Centrale Raad van Beroep Utrecht

Geen recht op schadevergoeding na dienstongeval; werkgever aan zorgverplichting voldaan; niet juiste diagnose arts
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 24-10-2002

Betrokkene heeft tijdens haar uitzending naar Bosnië bij het bedienen van een handhefwagen letsel opgelopen. De Raad onderschrijft het standpunt van het orgaan dat aan de zorgverplichting, die de Raad in zijn uitspraak van 22 juni 2000, TAR 2000, 112 heeft geformuleerd, is voldaan. Niet gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat het bestuursorgaan in redelijkheid gehouden was voor het gebruik van de handhefwagen speciale voorzorgsmaatregelen te nemen, dan wel waarschuwingen of instructies te verstrekken. Dat de ondergrond oneffen was kon eenvoudig worden waargenomen en geldt niet als een bijzondere omstandigheid. De Raad deelt niet de opvatting van betrokkene dat het niet stellen van de juiste diagnose door de compoundarts een fout is, die als een onrechtmatige gedraging is aan te merken als bedoeld in de uitspraak van 25 oktober 2001, JB 2001/326, TAR 2002, 21. Van verwijtbaarheid is immers geen sprake. De Raad neemt daarbij in aanmerking dat betrokkene eerst twee dagen na het ongeval zich bij deze arts heeft gemeld met pijnklachten en dat zij toen nog kon lopen. De compundarts heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in gelijke omstandigheden mocht worden verwacht. Gedaagdes weigering aansprakelijkheid te aanvaarden en schade te vergoeden die is toe te rekenen aan het optreden van de compundarts, kan in rechte standhouden.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE8902

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...id=9407&i=52&ti=5 .