Politie Hollands Midden
atie
Telefoon (071) 5459800
Fax (071) 5459326 Bezoekadres Elisabethhof 3
2353 EW Leiderdorp
Afdeling Bureau Communicatie
Behandeld door Jaap Nelemans
Doorkiesnummer (071) 5459800
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Datum 15 oktober 2002
Onderwerp herinnering
Bijlagen div



aan hoofdredacteuren en
chefs nieuwsredacties







Geachte mevrouw, meneer,

Met deze brief herinner ik u eraan dat u donderdag 17 oktober aanstaande in de gelegenheid wordt gesteld tijdens een persconferentie kennis te maken met de vrijdag 11 oktober geïnstalleerde directeur politie c.q. plaatsvervangend korpschef van Politie Hollands Midden,
de heer J.J.M. Stikvoort.
Tevens zal de korpsleiding van Politie Hollands Midden in deze conferentie reageren op het nieuwe veiligheidsplan van de overheid.

Deze persconferentie vindt plaats in Delftzaal van het Holiday Inn in Leiden
Ik stel u het volgende programma voor:

16:00 uur ontvangst
16:10 welkom door dhr. H.P. Vos, chef Bureau Communicatie
16:15 voorstellen van dhr. J.J.M. Stikvoort aan de pers door de korpschef van Politie Hollands Midden, dhr.M.A. Straver
16:20 Dhr. J.J.M. Stikvoort introduceert zich
16:30 reactie op veiligheidsplannen van de overheid
16:40 gelegenheid tot het stellen van vragen
16:50 gelegenheid tot het maken van geluid- en/of beeldopnamen
Bij deze brief ontvangt u de toespraken die dhr. M.A. Straver en dhr. J.J.M. Stikvoort ter gelegenheid van de installatie uitspraken op vrijdag 11 oktober in Museum Naturalis te Leiden.
Ook het curriculum vitae van dhr. Stikvoort is ter informatie bijgesloten.

Met vriendelijke groet,


H.P. Vos
Chef Bureau Communicatie
Curriculum Vitae











Personalia
Naam: Johannes Julianus Maria (Jan) Stikvoort
Geboorteplaats en -datum: Leiden, 19 november 1954
Burgerlijke stand: Gehuwd


Opleidingen
Voortgezet onderwijs
MAVO Lucas College te Voorschoten (diploma 1972)
HAVO Lucas College te Voorschoten (diploma 1974)

Beroepsonderwijs
Nederlandse Politie Academie te Apeldoorn (diploma 1978)

Wetenschappelijk onderwijs
Doctoraal Politicologie, Bestuurskunde
Universiteit van Amsterdam (diploma 1988)
Master of Public Management, Universiteit Twente (diploma 1997)

Applicaties
Diverse applicaties tactisch- en strategisch management
studiecentrum Nederlandse politie te Warnsveld (1978-1985)

Applicatie Financieel management en marketing
School voor hoger economisch onderwijs (HEAO) te Breda (1994)
Cursus General Control, bedrijfscursus VB Accountants (1994)
Leergang Administratief- en Sociaal Verzekeringsrecht,
management bedrijfscursus Gemeenschappelijk
Administratiekantoor (GAK) te Amsterdam (1986-1987)

(Pilot) Auditor opleiding Kwaliteit,
Nederlands Instituut voor Kwaliteit (NIK) (1995)


Functies
Gemeentepolitie Haarlem: Diverse functies w.o.:
Algemene Surveillance (1979-1981)
Algemene Recherche (1981-1986)



Gemeenschappelijk Administratie- Senior beleidsmedewerker tevens
kantoor (GAK) Amsterdam landelijk coördinator fraudezaken (1986-1990)

Functie richtte zich enerzijds op advisering en beleidsondersteuning aan zowel hoofddirectie en lokaal management anderzijds op inhoudelijk leidinggeven aan landelijk gedeconcentreerde- en gedecentraliseerde opsporingsambtenaren. Kenmerkend voor deze functie was het functioneren op de snijvlakken van ambtelijke bureaucratie, bestuurlijke zeggenschap en politiek speelveld.



Gemeentepolitie Breda Hoofd beleidsontwikkeling (1990-1992)
Commissaris van politie Hoofd Uitvoerende Dienst (1992-1993)
Plaatsvervangend korpschef (1990-1993)



Politieregio Midden- en West Brabant Districtschef Breda e.o (1993-1996)
Commissaris van politie


Stichting In-pact ter Houten: Directeur (1996-2000)

In-pact is een adviesbureau op het terrein van innovatie en informatievoorziening en werkt in principe alleen voor politie en politie gelieerde organisaties. Circa 30 hoogwaardige consultants zijn voor deze stichting werkzaam.


ICT korps/ Functionele ICT organisatie
Nederlandse politie Directeur (2000-2001)

Deze organisatie is in 2000 opgericht door de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, de Korpsbeheerders en de Raad van Hoofdcommissarissen gezamenlijk. Het gezag over het functioneren van deze organisatie is belegd bij een zogenaamde Regieraad onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. Doelstelling was/ is concipiëren landelijk ICT beleid ( operationeel, tactisch en strategisch) en vervolgens daaraan uitvoering geven. Deze organisatie functioneert hiërarchisch los van de korpsorganisaties maar dient wel binnen de regelgeving van de Politiewet te blijven. In 2001 is een totaal ICT plan (bestek) opgeleverd en met enkele amendementen geaccordeerd.


Ministerie van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties Adviseur (2001-heden)

Thans verbonden aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als adviseur. Momenteel actief in het kader van het rapport van de Commissie van Rijn ( arbeidsmarktbeleid bij de overheid ) en betrokken bij de integratie van de Inspecties Politie en Brandweer.


Relevante nevenactiviteiten
Lid dienstcommissie gemeentepolitie Breda (1981-1986)
Lid gemeentelijke ambtelijke werkgroep "Veel voorkomende
criminaliteit, Haarlem" (1985-1986)
Lid diverse ressortelijke- en landelijke werkgroepen met betrekking
tot fraude, verdovende middelen, vuurwapens en autodiefstallen (1981-1989)
Lid stuurgroep Opleiding Bijzondere Opsporingsambtenaren, DIVOSA (1986-1990)
Diverse werkgroepen politieregio Midden- en West Brabant i.o.,
· Regionaal projectleider Regionaal Informatieplan
· Regionaal projectleider Beleid- en Sturingscyclus (1991-1993)

Lid Algemeen managementteam gemeente Breda (1990-1996)
Lid Adviesraad VVV gewest Breda (1991-1996)
Voorzitter Jazz Festival Breda (1997-1999)
Lid 'Ondernemersgroep Breda', i.h.k. Breda 750 jaar. (1997-1999)
Bestuurslid "Koetshuis", Maatschappelijke crisisopvang Breda (1995-2000)
Columnist Omroep Brabant (1999-2000)
Directeur a.i. 'Steunfonds Maatschappelijke Opvang i.o.' (1999-2000)

Bijdrage symposia
Congres Teampolicing, Erasmus universiteit Rotterdam
(wijkteamconcept en recherchefunctie) (1985)
Congres Kwaliteit Nederlandse Politie, Ede Workshop 'Leiderschap' (1995)
Kwaliteitsdagen Ministerie van Justitie, Dienst Gevangeniswezen,
Workshop 'Zelfevaluatie en verbeterplannen' (1995)
Kwaliteitsdagen Nederlandse Politie, Amsterdam
Workshop 'Zelfevaluatie en innovatie-vermogen' (1996)
Veranderingsmanagement, TELEAC/NOT televisie (1996)
Klankbordgroep ACE /Rijnconsult t.b.v de Londen Metropolitan police (1998)

Hobby's
Lezen, sport, muziek en reizen.



Toespraak Jan Stikvoort bij installatie
Omdat ik de afgelopen weken uitgebreid in dit korps ben geïntroduceerd heb ik inmiddels kunnen ervaren dat ontwikkelingen bij de politie absoluut niet hebben stilgestaan. In tegendeel. Natuurlijk, heb ik de laatste jaren de nodige veranderingen ook wel gezien, maar vanuit een heel andere context. En de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat dat toch een hele confrontatie is. In een regiokorps word je in de praktijk geconfronteerd met besluitvorming die vaak elders heeft plaatsgevonden. Daar zie je dan ook met name het verschil tussen beleid en uitvoering.

Toch wil ik het daar vandaag niet over hebben. Ik wil in de 10 minuten die mij gegeven zijn bij een tweetal zaken kort stilstaan. Items die tijdens mijn introductie in Hollands Midden vaak onderwerp van gesprek waren. Het gaat dan om: de recherchefunctie en leiderschap.
Overigens een introductie waarvoor ik vanaf deze plaats, nogmaals, een ieder wil bedanken voor de hartelijke en vooral open ontvangst die ik, werkelijk overal, in het korps heb ervaren.
En Ries, hoe moeizaam dingen soms gaan of.... Lijken te gaan: Hollands Midden is een goed korps waar veel gebeurt en waar medewerkers op een positieve wijze met het politievak bezig zijn. Wat mij met name opviel was: het aanwezige bewustzijn van medewerkers op hun positie als politiefunctionaris in de samenleving van vandaag.
Breed in de organisatie staan vragen centraal als:
Wat voor politie willen en moeten wij eigenlijk zijn?
Wat moet onze bijdrage zijn?
Hoe voeren wij onze taken uit?
Welke middelen gebruiken wij? Etc.
In feite legitimiteits- en zingevingvraagstukken. En ja, het gaat bij hen niet alleen om wat men doet maar ook hoe het gedaan wordt!!
Eigenlijk is dat op voorhand een ongelooflijk belangrijke constatering, en dat voelt goed aan.
Politie wordt geconfronteerd met een omgeving die complex is en meestal tegenstrijdige belangen kent. Veel vragen, wensen en eisen komen op ons af.
De verwachtingen daarbij, vaak hoog gespannen.
Ik ben van mening dat alleen een open, transparante en vooral professionele politieorganisatie in staat is met deze vragen, deze eisen, effectief om te gaan waarbij twee aspecten cruciaal zijn, namelijk: vakmanschap en communicatie. Juist in de actuele situatie leidt slechte, liever gezegd onverantwoorde communicatie - met name door sommige politici en sommige media - tot vervreemding..........en vervreemding leidt tot ongenoegen!! En om het nog maar duidelijker te stellen: vervreemding bedreigt uiteindelijk de rechtstaat.
Het vakmanschap brengt mij bij de recherchefunctie.
Politiezorg wordt meer en meer beoordeeld op basis van effectiviteit, concrete resultaten; en dat maakt het gebiedsgebonden werk actueler dan ooit.
De regiopolitie Hollands Midden heeft m.i. zeer terecht gekozen voor het concept van gebiedsgebonden werk. Aan deze keuze ligt heel nadrukkelijk het adagium ten grondslag: "Voorkomen is veel beter dan genezen ".
· een betekenisvolle positie in de samenleving verwerven betekent deel uitmaken van die samenleving;
· kennen en gekend worden als basis van professioneel functioneren;
· betrokkenheid van medewerkers op hun omgeving;
· geconfronteerd worden met de consequenties van het eigen handelen;
leiden tot resultaatgericht, effectief handelen.
En zoals ik stelde: het behalen van duidelijke resultaten bevordert legitimiteit.
Omgevingsontwikkelingen maken gebiedsgebonden werk wel een dynamisch concept en is als zodanig dus ook aan voortdurende veranderingen onderhevig.
In het uitgangspunt van Hollands Midden: "Vriendelijk als het kan, streng als het moet " is impliciet dat dynamische verwoord. Dit uitgangspunt staat niet alleen voor politiewerk gericht op: maatschappelijk beheer, handhaving en toezicht traditionele uniformtaken- maar dicht ook de justitiële taak repressieve aanpak- een dominantere plaats toe. En zo moet het ook. Strafrechtelijke handhaving, repressie als onderdeel van de politietaak, mits strategisch ingezet, is een van de belangrijke pijlers waarop politiewerk is gefundeerd. Ik pleit er dan ook nadrukkelijk voor die prominentere positie in het gebiedsgebonden werk verder te integreren en vooral te professionaliseren.
Gaat dit dan ten koste van de basisteams, de generale taakstelling?
Nee, in tegendeel. Recherchewerk kan niet zonder basispolitiezorg maar omgekeerd: basispolitiezorg kan niet zonder recherchewerk. Zoals ik stelde: de justitiële taak is een politietaak; die wel meer strategisch en in samenhang zou kunnen worden ingezet. Gerelateerd aan beoogde korpsresultaten. Dat vraagt om organisatorische inbedding. Niet vanuit een typisch technologische benadering maar vanuit de vraagkant, vanuit onze omgeving. En nogmaals: in samenhang.
Ik ben dan ook van mening dat op de kwaliteit van het rechercheproces en in het vakmanschap nog meer moet worden geïnvesteerd. Ik denk dan onder andere aan meer en gerichter aandacht tijdens basisopleidingen en grotere investeringen in kennis en ervaring van basisteammedewerkers ´on the job.
Op districtelijk niveau moet een groot deel van de operationeel justitiële taak afgedekt worden waarbij kwaliteit en kwantiteit slagvaardig moeten kunnen worden georganiseerd. Het is aan het leidinggevend niveau de justitiële taak beleidsmatig in te bedden: "Vriendelijk als het kan, streng als het moet ".
Voor wat betreft de Korpsrecherche zou ik streven naar een hoogwaardig, innovatief organisatieonderdeel. Een korpsrecherche die zeer geïntegreerd opereert, dus in wisselwerking met de basispolitiezorg en passend in het korpsbeleid.
Maar daarnaast vragen externe, criminele ontwikkelingen ook om een innovatieve, slagvaardige rechercheorganisatie. Ontwikkelingen waarvan ik vind dat er pro-actief op ingespeeld kan en moet worden.
Kortom: wanneer wij in staat zijn de recherchefunctie nog meer te professionaliseren en effectiever te positioneren zal dat een belangrijke bijdrage leveren aan veiligheid.
Want ook al ben je het met de korpschef van Groningen eens wanneer hij stelt dat het niet zo hoeft te zijn dat wanneer er meer criminelen worden aangehouden de samenleving veiliger wordt, is mijn stelling: ' criminaliteit is als gras. Het groeit constant en moet dus op z'n minst zeer regelmatig gemaaid worden'.
Kortom ik sta zeker niet voor meer repressie; .........wel voor een recherchefunctie die enerzijds een volwaardige, geïntegreerde plaats in de generale politiezorg en het gebiedsgebonden werken heeft en gelijktijdig een echt specialisme representeert. Met name als het gaat om specifieke onderzoeken en met betrekking tot innovatie.
Het tweede item: Een enkele opmerking over leiderschap.
Hollands Midden is op koers gezet. Missie, visie en een aantal belangrijke strategische keuzes zijn gemaakt. Bovendien heeft Hollands Midden inmiddels een grote organisatieverandering achter de rug: schaalvergroting door het aantal districten van 8 naar 4 terug te brengen wat heeft geleid tot aanmerkelijk meer blauw op straat.
Keuzes waar ik volledig achter sta en in geloof. En toch is dit concept, op voorhand, geen garantie voor succes. Tijdens mijn introductie heb ik gemerkt dat veel medewerkers moeite hebben met implementatie van een aantal plannen.
Gebiedsgebonden werken, procesgerichtheid, resultaatverantwoordelijkheid en 'verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie', de beginselen van dit korps, zijn alleen dan realistisch wanneer medewerkers de kennis, houding en vooral de positie hebben die bij deze uitgangspunten horen.
Dus: medewerkers die zelfstandig, professioneel en verantwoord kunnen functioneren. Dit wordt niet met het schrijven van een rapport of een paar nota's geregeld. Maar wel door: maximaal en met voorrang te investeren in leidinggevenden op alle niveaus.
Absolute voorwaarde voor succesvolle implementatie in Hollands Midden is de aanwezigheid van ontwikkelingsgericht leiderschap. Leiderschap dat een beroep doet op 'ondernemerschap' ( maatschappelijk ondernemerschap) van alle korpsleden. En dat is voor leidinggevenden toch moeilijk omdat ontwikkelingsgerichtheid - weliswaar beheerst en gestuurd - loslaten betekent. En in ambtelijke organisaties, zoals bij de overheid - en dus ook politie -, is het nu eenmaal historisch bepaald dat de norm juist: "beheersen" is. Dus een breuk met bestaande cultuur is noodzakelijk. Dit betrekt niet alleen het professioneel kunnen maar meer nog een mentale kwestie.
De keuzes die wij in Hollands Midden hebben gemaakt stellen nieuwe, andere eisen aan leiderschap op alle niveaus, inclusief de korpsleiding. Leiderschap dat niet appelleert aan beheersing, afhankelijkheid en hiërarchie maar aan ontwikkeling, initiatief, creativiteit en vooral autonomie.
Het gaat om resultaatgericht leiderschap waarbij het de taak is om medewerkers, de professionals, en teams hun onderlinge afhankelijkheid te laten vormgeven om zo gezamenlijk resultaten te boeken. Zoals gezegd ben ik van mening dat met voorrang passend leiderschap verder moet worden ontwikkeld om zo het ingezette veranderingsproces voor iedereen succesvol te maken. Als ik aan deze wens een korpsbreed intern motto zou mogen verbinden, zou ik zeggen: " Hollands Midden: van zorg naar support organisatie ".
Ik hoop samen met alle medewerkers, de ondernemingsraad, de andere leden van de korpsleiding en het bevoegd gezag een zinvolle bijdrage aan het verder ontwikkelen en functioneren van het korps Hollands Midden te leveren: "Een politie voor iedereen " waarbij de werkwijze is te karakteriseren als:
" Vriendelijk als het kan, streng als het moet ".
En gehoord de vorige sprekers heb ik daar alle vertrouwen in.

Ik dank U wel.

Toespraak Ries Straver bij installatie Jan Stikvoort

Het is óók een opmerkelijk moment want ik denk dat het maar zelden voorkomt dat dezelfde commissaris twee maal bij een installatie door dezelfde korpschef welkom wordt geheten in een korps.
Toch is dat vandaag het geval. Op 9 april 1990 mocht ik Jan Stikvoort toespreken toen hij door burgemeester Nijpels werd geïnstalleerd als Directeur Bedrijfsvoering in Breda waar ik toentertijd interim-korpschef was en nu mag ik hem welkom heten in Hollands Midden als Directeur Politie bij zijn installatie door onze interim-korpsbeheerder Lemstra.
Wij kennen elkaar dus en uit de schets van de loopbaan van Stikvoort door de korpsbeheerder moge blijken dat Jan en ik elkaar vaker zijn tegengekomen. Begin tachtiger jaren in Haarlem in de periode dat het Haarlemse korps als eerste de omslag naar het gebiedsgebonden werken maakte en ook na Jan's Bredase periode gingen we weer samenwerken toen het bestuur van In-pact waarvan ik voorzitter ben, Jan Stikvoort aantrok als Directeur van In-Pact. Aardig detail; toen als opvolger van Stoffel Heijsman in verband met diens benoeming tot plv. korpschef in Hollands Midden. U ziet het; ook wat dat betreft geldt voor vandaag "L'histoire se répète!"
Die ervaringen uit het verleden met de heer Stikvoort geven mij veel vertrouwen voor de toekomst.
Vertrouwen dat de hechte en vruchtbare samenwerking die de korpsleiding van Hollands Midden heeft gekenmerkt, ook in de nieuwe samenstelling met Henk Meijer, Jan Stikvoort en mijzelf zal worden voortgezet.
Ook heb ik er vertrouwen in dat met Stikvoort de wijze waarop de korpsleiding leiding geeft aan dit korps wordt gecontinueerd; een wijze van leiding geven die zich kenmerkt door sturen op hoofdlijnen en veel ruimte en verantwoordelijkheid biedt aan het decentrale niveau, de districts- en teamchefs om de politiezorg af te stemmen op de specifieke problematiek van de eigen gemeenschap. Dit alles op basis van een heldere richtinggevende koers die we in hechte samenwerking met ons KMT en de OR en goed overleg met ons bevoegd gezag ontwikkelen en vaststellen
Een koers die weer herbevestigd wordt door het komende meerjaren beleidsplan dat als motto meekrijgt "naar een resultaatgericht korps". Gebiedsgebonden werken blijft daarbij vanzelfsprekend uitgangspunt voor werkwijze en organisatie van ons korps maar het werken daaraan gaat een nieuwe fase in.
Het werken aan de structuur en het in positie brengen van de teams hebben we met de beweging van 8 naar 4 districten afgesloten maar om het concept van gebiedsgebonden werken echter optimaal te laten bijdragen tot de resultaten van het korps, zal de komende jaren veel aandacht besteed worden aan de procesoriëntatie; het inzichtelijk maken van de werkprocessen in het korps en wat die processen en processtappen voor produkten en resultaten moeten opleveren.
Onderdeel daarvan is ook het vaststellen van wat wij noemen "het basispakket", de kwalitatieve normering van de meest voorkomende werkzaamheden in de basispolitiezorg, als houvast voor de medewerkers, voor de teamchefs bij de sturing van het werk en voor de bevolking die weet wat zij van haar politie mag verwachten.
We gaan dit doen met veel inbreng van de onze medewerkers in de basisteams zodat hun vakmanschap via "best-practices" hierin wordt vertaald. Wij verwachten dat dit zeer zal bijdragen tot de kwaliteit van onze dienstverlening.
Daarnaast zullen we ook veel aandacht besteden aan capaciteitsmanagement als hulpmiddel om vanuit inzicht in werkaanbod, capaciteit en gewenste resultaten aan lijnchefs en met name de teamchefs - want dat is toch het niveau waar het zwaartepunt in de sturing moet komen te liggen - de tools te geven om met het bevoegde gezag heldere keuzes te maken in het werkaanbod en zèlf beter te kunnen sturen op resultaten en capaciteit.
Ook de verbetering van de opsporing in ons korps aangeduid als Dorehmi - blijft net als in de afgelopen jaren naast gebiedsgebonden werken, een van de strategische thema's. Niet zozeer omdat het Kabinet dat wil maar omdat ons bevoegd gezag en wijzelf als korps diep doordrongen zijn van het besef dat de maatschappelijke onvrede over onveiligheid en criminaliteit om een antwoord vraagt van ons allen bestuur, OM en politie. Voor de politie betekent dit daar de budgettaire vooruitzichten gelet op het kabinetsbeleid vooralsnog zorgelijk zijn en sterktegroei niet te verwachten is, dat we inderdaad vooral moeten inzetten op verbetering van de opsporing.
De kansen om het korps als geheel - van wijkteam tot kernteam - door implementatie van de Abrio-producten en door de invoering van het concept van Informatiegestuurde Opsporing betere resultaten te laten boeken in de aanpak van criminaliteit zullen we gaan benutten. En het effect daarvan zal nog versterkt worden omdat we daarbij ook met ons OM opsporing en vervolging vanuit een gezamenlijke resultaatoriëntatie in de ketenaanpak nog intensiever op elkaar gaan afstemmen.
Dames en heren, werken aan resultaatgerichtheid is een "Leitmotiv" in de koers van ons korps en dat sluit goed aan bij aan bij de landelijke aandacht voor "resultaatafspraken", prestatiefinanciering, efficiencyverbetering.
Maar als we het hebben over de koers van ons korps dan gaat het niet alleen om effectiviteit en efficiency maar ook om legitimiteit als hoogste norm voor het optreden van de politie in een democratische rechtsstaat. Niet alleen is belangrijk wat de politie aan resultaten op het gebied van veiligheid boekt , maar ook hoe ze die bereikt.
Dan gaat het om legitimiteit en dat veronderstelt enerzijds aanvaarding van het politieoptreden door de bevolking en anderzijds - en eigenlijk nog van hogere orde - aanvaardbaarheid van het politiewerk vanuit de optiek van de rechtsbeginselen die aan onze democratische rechtsstaat ten grondslag liggen; mensenrechten, grondrechten, rechtmatigheid, beginselen van behoorlijk bestuur en fair play.
Dat vraagt verbondenheid van de politie, van iedere politiemedewerker met onze democratische rechtsstaat en verbondenheid van de politie, van politiemensen met de samenleving waarin en waarvoor ze werkt en dat is voor het grootste deel van het politiewerk de lokale samenleving, de gemeente het stadsdeel, de wijk.
Het is hier niet de plaats om dat weer uit te werken maar ook vanuit de optiek van legitimiteit is het concept van gebiedsgebonden werken dat zo centraal staat in onze organisatie en werkwijze, essentieel.
Legitimiteit is echter op dit moment in de landelijke discussie over wat is "goede" politiezorg absoluut geen issue omdat het met de vermaatschappelijking die de politie in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt, nu niet echt een probleem is.
Maar dat neemt niet weg dat legitimiteit van de politie geen vanzelfsprekendheid is maar iets wat je moet koesteren en onderhouden al was het alleen maar omdat het niet zozeer op de korte maar zeker wel op de lange termijn, bepalend is voor de vraag in hoeverre de politie kan bijdragen aan het beheersen van orde en veiligheidsproblemen in de samenleving en de sluimerende en soms acute tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen.
Dat vraagt balans in de doorontwikkeling van het korps.
Niet ongenuanceerd meegaan dus met de maatschappelijke roep om harder en repressiever optreden van de politie maar strengere normhandhaving via actief opsporen en gericht toezicht blijven inbedden in een actieve integrale aanpak van veiligheidsproblemen met bestuur, OM en andere partners en blijven werken met en onder de bevolking op basis van "kennen en gekend worden"
Balans ook zoals gezegd tussen enerzijds de op zich terechte aandacht voor prestaties die zich in de huidige afrekencultuur nog al eenzijdig lijkt te gaan concentreren op de makkelijk meetbare repressieve aspecten van de politietaak en anderzijds het koesteren van onze legitimiteit.
Ik ben blij dat in de koers van ons korps voor de komende jaren legitimiteit als baken zijn plek heeft gekregen in de missie voor ons nieuwe meerjaren beleidsplan, verwoord in een paar simpele motto's waarachter een hele diepgaande en inspirerende discussie schuil gaat met ons management, onze medezeggenschap en ons bevoegd gezag namelijk.:
· "politie zijn voor iedereen" en
· "vriendelijk als het kan, streng als het moet".
Dat deze benadering zo aanslaat bij de politiemensen in Hollands Midden - veel meer dan de hoogdravende managementtaal die doorgaans missies kenmerkt -
geeft mij een goed gevoel. Legitimiteit maakt nu deel uit van het trots kunnen zijn op je vak als politieman of vrouw en dat zullen we koesteren.
Het vanuit die context werken aan een resultaatgericht korps vraagt van de leiding van het korps overtuiging en koersvastheid. Ook wat dat betreft heb ik vertrouwen in de toekomst. Dat had ik al vanwege mijn ervaringen met jou uit het verleden en in het eerste "benen op tafeloverleg" van de korpsleiding in zijn nieuwe samenstelling, gisteren en eergisteren hebben we kunnen constateren dat er geen licht zit tussen onze opvattingen over de toekomst van het korps en dat jij met je ideeën en je observaties uit je oriëntatieperiode in het korps, aan de realisering van die koers goede nieuwe impulsen kunt geven.
Beste Jan, namens het hele korps heet ik je van harte welkom in Hollands Midden. Ik verheug mij op de samenwerking met jou en wens jou en Mariska een hele goede tijd in Hollands Midden toe.