---
Staatssecretaris Agnes van Ardenne sprak dinsdag 8 oktober op het tienjarig
jubileum van het Bureau Beleidsvorming Ontwikkelingssamenwerking (BBO) over
levensbeschouwing en ethiek in het buitenlands beleid.
Debat over waarden en normen heeft ook internationale dimensie
Dames en heren,
Jubilea zijn vaak feestelijke bijeenkomsten. Helaas wordt dit jubileum
overschaduwd door het overlijden van Prins Claus. De Prins was van grote
betekenis voor ontwikkelingssamenwerking. Daarom is er ook geen reden de
viering van dit jubileum nu te annuleren. Het is juist goed stil te staan
bij wat ons beweegt in ons buitenlands beleid.
De lobbyisten van BBO vragen zich vertwijfeld af welke rol ze nog moeten
spelen in het schimmige spel tussen overheid en maatschappelijke
organisaties. De bezieling is verdwenen uit de internationale samenwerking,
hoor ik zeggen, en de scepsis onder het publiek neemt toe. Wie in Nederland
loopt nog echt warm voor het geloof in een betere wereld?
Nu weet ik dat in kerkelijke kring wel vaker gesomberd wordt. Sommigen zijn
ermee grootgebracht. De mens is geneigd tot alle kwaad en niets goeds komt
uit zijn handen, wordt in sommige kerkelijke kringen beleden. Als katholiek
wil ik een dissonante stem zijn in dat koor.
Natuurlijk liggen er grote uitdagingen op onze weg - van de overheid en
organisaties als BBO. Natuurlijk moeten we de bezieling vergroten. Het is
niet alles doffe ellende in de polder.
Mag ik voor u nog eens een deel van de brief van Paulus aan de christenen
van Filippi lezen: "Broeders en zusters, weest onbezorgd. Laat al uw wensen
bij God bekend worden in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging. En
de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en gedachten
behoeden in Christus Jezus. Ten slotte, broeders en zusters, houdt uw
aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en
rein, beminnelijk en aantrekkelijk, op al wat deugd heet en lof verdient. En
brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd, en wat gij van mij hebt
gehoord en gezien. Dan zal de God van vrede met u zijn." Dat moet ons toch
inspireren!
Maar het gaat niet alleen om het woord. Ook om onze daden. Laat ik daarom
een aantal concrete punten opsommen, waarover we tevreden kunnen zijn of die
goede aanknopingspunten bieden:
¬ Meer Nederlanders dan ooit zijn voor handhaving (53%) of verhoging (26%)
van het ontwikkelingsbudget. Nog maar vier jaar geleden was dat laatste
percentage 20. Een significante stijging. Activiteiten op internationaal
gebied nemen fors toe. Neem bijvoorbeeld het programma voor Kleine
Plaatselijke Activiteiten. Sinds 1995 twee keer zo veel projecten en vier
keer zo veel geld. Bij ons nieuwe loket voor Thematische Medefinanciering
loopt het storm. Steeds meer organisaties buiten het traditionele
ontwikkelingswereldje ondernemen activiteiten ver buiten de grenzen.
¬ Ook privé geeft de Nederlander steeds meer geld voor internationale
ontwikkeling. Van 393 miljoen euro in 1995 naar 665 miljoen euro in 1999. Of
dat cijfer op peil blijft nu een economische recessie dreigt, durf ik niet
te voorspellen. Maar veel Nederlanders zijn zich terdege bewust van de eigen
voorspoed vergeleken met de rest van de wereld. Ze weten echt wel het
verschil tussen de ellende van een wachtlijst en de ellende van helemaal
geen wachtlijsten, omdat er geen artsen zijn.
¬ De inzet van de particuliere sector neemt een wending ten goede. Wie had
er tien jaar geleden gehoord van het begrip Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen? Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat een bedrijf als
Shell zich zou profileren zoals ze nu doet in haar reclame-uitingen. Cynisme
hierover vind ik nogal misplaatst. Elke professional in de communicatie weet
dat je een groot probleem krijgt als je externe boodschap sterk afwijkt van
je interne realiteit. Bij Shell en heel veel andere bedrijven is meer aan de
hand dan alleen zich een nieuw imago aanmeten. Er dient zich een nieuwe
partner aan voor duurzame ontwikkeling.
¬ De politiek heeft een ruk naar rechts gemaakt, zo heet het. Betekent dat
een afbreuk van de Nederlandse inzet voor armoedebestrijding? Helemaal niet.
Het budget blijft op peil, de inzet voor coherentie wordt versterkt. De
uitkomst van de formatie is dat de minister voor OS is verdwenen. Maar
sterkere integratie met andere terreinen kan dat verloren terrein meer dan
goedmaken. Denk aan buitenlands beleid, aan handels- en landbouwbeleid.
¬ Ik ben blij met het debat over waarden en normen. Ook ik vind dat
individualisering en elkaar niet meer aanspreken op elkaars gedrag waren
doorgeschoten. Respect hebben voor elkaars mening betekent niet dat je de
ander ontloopt. Tot dusver heeft dat debat mij een te nationale inslag. Ik
vind het een uitdaging er een internationale dimensie aan te geven. Hier
ligt een kans, ook voor maatschappelijke organisaties. Dit valt niet onder
de etiketten links of rechts. Het gaat erom mensen op hun keuzes te wijzen
en op de gevolgen van die keuzes voor anderen. Hoe coherent zijn wij zelf in
ons persoonlijk leven? De afspraak in Johannesburg om een plan voor duurzame
productie en consumptie op te stellen, vind ik mede in dit verband
lovenswaardig.
¬ Het debat over ongelijkheid en armoede is vandaag de dag veel breder dan
de vraag welke resultaten je bereikt met hulpgeld. Dat is een goede zaak.
Het gaat over complexe vragen rond globalisering. Niet eenvoudig te
beantwoorden. Maar bijzonder relevant. En ik zie ook dat het begint te
leiden tot een nieuwe invulling, een nieuw ideaal: globalisering van
onderop, globalisering met een menselijk gezicht. Een perspectief van mensen
insluiten in plaats van ze uit te sluiten, zoals ik gisteren ook op het ISS
heb betoogd.
¬ Herijking van ons buitenlands beleid naar vernieuwde waarden en normen is
niet eens nodig. We hoeven niet op zoek naar een nieuwe ethische bezieling.
Onze waarden en normen op dit gebied zijn onverminderd de moeite van het
nastreven waard. Ik noem de Nederlandse traditie van respect voor
internationaal recht, die terug gaat tot Hugo de Groot. De Rule of Law als
onze basisnorm. En laten we niet vergeten: sinds de Tweede Wereldoorlog is
er een indrukwekkende hoeveelheid internationale waarden en normen in
verdragen vastgelegd. Ik wijs op de Universele Verklaring van de Rechten van
de Mens, de Rechten van het Kind, het vrouwenverdrag en nog vele andere
universele verdragen. Het zijn fantastische teksten. Winst daarvan is dat er
nu een set van wereldwijd aanvaarde waarden en normen is, waarop overheden
aanspreekbaar zijn.
¬ Ik deel de klacht ook niet dat er geen grote dromen meer zijn. Lees de
Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Zelden zal een droom over
een betere wereld zo concreet zijn opgeschreven en zo breed zijn gedragen,
al komt het nu wel aan op de uitwerking ervan.
Kortom, jubilerend BBO, er ligt een vruchtbare akker om samen op te werken.
Natuurlijk zijn er uitdagingen en dilemma's die vragen om vernieuwende
antwoorden. Ook daar wil ik er drie van noemen
Ten eerste. De universaliteit van normen en waarden. Nog in 1993 is tijdens
de Wereldconferentie over Mensenrechten in Wenen de universaliteit van de
mensenrechten bevestigd. Toch moeten we vaststellen dat deze verworvenheid
niet onbedreigd is. Er zijn terroristische groepen die zich van de
universele waarden en normen niets aantrekken. Helaas zijn er ook staten die
met een beroep op cultureel relativisme de universaliteit van de
mensenrechten ter discussie stellen. Gelukkig vormt dit nog een kleine
minderheid, maar het is een ontwikkeling, waar we een antwoord op moeten
vinden.
De Nederlandse Regering zal de universaliteit van de mensenrechten blijven
uitdragen. Voor mijn eigen beleid is zowel de universaliteit als de
ondeelbaarheid van mensenrechten een gegeven. Tegelijkertijd wil ik ook de
dialoog aangaan met hen die wijzen op culturele verschillen. Terrorisme moet
daadkrachtig worden bestreden. Maar ik zou ook willen weten wat mensen
bezielt om tot zulke daden te komen. Is het armoede, is het algehele onvrede
of is het een botsing der culturen? Daar moeten we ons in willen verdiepen.
Dat doe je door dialoog aan te gaan en door een perspectief te bieden.
Ten tweede. Meer mensen dan voorheen geloven dat de hulp weinig bijdraagt
aan het bieden van een perspectief. Dat is een zorgelijke ontwikkeling, die
nader onderzoek verdient. Waar baseren mensen hun opinie op? Tegelijk blijkt
immers uit onderzoek dat veel mensen een volstrekt verouderd beeld hebben
van OS. Ik heb daarom opdracht gegeven tot een nader onderzoek hiernaar. Ik
ben niet bang voor een zakelijke afrekening van het OS-beleid. Ons beleid is
gericht op effectiviteit ervan.
In dit opzicht is het vooral een kwestie van communicatie: de resultaten van
het beleid moeten helderder over het voetlicht gebracht. Hier kan de
tijdgeest meespelen. De maatschappij is meer gericht op nu en onmiddellijk.
Ik ben de laatste om het belang van resultaten te onderschatten. Maar het
leven heeft ook een boel niet te meten geheimen. Hoe en wanneer kun je de
effecten meten van dialoog en begrip, van respect en solidariteit? In het
verlengde hiervan ligt het betrekken van nieuwe Nederlanders bij het
OS-beleid, één van de vragen tijdens de bijeenkomst van het maatschappelijk
middenveld op het ministerie vorige week dinsdag. Hoe gaan wij dat doen? Hoe
gaan jullie dit zelf doen? Kunnen we daarin van elkaar leren?
Ten derde. Het belang van leiderschap. Politieke leiders en voorlieden van
maatschappelijke organisaties moeten weten wat er leeft in de samenleving.
Maar leiderschap is meer dan je oor laten hangen naar de stem van de straat.
Het gaat ook om het nemen van eigen verantwoordelijkheid en een eigen,
geinspireerd verhaal durven neerzetten.
Bij het aangaan van deze uitdagingen kan een organisatie als BBO een eigen
rol spelen. De overheid kan een dialoog tussen culturen bevorderen. Maar de
rol van civil society is in dit opzicht nog belangrijker. Zowel nationaal
als internationaal moet het gesprek over de universaliteit van de
mensenrechten worden gevoerd: niet alleen tussen overheden, maar juist ook
tussen godsdienstige en andere non-gouvernementele organisaties. En ook bij
uitleg over het ontwikkelingsbeleid is de civil society een van de bruggen
tussen de overheid en de maatschappij.
Levensbeschouwing en ethiek in het buitenlands beleid: het is geen droom,
maar realiteit. Een realiteit die het waard is om samen overeind te houden
en te versterken!
===