Gemeente Leiden

Jacques de Coo, LWG/DG

'Mensen consumeren zich gek'

Jacques de Coo 'Denk mondiaal, handel lokaal.' Dat is het motto van LWG/DeGroenen en daarmee ook van Jacques de Coo (60). Hij was erbij toen in 1985 de partij werd opgericht en heeft er sindsdien al heel wat jaren in de Leidse gemeentepolitiek op zitten. Als eenmansfractie maakt hij zich sterk voor een stad met meer groenvoorzieningen en een betere leefomgeving. 'In Leiden is zo langzamerhand een onleefbare situatie ontstaan.'

Het verontrust hem dat mensen steeds meer willen. 'Dat komt door het economische marktdenken, het moet allemaal meer, groter en beter. Mensen consumeren zich gek. Als het aan mij lag mocht het allemaal wel wat minder. Deze tendens is niet iets van de laatste tijd maar heeft zich eigenlijk al enkele decennia geleden ingezet. Dat was voor mij een belangrijke reden om samen met enkele anderen de partij LWG/DG op te richten. We vonden dat Leiden onvoldoende oog had voor de leefbaarheid in de stad.'

Veel is er al verbeterd, maar nog altijd is Leiden volgens Jacques niet die ideale stad die de partij voor ogen heeft. 'Zo wil ik me graag meer inzetten voor het welbevinden van de burger, zowel in de stad als daarbuiten. We hebben in de ons omringende gebieden veel boeren zitten, die we meer bij de stad zouden kunnen betrekken. Een stap in de goede richting is al gezet. De biologische boerenmarkt die eerst weggestopt was op de maandag is nu verplaatst naar de woensdag, wanneer de reguliere markt er staat. Wat me nu zorgen baart zijn de duizend kapvergunningen die de gemeente onlangs heeft afgegeven. Dat waren er eerst vijfhonderd maar vanwege bezuinigingen is het aantal dus nu verdubbeld. Dan is de gemeente minder kwijt aan onderhoudskosten. We gaan de komende tijd proberen het aantal kapvergunningen aanzienlijk terug te brengen.'

Als lid van de commissie voor de rekeningen bekijkt hij of de gemeente de uitgaven kan verantwoorden. Het lezen van de stukken hiervoor kost de nodige tijd. 'Maar gelukkig krijg ik het binnenkort iets rustiger want ik ga met de VUT. Ik heb een baan bij het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel in Den Haag. Het is een onafhankelijke stichting die de arbeidsvoorwaarden voor overheidswerkgevers en vakbonden regelt. Dat kunnen banen in de welzijnssector zijn maar ook openbare bibliotheken horen daarbij. Ik heb er de afgelopen tien jaar met plezier gewerkt, maar nu wil ik me helemaal richten op het raadswerk. Bovendien heb ik een eigen drukkerij. Het is er één van het ambachtelijke soort, met losse lettertjes en een mechanische drukpers. Daar breng ik ook heel wat uurtjes door.'