VSNU



Persbericht Academia en HBO-journaal
Datum: 14 oktober 2002

Financiële situatie hogescholen en universiteiten onheilspellend
Zowel hogescholen als universiteiten hebben nauwelijks geld om te investeren in de toekomst. Dat blijkt uit een analyse van de jaarrekeningen over 2001 van de hoger onderwijsinstellingen in een gezamenlijk katern van HBO-Journaal en Academia, dat op 17 oktober uitkomt. De uitgangspositie van beide sectoren is verschillend: de universiteiten staan voor grote investeringen in de huisvesting, terwijl hogescholen die uitgaven al grotendeels achter de rug hebben. Daarom is de vermogenspositie van de hogescholen een stuk zwakker dan die van de universiteiten. Maar wanneer de universiteiten hun bouwplannen uitvoeren, kan hun vermogenspositie dalen tot hetzelfde lage niveau als dat van de hogescholen.

De exploitatiecijfers van de universiteiten zijn onheilspellend. Universiteiten zouden geld opzij moeten zetten om bij investeringen in nieuwe gebouwen niet helemaal afhankelijk te worden van dure leningen. Maar daarin zijn in 2001 slechts weinig instellingen geslaagd: maar liefst zes van de veertien sloten het jaar af met rode cijfers. Ter vergelijking: in 1998 en 1999 stond er maar één universiteit in de rode cijfers en in 2000 waren het er vier. De veertien samen slaagden er niet in quitte te spelen: ze kwamen 1,4 miljoen euro te kort. Ook die cijfers passen in een dreigende reeks. In 1998 hielden de veertien universiteiten samen nog 111 miljoen euro over. Een jaar later was dat 71 miljoen, in 2000 48 miljoen en in 2001 was het resultaat dus negatief. De rentabiliteit (de verhouding tussen de resultaten en het totale bedrag dat de universiteiten tot hun beschikking hebben) laat ook een neerwaartse ontwikkeling zien. In 1998 was die voor alle universiteiten gemiddeld 3,2 procent, het jaar daarop 1,8 procent en in 2000 1,2 procent. In 2001 is dat percentage gedaald tot nul.

Hogescholen
Vier jaar geleden belandde de helft van de hogescholen in de rode cijfers en dreigde voor zes instellingen een faillissement. Inmiddels is dat gevaar geweken. Vorig jaar hield de overgrote meerderheid van de hogescholen weer wat geld over om hun uitgeholde reserves aan te vullen. Dat is mede te danken aan de extra miljoenen die het paarse kabinet het hbo toestopte. In 2001 hielden de hogescholen gezamenlijk 55 miljoen euro over, 2,5 procent van de totale inkomsten. In 1998 kwamen de hogescholen samen nog bijna dertien miljoen euro te kort. Acht van de vijftig hogescholen sloten het boekjaar 2001 af met een tekort; het jaar ervoor waren dat er nog twaalf, in 1999 vijftien en in 1998 zelfs 29. Dankzij de positieve resultaten is ook de vermogenspositie verbeterd. De gemiddelde rentabiliteit laat een opwaartse lijn zien: in 1998 was die nog min 0,7, in 1999 1, in 2000 2,3 en in 2001 2,5.



VSNU