Plundering van Congolese grondstoffen gaat gewoon door
Kerkinactie, ICCO, NOVIB, CORDAID, Pax Christi, Fatal Transactions,
NIZA, ECCP, ZOA-Vluchtelingenzorg
9 oktober 2002
De oorlog in de Democratische Republiek Congo heeft inmiddels 2,5
miljoen slachtoffers geëist. De humanitaire situatie is nog altijd
dramatisch. Zimbabwe, Oeganda en Rwanda, de buurlanden uit de regio
die troepen hadden in Congo, zijn volgend op het Akkoord van Pretoria
(zomer 2002) begonnen met terugtrekking van hun troepen. Zij trekken
zich echter, in tegenstelling tot recente berichten in o.a. de
Nederlandse pers, nog niet terug uit de gebieden waar de belangrijkste
mijnen zijn. Integendeel, zij treffen er hun maatregelen om ook in de
toekomst de Congolese mijnen te kunnen exploiteren. Naast coltan zijn
ook diamanten en olie van belang en is handel in deze grondstoffen
verweven met de wapenhandel.
Een en ander blijkt uit twee rapporten die ICCO, Novib, Cordaid,
Kerkinactie, Pax Christi, ZOA-Vluchtelingenzorg, NIZA, ECCP en Fatal
Transactions die op 8 oktober aan de Minister van Buitenlandse Zaken
en de Staatssecretarissen van Ontwikkelingssamenwerking en Economische
Zaken werden voorgelegd.
De rapporten komen voort uit onderzoek door het onderzoeksbureau IPIS
uit België. Het rapport "Coltan and Congo: the implication of the
private sector" is geschreven in opdracht van Kerkinactie en ICCO. Het
is een actualisering van het in januari 2002 gepresenteerde IPIS
onderzoek over de rol van coltan in de oorlog. Het rapport "Network
war. An introduction to Congo's privatised war economy" is geschreven
in opdracht van Novib en gaat in op het verband tussen de illegale
roofhandel in grondstoffen en de internationale wapenhandel. Dit
rapport toont aan hoe de informele economie ontaard is in een
corrupte, frauduleuze netwerkeconomie met banden met internationale
maffianetwerken. De betrokkenheid van spookbedrijven en criminele
organisaties bij de illegale exploitatie en handel van Congolese
grondstoffen is zorgwekkend.
Westers bedrijfsleven profiteert van oorlogseconomie
Het Westerse bedrijfsleven, ook het Nederlandse, levert nog altijd een
bijdrage aan het voortduren van gewapend geweld in Congo. Dit gebeurt
onder meer door het veelal illegaal verhandelen en transporteren van
coltan. Dit mineraal bevat het schaarse tantalium, een grondstof voor
mobiele telefoons en computers. Eagles Wings Resources (waaronder
Chemie Pharmacie Nederland valt) doet aan exploitatie en handel van
coltan, terwijl Steinweg/Hollands Veem een rol speelt bij het
internationale transport. Havenbedrijven (zee- en lucht-) in
Nederland, België en Engeland, - en daardoor ook de Nederlandse
overheid via aandelen en belastingen- verdienen daar weer aan.
Volgens IPIS zijn de bewijzen voor de betrokkenheid van Steinweg (ook
bekend onder de namen Hollands Veem en Handelsveem) overvloedig. Dit
bedrijf met vestigingen in Antwerpen en Rotterdam is een van de
belangrijkste vervoerders van coltan uit Congo en is marktleider op
dat gebied. Tot nu toe is Steinweg niet bereid gebleken verantwoording
af te leggen over haar rol.
Complexe netwerkeconomie in Congo ontrafeld
De oorlog in Congo kent een belangrijke economische dimensie. Private
netwerken (vooral individuele legerofficieren, rebellenleiders en
commerciële bedrijven) monopoliseren de handel in diamanten, coltan
en wapens steeds meer. Deze netwerken zullen hun belangen die zij al
hebben veilig gesteld bij de terugtrekking van de troepen niet
opgeven. Dit zal een potentiële bron van conflicten blijven.
Politiek eindoordeel
Rond 10 oktober 2002 wordt verwacht dat het derde rapport van het
Internationale Panel van Deskundigen Inzake de Plunderingen in Congo
aan de VN Veiligheidsraad wordt aangeboden. De
ontwikkelingsorganisaties vrezen dat dit rapport niet integraal
gepubliceerd zal worden, maar dringen daar wel op aan. In dit licht
vragen zij aan de politiek en het bedrijfsleven in Nederland om extra
aandacht te schenken aan de belangrijkste conclusies en aanbevelingen
uit hun rapporten.
De ontwikkelingsorganisaties dringen bij de Nederlandse regering op
aan om de betrokkenen bij de exploitatie, de handel en de transporten
aan te spreken op hun verantwoordelijkheden. Zij zien goede
aanknopingspunten met de beleidslijnen die de regering heeft uitgezet
rond Afrika, met het thema Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, en
met de beoogde grotere rol van het bedrijfsleven in de internationale
samenwerking. Zij dagen de minister van Buitenlandse zaken en de
staatssecretarissen voor Ontwikkelingssamenwerking en Economische
Zaken uit om hun beleid beter op elkaar af te stemmen en daardoor bij
te dragen aan vrede in het Grote Merengebied. De
ontwikkelingsorganisaties hebben verschillende personen en bedrijven
die betrokken lijken te zijn bij illegale en/of maatschappelijke
onverantwoorde exploitatie van en handel in natuurlijke hulpbronnen in
Congo op een âlijstâ geplaatst. Deze betrokkenen worden uitgedaagd om
duidelijk te maken waarvoor zij staan met betrekking tot duurzame
vrede in de Congo en hoe hun activiteiten zich daartoe verhouden.
- De rapporten "Coltan and Congo: the implication of the private
sector" (geschreven in opdracht van Kerkinactie en ICCO) en "Network
war. An introduction to Congo's privatised war economy" (geschreven in
opdracht van Novib) alsmede de lijst van personen en bedrijven die
betrokken lijken te zijn bij illegale en/of maatschappelijke
onverantwoorde exploitatie van en handel in natuurlijke hulpbronnen in
Congo zijn bij bovengenoemde instanties opvraagbaar.
Bron: Novib, 9 oktober 2002
Auteur: ICCO, Novib