1red11665
27-08-2002, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD OVER DE ONRUST IN DE LPF-FRACTIE EN HET VERTREK VAN VAN MIERLO UIT DE EUROPESE CONVENTIE
CARASSO:
Het was eigenlijk zo rustig deze week rond uw kabinet. Ik zou bijna vragen, waar is uw
kabinet gebleven?
BALKENENDE:
We zijn druk bezig. We hebben vorige week de Algemene Beschouwingen gehad. Je weet dat
altijd dat in de week na de Algemene Beschouwingen het wat rustiger is wat betreft het
politiek toneel omdat de financiële beschouwingen later komen en de behandelingen van de
verschillende begrotingshoofdstukken ook.
CARASSO:
En meneer Heinsbroek zat in Japan.
BALKENENDE:
Ach, meneer Heinsbroek, maar dat geldt ook voor andere ministers, hebben regelmatig hun
opvattingen. Ik denk dat u en uw collega's blij zijn met ministers die regelmatig ideeën
hebben.
CARASSO:
Wat minder rustig is het bij de LPF-fractie. Maakt u zich daar zorgen over?
BALKENENDE:
Je maakt je als premier zorgen wanneer het draagvlak van een kabinet zou kunnen wegvallen.
Wanneer bijvoorbeeld een fractie gespleten zou raken, dat kan onder omstandigheden heel
vervelend zijn voor een kabinet. Maar je kunt niet spreken van dat de LPF-fractie als zodanig
nu in de gevarenzone is gekomen. Het is wel vervelend.
CARASSO:
Weet u dat wel zeker. Ze maken nu al vier maanden ruzie. Er is veel onvrede niet alleen bij
mevrouw De Jong. Licht er voor u wat dat betreft een grens?
BALKENENDE:
De LPF is een nieuwe politieke beweging. Niets gaat vanzelf en ook hun start is niet
gemakkelijk. Dat zou voor elke politieke groepering gelden. De heer Wijnschenk is nu sinds
kort aangetreden en zal zich gaan inwerken in zijn rol. Ook dat betekent weer eventjes
wennen. Daar is niks mis mee. Je hebt nu een incident. Ik vind dat we moeten oppassen om de
zaken nu te veel te gaan opblazen. Ik heb zelf als premier te letten op het feit of er voldoende
draagvlak is. Daar is op dit moment sprake van.
VERTREK VAN VAN MIERLO UIT DE EUROPESE CONVENTIE
CARASSO:
Gisteren heeft het kabinet een notitie naar de Kamer gestuurd over de inbreng in de Europese
kabinet. Dat was voor Hans van Mierlo reden om te zeggen, hier kan ik niet mee uit de
voeten. Vindt u dat jammer?
BALKENENDE:
In principe had het kabinet best graag gezien dat de heer Van Mierlo was doorgegaan.
CARASSO:
Waarom want hij is het niet eens met uw beleid?
BALKENENDE:
Ik zeg dit zo nadrukkelijk omdat wij in augustus een gesprek met elkaar hebben gehad en toen
hebben gezegd, laten we eens kijken waar het kabinet meekomt als het gaat om de visie op
Europa. De heer Van Mierlo zou de beleidsstukken gaan doornemen en daarna zou hij kijken
of hij al dan niet kon aanblijven. Dat besluit van de heer Van Mierlo hebben wij te
respecteren. De heer Van Mierlo is iemand die internationaal veel heeft gedaan. Hij is bekend
en heeft een behoorlijk status in de Nederlandse politiek. In die zin is het jammer dat hij die
conclusie heeft moeten trekken, maar in de politiek is het ook zo dat wanneer je zelf meent
dat je niet langer kunt functioneren omdat er sprake is van toch verschillende opvattingen dan
trek je conclusies. Dat heeft hij gedaan. Dat hebben wij te respecteren.
CARASSO:
De verschillende opvattingen gaan over een aantal punten, maar vooral één punt bracht hij
naar voren. Hij vindt dat het kabinet te weinig ambitieus is als het gaat om nieuwe voorstellen
te doen om tot een gemeenschappelijk buitenlands beleid te komen. Daar schort het nu vaak
aan. Hij zegt, daardoor heeft Amerika totaal vrij spel en er is niemand meer die iets tegen
Amerika in kan brengen. Ook Europa kan geen vuist maken. Deelt u die analyse dat het
kabinet zo weinig ambitieus is?
BALKENENDE:
Ik wil de inhoudelijke discussie over de visie van het kabinet even opzouten tot komende
donderdag. Dan is er een debat over de Europese ontwikkelingen.
CARASSO:
Er ligt een notitie. Daar kunt u toch wel iets over zeggen?
BALKENENDE:
Dat is ook zo, maar ik wil aangeven dat het inhoudelijk debat moet worden gevoerd op het
moment dat het ook echt hoort. Dat is komende donderdag. Als we praten over Europa, heb ik
een andere taxatie ten aanzien van de ambities die je hebt. Het kabinet kiest nadrukkelijk voor
een Europa dat vooruit gaat. Ik heb zelf bij meerdere gelegenheden gezegd dat de positie van
Nederland zeer afhankelijk is van wat er in Europa gebeurt en onze toekomst ligt ook in
Europa. Alleen, wat je nu op het ogenblik ziet, is dat we elkaar op een aantal fronten scherp
moeten houden. Of het nu gaat om de toetsing van de nieuwe toetreders tot de Europese Unie,
als het gaat om de financiële afspraken, het Stabiliteitspact. De heer Van Mierlo heeft een
aantal kritische opmerkingen gemaakt over de stukken van het kabinet. U zult begrijpen dat ik
de zaken toch wel wat anders duid.
CARASSO:
U vindt niet dat Nederland de koppositie die zij altijd had, volgens de heer Van Mierlo,
kwijtraakt als het gaat over het proberen vorm te geven van het gemeenschappelijke
buitenlands beleid?
BALKENENDE:
Als het gaat om het gemeenschappelijk buitenlands beleid hebben wij altijd gezegd dat
Europa vooruit moet en dat er meer samenhang moet komen. De heer Van Mierlo focust nu
erg op de unanimiteitsregel en dat hij die zou willen doorbreken. Dat kun je niet uitsluiten.
Alleen, wij vinden het van belang dat Europa komt tot een gemeenschappelijke opstelling.
Dat zien we bij verschillende onderwerpen. Dat is van groot belang. Maar tegelijkertijd een
goede samenwerking met de Verenigde Staten. Als we het hebben over de ontwikkelingen in
het Midden-Oosten weten we dat Europa en de Verenigde Staten ook beter samen kunnen
optrekken.
CARASSO:
Als je naar deze week kijkt, zie je dat De Hoop Scheffer wordt ontvangen door Powell en hij
mocht gelijk naar Washington komen bij wijze van spreken. Voor Schröder van Duitsland
nemen ze de telefoon niet op. Dan speelt Amerika die twee landen toch uit elkaar. Je kunt dan
toch niet spreken van een gemeenschappelijk Europees optreden?
BALKENENDE:
Het is een groot probleem in Europa, dat hebben we tien jaar geleden ook meegemaakt toen
het ook over Irak hadden, de positie van Frankrijk is soms anders dan van andere Europese
landen. Dat is een realiteit in Europa. Als het gaat om de strategie, hoor je verschillende
geluiden in Europa. Daar zullen we vooruitgang in moeten boeken.
CARASSO:
Probeert Nederland dat dan nog een beetje bij elkaar te brengen bij het bezoek in
Washington?
BALKENENDE:
Het is zo dat de heer De Hoop Scheffer nu in de Verenigde Staten is geweest. Ik heb zelf ook
de nodige contacten met de Europese leiders. Het is effectiever om zoveel mogelijk met de
Amerikanen op te treden als het kan.
CARASSO:
De heer Van Mierlo moet worden vervangen. De heer Nicolaï wil graag zelf. Vindt u het
verstandig als er iemand namens de Nederlandse regering in de Europese Conventie gaat
zitten.
BALKENENDE:
In het verleden is weleens aan de orde geweest, moet het iemand uit de regering zelf zijn. Ik
wil op dit moment niet vooruitlopen op de precieze invulling. Het is wel zo dat je moet kijken
naar kandidaten die ook internationaal, dat is een belangrijk punt, met gezag kunnen opereren,
anderen kunnen overtuigen en zoveel mogelijk binnenhaalt van wat Nederland wil insteken in
die conventie.
CARASSO:
Net iets voor Hans van den Broek?
BALKENENDE:
Ook dat is weer een leuke suggestie, maar ook daar zal ik niets over zeggen. Dan zou ik teveel
vooruitlopen op datgene wat we binnenkort duidelijk hopen te krijgen als het gaat om de
opvolging van de heer Van Mierlo.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JBr)