Ingezonden persbericht

Zeist, 24 oktober 2002

Geachte heer, mevrouw

De laatste maand van het jaar is een ideaal moment om de goede voornemens voor 2003 eens onder de aandacht te brengen. De jaarwisseling is voor zo'n half miljoen Nederlanders hét moment om te stoppen met roken. Het voornemen om te stoppen met deze verslaving is één ding, dat voornemen succesvol in praktijk brengen, is een tweede. Zonder hulpmiddelen slaagt slechts 1 tot 3% om dit goede voornemen vol te houden.

Recentelijk zijn er nieuwe gegevens verschenen die ik de redactie niet wil onthouden. Daarom stuur ik u hierbij actuele achtergrondinformatie over stoppen met roken. Met name de informatie over cijfers omtrent het toenemende rookgedrag van jonge vrouwen in Nederland lijkt me interessant voor de lezeressen van (zie voor cijfers de bijlage). Meer "ins and outs" over het stoppen met roken zijn te vinden op www.hulpbijstoppenmetroken.nl. Ik hoop u met deze informatie van dienst te zijn geweest en ben benieuwd of stoppen met roken in de nabije toekomst een item kan zijn voor uw magazine. Mocht u nog vragen hebben dan ben ik bereikbaar op telefoonnummer 030-6938230.

Met vriendelijke groet,
GlaxoSmithKline BV

T. Lebrechthausen
Manager Product Communications

Stoppen met roken ? De kans van je leven !

Do more, feel better and live longer

Inhoud

Feiten en Cijfers over stoppen met roken
Dit is een overzicht voor de pers van cijfers en feiten over stoppen met roken met daarin o.a. gegevens over roken in het algemeen en over jongeren, mannen, vrouwen in het bijzonder en verdere informatie over rookstopmethoden, de resultaten en internationale weetjes over tabaksgebruik.

Pagina

1 Inhoud



2 1. Feiten en cijfers over roken
2 1.1 Cijfers 2001 1.2 Consumptie
1.3 Roken en sterfte

3 1.4 Jongeren

1.5 Mannen

4 1.6 Vrouwen

1.7 Zwangerschap

5 1.8 Internationaal


6 2. Stoppen met roken
6 2.1 Motivatie

7 2.2 Overzicht van methoden

8 2.3 De 'rookstopparadox'
8 2.4 Farmacotherapie
2.4.1 Zyban
2.4.2 Nicotinevervanging


9 3. Anti-rookbeleid
9 3.1 Quotes van deskundigen

10 3.2 Internationale vergelijking

11 4. Bronnen


1. Feiten en cijfers over roken





1.1 Cijfers 2001
Het percentage rokers in Nederland in 2001 bedroeg 30,1%. In 2000 was het aantal rokers nog 32,9%. Dit blijkt uit onderzoek van het NIPO dat is uitgevoerd in opdracht van DEFACTO. Er is sprake van een geleidelijke afname van het roken over de afgelopen jaren. Het percentage rokende jongeren (10-19 jaar) is ten opzichte van vorig jaar stabiel gebleven, namelijk 27,0%. Het aantal vrouwen dat rookt, 27,1%, is nog altijd kleiner dan het aantal mannen dat rookt (33,3%)1.


1.2 Consumptie van tabak
In Nederland worden jaarlijks 16.679 miljoen sigaretten verkocht.

Aantal dagelijks geconsumeerde sigaretten en/of shagjes in 2000, naar geslacht:2

Mannen (%) Vrouwen (%)

1 - 7 16 22
8- 12 22 25

12-17 22 18
18-22 20 19
> 22 20 16
Gemiddeld roken mensen 15,3 sigaretten of shagjes per dag.


1.3 Roken en sterfte
Roken brengt de gezondheid ernstige schade toe. Het roken van sigaretten is de grootste veroorzaker van morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte) in Europa. In Nederland sterven jaarlijks ongeveer 23.000 mensen aan de directe gevolgen van tabaksgebruik. Tabaksgebruik is verantwoordelijk voor 82% van de sterfgevallen als gevolg van longkanker, voor 30% van alle vormen van kanker, voor 68% van de gevallen van CARA*, voor 42% van alle beroertes en voor 32% van de coronaire hartziektes3,4.

Ongeveer de helft van alle rokers overlijdt door een aandoening veroorzaakt door sigaretten. De levensverwachting van rokers is gemiddeld 13 jaar korter.


* Betreft oude verzamelnaam van chronische bronchitis / longemfyseem (COPD) en astma.
1.4 Jongeren
In 2000 had 52,0% van de jongeren va 10 t/m 19 jaar ooit wel eens gerookt, 27,7% had wel eens gerookt, maar niet in de afgelopen 4 weken, 3,3% zei wel in de afgelopen 4 weken gerookt te hebben, maar minder dan eens per week, 4,8% rookte een of meer keer per week. De laatste drie categorieën kunnen samen worden genomen onder de noemer 'in de afgelopen 4 weken gerookt'. Verder zei 18,7% van de jongeren dagelijks te roken. De drie categorieën 'ooit wel eens', 'in de afgelopen 4 weken' en 'dagelijks' overlappen elkaar. In het basisonderwijs rookt 2 procent van de leerlingen, op het voortgezet onderwijs 30 procent. Opvallend is dat steeds meer meisjes roken3.

§ In de 'westerse' landen beginnen iedere dag tussen 14.000 en 15.000 jongeren met roken § In 2e en 3e wereldlanden beginnen dagelijks tussen 68.000 en 84.000 jongeren met roken § Wereldwijd beginnen iedere dag tussen de 82.000 en 99.000 jonge mensen met roken en raken verslaafd aan nicotine

Om aan te geven in welke mate nicotine verslavend is volgt hieronder een passage van The Royal College of Physicians of London; 2000: 'Nicotine is highly addictive, to a degree similar or in some respects exceeding addiction to 'hard' drugs such as heroin or cocaine'5.


1.5 Mannen
Mannen die roken hebben niet alleen slechtere spermakwaliteit dan niet-rokers, maar ook een lagere geslachtsdrift en minder seks, melden onderzoekers bij de jaarvergadering in Toronto van de 'American Society for Reproductive Medicine' samen met de 'Canadian Fertility and Andrology Society'. Dr. Panayiotis Zavos, professor in de voortplantingsfysiologie en andrologie aan de Universiteit van Kentucky in Lexington, en collega's van andere centra hebben 290 paren onderzocht die bezig waren een vruchtbaarheidsonderzoek te ondergaan bij het 'Andrology Institute of America'. Bij hun eerste bezoek werd de paren gevraagd een vragenlijst in te vullen over hun rookgewoonten, hun huwelijks- en seksuele geschiedenis, inclusief vragen over hoe vaak zij aan seks deden, en hun niveau van seksuele tevredenheid. "Bij alle paren die aan het onderzoek meewerkten waren de vrouwen niet-rokers," schreven de onderzoekers. Daarentegen rookten van de 158 paren de man minstens 30 sigaretten per dag en deden ze dat al meer dan 7 jaar. Bij de uitslag van de enquête bleek dat paren waar de man rookt gemiddeld 3,1 jaar last had van onvruchtbaarheid, in vergelijking met 2,6 jaar bij niet-rokende paren. Een waarneming die de onderzoekers "biologisch betekenisvol" vonden. Ook zeiden de rokers maar 5,7 keer per maand seks te hebben in vergelijking met 11,6 keer bij niet-rokers. "Dit is een zeer dramatisch resultaat", vertelde Zavos. Verder zeiden de niet-rokende paren in belangrijke mate tevreden te zijn met hun seksleven, dat zij met een cijfer van 8,7 waardeerden op een schaal van 0 tot 10, waar 10 "uiterst bevredigend" betekende. Daartegenover kreeg het seksleven van de rokende paren een 5,2 op dezelfde schaal, volgens de onderzoekers. Bij de resultaten van sperma-analyses bleek dat ook de kwaliteit van het sperma van niet-rokers die van de rokers overtrof, zowel in termen van levensvatbaarheid als levensduur. Onderzoekers weten nog niet precies waarom roken gevolgen heeft voor zowel de spermakwaliteit als de seksuele gewoontes van de man, maar zij veronderstellen dat roken de aanmaak van het sperma negatief beïnvloedt en ook consequenties heeft voor de hormonale huishouding. Een andere mogelijkheid is dat gifstoffen uit de sigarettenrook terechtkomen in het zaadplasma. "Ironisch is het feit dat vruchtbaarheidsbehandeling voor paren in de VS bijna 40,000 dollar kost, en toch blijven zij roken," zei Zavos. Het helpt ook niet als de vrouw zelf niet-roker is, voegde hij toe, omdat als zij met een roker samenwoont, "zij ook rookt." "Stoppen met roken is de goedkoopste en meest efficiënte manier om iets aan vruchtbaarheidsproblemen te doen" bevestigde Zavos. "Als paren meteen zouden stoppen, zou dat misschien de eerste stap zijn in de richting van onvruchtbaarheidsbehandeling" 6.


1.6 Vrouwen
Roken maakt vrouwen bijzonder kwetsbaar voor blaaskanker, zo blijkt uit een onderzoek van de University of Southern California7. Rokers hebben gemiddeld 2,5 keer meer kans op blaaskanker dan mensen die nooit gerookt hebben. Binnen de groep rokers ligt het risico bij de vrouwen gemiddeld tot 2 maal zo hoog als bij de mannen. Roken wordt verantwoordelijk geacht voor ongeveer de helft van de gevallen van blaaskanker. De kans op blaaskanker stijgt zowel bij mannen als vrouwen evenredig met het aantal sigaretten per dag en met het aantal jaren dat men rookt. Een vrouw die 40 jaar lang 40 of meer sigaretten per dag rookt, heeft bijvoorbeeld gemiddeld 11 keer meer kans op blaaskanker dan een leeftijdsgenote die nooit gerookt heeft. Bij een vergelijkbare situatie ligt het risico voor de man 5 keer hoger. Bij ex-rokers daalt het risico. De studie onderzocht in totaal 1.514 patiënten met blaaskanker en vergeleek deze met 1.514 gezonde mensen met hetzelfde sociaal-economische en leeftijdsprofiel. Een mogelijke verklaring voor het verschil tussen mannen en vrouwen is de hogere concentratie van bepaalde arylamines - een chemische stof in sigarettenrook waarvan bekend is dat ze kankerverwekkend is - in het bloed van de vrouwelijke rokers. Er werd geen enkel verschil vastgesteld naargelang het type van sigaret (met of zonder filter, hoog of laag teergehalte).


1.7 Zwangerschap
In 1996 bleek het percentage vrouwen dat net voor de zwangerschap rookte 25% te zijn8. Tijdens de zwangerschap was dit 21%. Dertig procent rookte een half jaar voor de zwangerschap. Roken tijdens de zwangerschap kan gevolgen hebben voor de gezondheid van het kind. Vrouwen weten echter weinig over de consequenties van roken tijdens de zwangerschap.

Terwijl uit onderzoek toch blijkt dat roken tijdens de zwangerschap de kans vergroot op luchtweginfecties en wiegendood in het eerste levensjaar. De longfunctie blijkt 10% achter te blijven en het gemiddelde geboortegewicht van baby's van rokende moeders is ongeveer 250 gram lager.

Ondanks deze gevaren zien veel zwangeren stoppen met roken als een onmogelijke opgave. Daarbij belemmert onder andere een rokende partner het succes van een stoppoging. Bovendien vallen veel vrouwen na de zwangerschap terug in hun oude rookgedrag. Uit een onderzoek van TNO ('96) bleek dat van degenen die waren gestopt tijdens de zwangerschap 41% weer met roken begon na de bevalling. Een andere studie geeft hiervoor een aantal redenen:
- Een lage motivatie om niet-roker te zijn na de geboorte
- Onvoldoende kennis over de gevolgen van passief roken
- Weinig sociale steun om niet te roken na de bevalling

1.8 Internationaal
Jaarlijkse (2000) sigarettenconsumptie per hoofd van de bevolking

Verenigde Staten 2255 (1998)
Groot Brittanië 1748 (1998)
Canada 1976 (1995)
Nederland 2323 (1998)

In de Verenigde Staten sterven jaarlijks...

- 430.000 mensen aan het roken

- 42.000 mensen in het verkeer

- 19.000 mensen door zelfmoord

- 17.000 mensen aan AIDS

De WHO rapporteert dat er wereldwijd 1,15 miljard rokers zijn4, waarvan er in Europa naar schatting 200 miljoen wonen. In Nederland rookt ongeveer 30% van de volwassen bevolking.3 Het gebruik van tabak, in het bijzonder het roken van sigaretten, is de grootste veroorzaker van morbiditeit en mortaliteit in Europa4.


2. Stoppen met roken


Stoppen met roken is één van de meest kosten effectieve interventies van alle gezondheidsinterventies4.


2.1 Motivatie
Er worden vier 'motivatie-fasen' onderscheiden die rokers doorlopen, voordat ze stoppen met roken.


1. De ongemotiveerden

2. De weinig gemotiveerden

3. De overwegers

4. De voorbereiders

Gegevens uit continue onderzoek rookgewoonten (NIPO 2000)2

In 2000 (%): N=6.681
Wil nooit stoppen (ongemotiveerd) 53 Wil ooit stoppen, maar niet binnen 5 jaar (ongemotiveerd) 17 Wil stoppen binnen 5 jaar (weinig gemotiveerd) 19 Wil stoppen binnen half jaar 7 Wil stoppen binnen 1 maand (voorbereider) 4

De volgende redenen om te stoppen met roken worden gegeven: Mannen (%) Vrouwen (%)
Mijn gezondheid niet langer schaden 62 63 Wegens gezondheidsklachten 15 15 Roken kost me te veel geld 8 12 Het goede voorbeeld geven 8 3 Zwangerschap (echtgenote) 1 13 Mijn conditie ging achteruit 10 5 Mijn partner rookt niet 6 9 Ik vond het niet lekker meer 4 8

De volgend hulpmiddelen werden gebruikt bij recente stoppogingen, naar geslacht: Mannen (%) Vrouwen (%)
Geen hulpmiddelen 76 76 Nicotinehoudende pleisters 4 4 Nicotinehoudende kauwgom 5 4 Allen Carr-methode 2 2 Acupunctuur/ laserbehandeling 1 4 Zyban®/ bupropion 2 1 Overige methoden* 4 4 Weet niet/ geen opgave 7 7

(door één persoon worden vaak meerdere methoden gehanteerd)


* overige methoden zijn onder meer advies-op-maat, anti-rookpreparaten, hypnose en stoppen met roken cursus (allemaal
2.2 Overzicht van methoden om te stoppen met roken

Wat?Inhoud?waar?
Advies van de huisartsDe huisarts en doktersassistent zijn bij uitstek geschikt om rokers te adviseren in het stop-proces en indien nodig hulpmiddelen voor te schrijven. De meeste huisartsen in Nederland beschikken inmiddels over een speciaal voor de huisartsenpraktijk ontwikkelde stopmethode, kortweg MIS. Via de huisartsenpraktijk. Stoppen-met-roken cursusTijdens deze cursus stopt een roker samen met andere rokers. Dit onder begeleiding van een deskundige. Gedurende een aantal weken volgt de deelnemer het ontwenningsprogramma en ervaart de steun en stimulans die van deze groepscursus uitgaat.De cursus wordt georganiseerd door de Thuiszorg en/of GGD. Telefonische ondersteuningOnder begeleiding van een persoonlijke deskundige kunnen rokers ondersteuning krijgen via een aantal telefoongesprekken. Na een kennismakingsgesprek worden samen met de deskundige de vervolgafspraken gepland. Telefonische ondersteuning is aan te vragen via het nummer 0900-9390 (22 cpm), Defacto. Nicotinevervangende middelen:

- nicotine-kauwgom

- nicotine-pleisters

- nicotine-tabletten

- nicotine-inhaler
Deze nicotine-bevattende-middelen kunnen helpen om na het stopen minder last te hebben van ontwenningsverschijnselen en zin in roken. Lees voor gebruik eerst de bijsluiter of raadpleeg een (huis-)arts voor de juiste toepassing van de middelen. Alle middelen behalve de inhaler- zijn verkrijgbaar bij apotheek of drogist. Antirookpil Zyban®
Zyban® is een geneesmiddel en heeft als werkzaam bestanddeel bupropion. Het vermindert de ontwenningsverschijnselen en de behoefte om te roken en ondersteunt de motivatie om te (blijven) stoppen met roken. Tijdens de kuur kan gebruik gemaakt worden van het ondersteuningsprogramma. Dit bestaat uit een boekje, een videofilm, een website en een informatie-advieslijn. Deze therapie kan alleen door een arts worden voorgeschreven (