NVM

Prijsstijging gemiddelde koopwoning 3e kwartaal 2002

Aan : de sociaal- en financieel-economische redacties en vakpers

Van : de Nederlands Vereniging van Makelaars o.g. en Vastgoeddeskundigen NVM

Datum : Nieuwegein, woensdag 9 oktober 2002

Prijsstijging gemiddelde koopwoning 3e kwartaal 0,3% Matige prijsontwikkeling en toegenomen betaalbaarheid in een rustiger markt

De gemiddelde koopwoning in Nederland is in het 3e kwartaal van 2002 met 0,3 % in prijs gestegen en komt daarmee op gemiddeld 206.000 euro. Algemeen voorzitter Oscar Smit: Het aantal transacties is, zoals gebruikelijk in het derde kwartaal, lager. Het woningaanbod en de tijd dat woningen te koop staan, nemen daarentegen toe. Van een overspannen markt zijn we terechtgekomen in een situatie die zich kenmerkt door een normale verhouding tussen aanbod en verkopen. De lagere hypotheekrente en de matige ontwikkeling van de woningprijs zorgen voor een verbeterde betaalbaarheid. De NVM verwacht voor het 4e kwartaal een normale, actieve markt en een matige prijsontwikkeling.

Betaalbaarheid gemiddelde koopwoning
In het 3e kwartaal van 2002 is de betaalbaarheid van de koopwoning duidelijk toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de daling van hypotheekrente bij een matige ontwikkeling van de woningprijs in het 3e kwartaal.

De economische laagconjunctuur van dit moment heeft als voordeel dat de hypotheekrente is gedaald. Op grond daarvan mag worden verwacht dat de betaalbaarheid van woningen bij een matige ontwikkeling van de woningprijs nog iets verder zal verbeteren. Op wat langere termijn is de ontwikkeling van de woningmarkt sterk afhankelijk van de mate waarin en de snelheid waarmee de economie zich herstelt van de nu tegenvallende groeicijfers.

Cijfers derde kwartaal
De gemiddelde koopwoning in Nederland is in het 3e kwartaal van 2002 met 0,3% in prijs gestegen ten opzichte van het 2e kwartaal van 2002. Ten opzichte van het begin van het jaar is de prijs gestegen met 4,4% en blijft daarmee 0,5 procentpunt achter op de prijsstijging van vorig jaar. In vergelijking met het 3e kwartaal van 2001 is de prijs van de gemiddelde koopwoning met 5,6% gestegen.

In het 3e kwartaal werd de prijs van elk van de onderscheiden woningtypen hoger, echter veel minder dan in het vorige kwartaal: gemiddelde tussenwoning + 0,6%, de gemiddelde hoekwoning en de gemiddelde vrijstaande woning + 0,4% en de prijs van het gemiddelde appartement bleef nagenoeg gelijk (0,1%).

Het totale geldsvolume gemoeid met de verkoop van woningen is in het 3e kwartaal gedaald met 11%, na een stijging van 9% in het vorige kwartaal. De daling van het geldsvolume in het 3e kwartaal wordt zo goed als volledig veroorzaakt door de afname van het aantal transacties. Ten opzichte van het 2e kwartaal is de prijs van de gemiddelde woning immers nauwelijks gestegen.

Aantal transacties
In het 3e kwartaal zijn er via NVM-makelaars 31.398 woningen verkocht. Een daling van
11 % ten opzichte van het 2e kwartaal. In vergelijking met hetzelfde kwartaal een jaar eerder is er een daling van 8,3 % te zien, het aantal transacties bedroeg destijds 34.237. In het 3e kwartaal hebben de woningen bij verkoop gemiddeld 58 dagen te koop gestaan. Net als in het vorige kwartaal gaan appartementen en tussenwoningen het snelste van de hand.

Woningaanbod
Aan het einde van het derde kwartaal staan bij NVM-makelaars 58.002 woningen te koop, ruim 3.988 meer dan bij het begin van het kwartaal. Dat is een toename van ruim 7% t.o.v. het einde van het 2e kwartaal van 2002.

Het aantal dagen dat de woningen in het aanbod te koop staan, is met 17% toegenomen. Aan het einde van het kwartaal heeft de koper daardoor de keuze uit meer woningen dan bij het begin. De krapte-indicator, de verhouding tussen het woningaanbod en het aantal transacties, is in augustus gestegen naar 6,4 voor eengezinswoningen en 5,4 voor appartementen. Cijfers die passen bij normale marktverhoudingen.

Verschillen per regio
In Nederland is geen sprake van een nationale woningmarkt: vraag en aanbod komen op regionaal niveau bij elkaar. Ook in het 3e kwartaal 2002 zijn significante verschillen tussen de 80 NVM-regio s zichtbaar. De onderstaande tabel biedt de cijfers voor een dwarsdoorsnede van de Nederlandse woningmarkten.

Zeeland valt op door een stevige prijsstijging. Andere sterke stijgers zijn Zwolle, Almere en Rotterdam. Allemaal gebieden met een gematigd prijsniveau. In Amsterdam en Den Haag daarentegen blijven de prijzen in de afgelopen vier kwartalen nagenoeg gelijk. Amsterdam laat dit kwartaal een prijsdaling van de gemiddelde koopwoning zien van 4,1%. Er heeft zich de afgelopen vier kwartalen in Amsterdam een wisseling van lichte prijsdalingen en lichte prijsstijgingen voorgedaan.

De gemiddelde woning in Amsterdam steekt ver uit boven het landelijk gemiddelde in Nederland. Wordt in Amsterdam nu 2.578 euro per m2 betaald voor een appartement, in Rotterdam ligt dit cijfer op 1.521 euro per m2.

Nieuwbouwwoningen
Het aantal voltooide nieuwbouwwoningen daalt verder. In 2001 bedroeg dit aantal nog 73.000. De NVB, de Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers, verwacht in 2002 een verder afnemende productie tot 45.000 koopwoningen en 15.000 huurwoningen. Dit is ruim 30.000 woningen minder dan drie jaar terug. De NVM spreekt haar zorg hierover uit. De lage nieuwbouwproductie belemmert de doorstroming en de dynamiek op de woningmarkt en zorgt ervoor dat de scheefheid van de woningvoorraad in stand gehouden wordt.

Huurwoningmarkt
Er is sprake van een krapte in het middensegment op de huurwoningmarkt en de vraag neemt nog steeds toe. Vooral bij huurwoningen met prijzen van 400 Euro tot 600 Euro zijn er grote tekorten. Dit aantal zal de komende tijd alleen maar oplopen, omdat er met nieuwbouw nog steeds te weinig huurwoningen bijkomen. De vraag zal meer en meer toenemen als gevolg van een grote toestroom van jonge een- en tweeverdieners alsmede starters. Bovendien komt er een grote groep van 55-plussers op de huurwoningmarkt af. Het vinden van een kwalitatief hoogwaardige huurwoning wordt alsmaar moeilijker. Hiermee hangt samen dat de mutatiegraad is teruggelopen en daardoor de doorstroming stagneert.