College voor zorgverzekeringen

Indicatiestelling GGZ onder de maat
21 oktober 2002
Niet langer indiceren vanuit aanbod zorgaanbieder

De indicatiestelling in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is onder de maat. De manier waarop wordt bepaald welke zorg iemand nodig heeft, is niet cliëntgericht. Commissies die de indicatie uitvoeren zijn niet onafhankelijk. Ze zijn veelal door de zorgaanbieders zelf vormgegeven, waardoor de indicaties vooral gesteld worden vanuit het eigen aanbod. De indicatiestelling voor langdurige zorg moet daarom bij de Regionale Indicatieorganen (RIO's) worden ondergebracht, zodanig dat de onafhankelijkheid van de indicatiestelling gewaarborgd wordt. Indiceren voor 'eigen aanbod' moet hiermee worden uitgesloten. Dit staat in het rapport Onderzoek naar de indicatiestelling in de GGZ dat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) op 24 oktober aanbiedt aan de minister van VWS.

In het onderzoek staat de vraag centraal in welke mate de indicatiestelling in de GGZ plaatsvindt vanuit de landelijke beleidsuitgangspunten van het Indicatie Overleg GGZ (IOG). Het uitgangspunt in de protocollen, procedures en richtlijnen van het IOG zijn de cliëntgerichtheid, objectiviteit, onafhankelijkheid en integraliteit (de mate waarin het hele GGZ-aanbod geïndiceerd wordt) van de indicatie. Doordat de beleidsuitgangs-punten geen wettelijke basis hebben, heeft de invoering hiervan echter geen groot gevolg gekregen. Het CVZ constateert dat de GGZ-sector niet in staat is gebleken om zelf een onafhankelijke en integrale indicatiestelling te organiseren.

Door de indicatiestelling voor langdurige zorg (langer dan twee jaar) bij de RIO's onder te brengen, zullen de geconstateerde problemen rond de indicatiestelling naar verwachting worden opgelost. Het CVZ beveelt daarbij aan om eisen te formuleren aan de kwaliteit en capaciteit van de RIO's. Bovendien moet het toezicht op de naleving georganiseerd worden.

Voor kortdurende zorg is de indicatiestelling per 1 juli 2002 ondergebracht bij de huisartsen. De indicatie wordt dan 'verwijzing' genoemd. Het CVZ signaleert echter dat het voor de huisarts op voorhand niet altijd duidelijk zal zijn of er sprake is van kortdurende of langdurige zorg.

Auteur: John van der Pas (020) 3475 605

Mutatiedatum 21/10/2002 13:55:11
Site Meter