Ingezonden persbericht

Bijdrage "Beter Bodegraven" Alg. Beschouwingen Begroting 2003 gemeente Bodegraven

Op de bijgevoegde bijlage rust een

A. INLEIDING

1.1 Voorwoord 2

B. BESTUUR & BEHEER

2.1 Dualisme 4
2.2 Wijkgericht werken 4 2.3 Veiligheid 4
2.4 Handhaving 5
2.5 Monumentenbeleid 5
2.6 Stedelijk gebied 5 2.7 Rioleringen 6 2.8 Klachtenregeling 6
2.9 Dienstverlening 6 2.10 Beheer 6 2.11 Personeel 7
2.12 Jumelage 7

C. WONEN & WERKEN

3.1 Verkeer en vervoer 8 3.2 VCP Nieuwerbrug 8
3.3 Ontsluiting Bodegraven 8
3.4 Collectief Vraagafhankelijk Vervoer 8
3.5 Woningbouw 9
3.6 Stationsplein 9
3.7 Speelplaatsen 10 3.8 Cyclus 10

D. LEVEN & WELZIJN

4.1 Welzijn 11 4.2 Wet Voorziening Gehandicapten 11
4.3 Collectieve verzekering 12
4.4 Subsidies 12 4.5 Minimabeleid 12 4.6 Jeugdbeleid 12 4.7 Cultuur 13
4.8 Accommodatie 13
4.9 Onderwijs 14

E. BELASTINGEN

5.1 Algemeen 15 5.2 Risicoparagraaf 16
5.3 Septembercirculaire 16 5.4 Belastingverhogingen 17

F. SLOTSOM

6.1 Slotsom 19

A. INLEIDING


1.1 Voorwoord
Voor u ligt de schriftelijke bijdrage van de lokale partij "Beter Bodegraven" aan de Algemene Beschouwingen met betrekking tot de Begroting 2003 van de Gemeente Bodegraven. Hiermede willen wij kritisch, constructief en met eigen ideeën een reactie geven op de aangeboden Begroting 2003.

Deze Begroting moet een financiële vertaling zijn van de doelstellingen die het college voor deze Raadsperiode verwoord heeft in de Preambule van haar collegebeleidsprogramma met de titel "vanuit visie naar actie". Zij hanteert daarbij het uitgangspunt voor de toekomstvisie dat zij de ambitie heeft een belangrijke en positieve bijdrage te willen leveren aan de leefbaarheid en het welzijn van de burgers in onze gemeente".

Vorenvermeld uitgangspunt delen wij. Nochtans zijn wij van mening dat gelijk aan voorgaande jaren mede in het licht van de krapte in de beschikbare middelen op deelgebieden van de voorgestelde Begroting 2003 andere keuzen gemaakt moeten worden. Wij zullen bij de diverse beleidsonderdelen soms andere accenten leggen.

Een diepgaande inhoudelijke discussie wordt echter van de zijde van het college zwaar onder druk gezet. Ten eerste omdat wij reeds voor een aantal jaren gepleit hebben om een brede discussie te voeren binnen de gemeente met haar inwoners en andere actoren in het veld omtrent de gewenste sociale maatschappelijke inrichting in de toekomst van de gemeente in relatie tot de ontwikkelingen op het vlak van bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening. Een open discussie aangaande de visie welke beleidssectoren moeten worden versterkt en op welke kan worden bezuinigd ontbrak en ontbreekt nog steeds.

Bovendien omdat wij niet in een vroeg stadium conform de intentie van de Wet Dualisering Gemeentebestuur betrokken zijn bij het stellen van de kaders voor deze Begroting 2003. Tenslotte wordt de noodzakelijke informatie teneinde een integrale weloverwogen afweging te kunnen maken voor wat betreft de financiële consequenties niet, op de valreep dan wel te laat aangereikt aan de Raad. Te denken valt o.a. aan de vele PM-posten in het Welzijnsplan 2003 en de informatie betreffende de Actualisatie GRP, Cyclus of het Accommodatiebeleid.

Wij vragen ons daarom in rede af of een discussie ten aanzien van de vaststelling van de Begroting 2003 wel zinvol is. Ingrijpende beslissingen aangaande het toekennen van middelen over een belangrijk deel aangaande het voorzieningenniveau binnen Bodegraven worden zelfs over deze behandelingen van de Begroting 2003 door het college heengetild. Het college loopt met oogkleppen op. Zij treedt niet daadkrachtig op en schuift de problemen voor zich uit. Het gevolg is dat de Begroting 2003 eigenlijk op "drijfzand" is gebouwd.

Reeds bij de totstandkoming van de Begroting 2001 zijn door ons de uitgangspunten tot een financiële ombuiging in beginsel ondersteund. Nochtans keurden wij het ter zake gevoerde besluitvormingsproces af. De keuze van de uitgangspunten was en is nog teveel binnenskamers beklonken. Wij constateren dat de voorgestelde ombuigingen in de Begroting 2003 met name nog steeds teveel hun weerslag vinden op het welzijnsgebied omdat op veel andere beleidsterreinen met meerjarenplanningen wordt gewerkt.

De fractie van "Beter Bodegraven" is van mening dat de weegschaal weer in "evenwicht" moet komen. En wel snel.

Bodegraven, 21 oktober 2002
De fractie van "Beter Bodegraven"

B. BESTUUR & BEHEER


2.1 Dualisme
Terecht merkt het college op dat in het kader van de Wet Dualisering Gemeentebestuur de rol van de Raad in vergelijking tot voorgaande jaren een andere had moeten zijn bij de totstandkoming van de voorgestelde Begroting 2003. Wij hadden graag in een eerder stadium betrokken willen zijn bij de prioriteitenstelling van de vele uit te voeren projecten. Een discussie in alle openheid en gebaseerd op een visie omtrent de inrichting van de leefomgeving binnen Bodegraven vandaag maar ook met "het oog op morgen". De aanstelling van een Raadsgriffier, de gewenste fractieondersteuning en de vorming van een Programmabegroting moet daarom met de nodige voortvarendheid opgepakt worden. Wij willen voor 2003 minimaal een beroep kunnen doen op minimaal 1800 mensuren voor (fractie-)ondersteuning naast de aan te stellen Raadsgriffier.

2.2 Wijkgericht werken
Wat evident voor de goede lezer van de Aanbiedingsbrief, behorend bij de Begroting 2003 is, dat deze een zeer hoog "Beter Bodegraven-"gehalte kent. Bij het aspect "Wijkgericht werken" treffen wij een aantal voornemens aan van dit college waarvoor wij reeds vele malen nadrukkelijk en met veel enthousiasme voor gepleit hebben. We memoreren: het aanstellen van een wijkcoördinator en het aan de verschillende wijkteams ter beschikking stellen van een eigen budget in relatie tot het door ons geëntameerde Fonds "Brede Aanpak" nu genoemd "Reserve Wijkbeheer". Wij kunnen ons daarom ook vinden in deze ontwikkeling. Betrokkenheid van de burger bij een integrale totstandkoming van beleid aangaande de verbetering van de leefbaarheid in haar eigen woonomgeving is een must!

Ten tijde van de recente informatieve wijkavond Nieuwerbrug is bij de presentatie van het concept Plan van Aanpak "Leefbaarheidplan Nieuwerbrug" aangegeven dat betrokkenheid van de inwoners gestimuleerd zal worden bij de ontwikkeling en verbetering van de leefbaarheid van de omgeving door kleinschalige DOE-dagen te organiseren. Wij vinden dat het college concreet nog dit jaar een eerste DOE-dag moet organiseren. De dekking is te vinden in de beleidstaak Milieu, product Handhaving milieu (E723010) ad ¤ 5.000,00 dan wel de subsidieregeling "Leefbaarheid kleine kernen" van de Provincie Zuid-Holland daarvoor aan te spreken.

2.3 Veiligheid
In Bodegraven moet iedereen zich veilig kunnen voelen. Daartoe zal meer "blauw" aanwezig moeten zijn. Het is juist dat de inwoners alleen met elkander de leefgemeenschap veilig kunnen maken én houden. Maar ook de gemeente moet de veiligheid bevorderen door een actief veiligheidsbeleid in samenwerking met verenigingen en andere maatschappelijke instellingen. Wij menen dat de Gemeente inhoudelijk een grotere rol dient te krijgen bij de vaststelling van het beleidsplan van het district Waag & Wiericke. Het lokaal Veiligheidsbeleid moet een geïntegreerd onderdeel daarvan zijn.

Leefbaarheid gaat samen met veiligheid. Het veiligheidsgevoel en de feitelijke veiligheid moet niet alleen vergroot worden door "meer blauw op straat" maar ook door aanpassing van materiële en immateriële zaken in de omgeving. Nochtans constateren wij dat de gerichte wijkaanpak van het team Bodegraven/Reeuwijk van de politie haar beperking vindt in de aanwezige capaciteit. Daarom pleiten wij en dat doen wij al sinds lange tijd om een Buitengewone Opsporings Ambtenaar (BOA) aan te stellen. Niet alleen om ingezet te worden voor handhaving op diverse gebieden maar ook om een gedragsbeïnvloeding bij de burger te bewerkstelligen. Het collegevoorstel om een BOA aan te stellen steunen wij volmondig. In tegenstelling tot de hogere overheid vinden wij dat aanpak van de "kleine criminaliteit" een hoge prioriteit moet blijven houden.

Met belangstelling zien wij de ontwikkelingen tegemoet ten aanzien van het aspect van de bestuurlijke boeten. Het biedt de gemeente de mogelijkheid om met name kleine ergernissen aan te pakken aangezien de revenuen in de gemeentekas vloeien. De BOA betaalt dus op den duur zichzelf.

2.4 Handhaving
Nogmaals stellen wij dat naast handhaving in het algemeen, toezicht op en handhaving van verleende (gebruiks-)vergunningen in onze ogen een zeer hoge prioriteit moet hebben. Meerdere malen dient jaarlijks een controle plaats te vinden op de nakoming van de vergunningen dan wel op het ontbreken van vergunningen. Wij maken ons grote zorgen omtrent de (brand-)veiligheid van diverse binnen de gemeentegrens aanwezige "pensions". Hieraan moet nu de hoogste prioriteit aan gegeven worden.

2.5 Monumentenbeleid
Bestuurlijke aandacht wordt besteed om binnen de gemeente een goed monumentenbeleid te voeren. Gelet op de financiële begrotingsruimte vinden wij dat de gemeente helaas slechts een bescheiden ambitie moet tonen. Meer overnames zoals bijvoorbeeld "de Arkduif" met ook weer structurele lasten kan "Bruintje Bodegraven" niet trekken. Wij menen dat afspraken gemaakt moeten worden met projectontwikkelaars om een deel van de door hen gerealiseerde excessieve overwinsten te storten in een "Fonds Ontwikkeling Gemeentelijke Monumenten".

2.6 Stedelijk gebied
Vorig jaar hebben wij aangegeven dat in principe het plan om het centrum (Wilhelminastraat/van Tolstraat) een facelift te laten ondergaan door ons ondersteund wordt. Echter vanwege andere prioriteiten en het ontbreken van een plan zijn wij van mening dat voorlopig deze facelift "in de ijskast" gestald moet worden. Wij kunnen ons daarom vinden in het uitstel.

Wederom brengen wij onder de aandacht dat leegstand in het centrum tegengegaan moet worden. Wij vinden dat startsubsidies voor nieuwe ondernemingen in het centrumgebied daarvoor ingezet moeten worden.

Voor de financiering hiervan denken wij aan het heffen van precariorechten voor reclamevoorzieningen, bewegwijzering, terrassen en overige gebruik van de openbare ruimte door bedrijven en andere vormen van baatbelasting. Wij zien voorstellen daartoe in het tweede kwartaal van het nieuwe begrotingsjaar tegemoet.

2.7 Rioleringen
Om een integrale weloverwogen afweging te kunnen maken voor wat betreft de financiële consequenties bij de diverse beleidsaspecten is het nodig dat de Raad tijdig en volledig wordt geïnformeerd. De Actualisatie GRP is helaas nog niet in ons bezit. Of en in welke mate de voorgestelde projecten doorgang moeten vinden kunnen wij daarom niet bepalen. Bij de afweging van het stellen van prioriteiten moet volgens ons de problematiek van de wateroverlast aan de Emmakade zeker worden meegenomen.

2.8 Klachtenregeling
In het verleden werden klachten van burgers intern behandeld. Wij hebben regelmatig gepleit om de behandeling van klachten voor te leggen aan de Nationale Ombudsman. Op deze wijze zal objectief en meer onafhankelijk een oordeel geveld worden over de door de burger ter discussie gestelde handelingen c.q. het nalaten daarvan door de Gemeente. Wij ondersteunen deze stap.

2.9 Dienstverlening
Bij regelmaat worden bescheiden gevoegd bij de raadsvoorstellen die van de zijde van het college van B&W het predikaat "vertrouwelijk" krijgen. Wij menen dat in het kader van de openheid die het bestuur moet betrachten alle stukken door de fracties in het openbaar ter discussie gesteld mogen worden ten tijde van de openbare behandelingen. Anders vragen wij ons af of de beraadslagingen voor de raadsleden, de aanwezigen op de publieke tribune en de vertegenwoordigers van de pers nog wel zinvol kan zijn.

Wij vinden verder dat voor een moderne organisatie een systeem om binnengekomen telefonische en schriftelijke klachten of verzoeken te registreren onontbeerlijk is. Wij vernemen nog te vaak dat de adressant van de ingediende klacht c.q. het verzoek niet op de hoogte wordt gebracht van de ontvangst, de termijn waarbinnen de afdoening verwacht mag worden of de mate van voortgang in de afdoening. Dit moet snel veranderen. Een open én moderne organisatie moet niet intern maar klantgericht zijn! Een optimale dienstverlening bij een dergelijke organisatie brengt mede dat de klant omtrent de wijze van afdoening en het daaraan gekoppeld tijdpad op de hoogte dient te worden gebracht. Deze dienstverlening betekent dat de adressant binnen tweemaal vierentwintig uren een reactie ontvangt.

2.10 Beheer
De nodige zorg hebben wij ten aanzien van de organisatie. Het college geeft aan dat stappen ondernomen moeten worden om in het kader van het wijkgericht werken de organisatie te doen groeien naar een matrixachtige structuur. Wij menen echter dat beleidsvorming en -uitvoering als twee peilers in haar volledige omvang ingebed dienen te worden binnen de organisatie. Met deze structuur zal naar onze stellige mening de gewenste integrale aanpak van de problemen waarvoor de gemeente zich gesteld ziet gerealiseerd worden.

2.11 Personeel
Het voornemen van het college is om het tekort op de Begroting 2003 deels te verminderen door de opengevallen vacatures niet te vervullen. Deze gedachte staat op gespannen voet met de vastgestelde scenarionota van eind vorig jaar en de daaruit voortvloeiende uitbreiding van de formatie. Wij wachten nog steeds op de strategische visie op het vlak van het personeelsbeleid die vorig jaar is aangekondigd.

In het kader van een moderne gemeentelijke organisatie vinden wij namelijk dat het nodig is dat de gemeente haar visie niet alleen weergeeft op de verbetering van de bedrijfsprocessen maar tevens daarbij het personeelsbeleid daarin betrekt.

Wij vragen ons af welke projecten het komend jaar geen doorgang dan wel een vertraging zullen ondergaan bij de uitvoering tengevolge van het voornemen om de vacatures niet te vervullen. Bovendien vernemen wij van het college of de in het recente verleden geëntameerde cultuurverandering binnen de organisatie al in voldoende mate is doorgevoerd.

Wij vinden het belangrijk dat geïnvesteerd wordt in professionalisering van het ambtelijk apparaat. Instrumenten daarvoor zijn IPB, een kwaliteitszorgsysteem en coaching van het personeel. Hiermede wordt een grotere klant- en externe gerichtheid bereikt.

Voor uitvoerende werkzaamheden kan eventueel tijdelijk personeel worden ingehuurd. Dit kan bekostigd worden vanuit middelen die anders aan externe bureaus zouden worden besteed.

2.12 Jumelage
Eindelijk heeft de discussie plaats gehad omtrent de Jumelage. Wij zijn overtuigd dat een stedenband in haar huidige vorm geen stimulans is voor de beoogde Europese en mondiale bewustwording. Wij willen alleen een stedenband met Tolna onder voorwaarde dat het gebied van samenwerking verder wordt geïntensiveerd. De vrijgemaakte middelen voor deze beleidstaak kunnen gereduceerd worden mede in het licht van de noodzaak om prioriteiten te stellen bij de totstandkoming van deze Begroting 2003.

C. WONEN & WERKEN


3.1 Verkeer en vervoer
Wij hebben onze steun onthouden aan het VCP Bodegraven. Op een aantal deelgebieden vinden wij dat uitvoering door kan gaan mits overleg heeft plaats gehad met de verschillende wijkteams en omwonenden. Voor de aspecten: verkeersluw maken Prins Hendrikstraat, het opstellen van een herinrichtingsplan voor de Wilhelminastraat e.v. hebben wij reeds bij de discussie ter zake van het VCP grote bezwaren geuit. Deze zijn niet weggenomen.

3.2 VCP Nieuwerbrug
In 1997 is het VCP ten behoeve van Nieuwerbrug vastgesteld. Tot op heden is geen concrete uitvoering gegeven aan dit plan. Ondanks de vele klachten geuit in het verleden en nog recent op de informatieve wijkavond in Nieuwerbrug. Wij willen dat onderdelen van het VCP Bodegraven een lagere prioriteit moeten krijgen ten gunste van de uitvoering van het VCP Nieuwerbrug. Wij denken dan aan temporisering van het herinrichtingsplan voor de Wilhelminastraat e.v.. Achterstallig onderhoud moet wél aangepakt worden opdat ook de minder validen veilig gebruik kan maken van de trottoirs.

3.3 Ontsluiting Bodegraven
De komende jaren zal Bodegraven zich verder ontwikkelen en uitbreiden. De ontwikkeling van een nieuwe woonwijk en -mogelijke- vergroting van het industrieterrein Groote Wetering zal meer verkeersoverlast teweeg brengen bij met name de kruising Goudseweg/R11. Het zou getuigen van visie bij het college als zij zich zou inzetten om een parallelweg vanaf de afslag Nieuwerbrug tot de Groote Wetering te realiseren.

3.4 Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Wij hebben bij herhaling aangegeven dat de vervoersvoorzieningen sterk achteruit gaan. Wonen in Bodegraven begint langzamerhand echt te lijken op "wonen op een eiland". De exploitant van de regionale buslijnen stelt in negatieve zin de frequentie en aanrijrouten bij van de voor vele burgers belangrijke vervoersmogelijkheid.

Het college zet nog steeds alles in op de invoering van een regionaal CVV. Wij vinden dat de invoering van het CVV slechts als een aanvulling aangemerkt moet worden op de huidige bestaande voorzieningen. Het biedt geen toegevoegde waarde voor de minder validen onder ons. Daarentegen stijgen wel de uitgaven van de gemeente! Duidelijk is verder dat ondertussen de financiering van de regionale CVV van 's Rijkswege op losse schroeven staat. Wij vinden dat de plannen om aansluiting te zoeken bij het CVV voor een aantal jaren in de ijskast gezet moeten worden. Op de bestaande vervoersvoorzieningen voor minder validen mag ook niet bezuinigd worden. Zonder het CVV hebben bovendien de ouderen en de jeugd uit Nieuwerbrug en de Meije zeven dagen -ook in de avonduren- in de week recht op een goede (buurtbus-)verbinding.

Wij vinden dat alle zeilen bijgezet moeten worden. De aansluiting op de Lightrail hebben we ook al in de vorige Raadsperiode gemist. Neem daarom de mogelijkheden van de buurtbus nogmaals in beschouwing.

3.5 Woningbouw
Wij vinden dat het college verantwoordelijk is voor het lokale huisvestingsbeleid. De W.S.B. is daarbij een belangrijke partner. Gelet op het gestelde in het collegebeleidsprogramma is de woonbehoefte van de inwoners uitgangspunt bij het te voeren beleid. Gelet op de reactie van het college van 20 juni 2002 op schriftelijke vragen van onze fractie van ons blijkt evenwel dat het college geen actieve rol voor haar ziet weggelegd. Zij stelt in haar reactie namelijk: "Het ligt niet op de weg van ons college hier sturend op te treden. Gemeentebesturen hebben sinds de wijziging van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) in 1998 geen zeggenschap of toezicht meer over woningcorporaties." Wij wijzen ten stelligste deze opvatting van de hand. Bovendien vinden wij dat dit standpunt strijdig is aan het eigen collegebeleidsprogramma.

Wij zijn van mening dat het bestuur wel degelijk een actieve én sturende rol moet hebben bij de realisatie van een evenwichtig huisvestingsbeleid. Wij hebben daarom het initiatief genomen om nog dit jaar in de commissie Wonen & Werken een themadiscussie op te starten. Uitgangspunten daarbij zijn:
1. een beleidsuitgangspunt innemen waarbij grond ten behoeve van sociale woningbouw voor een gereduceerd tarief wordt verkocht om redelijke huurprijzen te kunnen realiseren;

2. achterstanden in de sociale woningbouw wegwerken;
3. meer aandacht voor de jeugd door meer betaalbare starterwoningen o.a. in nieuwbouw Koninginneweg, Willem de Zwijgerstraat, Oud Bodegraafse- weg en de van Tolstraat;

4. betaalbare huurwoningen bouwen en

5. een duidelijke regierol van de gemeente.
Met zorg hebben wij kennis genomen van het voornemen in 2003 wederom nota's te produceren zoals de "Woonvisie" en de "Welstandsnota". Het begint erop te lijken dat het bestuur zich gaat ontwikkelen tot een "rapportocratie". Wij zien liever daadkracht en het inlossen van beloften in plaats van externe ambachtelijke beleidsontwikkeling.

3.6 Stationsplein
De herinrichting van het Stationsplein vordert in het geheel niet. Wij vinden dat het college van B&W "het hoofd te snel in de schoot heeft gelegd". Wij vinden dat het college van B&W met de verschillende partners weer om de tafel moet gaan zitten. Wij vernemen graag welke zaken qua herinrichting alvast uitgevoerd kunnen worden zodat de leefbaarheid op korte termijn verbetert. De dekking moet gevonden door de exploitatie van dat gebied. De huidige overlast is dermate dat nu iets gedaan moet worden en niet in 2003 of later!

3.7 Speelplaatsen
Wij hebben altijd gepleit om de aandacht voor het publiek domein te vergroten. Onderdeel daarvan is het onderhouden van oude en aanleg van nieuwe speelplaatsen. Deze moeten goed onderhouden worden. Wij steunen daarom de plannen om een voorziening "Groot Onderhoud Speelplaatsen" in te stellen.

Voor wat betreft de hoogte van jaarlijkse dotaties aan deze voorziening zal vervolgens naar onze opvatting mede bepaald moeten worden aan de hand van de prioriteitsstellingen bij de uitvoering van diverse gemeentelijke beleidstaken.

3.8 Cyclus
Gelijk aan het onderwerp Rioleringen geldt ook in dit geval dat om een integrale weloverwogen afweging te kunnen maken voor wat betreft de financiële consequenties het nodig is dat de Raad tijdig en volledig wordt geïnformeerd. De ontstaansgeschiedenis en de huidige situatie ter zake van de problemen waarin Cyclus zich bevindt zijn voor ons diffuus. Ons standpunt is dat sprake is van een eigen ondernemersrisico van het bedrijf.

D. LEVEN & WELZIJN


4.1 Welzijn
Bij punt 1.2 Voorwoord is reeds door ons aangegeven dat het evenwicht binnen de voorgestelde Begroting 2003 ver te zoeken is. De ombuigingen dienen volgens het college nagenoeg allemaal gerealiseerd te worden in de sector Leven & Welzijn. Wij zijn van opvatting dat het college geen integrale, evenwichtige, sociale en rechtvaardige afweging heeft gemaakt. Een sterk staaltje is daarbij het voorstel om de gehele Dekkingsreserve in te zetten voor het Beheerplan "Onderhoud van wegen". Investeren in asfalt is belangrijker voor dit college dan het welzijn op korte en lange termijn van haar burgers. Terwijl Bodegraven op de landelijke ladder van het niveau aan voorzieningen voor de burger van de ongeveer 500 gemeenten op plaats 275 staat. Ons lijkt een "Verbeterplan Welzijn" op dit vlak broodnodig. Wederom pleiten wij voor een integrale aanpak door verbanden te leggen in zowel de beleidsontwikkeling als in de uitvoering van de diverse beleidstaken. De begrippen "wonen" en "leven" zijn namelijk onlosmakelijk aan elkander verbonden. Deze samenhang moet juist verder worden uitgebouwd. Het college legt met haar voorstellen slechts de nadruk op "wonen" en niet op "leven". Het welzijn van de burger komt hierdoor duidelijk in het gedrang.

Daarom kunnen wij ons niet vinden in korting van ¤ 50.000,00 op het zwemonderwijs. Landelijk is het beleid gericht op het streven dat elke leerling kan zwemmen. Bovendien wordt met dit voorstel vooruitgelopen op de discussie aangaande de toekomst van het zwembad. Nu in dit stadium besluiten dat de geldkraan dicht gaat voor het zwemonderwijs zal de exploitatie van het zwembad niet ten goede komen.

Duidelijk is dat het college wil bezuinigen om het bezuinigen. Een visie ontbreekt met betrekking tot deze beleidstaken. Daarom hanteert zij de "kaasschaafmethode". Onduidelijk is waarom de keuze juist is gevallen op het vormingswerk, het minimabeleid, het minderhedenbeleid, het sociaal cultureel werk en de kinderopvang (peuterspeelzaal). Wij gaan niet akkoord met deze ombuigingen. Wij willen benadrukken dat naar aanleiding van de recente hertaxatie van de onroerende zaken de aanslag OZB voor met name de senioren met alleen een AOW (eventueel vermeerderd met een klein pensioen) onbetaalbaar zijn geworden. Wij vernemen graag welke beleidsmaatregelen het college ondernomen heeft om deze "armoedeval" voor haar burgers op te vangen.

Verder blijft Ouderenzorg op hetzelfde budget. Onbegrijpelijk. Het college ziet over het hoofd dat jaarlijks de omvang van de seniorengroep met een kleine 100 mensen groeit. Wij zien een Seniorenbeleid snel tegemoet.

4.2 Wet Voorziening Gehandicapten
De evaluatie van deze lokale voorziening laat op zich wachten. Knelpunten kunnen daardoor pas later opgeheven worden. Om de onrust en onduidelijkheid die bij de cliënten ontstaat weg te nemen is het nodig zo snel mogelijk tot besluitvorming te komen en een verbeterde verordening, toelichting en verstrekkingenboek vast te stellen. Dat voorkomt ook de stortvloed aan bezwaarschriften! Dat de voorzieningen voor allen die het nodig hebben gehandhaafd moeten blijven spreekt voor zich. Wij vinden nog steeds dat de regeling rechtvaardig en ruimhartig toegepast moet worden uitgaande van het beginsel : "zorg op maat"!

4.3 Collectieve verzekering
Het is bekend dat voor veel minima en minder validen de financiën een belemmering vormen om een aanvullende ziektekostenverzekering af te sluiten. Dit leidt ertoe dat voor kosten die niet vergoed worden vanuit de standaardpakketpolis mensen een beroep doen op de bijzondere bijstand. In lang niet alle gevallen komen de kosten in aanmerking voor een volledige vergoeding. Wij menen dat deze problematiek kan worden opgelost door een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor de minima af te sluiten

4.4 Subsidies
In het welzijnsplan wordt melding gemaakt dat weer veel subsidieaanvragen van diverse verenigingen en instelling worden geweigerd dan wel worden geminimaliseerd. De voorgestelde bezuinigingen op dit vlak in het kader van het Subsidiebeleid 2003 zijn voor ons onevenwichtig en daardoor onaanvaardbaar. Wij vinden net als vorig jaar dat de plannen om het gemeentelijk subsidiebeleid voor de sport te evalueren niet mogen leiden tot een structurele vermindering van de financiële mogelijkheden van de verschillende verenigingen.

Het college beargumenteert haar visie naar de subsidiënten toe om te komen tot ombuigingen dat de gemeente behoefte heeft aan "iets anders". De burgers en actoren in het maatschappelijke veld vinden deze argumentatie niet duidelijk. Vanuit de burger denkend: de verenigingen hebben leden en die bepalen juist de behoefte. Onze opvatting is dat door dit beleid "schepen achter ons worden verbrand" zonder daarvoor iets in de plaats te stellen. Bovendien is de trieste constatering te maken dat het gemeentelijk apparaat op dit moment onvoldoende in staat is om veel (vereniging overstijgende) projecten te begeleiden dan wel te beoordelen. Blijkens de hoorzitting ter zake van het Welzijnsplan 2003 blijkt gelijk voorgaande jaren dat de gemeente niet bij machte is geweest de diverse verenigingen en stichtingen voorlichting te geven omtrent de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een subsidie.

4.5 Minimabeleid
Vorig jaar hebben wij bij motie gevraagd om de minima in aanmerking te laten komen voor een Eindejaarsuitkering. Wij ondersteunen mede daarom het voorstel om de Eindejaarsuitkering structureel in de Begroting op te nemen.

4.6 Jeugdbeleid
Wij vinden dat het college nu ernst moet maken met de oplossing voor de begeleiding van de jeugd ter voorkoming van overlast. Wij zijn altijd voorstander van geweest van het aanstellen van een jeugdwerker. De huidige collegepartijen hebben ten tijde van de verkiezingen verkondigd dat de gemeente geen jeugdwerker aan moest trekken. Het college komt nu wijselijk op haar gedachte terug. Zij is voorstander om een jongerenwerker aan te stellen. Gelet op de taakstelling zal deze medewerker voldoende uren beschikbaar moeten hebben om flexibel in 't veld op te kunnen treden.

Wij vinden dat door een relatief kleine groep van 20 à 30 balsturige jongeren niet de vrijheid van alle bewoners ingeperkt mag worden. Toezicht op en begeleiding is noodzakelijk.

Wij doen het voorstel om een "vliegende brigade" in het district Waag & Wiericke op te richten om binnen de regio de inspanningen van het team Bodegraven/Reeuwijk aan te vullen. Een dergelijke aanpak met gelijksoortige "vliegende brigades" gericht tegen ongewenste grensoverschrijdingen e.d. hebben reeds in Nederland hun vruchten afgeworpen.

Wij zijn van mening dat eventueel op te richten "hangplekken" op een zichtbare locatie dient plaats te hebben na goed en intensief overleg met de wijkteams, de politie, de omwonenden én de jeugd. Wij wijzen er wel op dat de jeugd vaak zelf haar eigen (hang-)plek zoekt ondanks de aangebrachte voorzieningen. Het Bodegraafse Bos is dus volgens ons minder geschikt dan wel ongeschikt daarvoor.

Wij vinden het waard te overwegen om een tweede Evenemententerrein bij de begraafplaats te realiseren.

De stichting Jeugd en Jongeren Midden-Holland heeft ten aanzien van haar activiteiten een evaluatierapport 2000 opgemaakt. Bij herhaling hebben wij gevraagd om behandeling van deze bevindingen. Daarbij zullen wij tevens de slechte communicatie tussen de Gemeente en deze stichting ter sprake brengen. Wij vinden dat een professionele begeleiding noodzakelijk is zodat een adequate aanpak van de jeugd gewaarborgd blijft. Wij willen onze relatie met deze stichting handhaven en het liefst uitbouwen. Het deelproject Huiswerkbegeleiding moet door vrijwilligers voortgezet worden. Wij vinden dat de gemeente daarvoor de randvoorwaarden veilig moet stellen eventueel in samenspraak met de stichting "Erkend Talent".

De Vakantiespelen zijn dit jaar weer een succes geweest. Wij moeten helaas telkenmale constateren dat jaarlijks weer vele (basis-)voorzieningen getroffen moeten worden op het evenemententerrein. Wij vinden dat dit terrein permanent goed uitgerust moet zijn.

4.7 Cultuur
Vanwege de krapte van de aanwezige middelen vinden wij dat Bodegraven zich voorlopig moet terug trekken als gastlid aan het Natuur en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen.

4.8 Accommodatie
Wij vinden dat binnen Bodegraven een goed niveau aan voorzieningen gehandhaafd moet blijven. Na herhaalde verzoeken wordt op ons initiatief nog voor de behandelingen van de Begroting 2003 van de zijde van het college informatie gegeven omtrent de ontwikkelingen bij het verschillende accommodaties binnen Bodegraven. Op dit moment ontbreekt de noodzakelijk informatie teneinde een integrale weloverwogen afweging te kunnen maken voor wat betreft de financiële consequenties.

Wij wijzen graag naar het gestelde onder punt 4.1 Welzijn waarbij wij hebben aangegeven: "... Bodegraven op de landelijke ladder van het niveau aan voorzieningen voor de burger van de ongeveer 500 gemeenten op plaats 275 staat. Ons lijkt een "Verbeterplan Welzijn" op dit vlak broodnodig". Ombuigingen op dit vlak liggen dus niet voor de hand. Wij stellen voor om o.a. een benchmark uit te voeren betreffende het niveau aan voorzieningen tussen vergelijkbare gemeenten met Bodegraven. Dit in relatie tot de noodzakelijke politieke én maatschappelijk discussie ter zake van niet alleen de toekomst van de (sport-)accommodaties maar ook met betrekking tot anderen aspecten van bestaande voorzieningen binnen de gemeente.

4.9 Onderwijs
Wij willen invoering van de Brede School-gedachte in iedere wijk in Bodegraven. Kleinschalige scholen met een verschillende identiteit per wijk onder één dak brengen. De ruimte kan (deels) multifunctioneel ingericht worden voor een buurtfunctie zoals kinder- en naschoolse opvang, ruimte voor een logopediste of schoolarts, oefenruimte voor muziekverenigingen (bijvoorbeeld Triomf) of anderen. Wij denken dan in het kader van het onderwijs bijvoorbeeld aan degenen die betrokken zijn bij de uitvoering van het achterstandenbeleid.

De komst van een "Brede School" houdt in dat het openbaar onderwijs verzelfstandigd moet worden. In de Begroting zijn daarvoor weinig middelen vrijgemaakt. Wij wachten al jaren op stappen van de zijde van het college om te komen tot bestuurlijke krachtenbundeling en het wegwerken van achterstanden. Realisatie van de door ons bij een initiatiefvoorstel aangedragen concrete aspecten tot samenwerking (een conciërge of een onderhoudsaannemer) kunnen op korte termijn gerealiseerd worden op instigatie van het college tussen de verschillende schoolbesturen. Wij wachten al zo lang.

E. BELASTINGEN


5.1 Algemeen
Het is duidelijk dat de burger de rekening wordt gepresenteerd van het gevoerde financiële beleid van de afgelopen jaren. In het recente verleden zijn door de gemeente in onze ogen namelijk (te) grote investeringen gedaan in een te korte tijd. Voorbeeld is de aanschaf van de drie kaaspakhuizen aan de Willem de Zwijgerstraat voor ongeveer ¤ 1.700.000,00. Een van de andere grote projecten was de bouw van het Milieupaleisje de "Driewerf" op het industrieterrein de Groote Wetering. Indertijd hebben wij al vraagtekens gezet bij de uitbreiding van het krediet van meer dan ¤ 726.000,00. Nu vraagt het college zelfs ¤ 62.000,00 extra voor ARBO-aanpassingen. Wij wijzen dit af. Een deel van het toenmalige uitbreiding van het krediet was bedoeld om dergelijke aanpassingen te bekostigen. Verder hebben wij tot op heden geen finale afrekening gezien van dit project. Wij willen meer duidelijkheid hieromtrent.

Ook is recentelijk besloten om de herinrichting van het Raadhuisplein uit te laten voeren voor een totaalsom van ¤ 2.382.000,00. Een soberder uitvoering van de plannen was niet bespreekbaar. Graag zien wij een (tussen-)afrekening van dit project tegemoet. Wij menen verder dat de middelen voor het kunstwerk ten behoeve van het Raadhuisplein vanwege de te stellen prioriteiten voor andere doeleinden aangewend moeten worden. Bij een eventueel te realiseren kunstwerk in de toekomst moeten lokale of regionale kunstenaars betrokken zijn.

Het voornemen van het college is om de gehele Dekkingsreserve ad ¤ 7.848.014,00 in te zetten voor het Beheerplan "Onderhoud van wegen". Wij zijn daar geen voorstander van. Dat moge duidelijk zijn gezien het gestelde in paragraaf 4.1. Los van het vorenvermelde principiële bezwaar worden middelen voor de komende 30 jaren vastgelegd in een Voorziening. De noodzakelijk flexibiliteit binnen een Begroting is alsdan naar onze mening zoek. Bovendien kleeft een bezwaar aan deze allocatie voor de volle omvang. Bij diverse uitvoeringen in het kader van de aanleg van riolering of reconstructies e.d. vindt een zogenaamde "rehabilitatie" plaats. Reeds heden geeft het college al aan dat veel middelen in de Voorziening nimmer uitgegeven worden aangezien de kosten van onderhoud van wegen tengevolge van andere werkzaamheden gedekt worden. Wij zijn van mening dat jaarlijks op grond van de prioriteiten tussen de uit te voeren projecten middelen voor het onderhoud van wegen of anderszins toegekend moeten worden.

Alvorens de voornemens te behandelen van het college om de diverse belastingen te verhogen is het wenselijk eerst goed inzicht te hebben in de vermogenspositie van de gemeente. In de begroting moeten alle activa opgenomen worden. Hierdoor ontstaat een inzicht in het onroerend goed en overige vermogensbestanddelen hetgeen de gemeente in eigendom heeft. Jaarlijks kan ten tijde van de vaststelling van de Programmabegroting beoordeeld worden of vermogensbestanddelen afgestoten of behouden moet worden. Deze integraal uit te voeren beoordeling past in het te voeren Huisvestingsbeleid, Monumentenbeleid, de nog te ontwikkelen visie op toerisme/recreatie en de ontwikkeling van Bodegraven in ruimtelijke zin.

De opbrengsten kunnen aangewend worden om nieuw beleid te financieren dan wel om excessieve belastingverhogingen te voorkomen. Voorbeeld in het verleden is daarbij de dekking van de uitbreiding van het krediet ten behoeve van "de Driewerf".

Mogelijkerwijs zal dat ook kunnen leiden tot aankoop van vermogensbestanddelen mits dit overeenkomt met de (huisvesting-)plannen van Bodegraven.

5.2 Risicoparagraaf
Wij verwachten de grondaankopen Zuidzijderpolder en Rijnhoek een positief exploitatie resultaat kunnen opleveren. Ten aanzien van de ontwikkeling van Rijnhoek zijn wij voorstander om de inrichting sober uit te voeren.

Met betrekking tot de ontwikkeling van de woonboulevard aan de Willem de Zwijgerstraat zal een positieve exploitatie heel moeilijk te realiseren zijn vanwege de zeer hoge aankoopprijs per m². Hopelijk stevent de gemeente niet af op een deficit. Bovendien is het onduidelijk op welk moment de uitverplaatsing zal geschieden. Dit houdt in dat de exploitatierekening de komende jaren voordat nieuwbouw gerealiseerd is voor vele miljoenen negatief zal zijn. Dit heeft negatieve gevolgen hebben voor de komende Begroting 2003. Een voorfinanciering door de gemeente (naar alle waarschijnlijkheid in 2003) van ¤ 2.155.460,00. Welke dekking heeft het college hierbij in gedachte?

Gelet op de ligging van de gemeente in het Groene Hart is het te verwachten dat tengevolge van de slappe bodem de gemeente in de toekomst voor grote financiële offers staat. Wij vinden dat de uitkering uit het gemeentefonds niet toereikend is om de extra kosten die daarmee zijn gemoeid gedekt kunnen worden. Wij vernemen hieromtrent graag het standpunt van het college. Wij zien deze problematiek als een risico voor de gemeente.

5.3 Septembercirculaire
Het college stelt voor om de extra middelen ad ¤ 372.000,00 voortvloeiend uit de septembercirculaire alsvolgt aan te wenden. a. zwembadonderwijs ¤ 50.000,00 b. uitvoering diverse beheerplannen ¤ 80.000,00 c. actualisering functiewaarderingssysteem ¤ 20.000,00 d. ARBO-aanpassing " de Driewerf" ¤ 62.000,00 e. invoering Dualisme ¤ 40.000,00 f. Accommodatiebeleid ¤ 120.000,00

Wij zijn alleen eens met de allocatie van ¤ 40.000,00 ten behoeve van de invoering van het Dualisme. Met betrekking tot het zwembadonderwijs menen wij dat de ombuiging niet mag doorgaan. De dekking kan gedekt worden door de middelen uit de septembercirculaire.

Gelet op de prioriteiten achten wij de uitgaven onder b., c., d. onacceptabel. Voor wat betreft de actualisering functiewaarderingssysteem betekent het voorstel dat jaarlijks per formatieplaats ongeveer ¤ 200,00 wordt bestemd. Dit vinden wij ongehoord. Wij kunnen niet begrijpen dat bijvoorbeeld de functie van bode of telefoniste jaarlijks onderhevig moet zijn aan een actualisatie! Met betrekking tot het Accommodatiebeleid verwijs ik eenvoudigheidshalve naar het gestelde onder punt 4.7.

De baten uit de septembercirculaire moeten volgens ons ten gunste komen voor de beleidstaken (vormingswerk, het minimabeleid, het minderheden-beleid, het sociaal cultureel werk en de kinderopvang (peuterspeelzaal) die nu gekort zijn door het college.

5.4 Belastingverhogingen
Als uitgangspunt vinden wij dat de diverse heffingen alleen verhoogd mogen worden met de inflatiecorrectie tenzij sprake is van écht nieuw beleid. De "Staat van nieuwe projecten" beoordelend constateren wij dat grotendeels dit beleid betrekking heeft op lopende projecten.

Voor wat betreft de onderstaande heffingen kunnen wij ons wel verenigen met de voorgestelde verhoging; a. de begrafenisrechten.
b. de leges.

Ten aanzien van de rioolrechten vinden wij dat de toename van de heffing vanwege toekomstige kostenverhogingen gebaseerd moet zijn op adequate beheersplannen. Een beheersplan dient in onze ogen de basis te vormen voor toevoegingen en onttrekkingen aan onderhoud- en vervangingsreserves. Het huidige plan is echter nog niet geactualiseerd. De behandeling van een geactualiseerd GRP vindt pas plaats ná de behandeling van de Begroting 2003. Dientengevolge doen wij geen uitspraken over een mogelijke verhoging van de rioolrechten.

De verhoging van de Hondenbelasting moet achterwege blijven. De kosten voortvloeiend uit het nieuwe Hondenpoepbeleid worden reeds met de huidige tarifering gedekt. Wij merken op dat ter verbetering van de leefbaarheid onder andere juist het Hondenpoepbeleid is vastgesteld. Een lastenverhoging zal naar verwachting het aantal aangiften doen verminderen en zal dus een averechts effect hebben op de verbetering van de leefbaarheid.

In het geval dat de betaling van deze heffing voor de burger buitengewoon bezwaarlijk is mede in het licht van bijzondere sociale omstandigheden (bijv. vereenzaming van alleenstaande ouderen) is een volledige afschrijving (kwijtschelding) daarvan op haar plaats.

Ten aanzien van de Afvalstoffenheffing wordt geen uitspraak gedaan in de Begroting 2003. Nochtans wordt in de media kondt gedaan dat deze met 12,2% verhoogd zal gaan worden. Aangezien de voorliggende stukken daarover geen uitsluitsel bieden doen wij hieromtrent geen uitspraak. Wij zien wel van het college een toelichting tegemoet waarom de Raad in dezen wordt gepasseerd en de pers klaarblijkelijk wél wordt geïnformeerd. Tenslotte vinden wij dat de OZB niet meer verhoogd mag worden dan met de inflatiecorrectie. Onze opvatting is dat een deel van de Dekkingsreserve aangewend kan worden om de tekorten in de Begroting 2003 aan te vullen. Verder kan uitstel of enige vertraging in de uitvoering van huidige projecten soulaas bieden om de exorbitante verhoging van de OZB binnen de perken te houden. Dienaangaande zien wij graag voorstellen incluis een overzicht van alle lopende projecten tegemoet. Tenslotte kunnen mogelijkerwijs vermogensbestanddelen van de gemeente verkocht worden. Deze baten kunnen vervolgens aangewend worden om de tekorten aan te vullen. Dienaangaande zien wij graag voorstellen tegemoet.

F. SLOTSOM


6.1 Slotsom
Het college geeft aan dat de Begroting 2003 sluitend is. Wij constateren echter dat grote financiële problemen voor het jaar 2003 niet in deze Begroting zijn verwerkt, te weten:
- de dekking van de uitverplaatsing bedrijf aan de Willem de Zwijgerstraat;
- de financiële gevolgen zwembad "de Kuil", het Evertshuis en de bibliotheek;
- de vele PM-posten in het Welzijnsplan 2003;
- diverse lopende "bezwaren" gericht tegen de hoogte van -voorlopig- toegekende subsidies;
- de nog vast te stellen verhoging Afvalstoffenheffing;
- de nog vast te stellen verhoging Rioolheffing;
- een prioriteitenstelling van lopende projecten. De fractie van "Beter Bodegraven" is van mening dat het college materieel gezien géén sluitende Begroting heeft gepresenteerd. Wij zien daarom op onze schriftelijke bijdrage aan deze Algemene Beschouwingen 2003 eerst de reactie van de zijde van het college tegemoet. Wij hopen evenwel dat wij nadien een weloverwogen en integrale afweging kunnen maken ten aanzien van de onderwerpelijke Begroting 2003.