een debatomgeving onder de naam STADSDEBAT, waar burgers en ondernemers op stellin- politie, justitie en andere instanties optimaal samenwerken bij het aanpakken van de onveiligheid. Deze mariniers zijn gen van de overheid en maatschappelijke organisaties kunnen reageren. onze verbindingsofficieren met de wijken. Wij beëindigen de coördinatieaanpak via de wijkaanpakbureaus. Met deel- Binding met de stad heeft ook te maken met trots zijn op de stad. Trots is mede afhankelijk van het imago van de gemeenten en diensten maken wij afspraken, waarbij een focus op kerntaken het uitgangspunt is. Dat is ons inziens stad. Dat verdient beter. Wij starten een campagne om het imago van de stad te verbeteren. de beste garantie voor het bereiken van de beoogde resultaten in de verschillende wijken. De sociaal-maatschappelijke diensten zullen zich meer gaan richten op sociale integratie in de wijken. Daartoe stellen 3 . 2 . Re s u l t a a t en bestuur l i j k e par t n e rs : d e e l g emeenten en Stadsre g i o wij een projectleider Sociale Integratie aan. De stad heeft geen boodschap aan complexe bestuurlijke verhoudingen. Burgers en bedrijven spreken de overheid aan op de uitvoering van haar taken. Dit alleen al verplicht tot een gezamenlijk optrekken van deelgemeenten en cen- H a n d h av i n g traal bestuur bij het realiseren van beleidsdoelen. Het `lik op stuk'-beleid gaan we versterken door uitbreiding van het contingent `op straat' werkzame ambtenaren met een bijzondere opsporingsbevoegdheid. Situaties waarin de burger misgrijpt omdat het de toezichthouders ontbreekt D e e l ge m e e n t e n aan noodzakelijke bevoegdheden of communicatiemogelijkheden zijn, wat de lokale mogelijkheden betreft, eind 2003 Wij stellen in deze collegeperiode de bevoegdhedenverdeling tussen college en deelgemeenten niet ter discussie. Wel verleden tijd. versterken wij onze gezamenlijke doorzettingsmacht, ons vermogen om problemen op te lossen en ook in complexe Het maximaal fiscaliseren of bestuurlijk beboeten van de overtredingen van gemeentelijke voorschriften benutten we situaties resultaat te boeken. Daartoe hebben wij ons partnerschap met de deelgemeenten opnieuw gedefinieerd en voor een effectievere handhaving. Het leidt bovendien tot nieuwe inkomsten, die we bestemmen voor handhaving. De hebben wij met de deelgemeentevoorzitters afspraken gemaakt over de wijze waarop wij samenwerken. betrokken diensten werken daartoe voor 1 juni 2003 voorstellen uit. Het feit dat gemeentebestuur en deelgemeenten gebruik maken van dezelfde uitvoeringsorganisatie van gemeente- lijke diensten beschouwen wij als een voordeel. Reg e l g ev i n g De eisen voor die diensten scherpen wij wel aan. Net zoals wij als college een contract met de managers van de Een ander aspect van onze vastberadenheid resultaat te boeken is het uit de weg ruimen van belemmeringen op het gemeentelijke diensten aangaan, adviseren wij deelgemeenten dat ook te doen. In dit geval geen managementcon- vlak van regelgeving. Daar waar wij bij het aanpakken van de onveiligheid nieuwe bevoegdheden nodig hebben, zul- tract, maar een leveringscontract. Diensten en producten, te bereiken resultaten, kostprijs en overige leveringscondi- len wij de grenzen van bestaande wetgeving verkennen. Ook onze eigen verordeningsbevoegdheid zetten wij in. ties moeten daarin vastgelegd worden. Dat vergt inzichtelijke offertes van de diensten, duidelijke opdrachten van de Verder gaan wij samen met justitie en politie bij het kabinet aandringen op het creëren van nieuwe mogelijkheden. De deelgemeenten, levering conform opdracht en correcte facturering. regels die er zijn willen wij ook daadwerkelijk handhaven. Als gemeentelijke diensten hier niet toe in staat zijn, willen wij het voor deelgemeentebesturen mogelijk maken met Zo zullen we bijvoorbeeld de milieuwet- en regelgeving (waaronder externe veiligheid) vereenvoudigen en waar dat andere leveranciers zaken te doen. Dit model van `preferente winkelnering' zullen wij samen met gemeentelijke dien- niet kan, is een goed hanteerbare en servicegerichte Rotterdamse uitvoeringspraktijk geboden. sten en deelgemeenten verder uitwerken. Er worden alleen bij hoge uitzondering nieuwe verordeningen vastgesteld. Nieuwe regelgeving vervalt voortaan

38 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 39

na verloop van tijd automatisch, behalve als uit evaluatie de noodzaak tot verlenging blijkt. Verwante regelingen wor- B u r g e rj a a r ve rs l a g den geïntegreerd, waarbij er zoveel mogelijk uniforme procedures en werkwijzen komen. In het burgerjaarverslag doet de burgemeester aan de Raad verslag over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstver- Per 1 januari 2003 komt er een Rotterdamse Regelgevingskamer, die de coördinatie en harmonisatie van de gemeen- lening. telijke regelgeving op hoofdlijnen aanstuurt. Het project `Rommeldam Revisited', gericht op het dereguleren, actualise- Het verslag over 2002 gaat vooral in op de klachtbehandeling en de servicenormen. In de daaropvolgende jaren zijn ren en integreren van het Rotterdamse regelgevingsbestand, wordt eind 2002 afgerond. De diensten en bedrijven heb- de elektronische dienstverlening en de instrumenten van burgerparticipatie, zoals het burgerinitiatief, actief openbaar- ben de door hen beheerde regelgeving in het voorjaar van 2003 geactualiseerd. makingsbeleid, interactief beleid en inspraakprocedures centrale thema's. De Rotterdamse regelgeving is straks via internet voor elke Rotterdammer toegankelijk. De meest geraadpleegde ver- ordeningen zullen in het voorjaar van 2003 op internet staan. Eind 2003 geldt dit voor alle regelingen. 3.5 R e s u l t a a t en org a n i s at i e De gemeentelijke organisatie en werkwijzen wordt ingevuld langs de volgende lijnen: Fr a u d eb e s t r i j d i n g Leiderschap van het ambtelijk topmanagement - managementcontracten - beoordeling op resultaat. Het management Wij hechten belang aan prominente aandacht voor preventie en bestrijding van uitkeringsfraude. Onvoldoende hand- zal deze lijn doorzetten binnen de organisatie. having is een aantasting van de geloofwaardigheid en het moreel gezag van de overheid. Bovendien is handhaven Een gezonde organisatie: wij hebben alle beschikbare capaciteit voor de uitvoering nodig. Wij willen het ziekteverzuim een onmisbare pijler onder het draagvlak van ons sociale zekerheidsstelsel. Fraude mag niet lonen. We hebben in in de gemeentelijke organisatie terugdringen met 15% ten opzichte van het percentage over 2001. Verder gaan wij de Rotterdam een brede aanpak met enkele unieke experimenten. Bijvoorbeeld: gemeentelijke diensten doorlichten op hun uitvoerings- en resultaatgerichtheid. Daarbij hanteren wij een gemiddelde I Toeleiding naar het werk van witte fraudeurs door een reïntegratiebedrijf. norm van 80% direct personeel en 20% indirect personeel. I Het schaduwen van mensen die zodanig ongeïnteresseerd reageren op financiële maatregelen dat verwacht kan worden dat ze illegale inkomsten hebben. Langs deze lijnen werken wij aan een organisatie die past bij de stad. Dat raakt onder meer de volgende thema's: We willen doorgaan met deze aanpak.
I Kwaliteit van de dienstverlening en interne organisatie: wij verlangen van elke dienst aantoonbare aandacht voor kwaliteit en het invoeren van het systematisch toepassen van een kwaliteitsmanagementsysteem. 3.4 R e s u l t a a t en v e ra n t wo o rd i n g I Samenstelling van het personeelsbestand: Rotterdam wordt beter bediend wanneer gemeentelijke medewerkers en In ons programma staan de resultaten voor de stad in deze raadsperiode. Resultaten en verantwoording staan ook bewoners elkaar kennen en herkennen. Daarom is diversiteit in de samenstelling van het personeelsbestand een centraal in de nieuwe opzet van de begroting die wij de gemeenteraad aanbieden. must. Het versterken van die diversiteit blijft een speerpunt van ons personeelsbeleid. In de nieuwe programmabegroting is de koppeling van geld aan prioriteiten en te bereiken resultaten het uitgangspunt. I Medewerkers van de gemeente: het werknemersschap bij de gemeente Rotterdam is een bewuste keuze. Werken Jaarlijks leggen wij in de gemeenterekening, die een vergelijkbare opzet krijgt, verantwoording af over de bereikte voor de gemeente Rotterdam is een keuze voor dienstverlening, integriteit en dienstbaarheid aan het openbaar resultaten. Deze opzet zal voor het eerst in het voorjaar van 2004 volledig tot z'n recht komen bij de verantwoording bestuur. Wij zullen in dit verband de ambtseed in gaan voeren. over de eerste begroting van ons college over 2003. I Nieuwe medewerkers komen in een gerichte training op een manier die we ook kennen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het zogenaamde `diplomatenklasje'. B e re i k b a a r h e i d
I Structuur van de gemeentelijke organisatie: diensten concentreren zich op uitvoering van hun kerntaken. Voor de Behalve tegenover de gemeenteraad verantwoorden wij ons ook direct tegenover de stad. gemeente als geheel willen wij in deze periode nagaan of de organisatiestructuur verbetering behoeft in relatie tot Dat gebeurt in de vorm van regelmatige berichtgeving over bereikte resultaten, maar ook door verbetering van de de opgaven van de stad. bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie en door meer inzichtelijke werkwijzen. I Bedrijfsvoering en de verdere verbetering daarvan blijft een prioriteit. Daartoe krijgen diensten taakstellingen, maar Burgers en ondernemers moeten snel en doeltreffend hun weg kunnen vinden binnen de gemeentelijke organisatie, ook investeren wij verder in de versterking van de financiële functie van de diensten en in een beter risicomanage- zowel via telefoon, post, balie als internet. Dit organiseren we in nauwe samenwerking met de deelgemeenten. ment op het niveau van de gemeente als geheel. In september 2002 wordt begonnen met het opzetten van vergunningendatabanken. Daardoor kunnen op basis van I De nieuwe inrichting van de planning- en controlcyclus waarin voor een Voorjaarsnota een belangrijke rol is wegge- reeds bekende gegevens nieuwe aanvragen sneller en efficiënter worden afgedaan. Tegelijkertijd wordt een centrale legd, versterkt de politieke sturing op de producten van de ambtelijke organisatie. Beter risicomanagement komt tot bevoegdhedendatabank opgezet waarin alle delegatie-, mandaat-, volmachtbesluiten worden opgenomen. uitdrukking in de nieuwe bedrijfsvoeringsverklaring, het auditinstrumentarium en meer control op ICT-projecten. Voorstellen om de afdoening van bezwaarschriften te versnellen gaan nog dit najaar naar de raad.

S e r vice en klac h t e n
De bestaande servicenormen en klachtbehandelingsprocedures zal het college stringent handhaven. Het resultaat moet zijn dat eind 2003 minstens 90% van de klachten en publieksbrieven gericht aan diensten en het college binnen vier weken afgehandeld wordt. De burger zal dan bij elke dienst met zijn vragen of klacht terechtkunnen via een cen- traal telefoonnummer en een elektronisch postadres. De gemeentelijke servicenormen geven aan op welke kwaliteit van dienstverlening de burger mag rekenen. Het gaat daarbij om zaken als maximale wacht- en levertijden, telefonische bereikbaarheid, taalgebruik, actieve voorlichting. Deze normen zullen nadrukkelijker aan de burgers bekendgemaakt worden. Uiterlijk 1 juli 2003 zullen alle diensten kunnen worden aangesproken op hun servicenormen. De diensten rapporteren jaarlijks hoe zij relevante bevolkingsgroepen betrekken bij het verder verbeteren van de dienstverlening.

40 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 41

4 Financieel kader college p r ogr a m m a Financiële impuls colle ge pr ogr amma 1 0 0 0 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 e e n m a l i g Totaal periode 2 0 0 3 / 2 0 0 6 4.1 Een financiële impuls
De uitvoering van ons collegeprogramma krijgt vooral gestalte door een gerichte(re) inzet van de bestaande mensen Ve i l i g h e i d en middelen. Het accent op de uitvoering voor alle gemeentelijke diensten is een cruciaal element van onze aanpak. Wijkveiligheid en hot spots 7000 14500 5500 3500 De vorige paragraaf is daar uitgebreid op ingegaan. Daar bovenop wordt een financiële impuls gegeven aan de vijf OV veiligheid conducteurs 3000 3800 3800 3800 collegeprioriteiten. Een deel van het gemeentelijke budget is daarvoor vrijgespeeld. Deze paragraaf geeft weer om Veiligheid metrostations 2145 3031 7724 hoeveel dat gaat. Naast de bronnen van deze financiële impuls wordt ook de aanwending ervan toegelicht. Openbare orde en Het coalitieakkoord spreekt van een financiële doelstelling van 50 miljoen voor de financiering van de beleids- veiligheid (overig) 1900 2200 1800 300 prioriteiten. Wij hebben ons als doel gesteld deze middelen vrij te spelen in een oplopende reeks, beginnend bij Stadstoezicht extra 12,5 miljoen in 2003 en oplopend tot 50 miljoen in 2006. Wij zijn er uiteindelijk in geslaagd deze doelstelling ruim te capaciteit 2720 3580 4960 5470 overschrijden. De volgende bedragen willen wij aanwenden voor de financiering van de collegeprioriteiten: Schoon en heel 2000 2000 2000 2000 Zorg en veiligheid 2900 2900 3100 3100 1 0 0 0 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 e e n m a l i g Totaal voor Totaal extra voor de periode 2003/2006 veiligheid 21665 28980 24191 25894 100730

Beschikbaar voor de H u i s ve s t i n g collegeprioriteiten 40.756 35.896 40.225 47.399 20.668 184.944 Versterking woonfunctie 2.000 Groeibriljanten Financiering via erfpachtdossier Wij hebben in het achterhoofd gehouden dat de verdere uitwerking van het regeerakkoord mogelijk een nadelige uitwer- Handhaving en toezicht 2281 2293 2185 2486 king heeft op onze begroting. Het gaat dan bijvoorbeeld om de afschaffing van OZB-woningen en de voornemens met Totaal extra voor 2281 2293 2185 2486 2.000 11245 de gesubsidieerde arbeid. Al deze gevolgen willen wij bezien bij de Voorjaarsnota 2003. Gegeven deze onzekerheid huisvesting hebben wij een deel ( 10 mln.) van de vrijgespeelde middelen gebruikt voor versterking van de algemene reserve. Onderwijs en jeugd In hoofdstuk 2 is uiteengezet wat we gaan doen. De tabel geeft aan welke bedragen extra voor de collegeprioriteiten Sportparticipatie 1000 1000 1000 1000 worden aangewend. Lerarentekort 1000 1000 1000 1000 Onderwijskansen 0 250 800 800 3268 De extra middelen in de tabel op de volgende pagina zijn verkregen door het bestaande beleid tegen het licht te hou- Opvoedingsondersteuning 1000 1000 1000 1000 den. Dingen wel doen betekent immers ook dingen niet doen. Huisvesting 1239 1308 2914 6883 Sportaccommodaties herinrichting gymzalen 2500 Totaal extra voor onderwijs en jeugd 4239 4558 6714 10683 5768 31962

E c o n o m i s c he i n f ra s t ru c t u u r Verkeerslichten 0 1000 1000 1000 Economie 3000 3000 3226 3929 Duurzaam veilig 1857 479 Sport 770 770 770 770 Totaal extra voor economie 5627 5249 4996 5699 0 21571

I n bu r g e r i n g Mensen maken de stad 2412 2250 2141 2443 Totaal extra voor inbur gering 2412 2250 2141 2443 0 9246 Verho gen algemene reser ve 10000 10000 Totaal financiële impuls colle ge- pr ogr amma 46224 43330 40.227 47.205 7768 184754 42 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6

gebruik gemaakt van de beleidsruimte die de regeling biedt. Met ingang van 2003 wordt voor de nog resterende twee 4.2 Doelma t i g er w e r k e n jaar van de Zalmsnip de beleidsruimte ingevuld. De uitkering aan de Rotterdamse huishoudens wordt omlaag Bij deze zogenaamde oud voor nieuw operatie is als eerste bekeken of de bestaande taken doelmatiger uitgevoerd kun- gebracht naar 35 en 10 wordt ingezet voor prioriteiten uit het collegeprogramma. nen worden. Hierbij zijn de zogenaamde operationele diensten ontzien. Het gaat hierbij om diensten, zoals Roteb, Daarnaast wordt voor de prioriteiten uit het collegeprogramma (met name veiligheid) een extra beroep gedaan op Gemeentewerken etc. die voor de burger direct zichtbare werkzaamheden uitvoeren. Aldus is in de sfeer van de doel- de inkomsten uit parkeertarieven. Voor het parkeren voor bezoekers op straat en in garages wordt een beperkte extra matigheid het volgende bedrag gevonden: verhoging (5%) voorgesteld ten opzichte van de reguliere (tweejaarlijkse) inflatiebijstelling. De tarieven voor bewoners en bedrijven (vergunningen) zijn sinds 1996 niet meer bijgesteld. Met ingang van 2003 worden deze tarieven in twee 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 stappen grosso modo aangepast aan de inflatie van de afgelopen jaren. Om de concurrentiepositie van de Haven te verstevigen worden de Haventarieven niet verhoogd. Opbrengst doelmatigheid 10.947 12.867 17.015 20.948

Dit pakket van maatregelen levert de volgende opbrengst op:

4.3 Subsidies herijkt
2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 Vervolgens zijn de subsidies tegen het licht gehouden. Bekeken is of de doelstellingen van de subsidies nog actueel zijn en met name of de subsidies aansluiten bij de in het coalitieakkoord gestelde prioriteiten. Een aantal subsidies is ver- Opbrengst tarieven 5.918 6.784 3.960 4.162 laagd of stopgezet. Andere subsidiestromen worden anders ingezet. Op de gemeentelijke subsidie-uitgaven is per sec- tor steeds ten minste vijf procent vrijgespeeld.

4.6 Gr o e i f onds herov e r w og e n De totale opbrengst van de subsidieheroverweging komt met bovenstaande maatregelen uit op de volgende reeks: Naast de heroverweging van de zogenaamde structurele middelen is, zoals aangekondigd, ook het groeifonds her- overwogen. Dit heeft geleid tot het stopzetten dan wel versoberen van een aantal projecten. De totale opbrengst van 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 deze maatregelen bedraagt 20,7 mln. aan (incidentele) middelen die bij de inzet voor de collegeprioriteiten zijn betrokken. Opbrengst subsidies 7.475 9.865 11.723 13.809

4.7 Totaalbeeld 4.4 T a k en kritisch bek e ke n Het totaalbeeld van de oud voor nieuw operatie versus de inzet voor collegeprioriteiten is in onderstaande tabel opge- Gelijktijdig met de subsidies is ook het takenpakket van de gemeente tegen het licht gehouden. Taken die niet of in min- nomen. dere mate bijdragen aan de prioriteiten zijn verminderd of stop gezet. Ook wordt de beleidscapaciteit van een aantal diensten verkleind: minder beleid meer uitvoering. Met de taakheroverweging zijn de volgende opbrengsten gemoeid: T o t a a l o p b r engst en inz e t 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 T o t a a l

2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 Oud voor nieuw structureel 50.208 44.909 49.139 56.211 200.467 Oud voor nieuw eenmalig 13.235 7.433 0 0 20.668 Opbrengst taken 25.868 15.393 16.441 17.292 Totaal beschikbaar 63.443 52.342 49.139 56.211 221.135 Inzet voor: Structurele Collegeprioriteiten 34.079 43.330 37.196 39.481 4.5 K o s t e n d e k k ende tarieven en bijdrage van b u r g e r s Eenmalige collegeprioriteiten overig 7.768 Voor de aanpassing van de gemeentelijke tarieven voor 2003 geldt als leidraad het bereiken van kostendekkendheid Eenmalige collegeprioriteit veilig 2.145 0 3.031 7.724 van de tarieven, dan wel het streven naar de kostendekkendheid ervan. Uitgaande daarvan is bij de tariefbepaling voor Uitvoeringsorganisatie 4.600 4.500 4.400 4.300 2003 ernaar gestreefd de tarieven gelijke tred te laten houden met de reële kostenontwikkeling voor de gemeente. Dit Overige knelpunten 4.851 4.512 4.512 4.512 geldt in ieder geval voor de algemene belastinginkomsten zoals de OZB, precariorechten, hondenbelasting en reclame- Toevoeging algemene reserve 10.000 belasting. Totaal inzet 63.443 52.342 49.139 56.017 Het tarief voor de afvalstoffenheffing wordt opgehoogd. Deze ophoging is noodzakelijk vanwege de hoge kosten van afvalinzameling. Wij zijn er nog steeds niet in geslaagd de Rotterdammer aan de afspraken voor de inzameling van afval te houden. Daardoor zijn we genoodzaakt een hoog niveau voor de afvalinzameling in stand te houden. Daarnaast Een deel van de opbrengsten oud voor nieuw is ingezet voor versterking van de uitvoeringsorganisatie. Met name die hebben wij besloten de lasten die samenhangen met de kwalitatieve aspecten van afvalinzameling (ondergrondse con- organisatieonderdelen die in het verlengde van het collegeprogramma speerpunten vormen zijn versterkt. Het gaat tainers) in de heffing te betrekken. Overigens steekt de afvalstoffenheffing nog altijd gunstig af tegen dat van de overige dan om de veiligheidsorganisatie, de mariniers voor de wijkaanpak, e-overheid en de control en auditfunctie. In de grote gemeenten, rekening houdend met de kostendekkingsgraad. context van het collegeprogramma zijn ten slotte enkele specifieke knelpunten meegenomen De belangrijkste daarbij In 2005 wordt door het Rijk de zogenaamde Zalmsnip van 45 per jaar per huishouden afgeschaft. Rotterdam is voor schoon en heel als gevolg van de overdracht van de kades vanuit het Havenbedrijf naar Gemeentewerken heeft tot nu toe de Zalmsnip altijd in zijn geheel uitgekeerd aan de huishoudens in Rotterdam en heeft daarmee geen ( 3 mln.). In het regime van Gemeentewerken wordt het onderhoud aan deze kades, veelal midden in de stad gele-

44 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6 45

gen, geïntensiveerd. Verder worden de middelen onder overige knelpunten ingezet voor onder meer het Havenmuseum ( 0,8 mln.), dat fuseert en overgaat naar de portefeuille cultuur en de uitbreiding van de griffie ( 0,3 mln.)
Het verschil tussen de opbrengst oud voor nieuw en de inzet in 2003 ad. 10 mln. wordt eenmalig toegevoegd aan de algemene reserve. Hiermee wordt een buffer gecreëerd voor eventuele tegenvallers zoals bijvoorbeeld de gevolgen van het regeerakkoord.
Het verschil in 2006 ad 194 is beschikbaar als begrotingssaldo.

46 C O L L E G E P R O G R A M M A 2 0 0 2 - 2 0 0 6