Nieuws
LBR pleit voor onderzoek naar segregatie in het onderwijs
persbericht 23 oktober 2002
Bij het instellen van een quotum voor allochtone leerlingen maak je
verboden onderscheid op grond van ras en maak je inbreuk op het
recht van vrijheid van schoolkeuze. Dat is de reactie van het
Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) op
het bericht afkomstig van het openbare basisschool De Bonkelaar in
Almelo die voorstander is van het instellen van een quotum voor
allochtone leerlingen. Zo moet worden voorkomen dat de school 'te
zwart' wordt. Bovendien is de directeur D. Bolijn van mening dat
andere scholen door weigering hun verantwoordelijkheid voor
allochtone leerlingen niet nemen. Het instellen van een quotum van
5 allochtone leerlingen oftewel een percentage van 20% per klas zou
goed zijn voor het aanleren van de Nederlandse taalvaardigheid van
allochtone leerlingen.
LBR vindt dit ' juridisch een onhoudbare constructie'. En stelt
voor dat de Commissie gelijke behandeling een onderzoek moet gaan
instellen naar segregatie in het onderwijs.
Zwarte scholen versus witte scholen zijn niet langer het exclusieve
probleem van de vier grote steden in Nederland. Ook in kleine en
middelgrote steden worden scholen steeds eenzijdiger van
samenstelling. Het centrale element in de discussie is de
onwenselijkheid van etnische segregatie in het onderwijs. De
discussie is complex omdat er diverse zaken spelen, zoals de
maatschappelijke integratie van allochtonen, de vrijheid van
onderwijs, kwaliteitsverschillen binnen het onderwijs en de
prestaties van allochtone leerlingen. De etnische segregatie binnen
het onderwijs is echter wel groter dan op grond van de ruimtelijke
segregatie verklaard kan worden. Dit heeft te maken met een
belangrijke factor voor het ontstaan van zwarte scholen namelijk
het verschijnsel witte vlucht. Autochtone Nederlanders sturen hun
kinderen niet meer naar scholen die dreigen zwart te worden of al
zwart zijn. Bolijn weet dat hij als directeur van een openbare
school niet het recht heeft om leerlingen te weigeren. Hij is
verplicht om alle leerlingen aan te nemen, ongeacht kleur of
religie. Met het instellen van een quotum voor zijn openbare
basisschool laat Bolijn zich indirect uit over het toelatingsbeleid
van andere scholen. Inderdaad lijkt het toelatingsbeleid van
bijzondere scholen een rol te spelen.
Barrières worden opgeworpen die het moeilijk maken voor allochtone
kinderen om op deze scholen te komen. Maar het is niet terecht deze
conclusie te veralgemeniseren. Bijzondere scholen worden in
juridisch opzicht beperkt in hun recht om leerlingen te weigeren en
in de praktijk blijken katholieke en protestante scholen open te
staan voor allochtone leerlingen. Ook in het bijzonder onderwijs
zijn er zwarte scholen. Dat er in het openbaar onderwijs meer
zwarte scholen zijn dan in het bijzonder onderwijs heeft vooral te
maken met de spreiding van openbare en bijzondere scholen over de
regio's: er zijn meer openbare scholen in steden waar veel
allochtonen wonen.
Bolijn maakt met zijn uitspraak over het plaatsingsbeleid van zijn
school inbreuk op de keuzevrijheid van ouders. Uit onderzoek blijkt
dat als er keuzemogelijkheid is dat allochtone ouders een
uitgesproken voorkeur hebben voor gemengde en kwalitatief goede
scholen. Ze zijn zich terdege bewust van het feit dat een gemengde
school de Nederlandse taalvaardigheid zal bevorderen. Maar om het
quotum alleen vanuit onderwijskundige overwegingen te
rechtvaardigen gaat (het LBR) te ver. Zodra er sprake is van het
beoordelen van taalniveau als criterium voor toelating bij alleen
allochtone leerlingen en er bij autochtone leerlingen en ouders
niet naar taalontwikkeling wordt gekeken, noemen we dat ongelijke
behandeling.
Het is waar dat de problematiek moeilijk is, mensen ongeduldig
raken en pleiten voor maatregelen die nu eens echt bijdragen aan
een oplossing. In plaats van het stellen van een quotum kunnen we
andere dingen doen om het maatschappelijk proces in de gewenste
richting te versnellen en de witte vlucht te keren. Ten eerste is
het noodzakelijk dat de overheid keuzevrijheid voor alle ouders
garandeert en barrières als lange wachtlijsten en hoge schoolgelden
verbiedt. Hoge schoolgelden benadelen minder draagkrachtigen. Bij
lange wachtlijsten komt het in de praktijk vaak voor dat allochtone
ouders hun kinderen niet vroeg genoeg aanmelden. Kinderen worden op
populaire scholen soms al aangemeld voordat ze 3 jaar oud zijn.
Voor het inschrijven zou als regel moeten gelden dat het kind
minimaal 3,5 jaar oud moet zijn. Wanneer er teveel aanmeldingen
zijn kan bijvoorbeeld gewerkt worden met periodieke lotingen.
Kinderen uit de directe woonomgeving van de school moeten in alle
gevallen voorrang krijgen.
Witte scholen in zwarte of gemengde wijken in de grote steden, maar
ook confessionele scholen in kleinere steden die relatief wit zijn,
zouden aan een nader onderzoek moeten worden onderworpen om vast te
stellen op grond waarvan zij eenzijdig zijn samengesteld. Gemengde
scholen moet de overheid beschermen en belonen. Zij krijgen de
vrijheid om eigen beleid te voeren om een gemengde school te
blijven. Extra financiële ondersteuning, voor door de school te
bepalen faciliteiten, is een gepaste beloning voor scholen die
gemengd zijn of dat worden. Zij hebben immers hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid genomen.
Om met de woordvoerder E. Jonas van het Ministerie van Onderwijs te
spreken, de discussie is goed maar met een andere insteek. Het LBR
vindt het van groot belang dat duidelijk wordt in welke mate en op
welke wijze scholen zich aan hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid onttrekken en/ of in welke mate
maatregelengenomen zijn die strijdig zijn aan de wet- en
regelgeving in Nederland. Daarom verzoekt het LBR de Commissie
gelijke behandeling om een nader onderzoek te laten plaatsvinden
naar mogelijk verboden onderscheid bij de toelating van allochtone
leerlingen in het onderwijs.
Voor meer informatie over bovenstaande persbericht kunt u contact
opnemen met
drs. A. de Ruiter, LBR-beleidsadviseur onderwijs/ Coördinator
School Zonder Racisme
tel.010 2010201 of op 0612780922, e-mail deruiter@lbr.nl