Ministerie van Financiën

de Voorzitter van de Tweede Kamer

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

BZ 2002-01858 M

Onderwerp

Antwoorden op nagekomen Kamervragen Miljoenennota 2003

Hierbij ontvangt u de antwoorden op nagekomen Kamervragen naar aanleiding van de Miljoenennota 2003.

DE MINISTER VAN FINANCIËN,

Vraag 1

Kan per departement worden aangegeven welke efficiency- en volumekortingen wordt toegepast in 2003 en welke bedrag daarmee gemoeid is? Kan dit overzicht ook worden verstrekt voor 2004,2005, en 2006 op basis van het strategisch akkoord?

Antwoord

Zie vraag 14 van de eerder naar de Tweede Kamer gezonden antwoorden op de TK-vragen.

Vraag 2 Kan per departement worden aangegeven welk bedrag gemoeid is met het niet-uitkeren van de prijsbijstelling 2002?

Antwoord

In het Strategisch Akkoord is opgenomen dat de prijsbijstelling voor 75% wordt ingehouden. Dit levert totaal een uitgavenbeperking op van 410 miljoen euro in 2002 oplopen tot 436 euro in 2006. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze uitgavenbeperking per departement.

2002 2003 2004 2005 2006

HCvS 757 749 743 746 746

AZ 318 283 283 286 286

Koninkrijksrel2.170 2.168 2.168 2.168 2.168

Justitie 35.571 32.656 30.649 29.371 29.389

BZK 22.404 22.528 21.933 21.614 21.678

OCW 78.994 80.342 79.880 80.242 81.112

Nationale 9 8 8 8 8 Schuld

Financiën 22.733 21.175 20.331 20.357 20.360

Defensie 68.611 68.525 67.762 67.452 66.028

VROM 25.436 40.732 41.733 40.886 41.821

V&W 83.473 86.425 96.077 95.914 97.832

EZ 5.528 8.177 10.220 11.559 13.864

LNV 16.066 15.486 15.267 15.640 15.640

SZW- 2.697 2.140 1.984 1.973 2.044 Rbg-kader

SZW 16.216 17.129 16.914 14.250 14.156 ?SZA-kader

VWS-Rbg-kader 4.430 3.898 3.864 3.841 3.840

VWS-Zorg-kader4.408 4.303 4.258 4.187 4.187

VWS-Niet-Rele20.750 20.754 20.754 20.754 20.754

Totaal 410.571427.478 434.827 431.247 435.914

Vraag 3

Kan per departement een overzicht worden gegeven van de ombuigingen op subsidies in miljoenen euro's?

Antwoord

In het Strategisch Akkoord is besloten tot een generieke subsidietaakstelling van 5% in 2006. Deze is weergegeven in tabel 1 . Voor VROM en EZ zijn afzonderlijke taakstellingen op

subsidies opgenomen.

In het Aanvullend Pakket is besloten tot een verhoging en een versnelling van de subsidietaakstelling uit het Strategisch Akkoord. Het effect van de verhoging is weergegeven in tabel 2. Hierin lopen ook EZ en VROM mee. Het effect van de versnelling, waarbij de besparing in 2004 reeds in 2003 bereikt wordt, is te zien in tabel 3. De versnelling betreft niet de taakstellingen bij EZ en VROM.

Voor een overzicht van de subsidietaakstellingen naar regeling wordt verwezen naar de betreffende begrotingen.

Tabel 1: Generieke subsidietaakstelling en uitgavenbeperkingen gericht op subsidies (x ? 1000)

2003 2004 2005 2006

BuZa 413 826 1239 1650

Justitie 700 1400 2100 2800

BZK 138 275 413 550

OCW 1300 2600 3927 5200

Financiën 13 25 38 50

Defensie 788 1575 2363 3150

VenW 17613 35225 52838 70450

LNV 1800 3500 5300 700

SZW 300 600 900 1200

VWS 4225 8450 12675 16850

EZ 75000 125000 175000 200000

VROM 10000 110000 120000

Totaal 102290 189476 366793 372600

Vraag 4

Kan voor de sectoren in figuur 1.3.2 worden aangegeven welk deel van de reële groei opgaat aan loonstijging?

Antwoord

In figuur 1.3.2. is de reële ontwikkeling voor de sectoren veiligheid, zorg en onderwijs vermeld. De reële groei wordt verkregen door de geraamde volume- en prijsontwikkeling te defleren met de prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product (pBBP). De contractloonontwikkelingen per sector zijn onderdeel van de totale prijsontwikkeling in een sector. Daarnaast wordt de totale prijsontwikkeling bepaald door andere componenten, zoals bijvoorbeeld de geraamde prijsstijging van medicijnen voor de sector Zorg. Voor de sectoren onderwijs, zorg en veiligheid wordt uitgegaan van een gemiddelde prijsstijging van 2¾% respectievelijk 3¼% en 3¼% jaar. De gemiddelde mutatie van de pBBP bedraagt ca. 2¼% per jaar. Dit betekent dat voor de sectoren onderwijs, zorg en veiligheid de reële groei voor ½% respectievelijk 1% en 1% wordt bepaald door contractloon- en prijsstijgingen die uitgaan boven de algemene prijsontwikkeling. Het resterende deel is volumegroei.

De in figuur 1.3.2 opgenomen mutaties zijn afgeleid van de CPB-doorrekening van het Strategisch Akkoord. De effecten van het Aanvullend Beleidspakket, inclusief de besluiten die betrekking hebben op de contractloonontwikkeling voor 2003, zijn verwerkt door voor 2003 uit te gaan van de CPB-ramingen zoals opgenomen in de MEV 2003.

De volume- en prijsontwikkelingen van de sectoren zorg en onderwijs worden geraamd door het CPB. De reële mutaties van de sector veiligheid zijn gebaseerd op eigen berekeningen.

Vraag 5

Welk deel van de reële groei van de onderwijsuitgaven is nodig voor het opvangen van de stijgende leerlingenaantallen?

Antwoord

In de periode 2002-2006 nemen de uitgaven op de OCW-begroting toe met circa ? 1 miljard. De toename van de uitgaven die samenhangt met het opvangen van de groei van het aantal leerlingen in de verschillende onderwijssoorten bedraagt in dezelfde periode circa ? 700 mln. Circa 70% van de reële groei hangt dus samen met de toename van de onderwijsdeelnemers. De uitgaven voor studiefinanciering zijn hierin meegenomen.


---

Na het Strategisch Akkoord zijn enkele kleine correcties aangebracht.