Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ongeoorloofde symptoomreclame

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2318812

10 oktober 2002

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over ongeoorloofde symptoomreclame (2020300140).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. Eduard J. Bomhoff

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over ongeoorloofde symptoomreclame (2020300140).

---
Vraag 1.
Wat is uw mening over de `voorlichtingscampagne' in `Kinderen' en `Ouders van nu' over me- ningitis en een nieuw vaccin door de Nederlandse Meningitis Stichting betaald met sponsor- geld van Wyeth? 1)
Antwoord
In zijn algemeenheid vind ik voorlichtingscampagnes gesponsord door de farmaceutische in- dustrie niet ongewenst. Het spreekt voor zich dat dergelijke campagnes niet in strijd mogen zijn met het in het Reclamebesluit geneesmiddelen neergelegde verbod op publieksreclame voor receptplichtige geneesmiddelen. Ik heb echter onvoldoende gegevens tot mijn beschik- king die de conclusie rechtvaardigen dat hiervan sprake is in dit concrete geval.

Vraag 2.
Klopt het dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg deze campagne eerder beoordeelde als ongeoorloofde symptoomreclame?
Vraag 3.
Is deze zaak nog bij de Inspectie in behandeling? Zo neen, waarom niet? Antwoord
Nee. Deze campagne is vooralsnog niet door de Inspectie onderzocht. Momenteel loopt er een hoger beroep tegen een soortgelijke zaak als de in de vraag aangehaalde ("de schimmelnagel- campagne"). Alvorens te beslissen tot onderzoek naar de door u aangehaalde "voorlichtings- campagne" wil ik de uitkomst van dit hoger beroep afwachten. Vraag 4.
Hoeveel en welke zaken inzake reclame- en marketingpraktijken van de farmaceutische in- dustrie zijn momenteel bij de inspectie in behandeling? Vraag 5.
Hoeveel zaken zijn er vanaf 1 januari 2002 per maand aangemeld, hoeveel zaken daarvan zijn in behandeling genomen en om welke reden zijn zaken eventueel niet in behandeling geno- men?
Antwoord
Hieronder staan per maand het aantal aangemelde zaken vanaf 1 januari 2002. Januari 14
Februari 12
Maart 13
April 10

2

Mei 6
Juni 9
Juli 4
In het interpellatiedebat van 25 september jl. heb ik u toegezegd binnen enkele weken infor- matie te sturen over de werkzaamheden van de afdeling reclametoezicht voor en sinds het moment dat overeenstemming werd bereikt met de Stichting CGR. Ik zal u daarbij aangeven hoe de openstaande zaken en nieuwe zaken in het kader van zelfregulering en tweedelijns toezicht zullen worden afgehandeld. Hiervoor zal overleg plaatsvinden met de Stichting Code Geneesmiddelenreclame en het Openbaar Ministerie.
Vraag 6.
Bent u van mening dat om zinnig en zuinig voorschrijven te bevorderen zelfregulering absoluut onvoldoende is en dat hier een actieve rol voor de inspectie en verscherping van wettelijke re- gels noodzakelijk zijn?
Antwoord
Zoals ik tijdens bovengenoemd interpellatiedebat heb aangegeven, deel ik deze mening niet. Indien zelfregulering effectief blijkt te zijn kan verscherping van de wettelijke regels achter- wege blijven. Overigens doet zelfregulering niets af aan de huidige wetgeving en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden van de Inspectie. Vraag 7.
Kunnen deze vragen met spoed en wel binnen een week beantwoord worden? Antwoord
In verband met de verwerking van de uitkomsten van het interpellatiedebat van 25 september jl. is de beantwoording enigszins verlaat.

---
1) Adformatie, 29 augustus jl.