Gemeente Den Helder

15-10-2002
Verordening Speelautomaten 2002
Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Den Helder op 2 oktober 2002 de Verordening Speelautomaten 2002 heeft vastgesteld en de Verordening Speelautomaten 1993 heeft ingetrokken. Het besluit ligt ter inzage bij het Centraal Informatiepunt op de begane grond in het stadhuis.
In 1993 heeft de gemeenteraad van Den Helder de Verordening Speelautomaten 1993 vastgesteld.Hierdoor mochten het ondernemers maximaal twee speelautomaten (behendigheids- of kansspelautomaten) in hoogdrempelige inrichtingen plaatsen en maximaal twee behendigheidsautomaten in laagdrempelige inrichtingen. Een laagdrempelige inrichting is een inrichting die het publiek niet in eerste instantie bezoekt voor het nuttigen van alcoholhoudende drank, maar voor andere doeleinden zoals recreatie, sport e.d. Voorbeelden daarvan zijn een buurthuis, sporthal, snackbar of bowlingcentrum. Hoogdrempelige inrichtingen zijn met name de cafés en de restaurants. In 1993 gold een grote gemeentelijke beleidsvrijheid, dat wil zeggen dat iedere gemeente zijn eigen regels voor het plaatsen van speelautomaten kon hanteren. In 2000 is deze beleidsvrijheid beperkt, vanwege de wijziging van de Wet op de kansspelen (Wok). De Wok regelt nu dat alleen in een hoogdrempelige inrichting maximaal twee speelautomaten mogen staan (zowel behendigheids- als kansspelautomaten). In laagdrempelige inrichtingen mogen alleen behendigheidsautomaten staan. Het enige dat gemeenten nog zelf moeten regelen is de maximum hoeveelheid behendigheidsautomaten per laagdrempelige inrichting. Deze is met de vaststelling van de Verordening Speelautomaten 2002 op twee gesteld. Het voorgaande betekent dat er voor de gemeente Den Helder inhoudelijk weinig is veranderd.

Het college heeft, bij besluit van 10 september 2002, nr. 08/r895, vastgesteld dat over het bovenstaande raadsbesluit in beginsel een raadgevend correctief referendum kan worden gehouden op basis van de Tijdelijke referendumwet.
U kunt binnen zes weken na publicatie tegen het besluit van het college over de referendabiliteit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
U kunt als kiesgerechtigde voor de gemeenteraadsverkiezing binnen drie weken na publicatie van dit besluit, een verzoek tot het houden van een gemeentelijk referendum indienen bij de afdeling Algemene Zaken op de tweede verdieping in het stadhuis. Het verzoek voor het houden van een referendum moet u persoonlijk in het stadhuis indienen. Het inleidend verzoek moet worden ondersteund door 0,5 procent van de kiesgerechtigden, maar niet meer dan 300.

« terug