Sociale sector vereist democratische controle
De politiek van liberalisering, deregulering en marktwerking die de
kabinetten van Lubbers en Kok sinds 1982 voerden, krijgt steeds meer
kritiek. Onderzoek van Berenschot toonde on-langs dat eenderde van de
topambtenaren niet meer wil meewerken aan nieuwe processen van
marktwerking. Minister Heinsbroek nam openlijk afstand van
liberaliseringen in de energie-sector en het openbaar vervoer.
KPMG-consultant Tom Bade stelde afgelopen maandag in deze krant dat
ook in zorg, onderwijs en veiligheid wat hem betreft de grenzen van
'oude ver-trouwde concepten als privatisering en marktwerking' zijn
bereikt. Hij pleit voor een 'derde weg', waarbij de sociale nadelen
van marktwerking worden gecorrigeerd, maar de vermeende
efficiëntievoordelen worden behouden.
Bade merkt op dat bij veel liberaliseringen het 'algemeen belang' het
ondergeschoven kindje is. Hij verwoordt hiermee een kritiek die al
veel langer klinkt: in 2000 wees de Weten-schappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid al op de problemen met het borgen van publieke
belangen. Dit zijn de belangen van afnemers van energie of reizigers
in het openbaar vervoer, voor wie de beloofde lagere prijzen uitbleven
en de kwaliteit van de geleverde diensten sterk terugliep. Een minder
gehoord - maar daarom niet minder belangrijk - bezwaar is de
tweede-ling waartoe liberalisering vaak leidt, zoals in de
beveiliging.
Veiligheid is een publiek goed waaraan kiezers bij de laatste
verkiezingen veel belang hechtten. De toegang tot deze publieke dienst
wordt echter steeds meer afhankelijk van ie-mands budget. De afgelopen
twintig jaar is het aantal particuliere beveiligers verdrievoudigd tot
ruim 30.000, tegenover 45.000 reguliere politiemensen. De sector had
vorig jaar en omzet van 700 miljoen euro. Ook het recherchewerk wordt
steeds meer door particuliere bedrijven gedaan. Liberalisering van
beveiliging en opsporing leidt er toe dat veiligheid te koop is.
Bo-vendien beperkt liberalisering de politieke controle. Uit een
inventarisatie die toenmalig mi-nister Klaas de Vries van Binnenlandse
Zaken vorig jaar liet maken bleek dat van toezicht op particuliere
beveiligers door politie en gemeenteraad in de praktijk nauwelijks
sprake is, zelfs niet wanneer gemeenten zelf particulieren inhuren.
Marktdenkers leggen de schuld voor de nadelige sociale gevolgen vaak bij de uitvoering van het liberaliseringsbeleid; een andere aanpak zou de nadelige gevolgen kunnen voorko-men. Bade spreekt in dit verband van het vergroten van de 'maatschappelijke betrokkenheid' van verzelfstandigde en geprivatiseerde ondernemingen. Daarmee komt hij dicht in de buurt van de regeringsverklaring, waarin maatschappelijke organisaties eveneens een belangrijke rol wordt toegedicht. In het geval van Balkenende blijven dergelijke voornemens holle woor-den, nu de regering wil bezuinigen op bijvoorbeeld het toezicht door stadswachten, buurt-meester en tramconducteurs. Bade ziet wel de noodzaak van overheidsinvesteringen, in meer politiepersoneel, en duidelijke democratische controle, door gemeenteraden meer zeggen-schap te geven over de prioriteitenstelling van de politie.
Investeren in collectieve problemen vereist collectieve middelen, zo
erkent Bade. Daarmee lijken marktdenkers van de 'derde weg' afstand te
nemen van een belangrijke doelstelling van de liberalisering, namelijk
overheidsbezuinigingen. Van andere efficiëntievoordelen, zoals lagere
prijzen en betere service, blijkt nu al geen sprake. Daarmee blijft
maar één voordeel over: minder bureaucratie. Ook hier geldt echter dat
een sociale liberalisering veel controle vereist en daarmee veel
bureaucratie, door toezichthouders als NMa en Opta, maar vooral door
volksvertegenwoordigers.
Voorstanders van sociale marktwerking zijn eigenlijk pleitbezorgers
voor meer openheid van bestuur. Minder bureaucratie kan niet worden
bereikt door markten meer te reguleren, maar vooral door meer
democratie: door gebruikers en volksvertegenwoordigers meer in-spraak
te geven en bestuurders van publieke diensten persoonlijk aan te
spreken op hun soci-ale verantwoordelijkheid. Niet beperking van het
marktmechanisme, maar uitbreiding van de democratische controle is de
'derde weg' tot een gezonde publieke sector.
Dr. Ronald van Raak
Dit artikel verscheen op 21 oktober 2002 in Het Financieele Dagblad
(Ronald van Raak is medewerker van het Wetenschappelijk Bureau van de
SP. Met dr. Peter Sas en drs. Nico Schouten schrijft hij een serie
over liberalisering in Nederland. Deze week verschijnt het derde deel,
'De uitverkoop van publieke diensten'.)
---