Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de vaste kamercommissie voor Financiën

Postbus 20 018

2500 EA DEN HAAG

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

10 oktober WDB 2002-645 U 2002

Onderwerp

Co-ouders

In de procedurevergadering van 4 september jl. heeft de vaste commissie voor Financiën de notitie Co-ouders en Fiscaliteit besproken (brief van mijn ambtsvoorganger van 11 juli 2002 (TK-nr. fin0200358). Zij heeft verzocht tijdig voor de behandeling van het Belastingplan 2003 aan uw Kamer de beleidsvoorstellen van de regering over deze notitie toe te sturen. In het kader daarvan bericht ik u op dit punt niet te komen met een beleidsvoorstel. De door mijn ambtsvoorganger geschetste oplossing voor de in de hierboven bedoelde notitie beschreven problematiek past niet binnen de uitgangspunten voor het beleid van dit kabinet. Deze uitgangspunten zijn een scherpere prioriteitsstelling en een efficiëntere en effectievere werking van het fiscale stelsel. De oplossing die mijn ambtsvoorganger schetste, behelst de invoering van een mogelijkheid de kindgerelateerde heffingskortingen te verdelen tussen co-ouders op basis van een nieuw in te voeren zogenoemde co-ouderverklaring. Ik wijs er in de eerste plaats op dat dit hele systeem wordt opgezet voor een gering aantal gevallen. Men kan ook reeds nu de aan een van de partners toegekende heffingskortingen zelf onderling verdelen. Bij het in de fiscaliteit regelen van deze verdeling via de hiervoor genoemde co-ouderverklaring zullen de uitvoeringslasten van de Belastingdienst fors stijgen, omdat de Belastingdienst niet meer zou kunnen afgaan op de inschrijving in het bevolkingsregister. Verder stijgen ook de administratieve lasten voor de burgers, omdat co-ouders een gezamenlijke verklaring moeten invullen en ondertekenen.

Daarnaast biedt ook het budgettaire kader momenteel geen ruimte. De geschetste oplossing kost namelijk ¤ 3 miljoen.

De Staatssecretaris van Financiën,

Drs. S.R.A. van Eijck