Bijdrage Leen van Dijke: Puinruimen en opnieuw beginnen Woensdag 16 Oktober 2002 - 15:39
Voorzitter, ik hecht er aan om aan het begin van mijn bijdrage de premier bij te vallen in zijn teleurstelling over het moment waarop de crisis openbaar moest komen. Zo kort na de uitvaart van Prins Claus hadden we dit onze Koningin graag bespaard. Was dit te vermijden geweest? Had dit kunnen worden vermeden?
Voorzitter, de verkiezingsuitslag van mei 2002 was uniek. Eigenlijk was er maar één advies mogelijk: bezie of een kabinet geformeerd kan worden van CDA, LPF en VVD. Ook ons advies had die strekking. Het was in zekere zin een onvermijdelijk experiment. Dat is nu mislukt. Misschien was het daartoe wel gedoemd.
De formatie-onderhandelingen die volgden, maakten inderdaad een kabinet van die samenstelling mogelijk en het doorstond zowel het debat over de regeringsverklaring als de algemene politieke beschouwingen. Dit ondanks het feit dat van meet af aan sprake was van hinderlijk gedoe en instabiliteit binnen de LPF.
Het strekt de premier ons inziens dan ook tot eer dat hij zijn volle
inzet aan het welslagen van dit kabinet heeft gegeven. Misschien en
dat zeg ik ook een beetje met de wijsheid van de terugblik is het
zelfs zo dat de premier zelfs nog te lang, haast tegen beter weten in,
zijn kabinet overeind heeft proberen te houden. Je zou je bijvoorbeeld
af kunnen vragen, of de premier niet hard had moeten optreden bij de
eerste signalen dat de voortdurende instabiliteit binnen de LPF als
partij en de LPF als fractie, ook het LPF-smaldeel in het kabinet
bereikte. Met andere woorden het gedoe tussen minister Heinsbroek en
minister Bomhof over het politiek leiderschap van de LPF en alle
verdere onmin die daaruit is voortgevloeid. Onmin waarin ik mij maar
liever niet verder wil verdiepen. Ik vraag de minister-president of
hij op zijn optreden in en buiten het kabinet, met name zijn optreden
in de laatste weken, nog eens wil ingaan.
Voorzitter, inmiddels is het kabinet niet gevallen over een politieke
verschil van mening, maar over een haast onbenoembaar persoonlijk
conflict van botsende egos. Ook dit feit kunnen we op dit moment
slechts vaststellen. Het is triest het te moeten constateren, maar het
is niet anders.
Wel wil ik op dit punt de vraag stellen op welk moment de
minister-president zelf de ring in de handdoek heeft gegooid. Moeten
we naar aanleiding van de verklaring constateren dat met het
afgedwongen vertrek van de minister van EZ en VWS de
minister-president geloofde dat het kabinet nog voort kon gaan in
gewijzigde samenstelling? Maar dat het opzeggen van het vertrouwen
door Zalm en Verhagen was dat hem bracht tot de gang naar de koningin.
Voorzitter, over die politiek moet het in dit huis natuurlijk wel
gaan. Daarover kruisen we graag de degens met dit kabinet of welk
kabinet dan ook.
Dit kabinet hebben we open tegemoet getreden. Het voorgestelde beleid
bood ons hoop, sprak ons aan op onderdelen. Ik doel op de initiatieven
om een reveil te bewerkstelligen met betrekking tot het waardenbesef
en het naleven van normen in de samenleving. Het gezinsbeleid
waardeerde onze fractie ook positief.
Anderzijds stelde het kabinet ons op sociaal terrein en het
werkgelegenheidsbeleid dat voorzag in het schrappen van banen waarvan
juist de zwakkeren op de arbeidsmarkt van profiteren. Evenzo liet het
beheer van de schepping heel veel te wensen over. Het
vreemdelingenbeleid was te eenzijdig in zijn uitwerking.
Maar laat het politieke debat dan maar weer over die themas gaan!
Wat ons betreft is nu het woord aan de kiezer. Op de politiek rust de
zware verantwoordelijkheid om de schade die is aangebracht te
herstellen.
Het is puinruimen, en opnieuw beginnen.
---