persbericht / nr. 2002-19, 21 oktober 2002
Hoe smakelijk is een aardbei en waarom?
Op 16 oktober is Asaph Aharoni, medewerker van Plant Research
International gepromoveerd, cum laude, op zijn onderzoek naar de
aanmaak van smaakstoffen in aardbei. Asaph Aharoni ontdekte in zijn
promotie-onderzoek een gen dat een hele belangrijke rol heeft bij
de vorming van geur- en smaakstoffen. Aharoni heeft met zijn
onderzoek ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling
van `metabolomics' als strategie en techniek voor het onderzoek.
Bij het ontstaan van de karakteristieke geur en smaak van de aardbei
zijn honderden genen betrokken. Asaph Aharoni heeft zich bij Plant
Research International verdiept in de genen die een rol spelen bij de
vorming van deze smaakstoffen. Hij bestudeerde met de zogeheten DNA
microarray-techniek de activiteit van 1700 genen tijdens de
vruchtrijping. Aharoni ontdekte onder meer een gen dat belangrijk
blijkt te zijn bij de geur en smaak van aardbeien: het SAAT-gen. Dat
gen zorgt voor de productie van een enzym (alcohol-acyltransferase),
dat op zijn beurt verantwoordelijk is voor de vorming van
verschillende esters in de aardbei. Deze esters zijn belangrijke geur-
en smaakstoffen in allerlei vruchten.
In zijn promotieonderzoek heeft Aharoni laten zien dat de integratie
van nieuwe functionele genomica technieken belangrijk kan zijn voor
zowel het vinden van onbekende genen als voor het doorgronden van
biologische processen. Bijzonder is dat hij dit niet gedaan heeft bij
een modelplant zoals de veel gebruikte Zandraket, maar juist bij
aardbei, een economisch belangrijke plant.
Voor het doorgronden van de biologische processen rond de vorming van
geur- en smaakstoffen heeft Aharoni technieken gebruikt als DNA
micro-arraytechnologie, het sequencen van genen die actief zijn
(EST's: Expressed Sequence Tags) en de grootschalige analyse van
metabolieten (metabolomics). Aharoni is de eerste in Nederland die
deze combinatie van technieken toegepast heeft op planten. Deze nieuwe
benadering is wereldwijd nog maar slechts door een paar
onderzoeksgroepen succesvol gebruikt en wordt door steeds meer
onderzoeksgroepen opgepakt.
---