Gemeente Breda

07-10-2002

Breda wil uitkomst gezondheidsenquête vergelijken met andere gemeenten

Burgemeester en wethouders van Breda gaan de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) opdracht geven de uitkomst van de gezondheidsenquête 2001 voor wat betreft Breda te vergelijken met gemeenten van vergelijkbare grootte. Deze gegevens worden gebruikt bij het opstellen van het nieuwe lokale gezondheidsbeleid, dat vóór 1 juli 2003 klaar moet zijn.

De gezondheidsenquête is door de GGD in 2001 uitgevoerd in de 18 gemeenten van de regio West-Brabant. De uitgesplitste resultaten laten zien dat de situatie in Breda op een aantal punten afwijkt van de regio West-Brabant. Naar alle waarschijnlijkheid komt dat doordat Breda de grootste gemeente in de regio is.
Uit de lokale gegevens blijkt onder andere dat in vergelijking met de rest van de regio een hoger percentage Bredanaars te maken krijgt met ingrijpende zaken als echtscheiding of psychische problematiek. Ook heeft een groter aantal mensen een minder dan modaal inkomen en geeft aan te moeten bezuinigen op uitgaven als kleding en uitgaan. Daarnaast hebben meer mensen problemen met de leefsituatie in hun buurt. Dat kan te maken hebben met straatvuil, parkeeroverlast, lawaai enzovoort. Verder heeft een hoger percentage geënquêteerden s avonds of s nachts een onveilig gevoel, zijn er meer mensen die een misdrijf hebben meegemaakt en minder mensen die vrijwilligerswerk doen.

Bredanaars zijn relatief vaker tevreden over voorzieningen in de buurt en van de gemeente.

De enquête werd afgenomen onder 6411 burgers van 18 tot en met 69 jaar. Daarna zijn deze gegevens uitgesplitst naar gemeenten, en in Breda naar districten. In Breda deden 1416 respondenten aan de enquête mee.

De schriftelijke enquête is gehouden onder de autochtone bevolking, omdat schriftelijke vragenlijsten doorgaans leiden tot weinig respons bij de allochtone burger. De GGD is van plan in 2004 een onderzoek te houden naar de gezondheidssituatie van allochtonen.

Breda, 7 oktober 2002