Partij van de Arbeid

Den Haag, 10 oktober 2002

Vragen van het lid Netelenbos (PvdA) aan de minister van Economische Zaken


1. Bent u bekend met de berichtgeving rondom de verspreiding van spam?
2. Is het juist dat GSM-bezitters veelvuldig ongevraagd berichten krijgen toegstuurd? Zijn hier cijfers van bekend? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het?

3. Zijn er cijfers bekend omtrent het aantal berichten dat ongevraagd wordt toegestuurd per e-mail? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het?
4. Is het juist dat de handel in adressen en 06-nummers in beginsel toegestaan is? Worden de GSM-nummers in de verhandelde databases op legale wijze verzameld? Hoe verhoudt het één en ander zich tot de privacy-wetgeving?

5. Volgens het College Bescherming Persoonsgegevens moet de ontvanger van spam in staat zijn zich kosteloos af te melden. Beantwoordt dit aan de situatie in de praktijk? Welke instantie is belast met de taak om deze bepaling te handhaven, hoeveel formatieplaatsen staan daarvoor ter beschikking, en welke sanctie staat er op niet-naleving van de wet?
6. Is het juist dat, als er niets gebeurt, in 2006 elke dag 1500 spamberichten per e-mailadres te verwachten zijn? Kunt u nader ingaan op de in het artikel genoemde bevindingen van het onderzoeksbureau?
7. Kunt u nader ingaan op maatregelen vanuit de Europese Unie m.b.t. de bovengenoemde problematiek, en de wijze waarop deze geïmplementeerd zullen moeten worden? Is deze aanpak in uw ogen toereikend? Zo nee, bent u bereid wetgeving voor te bereiden en aan de Kamer voor te leggen, teneinde deze problematiek effectief te lijf te gaan?