Actueel
Veiligheidsprogramma voor rechtspraak onuitvoerbaar
Bron: Raad voor de rechtspraak 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 24-10-2002
Den Haag, 17 oktober 2002
De Raad voor de rechtspraak plaatst serieuze kanttekeningen bij de
haalbaarheid van de nota `Naar een veiliger samenleving', die vandaag
door het kabinet wordt gepresenteerd. Tegenover de verwachte toename
van het aantal strafzaken staan slechts geringe financiële middelen.
Deze zijn volstrekt onvoldoende om de extra zaken door de rechtspraak
af te laten doen.
In het veiligheidsprogramma wordt sterk de nadruk gelegd op de
repressieve aanpak van de criminaliteit. Dit zal leiden tot zwaardere
belasting van de strafrechtketen en daarmee van de rechtspraak. De
komende jaren zullen gerechten tienduizenden zaken extra te verwerken
krijgen. De Raad voor de rechtspraak heeft de minister herhaaldelijk
laten weten dat de rechtspraak te kampen heeft met grote achterstanden
en dat extra investeringen noodzakelijk zijn ten behoeve van
capaciteitsuitbreiding. Aangezien deze ook in de nota `Naar een
veiliger samenleving' uitblijven, ziet de Raad de uitvoering van het
veiligheidsprogramma spaak lopen.
De nota gaat er van uit dat er in de strafrechtketen nog een winst te
behalen is door het verbeteren van de efficiency van 5%. De Raad is
het er mee eens dat er telkens opnieuw gekeken moet worden naar
methoden om de doelmatigheid te bevorderen. De Raad gaat in de eigen
begroting ook uit van een efficiencyverbetering van 1% per jaar, met
name door toepassing van ICT. De achterstanden zijn echter op dit
moment van dien aard dat doelmatigheidsvergroting niet kan leiden tot
het afdoen van de te verwachte nieuwe instroom van zaken.
Om de rechtspraak te ontlasten, stelt het kabinet voor om de
bevoegdheden van het Openbaar Ministerie uit te breiden en zaken
buiten de rechter om te doen. De Raad waarschuwt voor al te
optimistische verwachtingen van deze maatregel. Buitengerechtelijke
afdoening door het OM zal beperkt blijven tot relatief `lichte' zaken.
Gezien de terreinen waarop het criminaliteitsbeleid zich zal richten,
zullen er in de praktijk veel meer `zware' zaken bij de rechter worden
aangebracht. Deze komen niet in aanmerking voor afdoening door het OM
en leggen bovendien een aanzienlijk groter (tienvoudig) beslag op de
capaciteit van de strafkamers. Bovendien stelt de Raad dat een
mogelijke verruiming van de bevoegdheden van het OM, gelet op de
rechtsbescherming van de burger, onderwerp zal moeten zijn van een
breed maatschappelijk debat om de grenzen van dit beleid nader vast te
stellen.
Noot voor de redactie