Ministerie van Justitie
Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit
Amsterdam, 24 oktober 2002
Pepijn van Amersfoort
Oberon Nauta
Yvonne van Heerwaarden
Met medewerking van:
Bram van Dijk
Onderzoek in opdracht van:
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)
Ministerie van Justitie
Inhoudsopgave
Samenvatting 3
1 Inleiding 8
2 Opzet van het onderzoek en korte historie van het CVS-JC 9
2.1 Vraagstelling 9
2.2 Methode van dataverzameling 10
2.3 Historie van het CVS-JC 11
2.4 Doelstelling in ontwikkeling 13
3 Het CVS-JC en de politieorganisatie 15
3.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk 15
3.2 Technische aspecten 15
3.3 Organisatorische aspecten 16
3.4 Gebruikersgemak 17
3.5 Kwaliteit van de gegevens 18
3.6 Gebruikerswensen en de grenzen van het CVS-JC 19
3.7 Samenvatting 20
4 Het CVS-JC en de Raad voor de Kinderbescherming 22
4.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk 22
4.2 Technische aspecten 22
4.3 Organisatorische aspecten 23
4.4 Gebruikersgemak 25
4.5 Kwaliteit van de gegevens 26
4.6 Wensen ten aanzien van de informatie uit het CVS-JC 27
4.7 Samenvatting 29
5 Het CVS-JC en het Openbaar Ministerie 30
5.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk 30
5.2 Technische aspecten 30
5.3 Organisatorische aspecten 31
5.4 Gebruikersgemak 32
5.5 Kwaliteit van de gegevens 32
5.6 Wensen ten aanzien van de informatie in het CVS-JC 33
5.7 Samenvatting 34
6 Conclusies en aanbevelingen 35
6.1 Algemene conclusies 35
6.2 Conclusies per organisatie 36
6.3 Aanbevelingen 39
Bijlagen
Bijlage 1 De gebieden op een rijtje 46
Bijlage 2 Specifieke aanbevelingen gebruikers (per organisatie) 49
Bijlage 3 Leden van de begeleidingscommissie 51
© WODC 2002
Pagina 2 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Samenvatting
Doel, onderzoeksvragen en opzet
In het kader van de aanpak van jeugdcriminaliteit adviseerde de commissie
van Van Montfrans (`Met de neus op de feiten', 1994) onder andere om tot
een cliëntvolgsysteem te komen. Het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit
(CVS-JC) biedt de mogelijkheid voor de politie, het OM en de Raad voor de
Kinderbescherming om inzicht te verkrijgen in de diverse registraties van (eer-
dere) contacten met de jeugdige criminelen. In opdracht van het WODC van
het Ministerie van Justitie heeft DSP-groep een onderzoek uitgevoerd naar
het gebruik van het CVS-JC. In dit onderzoek staat de vraag naar het huidige
gebruik van het CVS-JC en de toekomst van dit systeem centraal. De pro-
bleemstelling van dit onderzoek is:
Welke kenmerken en factoren bepalen het huidige gebruik van het CVS-JC
en hoe kan gewerkt worden naar een gewenst (optimaal) gebruik van dit
systeem?
Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden is een vijftal onderzoeks-
vragen gehanteerd:
· Aan welke informatie hebben de betreffende partners behoefte?
· Welke eisen stellen de gebruikers/ partners aan deze informatie?
· Hoe verlopen het werkproces, de informatievoorziening en de onttrekking
van gegevens bij de verschillende gebruikers?
· Welke succes- en faalfactoren doen zich voor bij de betreffende partners
bij het gebruik van het CVS-JC?
· Welke aanbevelingen kunnen gedaan worden om het gebruik van het
CVS-JC te optimaliseren?
Het onderzoek heeft uit drie verschillende onderdelen bestaan:
· In de eerste plaats is aan de hand van bronnenonderzoek inzicht verkregen
in de richtlijnen die zijn vastgesteld met betrekking tot een gewenst ge-
bruik van het CVS-JC door de betreffende instanties. Hierbij is ook onder-
zoek gedaan naar de totstandkoming van het systeem.
· Vervolgens is gekeken naar de inhoud van het CVS-JC. De verkregen
informatie heeft voornamelijk inzicht gegeven in het gebruik van het sys-
teem qua intensiteit en de vulling ervan.
· Tenslotte is een vijftigtal interviews gehouden met sleutelfiguren in de
betreffende organisaties. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen infor-
matiegebruikers en betrokken functionarissen op tactisch en strategisch
niveau.
Om binnen beperkte tijd een zo representatief mogelijk beeld te krijgen is het
onderzoek uitgevoerd in zes gebieden: Leeuwarden, Almelo, Haarlem,
Utrecht, Rotterdam en Den Bosch. Binnen deze gebieden zijn alle betrokken
partijen geïnterviewd.
Pagina 3 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Conclusies en aanbevelingen
Het algemene doel van het CVS-JC zoals dat bij de start werd geformuleerd
was om een historisch en actueel strafrechtelijk CV-tje van personen te regi-
streren in een systeem dat door alle aangesloten organisaties gevoed en
bevraagd kan worden. In de vertaling naar het gebruik binnen de werkpro-
cessen is men weinig concreet geweest. Iedere organisatie, en daarbinnen
ieder werkgebied, heeft zijn eigen betekenis toegekend aan het systeem. Dit
heeft zich vertaald in verschil in gebruik. Binnen het ene werkgebied wordt
het CVS-JC regelmatig geraadpleegd, terwijl het elders nauwelijks bevraagd
wordt. Dit wordt vooral bepaald door de mate waarin het aan de eis voldoet
dat het óf werk uit handen neemt óf dat het relevante informatie oplevert.
Aan deze eis wordt lang niet altijd voldaan.
Hier zijn verschillende redenen voor:
· De aanwezigheid van alternatieve informatiebronnen die vergelijkbare of
betere informatie over de verdachte verschaffen dan het CVS-JC. De poli-
tie en het OM zijn vaak van mening dat zij, dankzij hun eigen systemen,
reeds over een goede informatiepositie beschikken en dat een extra CVS-
JC bevraging nauwelijks nieuwe feiten boven water brengt.
· De aanwezigheid van structurele overlegmomenten voor de ketenpartners,
beperkt de meerwaarde van het CVS-JC. Hechte samenwerking tussen de
ketenpartners vereenvoudigt de kennisoverdracht. Daar waar bijvoorbeeld
eenvoudig informatie kan worden aangevraagd bij de andere partners,
blijkt raadpleging van het CVS-JC geringer.
· De ervaringen met de informatie in het systeem met betrekking tot volle-
digheid en betrouwbaarheid zijn niet positief. De geïnterviewde gebruikers
zijn doorgaans van mening dat de informatie in het CVS-JC onbetrouw-
baar is. Ongeacht het feit of deze opvatting juist is, wordt hierdoor het
gebruik beïnvloedt. De Raad is minder sceptisch over de kwaliteit van de
gegevens.
· Het gebruik van het CVS-JC wordt in belangrijke mate beïnvloed door
keuzes van het management. Zowel op lokaal als op regionaal niveau ver-
schillen deze sterk. Binnen de ene locatie wordt bepaald dat een CVS-JC
raadpleging standaard in het werkproces opgenomen wordt, terwijl op een
andere plek de werknemers niet eens op de hoogte zijn van het bestaan
van het systeem. De grote regionale verschillen worden versterkt door het
vrijblijvende karakter van het gebruik van het systeem.
Het CVS-JC lijkt in dit kader zijn bestaansrecht vooral te ontlenen aan de landelijke dekking, de snelle opvraagbaarheid van de gegevens bij spoedza- ken, de informatie ten aanzien van Halt-verwijzingen en eventueel de deten- tiegegevens van de verdachten. De gebruikers geven zonder uitzondering aan de wens te hebben dat de informatie specifieker moet worden en dat meer partners gegevens aan het systeem moeten leveren. Als dit zou kunnen, zijn vrijwel alle geïnterviewden voorstander van het behoud van het CVS-JC.
De politie lijkt op dit moment de meeste problemen te ondervinden, zowel qua gebruik als op het gebied van de kwaliteitscontrole van de data. Regi- straties in de bedrijfsprocessensystemen zijn vaak vervuild of onvolledig. Met name het GBA nummer ontbreekt regelmatig. Registraties waarbij dit num- mer ontbreekt worden niet opgenomen in het CVS-JC. Omdat slechts weinig verbalisanten op de hoogte zijn van het belang van volledige registratie gaat het vaak mis. Daarbij kent ook het managementniveau slechts beperkte prio- riteit toe aan kwaliteitsverbetering van de data. Dit leidt weer tot onbetrouw- baarheid van het systeem en daardoor weer tot een verminderd gebruik. Pagina 4 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Functionarissen met meer specifieke taken op het gebied van jeugd lijken het
systeem het vaakst te raadplegen. De politie is weinig enthousiast over het
gebruiksgemak van de CVS-JC module in het eigen bedrijfsprocessysteem.
De bevragingen duren lang en de afkortingen van meldingen van de andere
partners zijn onduidelijk.
De uitvoerende executieve diensten zijn verder niet goed opgeleid om het
CVS-JC te raadplegen en te betrekken in het werkproces rond jeugdzaken.
Overigens is het belangrijk op te merken dat de politiepraktijk gekenmerkt
wordt door continue verandering. Dit heeft tot gevolg dat ieder nieuw sys-
teem of iedere nieuwe procedure met scepsis ontvangen wordt. Door de
werkdruk en de overvloed van procedures en protocollen geeft men vaak te
kennen onder een 'overkill' aan informatie te lijden en weinig behoefte te
hebben aan nieuwe systemen; dit heeft het gebruik van het CVS-JC zeker
geen goed gedaan.
De implementatie van het systeem is bij de Raad voor de Kinderbescherming
nogal ongelukkig verlopen. De vroegtijdige landelijke invoering ervan liep niet
synchroon met de andere partners. Terwijl het gebruik uitgelegd werd, kon er
in de praktijk nog lang niet altijd mee gewerkt worden. Het draagvlak en de
bekendheid hebben hieronder geleden.
In meer dan de helft van de onderzochte werkgebieden van de Raad wordt
het CVS-JC vrijwel standaard geraadpleegd. Er zijn echter ook vestigingen
waar het systeem slechts bij een selecte groep bekend is.
De Raad is van de drie ketenpartners het meest positief over het systeem en
uitte de minste bezwaren ten aanzien van de betrouwbaarheid van de gege-
vens.
Het CVS-JC wordt het meest toegepast ter ondersteuning van en voorberei-
ding op het raadsonderzoek. Daarnaast is het CVS-JC ook een rol gaan spe-
len bij casusoverleg, waar soms een uitdraai gebruikt wordt als samenvatting
van het strafrechtelijke profiel van de verdachte.
Uit het onderzoek is gebleken dat de Raad zelf ook te maken heeft met on-
volledigheid in de aanlevering van de registraties. Een grove schatting leert
dat 10 à 15% van de dossiers geen GBA nummer kent en dus net als bij de
politie buiten het zicht van het CVS-JC blijft.
In de meeste arrondissementen van het Openbaar Ministerie heeft het sys-
teem, vooral binnen de jeugdclusters, brede bekendheid. Dit betekent overi-
gens nog niet dat het bij iedere zaak geraadpleegd wordt. Bij de helft van de
onderzochte vestigingen maakt het CVS-JC een vast onderdeel uit van het
dossieronderzoek. In de andere gevallen raadpleegt men alleen wanneer men
het noodzakelijk acht. Alle geïnterviewden zijn van mening dat de informatie
niet volledig is, zodat het CVS-JC alleen de functie van extra controlemiddel
vervult. Men zegt verder dat men over het algemeen over een goede informa-
tiepositie beschikt en dat het systeem daarom nauwelijks nieuwe gegevens
oplevert.
Het CVS-JC kent verschillende kinderziektes, met het gevolg dat het systeem
technisch gezien (nog) niet heeft kunnen functioneren zoals bedoeld was.
Een vraag over het bestaansrecht van het CVS-JC kan naar onze mening
beter gesteld worden als alle technische problemen verholpen zijn en de vol-
ledigheid en de betrouwbaarheid van het systeem is verbeterd.
Een belangrijk beoordelingscriterium voor de levensvatbaarheid van het sys- teem is de doelstelling van het CVS-JC. Omdat deze nooit uitgewerkt is, kan Pagina 5 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
de praktijk niet getoetst worden aan een beoogd resultaat. Willen de keten-
partners in de toekomst een definitief besluit nemen over het voortbestaan
van het CVS-JC dan is het van wezenlijk belang dat het algemene doel expli-
ciet vertaald wordt naar de praktijk van het werkproces.
Binnen de aanbevelingen maken we onderscheid tussen technische en orga-
nisatorische verbeterpunten. Bij het opstellen van de aanbevelingen hebben
wij ons laten leiden door het uitgangspunt dat de prioriteit moet liggen bij het
goed laten gebruiken van het systeem door de huidige partners. Men moet
zich niet laten verleiden tot een vlucht naar voren, door op korte termijn
nieuwe partners aan te sluiten en nieuwe informatie in het systeem op te
slaan. Op basis van de bevindingen uit het onderzoek komen wij tot de vol-
gende concrete aanbevelingen:
· Door vertegenwoordigers van het OM, de Raad, de politie en het ministe-
rie van Justitie moeten concrete doelstellingen voor het CVS-JC worden
geformuleerd.
· De handmatige verwerking van zaken moet worden gestaakt. De vulling
van het CVS-JC moet volledig worden geautomatiseerd.
· Grote prioriteit moet worden toegekend aan het oplossen van de GBA-
problematiek binnen de bedrijfsprocessystemen. De GBA-bevraging bij de
politie moet, rekening houdend met de ontwikkeling van de personenser-
ver, in de toekomst volledig geautomatiseerd plaatsvinden.
· Het CVS-JC moet uitsluitend in de webversie door worden ontwikkeld en
de politie moet zo snel mogelijk, voor zover nog niet aanwezig, toegang
krijgen tot deze applicatie. In het verlengde daarvan dient de ondersteu-
ning en bevraging via de bedrijfsprocessensystemen bij de politie stop ge-
zet te worden.
· De CJD moet het niet aanleveren van registratiegegevens door de diverse
partijen tijdig signaleren en direct daarvan melding maken bij de verant-
woordelijke binnen de organisaties.
· In zoverre de politie geen verantwoordelijke kent voor het CVS-JC op re-
gioniveau dient deze aangewezen te worden.
· Binnen de politieorganisatie moet, wanneer veranderingen in bedrijfspro-
cessensysteem plaatsvinden (nieuwe versie, ander systeem), prioriteit ver-
leend worden aan het herschrijven van de programmatuur, zodat zo snel
mogelijk weer data geleverd kunnen worden.
· Meer in het algemeen moet nader onderzoek worden verricht naar de
knelpunten ten aanzien van de interface tussen de politiesystemen en het
CVS-JC, zodat de overdracht van informatie ook op de langere termijn
gewaarborgd kan worden.
· Onderzocht moet worden of het mogelijk is om een uniek zaaknummer te
maken dat in één oogopslag duidelijk maakt wat bij wat hoort, zodat dui-
delijk wordt in het CVS-JC hoe een zaak van begin tot einde door de ke-
tenpartners verwerkt is.
· Voor het optimaal functioneren en draaiende houden van het CVS-JC is
het noodzakelijk dat alle regio's vertegenwoordigd zijn in de gebruikers-
raad.
· Het functioneren van de gebruikersraad moet verbeteren; op gesignaleer-
de problemen moet vroegtijdig, snel en consequent (waar hoorden we die
termen eerder) worden gereageerd. Heldere afspraken over wie op welke
termijn actie onderneemt moeten door middel van een actiepuntenlijst
worden vastgelegd.
· Voor het verbeteren van het draagvlak en het gebruik is het wenselijk dat
het CVS-JC opgenomen wordt in de opleidingsprogramma's van de ke-
tenpartners.
Pagina 6 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
· Wij bevelen aan terughoudend te zijn bij het verdiepen van de informatie
van de huidige registratie items en het uitbreiden van het systeem met
nieuwe partners. Weliswaar is binnen het veld veelal de wens geuit de re-
gistratie te verdiepen en te verbreden, maar het is wenselijk eerst het hui-
dige gebruik te verbeteren.
· Als een mogelijke nieuwe functionaliteit is het meten van doorlooptijden
ter sprake gekomen. Wij bevelen aan de doorlooptijden pas op basis van
het CVS-JC te gaan meten wanneer alle genoemde kinderziektes genezen
zijn. Op dit moment is het systeem ongeschikt om aan deze mogelijk
nieuwe doelstelling te kunnen voldoen.
Pagina 7 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
1 Inleiding
In het kader van de aanpak van jeugdcriminaliteit adviseerde de commissie
van Van Montfrans (`Met de neus op de feiten', 1994) onder andere om tot
een cliëntvolgsysteem te komen. Dit systeem zou zorg moeten dragen voor
intensievere informatie-uitwisseling tussen de politie, het Openbaar Ministerie
(OM) en de Raad voor de Kinderbescherming. Hierdoor zou het mogelijk moe-
ten worden betere beslissingen te nemen met betrekking tot de behandeling
van jeugdigen binnen de strafrechtsketen. `Vroegtijdig, snel en consequent'
zijn hierbij de bekende kernwoorden. Na het nodige onderzoek en vele ont-
wikkelactiviteiten, waarbij de ketenpartners hebben meegewerkt en hun in-
breng hebben gehad, is in 1999 gestart met de invoering van het Cliëntvolg-
systeem-Jeugdcriminaliteit (in het vervolg af te korten tot het CVS-JC). Dit
systeem is, na een pilottraject, sinds oktober 2001 landelijk operationeel.
Het CVS-JC biedt de mogelijkheid voor de politie, het OM en de Raad voor
de Kinderbescherming inzicht te verkrijgen in de diverse registraties van (eer-
dere) contacten met de jeugdige criminelen. Dankzij de invoering van het
CVS-JC zijn de jongeren die keer op keer in aanraking komen met de politie,
beter in beeld te houden. Het systeem maakt vroegtijdig, snel en consequent
ingrijpen beter mogelijk doordat informatie tussen de politie, het OM en de
Raad voor de Kinderbescherming gedeeld wordt. Een serie vergrijpen kan in
de brede context worden geplaatst, zodat er snel en op maat kan worden
gereageerd.
Het Ministerie van Justitie heeft het WODC gevraagd een onderzoek te laten
uitvoeren naar het gebruik en de mogelijkheden tot optimalisering van het
CVS-JC. DSP-groep is vervolgens gevraagd voor de uitvoering van dit onder-
zoek. In dit onderzoek staan het huidige gebruik van het CVS-JC en de toe-
komst van dit systeem centraal.
Leeswijzer
In hoofdstuk twee vindt u de opzet van het onderzoek zoals dat door DSP-
groep is uitgevoerd. Daarnaast vindt u hier een korte historische beschrijving
van de totstandkoming van het CVS-JC en een paragraaf gewijd aan de oor-
spronkelijke doelstelling. Deze informatie is van belang om het oorspronkelij-
ke doel van het CVS-JC niet uit het oog te verliezen en mogelijke verklarin-
gen te vinden voor de huidige stand van zaken met betrekking tot het
gebruik. Wij raden met klem aan om deze paragrafen te lezen voordat u de
bevindingen per betrokken organisatie leest. Ook vindt u in dit hoofdstuk de
selectie van de onderzoeksgebieden.
In het derde hoofdstuk gaan wij in op de bevindingen met betrekking tot het gebruik van het CVS-JC bij de politie; hoofdstuk vier bevat de bevindingen bij de Raad en hoofdstuk vijf de bevindingen bij het OM. Vervolgens vindt u in hoofdstuk zes een beschrijving van de samenwerking tussen de diverse par- tijen in de verschillende onderzoeksgebieden. Hierbij wordt met name een beeld gegeven van de informatie-uitwisseling die op lokaal niveau plaats vindt. Tenslotte treft u in hoofdstuk zeven de conclusies en aanbevelingen aan, die volgen uit het door ons uitgevoerde onderzoek. Pagina 8 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
2 Opzet van het onderzoek en korte historie van het
CVS-JC
2.1 Vraagstelling
Binnen dit onderzoek staat de vraag naar het gebruik van het CVS-JC cen-
traal. Deze vraag wordt gesteld om eventuele knelpunten bloot te leggen,
waarna constructieve aanbevelingen geformuleerd kunnen worden.
De doelstelling van dit onderzoek is:
Het zorgvuldig beschrijven en evalueren van het gebruik van het CVS-JC en het ontwikkelen van ideeën en methoden om het gebruik van het CVS- JC in de toekomst te verbeteren.
Deze doelstelling vertaalt zich in de volgende probleemstelling:
Welke kenmerken en factoren bepalen het huidige gebruik van het CVS-
JC en hoe kan gewerkt worden naar een gewenst (optimaal) gebruik van
dit systeem?
Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden is een vijftal onderzoeks-
vragen opgesteld:
1 Aan welke informatie hebben de betreffende partners behoefte? (behoef-
te)
2 Welke eisen stellen de gebruikers/ partners aan deze informatie? (informa-
tief gehalte)
3 Hoe verlopen het werkproces, de informatievoorziening en de onttrekking
van gegevens bij de verschillende gebruikers? (gebruiksgemak)
4 Welke succes- en faalfactoren doen zich voor bij de betreffende partners
bij het gebruik van het CVS-JC? (sterkte en zwakte van het systeem)
5 Welke aanbevelingen kunnen gedaan worden om het gebruik van het
CVS-JC te optimaliseren? (aanbevelingen)
De eerste twee onderzoeksvragen zijn ondersteunend bij de beantwoording van de onderzoeksvragen drie tot en met vijf.
Ad 1 Behoefte
Om het gebruiksgedrag goed in beeld te krijgen is het zinvol om allereerst te
inventariseren welke informatiebehoefte de betreffende partners hebben. Het
gaat hier zowel om informatie op beleidsmatig als operationeel niveau. Op
deze manier is ruimte om in te gaan op de (eventueel) verwachte meerwaar-
de van het CVS-JC bij de gebruiker. Naast de huidige behoefte gericht op de
informatievoorziening, bestaat tevens ruimte om de (eventuele) veranderende
informatiebehoefte als gevolg van de ontwikkelingen in het jeugdbeleid in
kaart te brengen. Deze informatie biedt handreikingen voor de laatste onder-
zoeksvraag, waarin ingegaan wordt op de verbeterpunten van het systeem.
Ad 2 Informatief gehalte
De motivatie om het systeem te gebruiken wordt in sterke mate bepaald door
de waarde die de informatie heeft voor het werkproces. Het up-to-date zijn
van de data, maar ook de volledigheid van de informatie zijn belangrijke eisen
die gesteld worden.
Pagina 9 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Ad 3 Gebruiksgemak
De mate waarin het gebruik van het systeem is geïntegreerd in het werkpro-
ces, wordt mede bepaald door de bekendheid van het systeem bij de gebrui-
ker. De taak van de gebruiker kan bestaan uit het invoeren van een nieuwe
verwijzing in een bronsysteem en/of uit het raadplegen van het Cliëntvolgsys-
teem-Jeugdcriminaliteit. De wijze waarop het CVS-JC aansluiting vindt bij het
werkproces is van invloed op het gebruiksgemak. Ook de toegankelijkheid
(fysiek en leesbaarheid) speelt hierbij een rol. In dit onderzoek is dan ook
ruime aandacht voor:
· het werkproces op het gebied van registratie binnen de politie, het OM en
de Raad voor de Kinderbescherming;
· het algemeen gebruik van de bronsystemen die onder meer moet zorgen
voor de vulling van het CVS-JC;
· het gebruik (raadplegen) van het CVS-JC binnen de politie, het OM en de
Raad voor de Kinderbescherming.
Aspecten waar een gebruiker mee te maken heeft als de snelheid van het systeem, het aantal handelingen voor de gewenste informatie, de interface en logica van het systeem, komen eveneens aan de orde.
Ad 4 Sterkte en zwakte systeem
De succes- en faalfactoren die zich voordoen bij het systeem staan centraal.
Hierbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen twee typen factoren:
factoren die in het algemeen gelden voor het gebruik van geautomatiseerde
informatiesystemen en factoren die specifiek zijn voor het CVS-JC.
De succes- en faalfactoren hebben betrekking op onder andere de behoefte,
het informatiegehalte en het gebruiksgemak. Voorts wordt bij de beantwoor-
ding van deze onderzoeksvraag ingegaan op het belang van de informatie-
voorziening aan gebruikers en betrokken functionarissen op tactisch en stra-
tegisch niveau over het gebruik van het systeem.
Ad 5 Aanbevelingen
Op basis van de vier voorliggende onderzoeksvragen zullen de aanbevelingen,
gericht op de optimalisering van het systeem, gedaan worden. De aanbeve-
lingen zullen voornamelijk betrekking hebben op het informatiesysteem 'an
sich' en de daaraan gerelateerde werkprocessen.
2.2 Methode van dataverzameling
Het onderzoek naar het gebruik van het CVS-JC heeft uit drie verschillende
onderdelen bestaan:
· In de eerste plaats is aan de hand van bronnenonderzoek inzicht verkregen
in de richtlijnen die zijn vastgesteld met betrekking tot een gewenst ge-
bruik van het CVS-JC door de betreffende instanties. Hierbij is ook onder-
zoek gedaan naar de totstandkoming van het systeem.
· Vervolgens is gekeken naar de inhoud van het CVS-JC. De verkregen
informatie zal voornamelijk inzicht geven in het gebruik van het systeem
qua intensiteit en vulling van het CVS-JC. Bovendien wordt de relatie ge-
legd met de verschillende bronsystemen.
· Tenslotte is een veertigtal interviews gehouden met sleutelfiguren in de
betreffende organisaties.
Pagina 10 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Er is een onderscheid gemaakt tussen informatiegebruikers en betrokken
functionarissen op tactisch en strategisch niveau. Deze interviews leveren
de belangrijkste informatie voor de beantwoording van de onderzoeksvra-
gen.
Steekproef
Om binnen beperkte tijd een zo representatief mogelijk beeld te krijgen is het
onderzoek uitgevoerd in 6 gebieden:. De volgende gebieden zijn in het onder-
zoek betrokken:
· Kennemerland;
· Rotterdam-Rijnmond;
· Twente;
· Friesland;
· Brabant Oost;
· Utrecht.
De keuze voor bovenstaande gebieden leidt tot de volgende organisaties die
in het onderzoek zijn betrokken.
Schema 2.1 Organisaties die in het onderzoek worden betrokken (per gebied) OM R.v.d.K. Politie Haarlem Haarlem Zaanstreek-Waterland Kennemerland Rotterdam Rotterdam Rotterdam-Rijnmond Almelo Almelo Twente Leeuwarden Leeuwarden Friesland Den Bosch Den Bosch Brabant Noord Eindhoven Brabant Zuid-Oost Utrecht Utrecht Utrecht
Raadpleging en analyse inhoud CVS-JC In elk gebied is door een onderzoeker gekeken naar de vulling en inhoud van het CVS-JC. Dit heeft gecombineerd plaatsgevonden met een interview met de centrale beheerder van de database in de regio.
Interviews
Er zijn individuele interviews met gebruikers afgenomen. De te behandelen
onderwerpen (de verschillende mogelijke behoeften, ideeën over het informa-
tiegehalte van de gegevens, aansluiting bij werkprocessen, de ideeën over
gebruikersgemak, etc.) leenden zich naar onze ervaring niet goed voor
groepsinterviews. De gebruikers zijn benaderd bij de verschillende instanties
en regio's. Dit heeft in een aantal van 21 interviews geresulteerd.
In de meeste gevallen heeft aansluitend een gesprek plaatsgevonden met betrokken functionarissen op tactisch en strategisch niveau. In een enkel geval is het interview telefonisch afgenomen.
2.3 Historie van het CVS-JC
De nu volgende beschrijving is slechts een korte schets van de totstandko-
ming van het CVS-JC en derhalve onvolledig. Wij besteden hier bijvoorbeeld
weinig aandacht aan de technische ontwikkeling, maar richten ons, gezien de
probleemstelling van het onderzoek, met name op de doelen, de inhoud en de
implementatie van het CVS-JC.
Pagina 11 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
In de rapportage `Met de neus op de feiten' van de commissie Aanpak
Jeugdcriminaliteit (Van Montfrans) in maart 1994 werd geconstateerd dat de
informatie in de strafrechtketen onvolledig was, de aanpak dikwijls een ad
hoc karakter had en dat de afdoening van strafzaken traag verliep. De com-
missie adviseerde om tot een intensievere, veelvormige aanpak te komen die
zich laat samenvatten in de drie kernbegrippen: vroegtijdig, snel en conse-
quent. Een van de adviezen was om de ketensamenwerking en de informatie-
uitwisseling in de strafrechtketen te verbeteren. In de Notitie Jeugdcriminali-
teit van Justitie van november 1995 is (onder andere) dit idee verder uitge-
werkt. Vervolgens is in het voorjaar van 1996 gestart met een definitiestudie
om tot de ontwikkeling van een `cliëntvolgsysteem' te komen.
Doelstelling CVS-JC
Het oorspronkelijke doel van dit CVS-JC is om gegevens van personen te
registreren zodat een 'historisch en actueel strafrechtelijk CV-tje' ontstaat.
Deze gegevens kunnen door alle aangesloten organisaties gevoed en opge-
vraagd worden. De landelijke dekking, een van de aantrekkelijke elementen
van het systeem, moest de volledigheid waarborgen.
Om de ontwikkeling van het systeem behapbaar te houden, is in deze fase
besloten de (voorlopige) opzet van het systeem te beperken tot de huidige
drie aangesloten partijen (politie, Raad, OM). Dit bleek in de praktijk al lastig
genoeg te zijn.
Ook is er om praktische redenen voor gekozen om het systeem binnen de
strafrechtketen te houden. Zo spelen problemen met betrekking tot privacy-
aspecten rond de informatie-uitwisseling binnen de strafrechtketen een klei-
nere rol dan bij instanties in de jeugdhulpverlening.
Daar komt bij dat organisaties als Halt en de jeugdreclassering ten tijde van
de introductie geen landelijk systeem hadden, maar (vele) lokale systemen.
Aansluiting van die systemen zou voor zeer vele technische problemen heb-
ben gezorgd1.
Tevens is er in deze periode voor gekozen om een, in het licht van de doel-
stellingen van het CVS-JC, strikte afbakening van de inhoud te hanteren. Er
is bijvoorbeeld gesproken over het opnemen van een indicator voor etnische
achtergrond van de persoon, maar dit idee is verworpen daar dit buiten de
doelstellingen van het CVS-JC ligt.
Er zijn vele interviews en een aantal congressen gehouden om informatie te
verzamelen met betrekking tot het ontwerp, het ontwerp te bespreken en het
prototype te presenteren. Aangegeven wordt dat het overgrote deel van de
destijds geïnterviewden en de bezoekers van de congressen erg enthousiast
was over het CVS-JC.
Technisch bezien is het CVS-JC een relatief eenvoudig systeem. De gege-
vens worden in een centrale database bij de Centrale Justitiële Documentatie
(CJD) bewaard en het overzenden van de gegevens is (bijna) geheel geauto-
matiseerd. Uitgangspunt was hierbij dat het voeden van het systeem zeer
weinig extra werk mocht kosten voor de diverse organisaties.
Verreweg het meeste ontwikkelingswerk is gaan zitten in het ontsluiten en
aansluiten van de diverse bronsystemen (BPS, X-pol en Genesys bij de poli-
tie, Compas bij het OM en KIS bij de Raad) op het CVS-JC.
Noot 1 Inmiddels heeft Reclassering Nederland een landelijk systeem ontwikkeld voor de geautomatiseerde registraties binnen en van hun werkprocessen. Pagina 12 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Door het gebruik van verschillende bedrijfsprocessensystemen, met name bij
de politie, en verschillen in automatiseringsniveau van de organisatie is in dit
onderdeel van de ontwikkeling van het CVS-JC veel tijd en energie gaan zit-
ten.
Gebruik van het systeem kan in hoofdzaak op twee verschillende manieren
lopen: via een webbrowser (OM, Raad en politie) of bij de politie ook via het
bedrijfsprocessensysteem.
Vervolgens is een pilot-project gestart in de gebieden van de politiekorpsen
Limburg Noord en Haaglanden. Er is een gebruikersenquête gehouden na de
pilotfase en de pilot is geëvalueerd.
Hierna is besloten om het systeem landelijk in te voeren. Daarbij is gekozen
voor een invoering per regio. Daarvoor moest uiteraard de medewerking wor-
den verkregen van de drie partners in het gebied en dit verliep niet altijd even
soepel. Met name de aansluiting van verschillende politiekorpsen bleek een
bottleneck te zijn.
Nadat enkele gebieden waren aangesloten op het CVS-JC heeft de Raad
gekozen voor een, wat de Raad betreft, directe landelijke invoering. Hierdoor
moest de invoering per regio worden losgelaten. Dit zorgde ervoor dat in een
aantal gebieden het CVS-JC al voor de Raad toegankelijk was en dat de me-
dewerkers waren geïnstrueerd wat betreft het gebruik terwijl de politie en het
OM nog niet op het systeem waren aangesloten. Hierdoor was gebruik van
het systeem door de Raad nog niet zinvol en heeft het soms lange tijd onge-
bruikt op diverse pc's gestaan.
Het CVS-JC heeft vervolgens gestaag landelijke dekking gekregen. Met de
landelijke invoering (na de pilots) is medio 1999 een start gemaakt en sinds
het najaar van 2001 is het CVS-JC overal in Nederland bij alle betrokken
partners operationeel.
2.4 Doelstelling in ontwikkeling
Het doel van het CVS-JC lijkt nooit grondig uitgewerkt. Vertrekpunt is ge-
weest dat het voorhanden hebben van een 'historisch en actueel strafrechte-
lijk CV-tje' essentieel is voor de correcte afhandeling van een zaak. De verta-
ling van de doelstelling naar het eigen werkproces is echter meer of minder
overgelaten aan de ketenpartners zelf. Deze vrijblijvendheid heeft ertoe geleid
dat de invulling van het gebruik regionaal sterk is gaan verschillen.
Sinds de introductie van het systeem is de informatiepositie van de partners gewijzigd. De samenwerking tussen de ketenpartners (en betrokken hulpver- lenende instanties) is de laatste jaren in sterke mate geïntensiveerd, met als gevolg dat de uitwisseling van informatie versoepeld is. Tegenwoordig is het dankzij toename in het aantal gemeenschappelijke overlegmomenten (JIB, casusoverleg) veel eenvoudiger om vast te stellen wat iedere organisatie weet over een verdachte en welke afdoening gegeven is. Enige jaren geleden leek een verwijsindex veel meer bij de informatiebehoefte aan te sluiten dan nu. Binnen het werkproces was namelijk onvoldoende zicht op de andere ketenpartners en bleek het vaak lastig, ook voor de eigen orga- nisatie, over de grenzen van het werkgebied heen te kijken. Het CVS-JC voorzag in die behoefte maar was niet het enige initiatief dat hier aan tege- moet kwam. De sterke opkomst van het zogenaamde casusoverleg tussen de ketenpartners is eveneens het gevolg van de oproep om vroegtijdig, snel en Pagina 13 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
consequent te kunnen optreden.
Het is niet wenselijk om het CVS-JC alleen volgens de criteria van de oor-
spronkelijke doelstelling te beoordelen. In de eerste plaats zijn deze te weinig
concreet om als ijkpunt te dienen; in de tweede plaats is het CVS-JC ingebed
in een dynamische praktijk waar de ene ontwikkeling de ander opvolgt. Deze
ontwikkelingen zijn van invloed op de informatiebehoefte en daarmee op de
eisen die aan het systeem gesteld kunnen worden.
Pagina 14 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
3 Het CVS-JC en de politieorganisatie
3.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk Het gebruik van het CVS-JC heeft bij de meeste politieregio's en districten op papier een plek gekregen binnen het werkproces: direct nadat een minderjari- ge verdachte aangehouden is, wordt het systeem geraadpleegd om te zien welke antecedenten de verdachte heeft. Eventuele bijzonderheden uit het strafrechtelijk verleden van de jeugdige kunnen zodoende meegewogen wor- den in de beslissing die de hulpofficier moet nemen.
Binnen het werkproces van de politie lijkt het CVS-JC echter een bescheiden
rol te spelen. Functionarissen met niet-gespecialiseerde uitvoerende taken
aan de basis van de politie zijn weinig geneigd het systeem te raadplegen. Bij
het samenstellen van een dossier van een jeugdige verdachte wordt het an-
tecedentenonderzoek vooral gedaan met behulp van het HKS en andere loka-
le jeugdregistratiesystemen2.
De coördinerende functies binnen de politie lijken meer profijt te hebben van
het systeem. In het casusoverleg wordt niet alleen stilgestaan bij het strafba-
re feit,maar ook hoe de jongere in het verleden is doorverwezen en welke
afdoening hij heeft gekregen. Vaak wordt bij deze bijeenkomsten een uitdraai
van het CVS-JC gebruikt als samenvatting van het strafrechtelijk CV van de
verdachte. Als voordeel werd ons gemeld dat er op deze wijze veel objectie-
ver over de zaak overlegd kan worden.
3.2 Technische aspecten
Politie Nederland maakt zoals gezegd gebruik van 3 verschillende bedrijfspro-
cessystemen. Met behulp van deze systemen kan de politie via een speciale
module toegang krijgen tot het CVS-JC. De bedrijfsprocessystemen worden
niet alleen gebruikt om het CVS-JC te raadplegen, zij verschaffen ook de
registratiegegevens voor het CVS-JC ten aanzien van de politiecontacten van
de verdachte.
Voor het aanleveren van politiegegevens aan het CVS-JC worden automa-
tisch op basis van verschillende criteria3 zogenaamde CVS-JC waardige za-
ken geselecteerd. Deze automatische stap wordt in principe gevolgd door een
handmatig handeling. Een functionaris (dit is in de ene regio de regionale
applicatiebeheerder, in de ander een districtelijke accountmanager) beoordeelt
of de zaken in aanmerking komen voor een vermelding, vult soms nog mis-
sende gegevens (zoals een GBA-nummer) aan en stuurt ze vervolgens door
Noot 2 De onderzoekers hebben verschillende alternatieve systemen gezien die van hoge kwaliteit leken. In Utrecht bijvoorbeeld draait het zogenaamde Jeugd en Zedensysteem, waarin niet alleen alle regionaal gepleegde delicten in vermeld staan, maar waar ook de achterliggende problematiek beschreven wordt en de hulpverlenende instanties genoemd worden. In Rotterdam was men al, voordat het CVS-JC van de grond was, begonnen met een eigen systeem dat tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt onder de naam JeugdVolgSysteem (JVS). Noot 3 De criteria die de politie hanteert zijn: is de betrokkene jonger dan 18 jaar, is het een verdachte, is de verwijzing voorzien van een GBA-nummer, is aan de verdachte een van de volgende formu- lieren gekoppeld: Halt-procedure, Stop-procedure, Melding R.v.d.K., Politie SEPOT, of kent de verdachte een PV waarvan de datum is ingevuld. Persoonsgegevens van zogenoemde afge- schermde zaken (vaak zedenzaken) worden in principe niet opgenomen in het CVS-JC. Pagina 15 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
naar het centrale CVS-JC. Of een registratie binnen korte termijn terug te
vinden is in het CVS-JC, is hiermee afhankelijk van één of enkele personen in
een regio. Het verzenden blijft in de praktijk vaak liggen. Om deze reden
heeft men in drie van de zeven onderzoeksregio's besloten dit proces ook te
automatiseren.
Controle van de data vindt nauwelijks plaats. Zo wordt het verzenden van de
registraties steeds vaker automatisch gedaan, terwijl verbalisanten die verge-
ten een GBA-bevraging te verrichten niet structureel gewezen worden op de
gevolgen daarvan. District Zaanstreek-Waterland vormt daarop een uitzonde-
ring. Daar worden namelijk alle zaken niet alleen voor verzending handmatig
beoordeeld maar wordt ook achteraf bekeken of de zaken in het CVS-JC
belanden. Uit dit district komt tevens het bericht dat bepaalde verzonden
CVS-JC waardige zaken niet of pas na 3 weken in het CVS-JC terechtkomen
en de verdachten die een IVS formulier krijgen buiten beeld blijven.
Om het CVS-JC actueel te houden wordt dagelijks het bedrijfsprocessysteem van de politie gescreend op CVS-JC waardige zaken. Registraties die niet voldoen aan de criteria kunnen echter op een later tijdstip door aanvullende informatie wel CVS-JC waardig worden. Om te voorkomen dat deze zaken blijven liggen worden er zogenaamde heractualisaties verricht. De bedrijfs- processystemen worden regelmatig gescreend op een periode tot drie maan- den voor dato. Zaken die in die periode zijn gaan voldoen aan de criteria kun- nen dan alsnog opgenomen worden. Niet alle regio's zijn momenteel in staat de controleslag uit te voeren omdat de bedrijfsprocessystemen veranderd zijn. Deze nieuwe versies vereisen tevens aanpassingen in de heractualisatie- programmatuur, maar dat is nog niet overal gedaan. Politie Utrecht meldde dat de omvang van de heractualisatiebestanden uit die regio volgens de CJD te groot is om ingelezen te worden. De CJD geeft overigens zelf aan dat de heractualisaties niet regelmatig genoeg plaatsvinden.
3.3 Organisatorische aspecten
Tussen de politieregio's zijn grote verschillen in de mate van bekendheid met
het systeem. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan het feit dat de co-
ordinatie van de implementatie een regionale aangelegenheid is. In de ene
regio heeft men de implementatie groots aangepakt4 in de andere regio is het
zeer moeizaam van de grond gekomen5.
Ondanks de regionale verschillen lijkt landelijk sprake van een algemene te-
neur van afnemende belangstelling. Ten tijde van en kort na de implementatie
is veel energie gestoken in promotie van het systeem. In (bijna) alle wijk-
teams is voorlichting gegeven en is informatie- en promotiemateriaal ver-
spreid (paperclips, pepermuntjes, oefen CD-rom, etc.). Vervolgens is echter
weinig gedaan om het kennisniveau op peil te houden.
In dat kader is het belangrijk op te merken dat slechts in weinig regio's het
CVS-JC onderdeel uitmaakt van de vaste opleidingsprogramma's. Daarnaast
is in die regio's waar wel aandacht besteed wordt aan het systeem de voor-
lichting vaak alleen theoretisch. Bovendien wordt niet of te weinig gerefe-
reerd aan het doel van het systeem en de plaats in het werkproces rond
jeugdzaken.
Noot 4 In Leeuwarden is het Openbaar Ministerie, de Raad van de Kinderbescherming en de Politie
getrakteerd op een parachuteshow waarmee het officiële startsein aan het CVS-JC werd ver-
leend.
Noot 5 In Groningen werden tot voor kort geen data aangeleverd.
Pagina 16 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
In regio's wordt gewerkt met mentoren voor nieuwe politiecollega's; hierbij is
de overdracht van kennis van het systeem afhankelijk van de opstelling van
de mentor (gebruikt hij het systeem, dan is hij er enthousiast over).
Het verloop van personeel heeft de bekendheid verder uitgehold, met het
gevolg dat nu nog maar een beperkte groep politiefunctionarissen het sys-
teem frequent raadpleegt. Wel wordt met enige regelmaat gepoogd het ge-
bruik van het CVS-JC nieuw leven in te blazen. Deze initiatieven, die overi-
gens regionaal sterk verschillen, zijn vaak afhankelijk van individuele
medewerkers. Personele wijzigingen kunnen direct gevolgen hebben voor het
gebruik van het systeem.
Bij de onderzoekers bestaat verder de indruk dat ook het politiemanagement
niet altijd evenveel belang hecht aan het systeem. In een van de interviews
kwam naar voren dat pas na een half jaar aandringen de hoofdcommissaris
toestemming gaf tijd vrij te maken om het platliggende CVS-JC weer te laten
draaien.6
Ten aanzien van het werkproces is het belangrijk te vermelden dat het CVS-
JC voor bepaalde politietaken geduchte concurrentie heeft van andere lokale
systemen. Deze systemen, die vaak bijna hetzelfde of meer kunnen worden
al langere tijd gebruikt en enkele ervan krijgen bijzondere aandacht binnen de
politieopleidingen.
Na aanhouding van een minderjarige verdachte heeft de verbalisant voor het
antecedentenonderzoek de keus uit verschillende informatiebronnen. Welis-
waar wordt hij geacht eerst het CVS-JC te raadplegen, maar aangezien hij
normaal bij de niet-jeugdzaken het HKS raadpleegt speelt de macht der ge-
woonte hem parten. Daarnaast wordt in zes van de zeven onderzoeksregio's
gebruik gemaakt van lokale jeugd- en zedenregistratiesystemen. In deze sys-
temen worden ook civiele zaken bijgehouden evenals contactpersonen binnen
de hulpverlening. De geïnterviewden hebben daarom het idee over een goede
informatiepositie te beschikken. Volgens hen levert het CVS-JC zelden nieu-
we feiten op. Wel is men van mening dat het CVS-JC het beste medium is
om informatie met de ketenpartners te kunnen delen.
3.4 Gebruikersgemak
Het CVS-JC is in de bedrijfsprocessystemen geïntegreerd. Aangezien de
software omgeving van deze systemen sterk verouderd is, kan er niet met
behulp van Windows bevraagd worden. De weergave van de CVS-JC infor-
matie heeft hieronder te leiden. In alle onderzoeksregio's gaf men aan dat de
informatie soms lastig van het scherm te lezen is. Twee geïnterviewden von-
den bovendien dat bepaalde commando's niet duidelijk zijn7.
Het bedrijfsprocessysteem van de politie is in alle onderzoeksregio's met enige regelmaat zwaar belast waardoor de bevragingssnelheid van het CVS- JC negatief beïnvloed wordt. In één regio meldde men zelfs dat als gevolg van de oplopende wachttijd time-outs optreden waardoor de verbinding met
Noot 6 In deze regio is overigens ook tot op heden geen verantwoordelijke voor het aanleveren en
controleren van de data.
Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA's) kregen tot voor kort geen
GBA-nummer. Verdachten uit deze groep ontbreken daarom grotendeels in
het CVS-JC. Dat is jammer omdat jeugdigen uit deze groep vaak met regel-
maat van opvang wisselen waardoor bovenregionale informatie-uitwisseling
zeer relevant lijkt.
De actualisaties komen soms niet direct in het CVS-JC terecht. Dit beïnvloedt
het draagvlak negatief. Eén geïnterviewde merkte op: "Dan doén de collega's
hun uiterste best om de registratie in het bedrijfsprocessysteem zo volledig
mogelijk te maken, ze investeren tijd om het GBA-nummer op te vragen en
dan nóg kunnen ze hun zaak korte tijd later niet vinden in het CVS-JC. Dit
frustreert enorm."
Noot 9 Dat kan er dan toe leiden dat één brommerdiefstal resulteert in 20 vermeldingen in het
Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit.
Pagina 19 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
De politie geeft aan het belangrijk te vinden om op de hoogte te zijn van
OTS. Vooral voor de vervolgstappen is het van belang dat de gezinsvoogd
op de hoogte gesteld wordt. Om die reden pleit zij dan ook voor het op-
nemen van de naam van de contactpersoon.
· Schorsingsvoorwaarden (OM gegevens)
Bij het besluit een verdachte heen te zenden of in verzekering te stellen
kunnen de schorsingsvoorwaarden een belangrijke rol spelen. Deze gege-
vens zijn echter niet in het CVS-JC te vinden.
· Hulpverleningsinstanties in het algemeen
Om efficiënt te kunnen doorverwijzen is de politie niet alleen geïnteres-
seerd in het strafrechtelijke verleden van de verdachte. Ook civiele inci-
denten spelen een belangrijke rol. Om die reden bestaat er behoefte aan
niet-strafrechtelijke informatie ten aanzien van de hulpverlening die de
verdachte of de familie krijgt. Civiele raadsonderzoeken hebben ook de in-
teresse van de politie.
Besloten registraties, die door de ernst van de zaak afgeschermd worden
voor inzage, blijven buiten het zicht van het CVS-JC. Onder deze catego-
rie vallen ook de zedenmisdrijven. De politie is echter van mening dat het
wel degelijk relevant is om ook over deze informatie te beschikken wan-
neer een jeugdige aangehouden wordt.
Naast de technische wensen gaf de politie te kennen dat de aansturing en
aanmoediging van het gebruik van het CVS-JC verbetering behoeven. De
versnipperde verantwoordelijkheden, zowel regionaal als op districtsniveau
maken de aansturing en stimulering van het gebruik intern en extern moeilijk.
In het algemeen moet ook worden opgemerkt dat de aandacht voor de politi-
ele jeugdtaak sterk verschilt per korps, district, wijkteam en medewerker. Dit
betekent dat de capaciteit om het CVS-JC te promoten in alle regio's kwets-
baar is. Bovendien zijn de meer pedagogische en zorgverlenende kanten van
het politieberoep (en met name van de politiële jeugdtaak) aspecten die door
velen binnen de korpsen ondergewaardeerd worden. Dit vertaalt zich in de
mate van personele inzet met alle gevolgen voor het CVS-JC van dien.
Meer in het algemeen werd verder de wens geuit gebruik te kunnen maken
van de webversie.
Pagina 20 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Op dit moment heeft de politie te maken met vervuilingen in het bedrijfspro-
cessysteem. Met name het zogenaamde GBA nummer ontbreekt vaak. Regi-
straties waarbij dit nummer ontbreekt worden niet opgenomen in het CVS-
JC. Omdat slechts weinig verbalisanten op de hoogte zijn van het belang10
van volledige registratie gaat het vaak mis. Daarbij kent ook het manage-
mentniveau slechts beperkte prioriteit toe aan kwaliteitsbewaking van de
data. Het een en ander heeft tot gevolg dat bepaalde regio's nog steeds on-
volledige of vervuilde data aanleveren.
Noot 10 De kwaliteit van de data van de bedrijfsprocessystemen is niet alleen voor het CVS-JC van
betekenis. Verschillende managementinfo systemen leveren onvolledige statistieken omdat de
bronbestanden van de politie vervuild zijn.
Pagina 21 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
KIS wordt door alle vestigingen gebruikt. Een knelpunt is echter dat het
systeem lokaal draait en nergens landelijk gekoppeld is. Het is daarom niet
mogelijk om vanuit de ene vestiging KIS te raadplegen voor een jongere die
bij een andere vestiging staat ingeschreven.
De gegevens, op basis waarvan een zaak naar het CVS-JC gaat, worden in
het algemeen goed ingevuld in KIS. Toch zijn hierbij drie kanttekeningen te
plaatsen.
Controle van CVS-JC registraties vindt bij de Raad niet plaats, vanwege de
automatische onttrekking van de gegevens uit KIS11. Ook naderhand is er
geen sprake van kwaliteitstoezicht in de vorm van het verifieren van de
gegevens. De onderzoekers kwamen enkele keren dubbele registraties tegen
die op één en hetzelfde raadsonderzoek betrekking hadden.
4.3 Organisatorische aspecten
In alle vestigingen (die benaderd zijn) is het CVS-JC door middel van onder
andere voorlichtingsbijeenkomsten, PowerPoint presentaties, Cd-rom's etc.
geïntroduceerd bij de raadsmedewerkers. Daarnaast is intern, binnen de ver-
schillende vestigingen aandacht voor het CVS-JC gevraagd.
Noot 11 Dat laat natuurlijk onverlet het feit dat er in een eerder stadium wel maatregelen zijn getroffen
om de kwaliteit van de gegevens in KIS op het gewenste peil te brengen.
Pagina 23 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Het systeem maakt momenteel geen onderdeel uit van het 'Raadsonderzoe-
ker In Opleiding' programma. De Raad heeft echter in zijn nieuwe werkpro-
cesbeschrijvingen, die begin 2003 geïmplementeerd gaan worden, het ge-
bruik van het CVS-JC expliciet opgenomen als een verplicht onderdeel. Door
deze formalisering van het gebruik is het goed mogelijk dat binnen de oplei-
ding aandacht aan het systeem besteed zal gaan worden.
Toegang tot systeem
In de praktijk blijken de raadsonderzoekers strafzaken, administratieve me-
dewerkers strafzaken, coördinatoren taakstraffen en casusregisseurs de
meest frequente gebruikers te zijn van het systeem. Administratieve mede-
werkers en raadsonderzoekers raadplegen het CVS-JC doorgaans, nadat de
melding is binnengekomen, maar nog voor dat het gesprek met de jongere
heeft plaatsgevonden.
In twee vestigingen worden de werkaantekeningen, waartoe de uitdraai van
het CVS-JC behoort bij het opbergen van het dossier vernietigd. Daarmee is
het privacyregelement meer aangescherpt dan de CJD voorschrijft. Een uit-
draai is volgens de richtlijnen van deze instantie op zich niet bezwaarlijk, zo-
lang deze maar uitsluitend ter inzage komt van de hiertoe geautoriseerde
personen12, waartoe de ouders gerekend worden.
Noot 12 De geautoriseerde medewerker moet volgens de CJD realiseren dat de houdbaarheid van deze
`papieren' informatie als basis voor besluitvorming uiterst beperkt is. Binnen het OM wordt voor
soortgelijke systeemuitdraaien (b.v. het uittreksel Justitiële Documentatie) een termijn gehanteerd
van 14 dagen.
Motivatie om het CVS-JC te gebruiken
Ondanks dat het CVS-JC binnen de Raad landelijk gezien geen geduchte con-
currentie kent van andere informatiesystemen, beschikt de Raad wel over
alternatieve informatiebronnen. Zo beschikt zij over een meldingsformulier
van de politie, waarin het delict van de jeugdige beschreven is. Indien de
jongere eerdere delicten heeft gepleegd, wordt dat op het meldingsformulier
aangegeven. Bovendien beschikt de Raad over dossiers, waarin bijgehouden
wordt of de jongere bekend is bij de betreffende vestiging. Daarnaast wordt
in het kader van het taakgebied casusregie vaak aanvullende informatie over
bijvoorbeeld jeugdreclassering bijgehouden. Door deze goede informatieposi-
tie komt het gebruik van het CVS-JC onder druk te staan. Deze gegevens-
bronnen hebben echter in tegenstelling tot het CVS-JC geen landelijke dek-
king.
In twee van de zeven vestigingen is men van mening dat de time-out, die uit
beveiligingsoogmerk na 30 minuten optreedt, te kort is.
Alle vestigingen zijn van mening dat het CVS-JC met behulp van de webver-
sie eenvoudig te bevragen is. De snelheid waarmee de gewenste informatie
op het scherm verschijnt is voor de meeste gebruikers bevredigend. Een en-
kele gebruiker vindt het soms lang duren, maar wijt dat aan de trage compu-
ters waarmee de vestiging werkt. In de webversie kan op verschillende wijze
gezocht worden naar een betreffende jongere. De raadsmedewerkers zijn niet
allemaal even goed op de hoogte van de mogelijkheden hiervan.
Pagina 25 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Vrijwel alle gebruikers zijn van mening dat op het gebied van de lay-out van
het CVS-JC veel winst te behalen valt. Het is vanaf het beeldscherm niet
mogelijk het overzicht geheel te kunnen bekijken. Bovendien wordt uit een
uitdraai van het CVS-JC niet in één oogopslag duidelijk wat de actuele
situatie van de jongere is. Het vergt gedegen 'puzzeltalent' om de gegevens
die betrekking hebben op hetzelfde delict te koppelen. Doordat bepaalde
afkortingen niet altijd duidelijk zijn, wordt deze onoverzichtelijkheid extra in
de hand gewerkt. Bovendien vragen sommige gegevens om een inhoudelijke
toelichting. Met name de aard van het delict kan soms tot verwarring leiden.
Zo bleek in een zaak een jeugdige verdacht te worden van het `in bezit
hebben van wapens en munitie', terwijl het hier het gebruik van een
speelgoedpistool betrof.
Halt-zaken horen volgens de richtlijnen in het CVS-JC. Veel gebruikers binnen
de Raad zijn echter van mening dat dergelijke zaken allen bij toeval in het
systeem opduiken omdat de bedoeling van Halt juist is om jeugdigen buiten
het strafrecht te houden. Verschillende raadsmedewerkers maken daarom
(ten onrechte) geen gebruik van het CVS-JC voor het vaststellen van de Halt-
contacten van de verdachte.
Noot 13 Drie geïnterviewden vinden het verder lastig dat na het invoeren van de zoekopdracht niet met de
'enterknop' de opdracht geactiveerd kan worden, maar eerst met de muis of via 'tab' naar de
'zoekknop' moet worden gegaan.
Kortom, ondanks de mitsen en maren beschouwt men het CVS-JC als een
noodzakelijk systeem. Om goed te kunnen reageren op de jeugdige moet je
weten wat zijn strafrechtelijk verleden is. Een systeem dat de criminele carri-
ère in beeld brengt moet echter wel volledig en betrouwbaar zijn anders kan
het niet de rol spelen die het toekomt.
4.6 Wensen ten aanzien van de informatie uit het CVS-JC
Hoewel men het als een groot voordeel ziet dat het systeem inzicht verschaft
in het strafrechtelijke verleden van de verdachten geeft men toch te kennen
dat de informatie gedetailleerder weergegeven zou moeten worden om meer
rendement uit het systeem te halen. Om adequaat te kunnen reageren op het
delict van de verdachte is bovendien informatie van alle partners essentieel.
Voor de Raad is de volgende politie-informatie relevant :
· IVS jongeren
Indien een jongere meerdere delicten tegelijk heeft gepleegd, bijvoorbeeld
vernieling en diefstal, is in het CVS-JC slechts één regel beschikbaar en
wordt slechts één delict weergegeven. Op het moment dat het OM zaken
gaat voegen is het mogelijk dat op dat moment het strafbare feit van
vernieling pas duidelijk wordt. Onduidelijk is waar dat delict zijn oorsprong
vindt.
Noot 16 Verwijs index personen plus nummer.
Pagina 27 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Voor de Raad is de volgende OM-informatie relevant:
· Strafafdoening
Noot 17 Het advies van de Raad bestaat veelal uit een strafadvies en een hulpverleningsadvies.
Noot 18 Onder de gezinsvoogdij-instellingen vallen de jeugdreclassering (BJZ), de William Schrikker
Stichting en het AJL (Leger des Heils).
Pagina 28 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Het komt erop neer dat de gebruikers van de Raad het liefst alle besluiten in
het CVS-JC opgenomen zien. Het hele traject van een jongere zou per zaak
duidelijk moeten zijn.
4.7 Samenvatting
5.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk
Het gebruik van het CVS-JC werd door het Openbaar Ministerie (OM) vooral
aangeprezen als middel om het dossieronderzoek te vergemakkelijken. De
overzichten in het systeem geven een goede samenvatting van de strafrech-
telijke carrière waardoor beslissingen sneller genomen kunnen worden. Bo-
vendien vergroot de landelijke dekking de betrouwbaarheid en rechtsgelijk-
heid omdat alle delicten meegenomen en meegewogen kunnen worden in de
uitspraak.
Het systeem wordt doorgaans op twee momenten in het werkproces geraad-
pleegd. In het kader van Ketenoverleg belt de politie over een aangehouden
jeugdigen met de vraag welke afdoeningbeslissing genomen moet worden.
Het OM kijkt in het CVS-JC wat het strafrechtelijk verleden van de verdachte
is en bepaalt het besluit. De andere mogelijkheid is bij het nemen van een
beoordelingsbeslissing binnen het dossieronderzoek. Er wordt wanneer een
zaak binnenkomt in het systeem, gekeken naar recidive of nog openstaande
zaken en die informatie wordt meegenomen bij het besluit eventuele zaken te
voegen en de eis te formuleren. In één arrondissement binnen het onderzoek
wordt verteld dat het systeem ook vaak nog vlak voor de zitting wordt ge-
raadpleegd om na te gaan of er zich nieuwe strafbare feiten hebben voorge-
daan.
Ook de risico's voor mogelijke foute registraties lijken minder groot dan bij de
politieorganisatie. Dit laatste is belangrijk aangezien de verzending zonder
enig toezicht in alle gevallen automatisch verloopt. Omdat de actualisaties en
de heractualisaties zonder toezicht verlopen kon door de geïnterviewden niet
worden aangegeven of alles verliep zoals bedoeld is.
Noot 19 De COMPAS registraties gaan over naar het CVS-JC wanneer ze aan een de volgende
voorwaarden voldoen:
Het OM is overigens voornemens COMPAS te vervangen door het Geïnte-
greerd Proces Systeem (GPS) dat het mogelijk maakt de papiermassa in de
dossiers tot een minimum te beperken.
5.3 Organisatorische aspecten
De introductie was binnen het OM minder formeel dan bij de andere partners.
Een contactpersoon van het CVS-JC legde bijvoorbeeld de werking van het
systeem uit op zijn of haar afdeling, of collega's leerden de werking van el-
kaar. Deze aanpak heeft bijgedragen tot een diversificatie van het gebruik. In
geen enkel arrondissement werd aangegeven dat het gebruik van het CVS-JC
onderdeel uitmaakt van een (interne) parketopleiding.
In vier van de zes onderzochte arrondissementen wordt gebruikt gemaakt
van het systeem. In twee daarvan zelfs intensief. In drie arrondissementen is
het gebruik meer of minder gestructureerd. De administratie voegt standaard
een uitdraai van het overzichtsveld in het dossier en de parketsecretaris kan,
indien hij daartoe aanleiding ziet, nog eens extra raadplegen. In Utrecht wordt
alleen geraadpleegd wanneer de parketsecretaris dat noodzakelijk vindt en
tijd heeft, zodat daar het aantal bevragingen beperkt blijft. In Den Bosch
wordt niet langer gebruik meer gemaakt van het systeem20.
Over het algemeen hebben administratie, parketsecretaris en Jeugdofficier
van Justitie (jeugd) toegang tot het systeem. Gelet op de taakverdeling bin-
nen het OM is het niet verwonderlijk dat van de genoemde functies de offi-
cier het minst gebruik maakt van het CVS-JC. De huidige tendens om het
jeugdbeleid binnen de arrondissementen te clusteren lijkt overigens het ge-
bruik van het systeem te bevorderen.
De informatie-uitwisseling tussen de partners wordt in Leeuwarden gunstig
beïnvloed door het CVS-JC. Wanneer relevante informatie opduikt in het
systeem is men daar vaak geneigd even te bellen met de verstrekker voor
toelichting. Soms wordt ook gebeld om de politie te waarschuwen dat haar
registraties vervuild zijn. Toch is het niet altijd even makkelijk de juiste per-
soon te pakken te krijgen omdat het CVS-JC geen contactpersoonsgegevens
kent. Het OM wordt overigens zelf ook wel eens benaderd met een vraag
over een registratie in het systeem.
Noot 20 In dit arrondissement heeft het parket autorisatie gekregen om rechtstreeks het
bedrijfsprocessysteem van de politie te bevragen. Men is daar van mening dat het CVS-JC hier-
door overbodig geworden is.
Over de begrijpelijkheid van de afkortingen werden geen opmerkingen ge-
maakt, wel over de zoekmogelijkheden. Het OM in Almelo is van mening dat
deze laatste te beperkt zijn: "Soms beschik je alleen over de roepnaam van
de verdachte en lukt het slechts met veel moeite de gegevens boven water
te krijgen".
5.5 Kwaliteit van de gegevens
Het is overigens belangrijk te vermelden dat binnen het werkproces van alle
arrondissementen standaard een bevraging wordt gedaan van de Justitiële
Documentatiedienst. Dit levert gedetailleerde informatie op van alle OM regi-
stratie op landelijk niveau. Voor het OM is het CVS-JC daarmee alleen rele-
vant ten aanzien van de registraties van de andere partners.
Het beperkte vertrouwen zorgt ervoor dat het CVS-JC niet de functie kan
vervullen die het van oorsprong toebedacht is. Met name bij zaken waar
spoed geboden is, bijvoorbeeld wanneer men een IVS of een voorgeleiding
overweegt, zou het handig zijn als men af kan gaan op het strafrechtelijke
CV in het systeem. Nu echter raadpleegt men eveneens andere informatie-
bronnen omdat men van mening is dat het CVS-JC geen volledige weergave
geeft van het strafrechtelijke verleden van de verdachte. In Rotterdam be-
schikt het parket over twee jeugdregistratie systemen.
Noot 21 In dit kader wordt vaak gemeld dat bij het delict de omschrijving 'maatschappelijke klasse' staat.
Pagina 32 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
In vijf van de zes arrondissementen binnen dit onderzoek is men overigens
wel van mening dat het CVS-JC de beste plek is om informatie met de ke-
tenpartners te delen. Den Bosch vormt daar een uitzondering op. Dit parket
heeft bilateraal met de politie de afspraak gemaakt dat zij wederzijds toegang
hebben tot elkaars systeem. De tevredenheid over deze situatie is zo groot
dat men bij het OM binnen dit arrondissement geen gebruik meer maakt van
het CVS-JC.
5.7 Samenvatting
Alle geïnterviewden zijn van mening dat de informatie niet volledig is zodat
het CVS-JC alleen de functie van extra controlemiddel vervult. Met name de
registraties van de politie worden als minder betrouwbaar beoordeeld. Men
zegt verder dat men over het algemeen over een goede informatiepositie
beschikt en dat het systeem daarom nauwelijks nieuwe gegevens oplevert.
Wensen ten aanzien van het systeem richten zich vooral op verdieping van
de huidige informatie en de aansluiting van nieuwe partners. Daarbij wordt
vooral gesproken over jeugdreclasseringgegevens en gegevens over gezins-
voogdij.
6.2 Conclusies per organisatie
Politie
De aanwezigheid van andere informatiebronnen, zoals bijvoorbeeld het HKS
en de lokale JZZ systemen, en het bestaan van overlegstructuren tussen de
politie, het OM en de Raad beperken de meerwaarde van het CVS-JC. Om de
hiervoor genoemde redenen moet het CVS-JC het in deze concurrentiestrijd
vaak afleggen.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad is van de drie ketenpartners het meest positief over het systeem en
uitte de minste bezwaren ten aanzien van de betrouwbaarheid van de gege-
Noot 22 De kwaliteit van de data van de bedrijfsprocessystemen is niet alleen voor het CVS-JC van
betekenis. Verschillende managementinfo systemen leveren onvolledige statistieken omdat de
bronbestanden van de politie vervuild zijn.
Pagina 38 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Het CVS-JC wordt het meest toegepast ter ondersteuning van en voorberei-
ding op het raadsonderzoek. Daarnaast is het CVS-JC ook een rol gaan spe-
len bij casusoverleg waar soms een uitdraai gebruikt wordt als samenvatting
van het strafrechtelijke profiel van de verdachte.
Uit het onderzoek is gebleken dat de Raad zelf ook te maken heeft met on-
volledigheid in de aanlevering van de registraties. Een grove schatting leert
dat 10 à 15% van de dossiers geen GBA nummer kent en dus net als bij de
politie buiten het zicht van het CVS-JC blijft.
Openbaar Ministerie
6.3 Aanbevelingen
Bij het opstellen van de aanbevelingen hebben wij ons laten leiden door het
uitgangspunt dat de prioriteit moet liggen bij het goed laten gebruiken van
het systeem door de huidige partners. Men moet zich niet laten verleiden tot
een vlucht naar voren door op korte termijn nieuwe partners aan te sluiten en
nieuwe informatie in het systeem op te slaan. We maken daarom in de aan-
bevelingen onderscheid tussen aanbevelingen die gericht zijn op het verbete-
ren van het gebruik door de huidige partners en aanbevelingen gericht op de
uitbreiding van het CVS-JC.
Wil het systeem functioneren zoals beoogd, dan moet het vertrouwen her-
steld worden.
Wij bevelen aan dat de vulling van het CVS-JC volledig wordt geautomati-
seerd; dit om de kwetsbaarheid van het systeem te verkleinen en achter-
stand in de verwijzingen tot een minimum te beperken.
Wil dit kans van slagen hebben dan dient zowel de politie als de CJD het een
en ander op orde te krijgen. Momenteel zijn de politieorganisaties verant-
woordelijk voor het aanleveren van de registratiedata. Omdat ze echter met
enige regelmaat nieuwe versies van hun bedrijfsprocessystemen krijgen, gaat
de CVS-JC informatieoverdracht lang niet altijd goed.
Aan de CJD de aanbeveling het niet aanleveren van registratiegegevens
van de politie tijdig te signaleren en direct te melden bij de verantwoorde-
lijke binnen de politieorganisatie. In zoverre de politie geen verantwoorde-
lijke kent op regioniveau dient deze aangewezen te worden.
Aan de politie de aanbeveling prioriteit te verlenen aan het herschrijven
van de programmatuur zodat zo snel mogelijk weer data geleverd kunnen
worden.
Aanbevolen wordt om het CVS-JC uitsluitend in de webversie door te
ontwikkelen en de politie zo snel mogelijk, voor zover nog niet aanwezig,
toegang te verlenen tot deze applicatie. In het verlengde daarvan dient de
ondersteuning en bevraging via de bedrijfsprocessensystemen bij de poli-
tie stop gezet te worden.
Onderzocht moet worden of het mogelijk is om een uniek zaaknummer te
maken en in het CVS-JC op te nemen dat in één oogopslag duidelijk
maakt wat bij wat hoort zodat duidelijk wordt hoe een zaak van begin tot
einde door de ketenpartners verwerkt is.
De gebruikersraad is het orgaan waarbinnen gebruikers van het CVS-JC pro-
blemen ten aanzien van het gebruik van het systeem kunnen melden. Mo-
menteel zijn niet alle delen van het land vertegenwoordigd binnen dit orgaan.
Uit ons onderzoek blijkt echter dat veel problemen lokaal gesignaleerd en
ervaren worden.
In het verlengde hiervan dient opgemerkt te worden dat sommige geïnter-
viewden de indruk hebben dat er te weinig en te laat iets gedaan wordt met
zaken die in de huidige gebruikersraad worden gesignaleerd. Dit doet grote
afbreuk aan het draagvlak van dit orgaan en ad ultimo ook aan de mate
waarin men het gevoel heeft dat het systeem serieus genomen (moet) wor-
Pagina 41 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Een missie zonder doel heeft doorgaans weinig slagingskans. In zekere zin
leidt het CVS-JC onder dit euvel. Weliswaar zijn doelen in theorie geformu-
leerd, maar naar de praktijk van het werkproces zijn deze nooit uitgewerkt en
overgelaten aan de invulling van de afzonderlijke organisatie onderdelen.
Wij bevelen aan dat door vertegenwoordigers van het OM, de Raad, de
politie en het ministerie van Justitie concrete doelstellingen worden ge-
formuleerd. Daarbij zal expliciet aandacht besteed moeten worden aan de
betekenis voor het werkproces en de behoefte aan informatie. De bevin-
dingen uit dit onderzoek zouden de basis moeten vormen voor deze exer-
citie. Vervolgens moet naar het veld gecommuniceerd worden dat met het
commentaar en de ideeën gewerkt is aan verbetering van het gebruik van
het CVS-JC.
Met name de intensivering van de samenwerking tussen de Raad, het OM en
de politie heeft de informatiepositie ten opzichte van enkele jaren geleden
aanzienlijk verbeterd. Daarmee is de informatiebehoefte gewijzigd.
Deze ontwikkelingen hebben het CVS-JC echter een nieuwe functionaliteit
verschaft. Ter ondersteuning van de overlegmomenten wordt met enige re-
gelmaat een uitdraai van het CVS-JC meegenomen.
Op termijn kan overwogen worden informatie van andere partners op te
nemen die van betekenis is voor deze bijeenkomsten. Te denken valt aan
OTS gegevens, Jeugdreclasseringmaatregelen (bijvoorbeeld Intensieve
Traject Begeleiding voor harde kern jongeren), contactpersonen bij de
Raad, het OM, politie of jeugdreclassering.
Bij al deze gegevens dient steeds in gedachte gehouden worden dat het
systeem een verwijsindex is en als zodanig ook gevuld moet worden. In
het verlengde daarvan bevelen we aan terughoudend te zijn bij het verdie-
pen van de informatie van de huidige registratie items. Weliswaar is bin-
nen het veld veelal de wens geuit de registratie te verdiepen maar het is
zeer de vraag of het CVS-JC zo uitgebreid kan worden dat persoonlijk
overleg overbodig wordt. Zolang dat niet het geval is kan het systeem
volstaan met het opnemen van verwijzingen die voor de gebruiker inzich-
telijk maken dat contact opgenomen moet worden. Aanvullende informa-
tie kan vervolgens persoonlijk uitgewisseld worden.
Pagina 43 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Wij bevelen aan de doorlooptijden pas op basis van het CVS-JC te gaan me-
ten wanneer alle genoemde kinderziektes genezen zijn. Op dit moment is de
verwachting dat het meten onvoldoende deugdelijk materiaal oplevert.
Pagina 44 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
B1.2 De gebieden nader bekeken
Schema B1.1 Kennemerland
Pagina 46 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Schema B1.2 Rotterdam-Rijnmond
Twente
Friesland
Schema B1.4 Friesland
Pagina 47 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Utrecht
Schema B1.6 Utrecht
B1.3 De samenwerking
Het succes van het CVS-JC staat of valt met de implementatie bij de
gebruikers. Deze implementatie is momenteel zeer vrijblijvend. Als één
partner niet meewerkt, gaat dat ten koste van het CVS-JC in zijn geheel. Het
is goed om deze vrijblijvendheid in te perken en het gebruik aan strakkere
regels te binden.
Pagina 49 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Pagina 50 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Noot 7 Nadat een zoekopdracht gegeven is verschijnt in het CVS-JC venster het bericht '
Pagina 17 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
het CVS-JC opnieuw tot stand gebracht moet worden.
Dat men niet altijd tijd heeft het opnieuw te proberen ligt voor de hand.
De CJD geeft aan voorlopig weinig aan deze situatie te kunnen veranderen
omdat de bevragingsproblemen te wijten zijn aan problemen binnen het net-
werk van de politie zelf. Op dit moment heeft het centrale CVS-JC systeem
ten opzichte van het huidige gebruik zelfs een stevige overcapaciteit.
Voorts wordt in diverse interviews geconstateerd dat de afkortingen die in
het CVS-JC worden gebruikt doorgaans als onbegrijpelijk getypeerd worden.
Met name blijken er problemen te ontstaan rond het begrip van de gegevens
van de overige partijen die bij het CVS-JC betrokken zijn. De door het OM en
de Raad gehanteerde afkortingen worden vaak niet begrepen. De bizarre
conclusie luidt dat de politiemedewerkers vaak wel hun eigen registraties
kunnen volgen, maar dat de registraties van de overige partijen in een speci-
fieke zaak vaak onduidelijk zijn. Dit terwijl het doel van het CVS-JC juist in-
formatie-uitwisseling is.
3.5 Kwaliteit van de gegevens
In paragraaf 3.2 werd aangegeven dat er niet of nauwelijks wordt toegezien
op controle van de data. Controle blijkt echter in de praktijk geen overbodige
luxe. De volledigheid en betrouwbaarheid wordt in sterke mate bepaald door
de kwaliteit van de brongegevens. De verbalisanten zijn vaak niet op de
hoogte van de gevolgen van slechte registratie en zijn vrijwel nooit in staat
aan te geven op welke triggers een registratie uit het bedrijfsprocessysteem
wordt gefilterd om overgenomen te worden door het CVS-JC. Vooral het A-
nummer lijkt er vaak bij in te schieten. Dit nummer moet handmatig bij de
gemeentelijke basis administratie (GBA) opgevraagd worden. Doorgaans
komt pas na drie dagen antwoord op een aanvraag GBA waardoor de bereid-
heid tot aanvragen negatief beïnvloed wordt8.
Wanneer een verdachte voor een strafbaar feit in verzekering wordt gesteld
(IVS) leidt zijn registratie in het bedrijfsprocessysteem niet tot een verwijzing
in het CVS-JC. Achteraf valt in het CVS-JC niet na te gaan, binnen de regi-
stratiegegevens van de politie, of de jeugdige verdacht wordt van het delict.
Evenmin staat de IVS zelf in het systeem vermeld.
Noot 8 De politie werk momenteel aan een zogenaamde personenserver. Alle individuen die voor een
strafbaar feit met politie in aanraking komen, worden samen met hun A-nummer in dit systeem
opgenomen. Komen ze opnieuw in aanraking met de politie dan worden ze direct herkend in het
systeem en hoeft niet opnieuw een A-nummer aangevraagd te worden. Bij first offenders moet
nog wel handmatig een GBA bevraging plaatsvinden. De personenserver is gepland voor begin
2003. Of het systeem dan daadwerkelijk operationeel is moet nog blijken.
Pagina 18 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
De signalen uit Utrecht zijn echter nog zorgwekkender. Uit deze politieregio
komt het bericht dat de zogenaamde heractualisaties niet in het CVS-JC
verwerkt kunnen worden waardoor bepaalde zaken fout in het CVS-JC ver-
meld blijven staan.
Als gevolg van deze feiten bestaat in alle onderzoeksregio's twijfel over de
volledigheid van de data. Niet alle gegevens zouden in het CVS-JC aanwezig
zijn, terwijl bij bepaalde vermeldingen velden leeg zijn of onduidelijk gevuld.
Ongeacht of het waar is of niet, zorgt deze opvatting binnen de politieorgani-
satie voor een afkalvend draagvlak. Vooral omdat men voor het antecedenten
onderzoek nu denkt nog steeds te moeten uitwijken naar andere systemen.
De onderzoekers kwamen ook nog een opvallende registratie tegen. Een
jeugdige stond met twee aparte registraties in het CVS-JC: alle persoonsge-
gevens waren gelijk behalve het GBA-nummer. De ene registratie werd ver-
wezen door de politie, de andere door de Raad. Ook kregen wij registraties te
zien uit de bedrijfsprocessensystemen waarin in één PV meerdere jeugdige
verdachten waren opgenomen en waarvan alleen de eerste geregistreerde
verdachte automatisch voor opname in het CVS-JC werd aangemeld en ver-
volgens in het CVS-JC werd opgenomen. De overige verdachten waren niet
in het CVS-JC opgenomen.
Het automatisch verzenden heeft als voordeel dat het een up-to-date beeld
oplevert van de politieregistraties. Voor de zuiverheid van de data kan deze
aanpak minder gunstig zijn. Vervuilde of ongewenste registraties belanden
ongecontroleerd in het CVS-JC. Wat dat laatste betreft lijkt de situatie in
Leeuwarden een goed voorbeeld van hoe dat uit de hand kan lopen. Iedere
mutatie van een bestaande registratie leidt daar tot een nieuwe vermelding9
in het CVS-JC.
Het automatisch verzenden kan ook botsen met het privacyreglement.
In dezelfde regio werd melding gemaakt van slachtoffers die ten onrechte als
verdachte in het CVS-JC werden opgenomen. In Amsterdam belanden bo-
vendien besloten registraties in het systeem. Hierbij is overigens de vraag of
dat ook onwenselijk is. Tijdens een interview werd duidelijk dat men het be-
langrijk vindt dat men alle strafbare feiten kent. Dus ook de zedendelicten en
de zware misdrijven.
3.6 Gebruikerswensen en de grenzen van het CVS-JC
Over de gehele linie wordt binnen de politieorganisatie de wens geuit dat de
informatie specifieker moet. Bij een taakstraf wil men niet alleen weten dát
die is opgelegd maar ook wat de invulling is geweest. Ook bij een vonnis wil
men de inhoud weten en bij een sepot de gronden.
Naast een verdieping van de huidige informatie is in alle regio's gepleit voor
een verbreding van de informatie. Op dit moment verschaffen alternatieve
systemen vergelijkbare of betere informatie waardoor raadplegen overbodig
lijkt. Informatie die het systeem concurrerend maken zijn volgens de geïnter-
viewden:
· Jeugdreclasseringgegevens
De politie vindt het waardevol om te weten of er sprake is van een jeugd-
reclasseringtraject. Zij betreurt het bijvoorbeeld zeer wanneer ze niet op
de hoogte is van het feit dat een jongere deelneemt aan een intensieve
traject begeleiding (ITB) harde kern. Bovendien hecht zij belang aan de
vermelding van de contactpersonen bij de jeugdreclassering.
· Gegevens over Onder Toezicht Stelling (OTS)
· In verzekeringstelling (politiegegevens)
Wanneer een jeugdige in verzekering wordt gesteld wordt in het CVS-JC
geen gegevens over zijn zaak opgenomen. Zowel het strafbare feit, als de
IVS gegevens zijn voor het werkproces echter wel relevant. In de stuur-
groep CVS-JC is dit probleem reeds aangekaard.
· Besloten registraties en zedenmisdrijven (politiegegevens)
3.7 Samenvatting
De politieorganisatie lijkt ten aanzien van het gebruik van het CVS-JC
gevangen in een vicieuze cirkel. Enerzijds is er weinig toezicht op de kwaliteit
van de data en anderzijds wordt er weinig geraadpleegd. Het beperkte toe-
zicht op de kwaliteit van de data heeft tot gevolg dat bepaalde gegevens
ontbreken of vervuild zijn. Deze onvolledigheid is weer een belangrijke reden
waarom het systeem zo gering bevraagd wordt. De beperkte rol, die het
CVS-JC thans binnen het werkproces vervult, maakt echter de noodzaak van
toezicht op de kwaliteit van de registraties klein.
De informatie in het CVS-JC vindt men te mager en te onbetrouwbaar om
het (straf)rechtelijk verleden goed in beeld te krijgen.
Voor het antecedentenonderzoek is men genoodzaakt andere systemen te
raadplegen. Deze systemen zijn, vaak door het gedetailleerde informatieni-
veau, geduchte concurrentie van het CVS-JC. Deze concurrentiepositie
wordt verder versterkt doordat het CVS-JC, in tegenstelling tot andere sys-
temen zoals het HKS, weinig aandacht binnen de politieopleidingen krijgt. De
bekendheid is daarom gering en het gebruik navenant.
4 Het CVS-JC en de Raad voor de Kinderbescher-
ming
4.1 Het gebruik van het CVS-JC, theorie en praktijk
In opzet was het CVS-JC bedoeld om het primaire werkproces van de raads-
onderzoeker te ondersteunen. Er werd op aangedrongen zowel bij de start,
als tussentijds bij een vervolgonderzoek, het systeem te raadplegen. Daarbij
werd benadrukt dat de informatie vooral gezien moest worden als beslis-
singondersteunend.
In de praktijk is het gebruik van het CVS-JC per werkgebied sterk gaan ver-
schillen. Op de ene vestiging is de administratie strafzaken ingeschakeld, die
bij elk binnenkomend dossier een uitdraai van het CVS-JC voegt. De raads-
onderzoeker kan het CVS-JC dan naar believen raadplegen. In de andere ves-
tiging is het CVS-JC nauwelijks bekend en wordt dit door slechts een enkele
raadsmedewerker bekeken. Doorgaans wordt het CVS-JC aan het begin van
het werkproces geraadpleegd, meestal nadat de melding van de politie is
binnengekomen. De informatie wordt enerzijds gebruikt ter voorbereiding op
het gesprek met de jeugdige. Anderzijds als algemene indicatie of ter verifië-
ring om te bepalen wat voor soort jongere het betreft. Zo loopt het gebruik
van het systeem uiteen van informatie- en naslagsysteem tot raadpleeg- en
verwijzingssysteem.
Naast de oorspronkelijke beoogde gebruikers, zoals raadsonderzoekers straf-
zaken, wordt het systeem tevens door casusregisseurs en coördinatoren
taakstraffen geraadpleegd. Casusregisseurs gebruiken de uitdraaien soms,
tijdens het overleg met de andere strafrechtpartners als actueel overzicht van
de criminele carrière. Coördinatoren taakstraffen hebben belang bij het CVS-
JC, als blijkt dat er, als de taakstraf uitgevoerd dient te worden, inmiddels
een andere zaak openstaat. Ze kunnen bovendien op basis van het CVS-JC
bepalen op welke wijze het best aangesloten kan worden bij het strafrechte-
lijk verleden van de jongere.
4.2 Technische aspecten
De Raad voor de Kinderbescherming gebruikt het geautomatiseerde
informatiesysteem Kinderbescherming Informatie Systeem (KIS). KIS staat bij
de medewerkers bekend als een goed en betrouwbaar systeem, dat
regelmatig aangepast wordt aan de huidige of veranderde behoeften. KIS is
echter wel een verouderd systeem wat betreft de gebruikte techniek. Het
invoeren van alle gegevens kost vrij veel tijd.
Pagina 22 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
· De criteria waaraan een KIS registratie moet voldoen, voordat het naar het
CVS-JC verzonden worden, zijn niet bekend bij de raadsmedewerkers.
Medewerkers kunnen op deze manier niet aangesproken worden op hun
verantwoordelijkheid, om juist die gegevens goed in te voeren.
· Een tweede kanttekening kan geplaatst worden bij het automatisch
onttrekken van de gegevens uit KIS. Zodra een zaak bij de Raad
binnenkomt, wordt een melding aangemaakt, waar vervolgens een besluit
aan vasthangt: alleen ter registratie of voor het uitvoeren/starten van een
onderzoek. In het laatste geval, worden automatisch de GBA gegevens bij
de gemeente opgevraagd. Wanneer deze gegevens binnenkomen, wordt
de zaak automatisch naar het CVS-JC gestuurd. Het is echter ook
mogelijk dat het GBA nummer in eerste instantie niet gevonden wordt
door bijvoorbeeld een spelfout, of een verkeerde geboortedatum. In die
gevallen komt de zaak niet in het CVS-JC terecht. Om dit te voorkomen
wordt in twee van de zeven onderzochte vestigingen het CVS-JC gebruikt
als een directe GBA controle. Als de persoon daarin te vinden is, kunnen
de gegevens van daaruit correct overgenomen worden in KIS.
· Een derde aspect waardoor de gegevens vanuit KIS niet probleemloos in
het CVS-JC worden opgenomen, betreft de informatie rond de taakstraf.
Dit is deels afhankelijk van de betreffende raadsonderzoeker die deze ge-
gevens in KIS dient in te voeren. Anderzijds gaat het om een technisch
aspect. Bij het invoeren van een taakstraf is het niet mogelijk de pleegda-
tum in te voeren in KIS. Gevolg is dat de taakstraf wel in het CVS-JC
terechtkomt, maar niet gekoppeld wordt aan het betreffende delict.
Aangezien de informatie gesorteerd wordt op opnamedatum valt niet
eenvoudig te zien wat bij wat hoort. Vooral bij meerdere delicten is niet
meer duidelijk, op welk delict de taakstraf betrekking heeft.
Implementatie
De Raad voor de Kinderbescherming heeft gekozen om het CVS-JC landelijk
te implementeren. Achteraf gezien kan opgemerkt worden dat de timing van
de introductie niet optimaal geweest is. Terwijl de Raad de zaak op orde had
en het systeem in gebruik nam, bleek de politieorganisatie nog niet in staat al
het registratiemateriaal te leveren. De animo om het systeem te raadplegen
heeft hieronder geleden. De boodschap leek: 'we hebben een goed systeem
waar alleen niet veel informatie in zit'. Mede hierdoor is het gebruik in som-
mige vestigingen minder van de grond gekomen dan bij andere vestigingen.
Nieuwe medewerkers krijgen tijdens de inwerkperiode vaak te maken met het
CVS-JC. Enkele van hen geven aan behoefte te hebben aan extra informatie
over de werking van het CVS-JC.
Ondanks dat het CVS-JC vrij goed bekend is binnen de organisatie achten de
geïnterviewden het wenselijk om het CVS-JC bijvoorbeeld om de zes tot
negen maanden onder de aandacht van de (nieuwe) medewerkers te bren-
gen. Het afgeven van een positief signaal om het CVS-JC te blijven gebrui-
ken zal naar verwachting stimulerend werken.
Het autorisatiebeleid voor het CVS-JC gebruik verschilt sterk per werkgebied.
In twee van de zeven vestigingen heeft elke raadsmedewerker toegang tot
het CVS-JC, terwijl in twee andere vestiging bijvoorbeeld de afdeling civiel
geheel van het CVS-JC verstoken is. Raadsmedewerkers hebben vervolgens
een persoonlijke inlogcode en een persoonlijk password gekregen. In sommi-
ge vestigingen wordt echter met een algemeen geldende inlogcode en pas-
sword gewerkt, waardoor in feite iedereen toegang tot het CVS-JC heeft.
De intensiteit van het gebruik van het CVS-JC verschilt per vestiging. Indien
de administratie bij het binnenkomen van een zaak een uitdraai van het CVS-
JC in het dossier voegt, neemt de motivatie voor de raadsonderzoeker af om
het CVS-JC nogmaals te raadplegen. In andere vestigingen is de rol van de
administratie minder prominent. Bij deze vestigingen geeft de administratie op
het dossier aan of de jongere in het CVS-JC voorkomt, waarna de raadson-
derzoekers het CVS-JC kunnen raadplegen. De intensiteit van het gebruik
kan tevens gekoppeld worden aan de mate waarin het CVS-JC regionaal
gezien gevuld is. In regio's waar alle drie de partners volop participeren is het
gebruik van het CVS-JC intensiever.
Pagina 24 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Het is daarnaast mogelijk voor ouders om schriftelijk een verzoek ter inzage
in te dienen bij het CJD. Mede vanwege de publieksfunctie van de Raad voor
de Kinderbescherming is besloten dat de inzage bij de Raad plaatsvindt.
Het kan dus voorkomen dat ouders bij de Raad langskomen, terwijl de
jongere niet bij de Raad is aangemeld, maar wel in het CVS-JC is
opgenomen.
De inzageprocedure bestaat er vervolgens uit dat de ouders, na betaling van
een kleine bijdrage, het overzicht van het beeldscherm mogen aflezen. Ook
nu is het uitdraaien van het overzicht niet toegestaan. Ouders worden wel in
de gelegenheid gesteld om aantekeningen te maken.
De meeste gebruikers zien de meerwaarde van het CVS-JC. De praktijk is
echter nog niet zodanig georganiseerd dat die meerwaarde al optimaal naar
voren komt. Het CVS-JC heeft wel een positieve bijdrage geleverd aan de
afname van de verwarring omtrent first offenders. In het verleden had de
raadsonderzoeker vaak geen zicht op de delicten waarvoor een Halt-
afdoening gegeven werd. Zodoende werden verdachten die voor het eerst bij
de raad aangemeld werden maar al eerder aan een Halt-afdoening hadden
deelgenomen als first offender aangemerkt. Tegenwoordig blijven deze delic-
ten dankzij het CVS-JC niet langer buiten het zicht van de raadsonderzoeker.
Met als gevolg dat het raadsadvies beter op de situatie afgestemd kan wor-
den.
4.4 Gebruikersgemak
Het CVS-JC is over het algemeen een systeem dat goed beschikbaar is. Een
paar keer per kwartaal is het in het recente verleden niet mogelijk geweest
om in het CVS-JC in te loggen. Toch is lang niet bij iedere gebruiker bekend,
waar bij storing het probleem aangekaart kan worden.
Vaak gebruiken zij alleen de postcode en het huisnummer om de verdachte te
lokaliseren13. Meer ervaren gebruikers werken met de Keno-sleutel, maar
wijzen hierbij op de kwetsbaarheid van deze zoeksleutel. Immers, indien de
naam verkeerd gespeld is gaat het zoeken mis.
4.5 Kwaliteit van de gegevens
In het algemeen kan opgemerkt worden dat de gebruikers er in eerste instan-
tie vanuit gaan dat het systeem volledig en up-to-date is. Naarmate de ge-
bruiker het CVS-JC frequenter raadpleegt, is zijn of haar mening over de vol-
ledigheid minder positief. Dit geldt echter ook voor de eigen administratie van
de Raad14.
De opvattingen over de kwaliteit van de gegevens verschilt regionaal. In be-
paalde werkgebieden zijn de registraties die in het CVS-JC vermeld staan vrij
volledig. In andere regio's worden veel fouten15 ontdekt, ontbreken er veel
belangrijke gegevens over de jongeren, of ontbreken alle gegevens van jonge-
ren die wel in het CVS-JC thuishoren. Voornamelijk gegevens van de politie
ontbreken vaak. Daarbij wordt opgemerkt dat deze soms ook met enige
vertraging in het CVS-JC opgenomen worden.
Het CVS-JC is ook niet volledig wanneer meer inhoudelijk naar de gegevens
gekeken wordt. Registraties van delicten gepleegd door verdachten zonder
vaste woon of verblijfplaats belanden niet in het CVS-JC. Dit is vergelijkbaar
met de situatie van de Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA's). In
het hoofdstuk over de politie werd aangegeven dat de AMA's, die reeds
langer hier verblijven, geen GBA nummer hebben. Voor de recent
gearriveerde, is voor het verstrekken van een GBA-nummer Stichting Nidos
Noot 14 Een respondent merkt het volgende op. Soms staan er in het CVS-JC raadsonderzoeken vermeld,
die in de eigen administratie over het hoofd zijn gezien.
Noot 15 Pleegdatum en opnamedatum worden bijvoorbeeld niet altijd op de juiste wijze gebruikt. Hierdoor
komen de gegevens onjuist in het CVS-JC terecht.
Pagina 26 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
verantwoordelijk.
Doordat AMA's vaak verhuizen van OC naar AZC, naar opvanghuis, dienen
zij zich telkens opnieuw bij de gemeente in te schrijven. Dit gaat in de praktijk
vaak mis, waardoor van een strafbaar feit verdachte AMA's niet in het CVS-
JC zijn terug te vinden. Gevolg is dat AMA's te vaak onterecht als first
offenders beschouwd worden.
De meeste gebruikers zijn van mening dat de gegevens in het CVS-JC te
beperkt en te summier zijn. Weinig gebruikers hoor je dan ook over
overbodige gegevens in het CVS-JC. Volgens enkele respondenten bij de
Raad kent het 'Vipsnummer16' echter geen toegevoegde waarde.
Jongeren die in verzekering zijn gesteld worden niet door de politie in het
CVS-JC opgenomen. Pas na de raadsbemoeienis, wordt de jongere in het
CVS-JC geregistreerd. Voor de Raad voor de Kinderbescherming is het
van belang om te weten of een jongere in verzekering is gesteld.
· Weergave van het strafbare feit
· Weergave benaming strafbaar feit
In het CVS-JC wordt het strafbare feit weergegeven. Een poging tot
doodslag kan in werkelijkheid bestaan uit het duwen van een persoon die
per ongeluk ongelukkig is neergekomen. Deze relevante informatie is niet
uit het CVS-JC af te leiden. De informatie in het CVS-JC is op dit punt te
summier.
· Halt-zaken
Er heerst bij de gebruikers veel verwarring over het opnemen van Halt-
zaken. Men is vaak van mening dat Halt zaken officieel niet in het
systeem horen terwijl ze daar wel behoefte aan hebben. Men denkt
daarom vaak dat Halt-zaken ontbreken. Volgens de regels horen Halt-
zaken overigens gewoon in het CVS-JC.
De Raad wil van de eigen organisatie de volgende informatie ontvangen:
· Meervoudig advies
Alleen het eerst genoemde besluit van het advies17 van de Raad naar
aanleiding van een basisonderzoek, komt in het CVS-JC. Indien én een
taakstraf én een jeugdreclasseringstraject geadviseerd wordt, kan het
hulpverleningsadvies niet meer worden weergegeven.
· Inhoudelijke informatie over het vervolgonderzoek
De term vervolgonderzoek geeft te weinig informatie. Het is niet duidelijk
of het om een (strafrechtelijk) vervolgonderzoek, een onderzoek naar de
opvoedingssituatie of om een meer diagnostisch onderzoek gaat.
· Startmoment taakstraf
Uit het CVS-JC valt vaak niet de status van de taakstraf te lezen.
Wanneer een taakstraf door de Raad wordt geadviseerd kan het OM de
zaak vervolgens afdoen met een transactie. De status van de taakstraf
blijft dan in het CVS-JC onduidelijk. Pas op het moment dat de taakstraf
geslaagd dan wel mislukt is, wordt deze uitkomst in het CVS-JC
opgenomen en is de status inzichtelijk geworden.
· Gezinsvoogdij instellingen
Indien jeugdreclassering is geadviseerd, is niet duidelijk uit het CVS-JC te
halen of dit daadwerkelijk is ingezet en wanneer dit eventueel is
afgesloten. Bovendien worden de verschillende gezinsvoogdij-
instellingen18 niet weergegeven.
· Onder Toezicht Stelling (OTS)
Of een jongere onder toezicht is gesteld is niet uit het CVS-JC af te
leiden. Civiele onderzoeken worden pas in het CVS-JC vermeld indien al
sprake is van een strafrechtelijk onderzoek. Deze informatie wordt door de
gebruikers wel als relevant ervaren.
· Casusregiezaken
Binnen de ketenpartners is de discussie over de exacte taakverdeling van
de casusregie nog niet voltooid. Het ziet er echter naar uit dat de Raad de
hoofdverantwoordelijke wordt. Vooruitlopend op de eindbeslissing
hieromtrent wordt al vaak binnen een aparte casusregie module in KIS
informatie bijgehouden. Deze belandt echter niet in het CVS-JC. Evenmin
valt bij een verdachte af te leiden of het een casusregiezaak betreft. Deze
zaken worden echter gekenmerkt door een meer ernstige problematiek
waardoor het relevant wordt om te weten of een verdachte onder regie
staat.
· Contactpersonen
Voor het werkproces bij de Raad is het belangrijk dat bekend is welke on-
derzoeken (n.a.v. straf) verricht zijn, welke politiekorpsen erbij betrokken
zijn en welke veroordelingen op de zaak betrekking hebben. Daarbij be-
staat de behoefte om niet alleen de verwijzende instantie te weten maar
ook de contactpersoon bij de zaak.
De termen die het OM hanteert geven te weinig informatie. Een term als
vonnis, sepot, transactie, schorsing worden door alle gebruikers te vaag
bevonden.
· Zittingsdatum
De zittingsdatum wordt door de gebruikers van de Raad voor de
Kinderbescherming vaak gemist.
· Voegen van zaken
Doordat binnen het CVS-JC niet altijd duidelijk is welke zaken het
Openbaar Ministerie voegt, wordt het overzicht voor de gebruikers van de
Raad minder overzichtelijk en moeilijk leesbaar.
Voorts zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
· Gegevens over jeugddetentie
Momenteel is het mogelijk dat pas na enkele maanden duidelijk wordt dat
een gedetineerde jongere op vrije voeten is gekomen. De nazorg, die naar
verwachting een raadsverantwoordelijkheid gaat worden, is daar slecht bij
gebaat.
· Bureau Kinderrechters
Uitspraken van de Kinderrechter worden, door de gebruikers van de Raad
tevens als welkome aanvulling van het CVS-JC beschouwd. Indien een
jongere een PIJ maatregel of een jeugddetentie of een OTS opgelegd heeft
gekregen is dat relevante informatie voor de gebruikers van het CVS-JC.
Zeker ingeval een jongere in aanmerking komt voor een ITB project.
· Leerplichtambtenaren
Leerplichtambtenaren kunnen een proces verbaal opmaken tegen een
jongere. Deze informatie is voor de Raad van belang om dat dergelijke
zaken vaak wijzen op achterliggende problematiek.
· Jeugdreclassering
Veel gebruikers van de Raad hebben naar voren gebracht voorstander te
zijn van het aansluiten van de jeugdreclassering op het CVS-JC.
Samenvattend kan het volgende worden opgemerkt met betrekking tot het
gebruik van het CVS-JC bij de Raad voor de Kinderbescherming. De imple-
mentatie van het systeem is nogal ongelukkig geweest. De grote voorsprong
die de Raad nam om het systeem vroegtijdig landelijk in te voeren, heeft voor
het gebruik van het systeem enkele negatieve bijwerkingen opgeleverd.
Doordat het systeem niet gevuld was met informatie kon het nog niet ge-
bruikt worden. Dit ondanks het feit de toekomstige gebruikers al wel geïn-
strueerd en gestimuleerd waren omtrent het gebruik; dit heeft tot irritatie en
frustratie geleid.
Er bestaan tussen de verschillende raadsvestigingen verschillende ideeën
voor wat betreft het gebruik van het systeem en de plaats ervan binnen het
werkproces. Er wordt verschillend gedacht over wie de gebruikers zijn (denk
aan onder andere het onderscheid tussen civiel en straf) en over de rol die de
administratie moet spelen in het werkproces waarin het gebruik van het CVS-
JC is opgenomen.
De afzonderlijke aspecten van het CVS-JC worden verschillend beoordeeld.
Aan de ene kant is het systeem snel en stabiel, aan de andere kant is het
onoverzichtelijk en door het gebruik van afkortingen onduidelijk. De meeste
geïnterviewden geven verder aan dat door de slechte en beperkte vulling van
het systeem de meerwaarde ervan tot nog toe beperkt blijft. Desondanks is
men unaniem van mening dat het onwenselijk zou zijn als het systeem ver-
dwijnt.
Pagina 29 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
5 Het CVS-JC en het Openbaar Ministerie
In de praktijk speelt het CVS-JC een wisselende rol. In het ene arrondisse-
ment wordt bij iedere zaak het CVS-JC geraadpleegd, terwijl het systeem
elders nauwelijks bevraagd wordt.
5.2 Technische aspecten
Voor het raadplegen van het CVS-JC maakt het OM gebruik van de zoge-
naamde webversie van het systeem. De gegevens die de organisatie zelf aan
het CVS-JC levert worden ontrokken19 aan het centrale registratiesysteem
COMPAS. Dit systeem is aanzienlijk gebruiksvriendelijker dan bijvoorbeeld de
bedrijfsprocessystemen van de politie.
· Registratie akkoord minderjarige verdachte
· Registratie accoord preventieve minderjarige verdachte
· Accorderen zitting van een minderjarige verdachte
· Beoordeling minderjarige verdachte
· Uitspraak zitting minderjarige verdachte
· Terugdraaien accordering RM-accoord minderjarige verdachte
In alle gevallen moet de registratie betrekking hebben op een minderjarige en dient de registratie
voorzien te zijn van een A-nummer.
Pagina 30 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
COMPAS wordt in twee arrondissementen als te oppervlakkig getypeerd.
Wanneer bijvoorbeeld een proces verbaal uit meerdere feiten bestaat wordt
een transactieaanbod gebaseerd op het eerste feit. Ook valt niet te lezen in
geval van schorsing wat de voorwaarden zijn. De mate van specificiteit is
uiteraard bepalend voor het informatieniveau van het CVS-JC; wat niet in
COMPAS zit kan ook niet naar het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit.
Net als bij de Raad voor de Kinderbescherming en de politie zijn de verschillen
ten aanzien van bekendheid en gebruik van het CVS-JC tussen de verschil-
lende arrondissementen groot. Het OM in Haarlem besteedt bijvoorbeeld veel
aandacht aan het systeem en gebruikt het veelvuldig, terwijl het in Den
Bosch vrijwel nooit geraadpleegd wordt.
Pagina 31 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
5.4 Gebruikersgemak
Het CVS-JC vindt men doorgaans eenvoudig in het gebruik. De zoekfuncties
wijzen zich vanzelf en de rubrieken zijn duidelijk. Toch wordt in drie onder-
zoeksregio's melding gemaakt van een rommelige presentatie van de infor-
matie. Met name de samenhang tussen de registraties is soms moeilijk te
bepalen.
Vaak is het onduidelijk wat de relatie is tussen registraties van bijvoorbeeld
de politie en de registraties van het OM of de Raad omdat geen uniek zaak-
nummer gegeven is. Ook is de vulling van de velden niet altijd naar tevreden-
heid. In Utrecht is men van mening dat de vulling van te veel cellen te ondui-
delijk, nietszeggend21 of leeg is.
De snelheid van het systeem wordt wisselend beoordeeld. In het ene arron-
dissement is men van mening dat het systeem vaak plat ligt terwijl men el-
ders juist erg te spreken is over de stabiliteit en de snelheid van het CVS-JC.
In één arrondissement gaf men aan dat het hinderlijk is dat na 30 min een
time-out optreedt en men opnieuw moet inloggen.
In alle onderzochte arrondissementen is men van mening dat de gegevens
niet volledig of up-to-date zijn. In het verlengde geeft men dan ook aan dat
het systeem te onbetrouwbaar is om een beslissing op te baseren. Met name
bij de betrouwbaarheid van de politiegegevens plaats men vraagtekens. De
informatie van de Raad en het OM typeert men doorgaans wel als volledig,
hoewel ook daar door de onderzoekers duplicaten van registraties gesigna-
leerd zijn. Utrecht vormt daar een uitzondering op. In dit arrondissement zegt
men slechte ervaringen te hebben met data van de andere arrondissementen,
waaronder die van het parket Den Bosch.
Naast het CVS-JC wordt gebruik gemaakt van het JVS, een lokaal systeem
dat door de politie regio Rotterdam-Rijnmond ontwikkeld is.
5.6 Wensen ten aanzien van de informatie in het CVS-JC
Net zoals bij de andere ketenpartners is men van mening dat de informatie
die het systeem bevat te oppervlakkig is. Men beschikt over het algemeen
over uitgebreide dossiers van de verdachten, die wanneer ze volledig zijn,
een veel nauwkeuriger beeld schetsen. Het OM kan dankzij de Justitiële Do-
cumentatiedienst landelijk COMPAS gegevens inzien, terwijl de politie (lande-
lijke) HKS gegevens aanlevert. Wil het CVS-JC meer vaste grond onder de
voeten krijgen dan moet het informatiegehalte omhoog. Daarbij wordt ge-
dacht aan:
· Sepotvoorwaarden
Voor het bepalen van de afdoening is het belangrijk om te weten op welke
grond geseponeerd is.
· Schorsingsvoorwaarden
Bij de aanhouding van een verdachte is het belangrijk om te weten of ie-
mand geschorst is en op welke gronden. Dit kan er namelijk toe leiden dat
een IVS kan worden toegepast. De schorsingsvoorwaarden worden overi-
gens ook niet in het COMPAS geregistreerd zodat deze gegevens voor als
nog niet leverbaar zijn. Misschien dat het nieuwe GPS op deze behoefte
kan inspelen.
· Specifieke vonnisgegevens
Het OM heeft behoefte aan gedetailleerde informatie over het vonnis; dus
niet alleen dat er een vonnis is geweest maar ook wát het vonnis inhoudt.
· Jeugddetentiegegevens
Voor een zaak is het soms erg belangrijk dat je tijdig weet waar de ver-
dachte vastzit en wanneer hij of zij vrijkomt.
· Afloop taakstraf
Bij recidivisten is het van belang om te zien hoe zij in het verleden een
taakstraf hebben afgerond zodat daarop geanticipeerd kan worden. Deze
informatie, die volgens de regel in het CVS-JC opgenomen zou moeten
worden, ontbreekt in de praktijk vaak.
· Gezinsvoogdijgegevens
Voor het beoordelen van de afdoening is het van belang de gezinssituatie
goed in te schatten. Een gezinsvoogd kan daarbij een belangrijke rol spe-
len
· Halt-gegevens
Binnen het OM bestaat de behoefte aan gegevens van Halt. Om die reden
wordt gepleit voor aansluiting van het Aurah systeem van de Halt-
bureaus.
De geïnterviewden zagen het succes van het CVS-JC vooral gelegen in het
feit dat het systeem in één oogopslag het crimineel profiel te zien geeft. Ook
de landelijke dekking werd genoemd als een belangrijk pluspunt hoewel de
geïnterviewden daarbij de opmerking maakten dat arrondissementsgrens-
Pagina 33 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
overschrijdende gevallen slechts een beperkte groep verdachten betreft.
Binnen het OM zijn de meningen verdeeld over toekomstige ontwikkelingen in
het jeugdbeleid en de gevolgen daarvan voor het gebruik van het CVS-JC. In
twee arrondissementen is men van mening dat de steeds grotere nadruk op
doorlooptijden en snelrecht een positieve impuls voor het systeem kan bete-
kenen mits de betrouwbaarheid van de gegevens gewaarborgd wordt.
In de meeste arrondissementen heeft het systeem, vooral binnen de jeugd-
clusters, brede bekendheid. Daarmee is echter niets gezegd over het gebruik
ervan. Bij de helft van de onderzochte vestigingen maakt het CVS-JC een
vast onderdeel uit van het dossieronderzoek. In de andere gevallen raadpleegt
men alleen wanneer men het noodzakelijk acht.
Pagina 34 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
6 Conclusies en aanbevelingen
6.1 Algemene conclusies
Opmerking vooraf
Vroegtijdig, snel en consequent zijn de kwaliteitsprincipes binnen het jeugd-
strafrecht. Het CVS-JC is in het leven geroepen om tegemoet te komen aan
deze kwaliteitseisen die ook aan het doorverwijzen binnen de strafrechtketen
gesteld worden. Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, is tijdens de introductie
van het CVS-JC echter alleen een algemene doel geformuleerd. Dit luidde:
de registratie van een historisch en actueel strafrechtelijk CV-tje van perso-
nen dat door alle aangesloten organisaties gevoed en opgevraagd kan wor-
den.
In de vertaling naar het gebruik binnen de werkprocessen is men weinig con-
creet geweest. Iedere organisatie, en daarbinnen ieder werkgebied, heeft zijn
eigen betekenis toegekend aan het systeem. Dit heeft zich vertaald in ver-
schil in gebruik.
Bovendien is het CVS-JC niet het enige initiatief dat tegemoet is gekomen
aan de drie bovengenoemde kwaliteitsprincipes. Ook in de overlegstructuur
tussen de ketenpartners is de laatste jaren het nodige veranderd. Vooral de
verschuiving naar het gemeenschappelijke casusoverleg heeft ertoe geleid dat
de informatiepositie ten aanzien van de strafrechtelijke carrière aanzienlijk
verbeterd is. De informatiebehoefte van de CVS-JC gebruikers is daardoor
gewijzigd en specifieker geworden. Het CVS-JC lijkt in dit kader zijn be-
staansrecht vooral te ontlenen aan de landelijke dekking, de snelle opvraag-
baarheid van de gegevens bij spoedzaken, de informatie ten aanzien van Halt-
verwijzingen en eventueel de detentiegegevens van de verdachten.
De gebruikers geven echter zonder uitzondering aan dat de informatie, wil
het systeem ook in de toekomst aantrekkelijk blijven, specifieker moet wor-
den en dat meer partners gegevens aan het systeem moeten leveren. Als dat
lukt zijn vrijwel alle geïnterviewden voorstander van het behoud van het CVS-
JC.
Algemene conclusies
Het systeem wordt wisselend gebruikt. Binnen het ene werkgebied wordt het
CVS-JC regelmatig geraadpleegd, terwijl het elders nauwelijks bevraagd
wordt. Dit wordt vooral bepaald door de mate waarin het aan de eis voldoet
dat het óf werk uit handen neemt óf dat het relevante informatie oplevert.
Aan deze eis wordt lang niet altijd voldaan. Hier zijn verschillende redenen
voor:
· De aanwezigheid van alternatieve informatiebronnen die vergelijkbare of
betere informatie over de verdachte verschaffen dan het CVS-JC beperkt
de meerwaarde van het systeem.
Om zo passend mogelijk te reageren op het strafbare gedrag van de jeug-
dige is het belangrijk dat verschillende factoren worden meegewogen bij
beslissingen. De gegevens in het CVS-JC kunnen voor die beslissingen re-
levant zijn. De politie en het OM zijn echter van mening dat zij, dankzij
hun eigen systemen, reeds over een goede informatiepositie beschikken
en dat een extra CVS-JC bevraging nauwelijks nieuwe feiten boven water
brengt. Het systeem dient dan vooral als extra controle. Daarnaast heeft
men vaak de behoefte aan aanvullende (niet-strafrechtelijke) informatie,
Pagina 35 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
zoals jeugdreclasseringsgegevens en jeugdzorginformatie. Met name bij de
politie wordt dergelijke informatie in alternatieve systemen bijgehouden
die daarnaast ook de strafrechtelijke carrière van de jeugdige vastlegt.
Dat dergelijke systemen geduchte concurrentie vormen voor het CVS-JC
is evident.
· De aanwezigheid van structurele overlegmomenten voor de ketenpartners
beperkt de meerwaarde van het CVS-JC.
Om snel en consequent te kunnen reageren is informatie omtrent het
strafrechtelijk verleden van de verdachte essentieel. Het CVS-JC verschaft
een helder overzicht van de strafbare feiten en de verschillende ketencon-
tacten van de jeugdige. Aangezien het CVS-JC vooralsnog een verwijsin-
dex is, moet voor aanvullende informatie contact opgenomen worden met
de leveranciers van de CVS-JC registratie. Hechte samenwerking tussen
de ketenpartners vereenvoudigt de kennisoverdracht. Daar waar bijvoor-
beeld eenvoudig informatie kan worden aangevraagd bij de andere part-
ners, blijkt raadpleging van het CVS-JC geringer.
· De ervaringen met de informatie in het systeem met betrekking tot volle-
digheid en betrouwbaarheid zijn niet positief.
De geïnterviewde gebruikers zijn doorgaans van mening dat de informatie
in het CVS-JC onbetrouwbaar is. Ongeacht het feit of deze opvatting juist
is, wordt hierdoor het gebruik beïnvloedt. De (juridische) gevolgen van een
foute beslissing kunnen namelijk verstrekkende gevolgen hebben. Gebrui-
kers zien zich voor de volledigheid genoodzaakt alternatieve informatie-
bronnen te raadplegen. Niet zelden beperkt men zich overigens tot alleen
deze laatst genoemde. De Raad is minder sceptisch over de kwaliteit van
de gegevens.
· Het gebruik van het CVS-JC wordt in belangrijke mate beïnvloed door
keuzes van het management.
Zowel op lokaal als op regionaal niveau verschillen deze sterk. Binnen de
ene locatie wordt bepaald dat een CVS-JC raadpleging standaard in het
werkproces opgenomen wordt, terwijl op een andere plek de werknemers
niet eens op de hoogte zijn van het bestaan van het systeem. De grote
regionale verschillen worden versterkt door het vrijblijvende karakter van
het systeem. Als binnen een bepaald werkgebied besloten wordt dat be-
vraging wenselijk is dan ligt de raadpleegfrequentie hoog. Kent men geen
prioriteit toe aan het systeem dan ligt de frequentie laag.
Naast de algemene conclusies zijn ook enkele opmerkingen te maken die
problemen belichten die specifiek voor de afzonderlijke organisaties gelden.
De politie lijkt op dit moment de meeste problemen te ondervinden, zowel
qua gebruik als op het gebied van de kwaliteitscontrole van de data. De ver-
vuiling van de CVS-JC gegevens wordt vooral door deze partner veroorzaakt.
Binnen het werkproces speelt het CVS-JC bovendien een bescheiden rol.
Wanneer men na aanhouding een antecedentenonderzoek verricht, maakt
men vooral gebruik van het HKS. Functionarissen met meer specifieke taken
op het gebied van jeugd lijken het systeem het vaakst te raadplegen. Dit ge-
schiedt overigens alleen als extra controle bijvoorbeeld in voorbereiding op
casusoverleg met de andere partners.
De politie heeft te maken met vervuilingen in het bedrijfsprocessysteem en
problemen met de kwaliteit van de registraties in die systemen. Registraties
zijn vaak onvolledig. Met name het GBA nummer ontbreekt regelmatig.
Pagina 36 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Pagina 37 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Registraties waarbij dit nummer ontbreekt worden niet opgenomen in het
CVS-JC.
Omdat slechts weinig verbalisanten op de hoogte zijn van het belang22 van
volledige registratie gaat het vaak mis. Daarbij kent ook het managementni-
veau slechts beperkte prioriteit toe aan kwaliteitsverbetering van de data.
Een en ander heeft tot gevolg dat in bepaalde regio's sprake is van onvolledi-
ge of vervuilde aanlevering van data. Deze onvolledigheid is weer een belang-
rijke reden waarom het systeem zo gering bevraagd wordt. De beperkte rol
van het CVS-JC binnen het werkproces maakt de aandacht voor toezicht op
de kwaliteit van de registraties en het streven naar volledigheid van het sys-
teem klein waardoor de vicieuze cirkel rond is.
Ten aanzien van de beoordeling van het gebruiksgemak van het systeem
onderscheidt de politie zich van de twee andere partners. De politie is weinig
enthousiast over de CVS-JC module in het eigen bedrijfsprocessysteem. De
bevragingen duren lang en de afkortingen van meldingen van de andere part-
ners zijn onduidelijk.
De uitvoerende executieve diensten zijn verder niet goed opgeleid om het
CVS-JC te raadplegen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het HKS wordt weinig
aandacht in de opleiding besteed aan het CVS-JC. Het HKS heeft voor het
antecedenten onderzoek een prominente plaats verworven in tegenstelling
tot het CVS-JC dat vaak slechts op papier in de standaardprocedure is opge-
nomen.
In dit kader is het overigens belangrijk op te merken dat de politiepraktijk
gekenmerkt wordt door een hoge frequentie van noviteiten. Dit heeft tot
gevolg dat ieder nieuw systeem of procedure met scepsis ontvangen wordt.
Door de werkdruk en de overvloed van procedures en protocollen geeft men
vaak te kennen onder een 'overkill' aan informatie te lijden en weinig behoef-
te te hebben aan nieuwe systemen.
De implementatie van het systeem is bij de Raad nogal ongelukkig verlopen.
De vroegtijdige landelijke invoering ervan liep niet synchroon met de andere
partners. Terwijl het gebruik uitgelegd werd, kon er in de praktijk nog lang
niet altijd mee gewerkt worden. Het draagvlak en de bekendheid hebben
hieronder geleden.
In meer dan de helft van de onderzochte werkgebieden wordt het CVS-JC
vrijwel standaard geraadpleegd. Er zijn echter ook vestigingen waar het sys-
teem slechts bij een selecte groep bekend is.
vens. Dit laatste hangt vermoedelijk samen met het feit dat deze ketenpart-
ner ten opzichte van het OM en de politie andere eisen stelt aan de informa-
tie in het CVS-JC. In tegenstelling tot de twee laatstgenoemde organisaties is
exacte volledigheid van de gegevens voor de Raad minder relevant.
Voor het raadsadvies zijn met name de omstandigheden en het criminele
profiel van belang.
Binnen de Raad wordt het systeem over het algemeen als nuttig ervaren. Er
wordt op verschillende manieren van het systeem gebruik gemaakt.
In de meeste arrondissementen heeft het systeem, vooral binnen de jeugd-
clusters, brede bekendheid. Dit betekent overigens nog niet dat het bij iedere
zaak geraadpleegd wordt. Bij de helft van de onderzochte vestigingen maakt
het CVS-JC een vast onderdeel uit van het dossieronderzoek. In de andere
gevallen raadpleegt men alleen wanneer men het noodzakelijk acht. Alle geïn-
terviewden zijn van mening dat de informatie niet volledig is zodat het CVS-
JC alleen de functie van extra controlemiddel vervult. Met name bij de regi-
straties van de politie plaatst men vraagtekens. Men zegt verder dat men
over het algemeen over een goede informatiepositie beschikt en dat het sys-
teem daarom nauwelijks nieuwe gegevens oplevert.
Opmerkingen vooraf
Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat het CVS-JC twee soorten pro-
blemen kent: uitvoeringsproblemen en legitimeringsproblemen. Met dat laats-
te wordt bedoeld dat bij het systeem de vraag gesteld wordt of het wenselijk
is dat het überhaupt bestaat of dat bijvoorbeeld de huidige ontwikkelingen
het CVS-JC hebben ingehaald.
Door het lezen van de rapportage wordt wellicht de vraag opgeroepen of het
niet beter is het CVS-JC te beëindigen. Naar onze mening is deze vraag in dit
stadium niet aan de orde. Het CVS-JC kent verschillende kinderziektes, met
het gevolg dat het systeem technisch gezien niet heeft kunnen functioneren
zoals bedoeld was. Op dit moment valt echter moeilijk in te schatten hoe het
gebruik zich ontwikkelt wanneer de betrouwbaarheid en volledigheid van de
data gegarandeerd wordt. Een vraag over het bestaansrecht van het CVS-JC
kan naar onze mening beter gesteld worden als alle technische problemen
verholpen zijn.
Een belangrijk beoordelingscriterium voor de levensvatbaarheid van het sys-
teem is de doelstelling van het CVS-JC. Omdat deze nooit uitgewerkt is, kan
de praktijk niet getoetst worden aan een beoogd resultaat. Willen de keten-
partners in de toekomst een definitief besluit nemen over het voortbestaan
Pagina 39 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
van het CVS-JC dan is het van wezenlijk belang dat het algemene doel expli-
ciet vertaalt wordt naar de praktijk van het werkproces.
Pas met concrete doelen kan worden vastgesteld of het systeem aan de
verwachtingen voldoet.
In het licht van voorgaande opmerkingen worden aanbevelingen gedaan, die
enerzijds gericht zijn op het behalen van een situatie waarin het systeem
technisch functioneert zoals het bedoeld is en anderzijds een betere aanslui-
ting beoogt van het CVS-JC bij de huidige informatiebehoefte in het veld.
Binnen de aanbevelingen maken we onderscheid tussen technische en orga-
nisatorische verbeterpunten. De aanbevelingen in dit hoofdstuk zijn gericht
op de voornaamste knelpunten. In bijlage 2 worden aanbevelingen ten aan-
zien van minder prominente zaken gedaan.
Aanbevelingen gebruik huidige partners
De gegevens in het CVS-JC zijn volgens verschillende gebruikers onbetrouw-
baar en onvolledig. Voor het gebruik en het draagvlak is dat funest.
Om de betrouwbaarheid en volledigheid van de informatie te waarborgen is
een belangrijke taak voor de politieorganisatie weggelegd. In de eerste plaats
dient de handmatige verwerking van zaken te worden gestaakt.
Meer in het algemeen bevelen wij aan een nader onderzoek te verrichten
naar de knelpunten ten aanzien van de interface tussen de politiesystemen
en het CVS-JC zodat de overdracht van informatie ook op de langere ter-
Pagina 40 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
mijn gewaarborgd kan worden.
Naast een consistente informatieoverdracht moet grote prioriteit worden
toegekend aan de GBA-problematiek binnen de bedrijfsprocessystemen. Te
vaak blijkt een registratie zonder GBA-nummer afgesloten te worden
waardoor de verdachte niet opgenomen wordt in het CVS-JC. Dit probleem
speelt overigens niet alleen het CVS-JC parten. Ook allerlei
criminaliteitsanalyses (waaronder die van het CBS) lijden daar in sterke mate
onder.
Geadviseerd wordt de GBA-bevraging bij de politie volledig automatisch te
laten plaatsvinden voor zowel first offenders als recidivisten. Daarbij kan
goed aangesloten worden bij de huidige ontwikkeling van de personenser-
ver van de politie. Dit systeem is echter nog niet geschikt om first offen-
ders te bevragen. Deze functionaliteit zou aan de personenserver moeten
worden toegevoegd.
De waardering die de geïnterviewden hebben voor het technisch gebruikers-
gemak van het CVS-JC hangt onder andere af van het gegeven of zij kunnen
werken met de webversie van het systeem.
Verschillende gebruikers van het CVS-JC ondervonden problemen met de
overzichtelijkheid van de registratiegegevens in het systeem. Met name de
onderlinge samenhang tussen de registraties bleek vaak onduidelijk. In het
kader van ketenmanagement is het echter gewenst een zaak makkelijk en
eenduidig te kunnen volgen door de keten.
Voor het optimaal functioneren van het CVS-JC is het noodzakelijk dat al-
le regio's vertegenwoordigd zijn in de gebruikersraad. Op deze wijze kan
voorkomen worden dat lokaal ervaren problemen onopgelost blijven.
Uiteraard hoeven niet alle vertegenwoordigers gelijktijdig bijeen te komen,
maar kan het land bijvoorbeeld in verschillende regio's worden opgedeeld
die in afzonderlijke groepen bij elkaar komen.
den.
Pagina 42 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Wij bevelen aan het functioneren van de gebruikersraad te verbeteren.
Heldere afspraken over wie op welke termijn actie onderneemt moeten
door middel van een actiepuntenlijst worden vastgelegd.
Onbekend maakt onbemind. Voor het verbeteren van het draagvlak en het
gebruik is het wenselijk dat het CVS-JC opgenomen wordt in de oplei-
dingsprogramma's van de ketenpartners. Op deze wijze hoeft het systeem
niet tegen een bekendheidachterstand aan te kijken die het heeft ten op-
zichte van andere systemen.
Aanbevelingen voor uitbreiding
In de praktijk heeft het CVS-JC zijn meerwaarde nog niet afdoende kunnen
bewijzen. Enerzijds houdt dit verband met de eerder genoemde problemen
omtrent de (gepercipieerde) onvolledigheid. Anderzijds hebben bepaalde ont-
wikkelingen bij de ketenpartners de betekenis van het systeem beïnvloed.
Als een mogelijke nieuwe functionaliteit is het meten van doorlooptijden ter
sprake gekomen. Wellicht dat het systeem technisch gezien over de juiste
structuur beschikt. Uit het onderzoek is echter gebleken dat de vulling van
het systeem te onvolledig en onbetrouwbaar is om op dit moment als basis
voor een berekening van doorlooptijden te dienen.
Bijlagen
Pagina 45 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Bijlage 1 De gebieden op een rijtje
B1.1 Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken zijn de werkprocessen per organisatie en het
systeem aan bod gekomen. Een aspect dat op dit moment nog aandacht
verdient, is de onderlinge samenwerking tussen de verschillende organisaties
in de verschillende gebieden. Voor de duidelijkheid de zes arrondissementale
gebieden uit ons onderzoek op een rijtje:
· Kennemerland;
· Rotterdam-Rijnmond;
· Twente;
· Friesland;
· Brabant Oost;
· Utrecht.
In de volgende paragraaf worden kort en schematisch de verschillende orga-
nisaties weergegeven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de opvatting van
de geïnterviewde ten aanzien van 'de onderlinge samenwerking', 'het gebruik
van het CVS-JC' en 'verbeterpunten'.
Kennemerland
Binnen het gebied Kennemerland gaat het om de samenwerking tussen twee
politiekorpsen (Zaanstreek-Waterland en Kennemerland), de Raad voor de
Kinderbescherming Haarlem en het Openbaar Ministerie Haarlem.
Samenwerking Gebruik CVS-JC Knelpunt/ verbeterpunt
Politie Kennemerland goed matig bekendheid medewer-
(casusoverleg/ JIB pro- kers, GBA controle
ject)
Politie Zaanstreek- goed matig bekendheid medewerkers
waterland (jeugdunit/ casusoverleg/
JIB project)
RvdK Haarlem zeer goed (contactper- zeer goed informatiegehalte
soon casusregisseur/ (iedereen heeft
casus overleg/ JIB pro- toegang)
ject)
OM Haarlem zeer goed zeer goed volledigheid gegevens
(jeugdunit, klein team/ (vnl. bij jeugdunit) (het CVS-JC is niet be-
casusoverleg/ JIB project) trouwbaar om advies op
te baseren, inzage in
COMPAS)
Rotterdam-Rijnmond
Binnen het gebied Rotterdam-Rijnmond gaat het om de samenwerking tussen
het politiekorps Rotterdam-Rijnmond, de Raad voor de Kinderbescherming in
Rotterdam en het Openbaar Ministerie Rotterdam.
Samenwerking Gebruik CVS-JC Knelpunt/ verbeterpunt
Politie Rotterdam- goed, aanpak 'nie- matig, frustratie rond vulling met eigen regi-
Rijnmond mand weg zonder knelpunt straties, bekendheid
overleg' medewerkers
RvdK Rotterdam goed, goed, ten behoeven van geen probleem
dossier
OM Rotterdam goed, maar te veel matig, behoeft verbetering vulling systeem, beperkt
overbodig telefoon- informatiegehalte
contact
Binnen het gebied Twente werken de volgende organisaties samen:
Politie Twente, de Raad voor de Kinderbescherming in Almelo en het Open-
baar Ministerie in Almelo.
Schema B1.3 Twente
Samenwerking Raadplegen CVS-JC Knelpunt/ verbeterpunt
Politie Twente redelijk matig (slecht bekend BPS versie van het CVS-
binnen de organisatie, JC,
alleen gebruikt door de bekendheid medewer-
jeugdagenten) kers slecht,
handmatige controle
RvdK Almelo goed zeer goed informatiegehalte (door
(contactpersonen) (administratie maakt slechte invulling is zaak
uitdraai, civiel is uitgeslo- niet te volgen)
ten)
OM Almelo goed redelijk volledigheid gegevens
(administratie maakt (het CVS-JC is niet
uitdraai, concurrentie van betrouwbaar om advies
eigen documentatie) op af te stemmen)
In het gebied Friesland vindt samenwerking plaats tussen de Politie Friesland,
de Raad Leeuwarden en het OM in Leeuwarden.
Samenwerking Gebruik CVS-JC Knelpunt/ verbeterpunt
Politie Friesland goed slecht vervuilde en onvolledi-
ge registratie, bekend-
heid medewerkers
RvdK Leeuwarden goed goed geen knelpunten
OM Leeuwarden goed goed vervuilde en onvolledi-
ge registratie
Brabant Oost
In dit gebied gaat het om vijf partners te weten de politiekorpsen Politie Bra-
bant Noord en Politie Brabant Zuid-Oost, de vestigingen van de Raad voor de
Kinderbescherming in Eindhoven en Den Bosch en het Openbaar Ministerie in
Den Bosch.
Schema B1.5 Brabant Oost
Samenwerking Gebruik CVS-JC Knelpunt/ verbeter-
punt
Politie Brabant Noord zeer goed, Gamma-aanpak matig, systeem Bekendheid mede-
als overlegstructuur wordt als onduidelijk werkers, informatie-
en overbodig ervaren gehalte
Politie Brabant Zuid- zeer goed, Gamma-aanpak slecht, bestaande systeem wordt niet
Oost als overlegstructuur structuur voldoet aan gebruikt
de wensen, systeem
overbodig
RvdK Den Bosch zeer goed, Gamma-aanpak matig geen knelpunt
als overlegstructuur
RvdK Eindhoven goed slecht onbekendheid me-
dewerkers
OM Den Bosch zeer goed, Gamma-aanpak slecht OM heeft recht-
als overlegstructuur streeks toegang tot
het BPS waardoor
het CVS-JC overbo-
dig lijkt.
In de regio Utrecht gaat het om de Politie, de Raad en het OM in Utrecht.
Samenwerking Gebruik CVS-JC Knelpunt/ verbeter-
punt
Politie Utrecht matig slecht onbekendheid me-
dewerkers
RvdK Utrecht redelijk redelijk geen knelpunt
OM Utrecht redelijk matig onduidelijke afkortin-
gen
De geïnterviewden zijn doorgaans van mening dat de samenwerking tussen
de ketenpartners goed verloopt. In wisselende samenstellingen en
aanpakvormen wordt steeds meer gepoogd informatie uit te wisselen en
afspraken te maken. Duidelijk is wel dat dit erg ad hoc en zeer divers tot
stand komt. Een regionale of arrondissementale aanpak wordt alleen lokaal
opgestart en er is geen landelijk format voor.
Pagina 48 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep
Bijlage 2 Specifieke aanbevelingen gebruikers (per
organisatie)
Politie
· Breidt het aantal rollen van op te nemen jeugdigen uit van alleen verdach-
ten naar ook getuigen en slachtoffers.
· Sluit aan bij de leeftijdsgrenzen die gehanteerd worden binnen de werk-
processen van de politie. Dit zou betekenen dat, voor wat betreft de poli-
tiële jeugdtaak, jongeren van 0 tot 24 jaar in het systeem opgenomen
zouden moeten kunnen worden.
· Neem gegevens op omtrent de schorsingsvoorwaarden en de gezins-
voogd.
· De raadpleegfrequentie zou ook door een technische ingreep verbeterd
kunnen worden. Wanneer automatisch een CVS-JC raadpleging opgestart
wordt wanneer een zaak met een minderjarige verdachte wordt ingevoerd,
neemt het gebruik van het systeem sterk toe.
· Besloten registraties - waaronder zedendelicten - moeten opgenomen wor-
den in het CVS-JC.
Raad voor de Kinderbescherming
· Het startmoment van de taakstraf zou een aanvulling in het CVS-JC
kunnen zijn om het traject beter te kunnen volgen.Taakstraf wordt niet
gelinkt aan pleegdatum en komt niet chronologisch in het CVS-JC: maak
dit mogelijk.
· In verband met de casusregie die tot 23 jaar loopt, is het verzoek vanuit
de raad gekomen om het CVS-JC ook tot 23 jaar te laten verlopen.
Casusregie zaken: als dat openstaat weet je dat het loopt. Als het
afgesloten wordt moet die mutatie er ook in komen te staan.
· Als er staat `SEPOT', zou het prettig zijn als de grond er bij komt te staan
Dit kan heel makkelijk met een tweecijferig nummer of in het scherm
erachter de info geven. Bijvoorbeeld 'onvoldoende bewijslast', etc.
· Alleen de melding `schorsing' is te vaag. Heeft de schorsing meteen
plaatsgevonden of pas na uitspraak van de meervoudige kamer?
· Als er `transactie' staat genoemd is niet duidelijk of het om een geldboete,
leerstraf of combinatie gaat. Dat is van belang voor het advies en hoort in
het CVS-JC.
· De gebruikers geven aan, mede om irritaties te voorkomen, graag van
tevoren op de hoogte te worden gesteld van de periode waarin het CVS-
JC eventueel enige tijd uit de lucht is.
· Geopperd is om de inlogperiode, afhankelijk van de intensiteit van de
gebruiker, te kunnen verlengen. De huidige 30 minuten worden
beschouwd als te kort.
· `Geboortejaar' als extra zoekoptie is wenselijk.
· Woonadres, detentieadres of verblijfadres: eigenlijk zouden alle registraties
onder het adres van de gezagsdrager moeten komen en in een aparte
tabel het eventuele verblijfsadres van de jeugdige.
Openbaar Ministerie
· Door OM wordt gepleit voor het toevoegen van het geboortejaar als af-
zonderlijke zoekmogelijkheid.
· Onderzocht moet worden of OTS gegevens beter uit het gezagsregistra-
tiesysteem van het OM onttrokken kunnen worden.
· Anticipeer op het nieuwe GPS systeem van het OM dat in de maak is.
Zorg dat je meteen aan kunt sluiten en alle nieuwe gewenste gegevens op
de juiste wijze kunt onttrekken.
Net als de politie geeft het OM aan dat zij het wenselijk vindt dat meerdere
rollen in het systeem opgenomen worden.
Bijlage 3 Leden van de begeleidingscommissie
· P. van Hooff, Ministerie van Justitie (voorzitter)
· R. Floor, Raad voor de Kinderbescherming
· M. Siepermann, WODC
· M. Springer, PLIPJ (Politie)
· R. Teijl, OM
· A. Lutjens, Ministerie van Justitie
· P.A. Nijenhuis, CJD Almelo
· J Koedijk, CJD Almelo
Pagina 51 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit DSP - groep