Nederlands Politie Instituut


DIGITALE GEGEVENS EEN JAAR BEWAREN Politie pleit voor evenwicht tussen privacy en opsporing

Providers moeten de verkeersgegevens van internetgebruikers en GSM-telefoons minimaal een jaar lang bewaren. Als die gegevens in het belang van een strafrechterlijk onderzoek nodig zijn, moeten die via de officier van justitie of een rechter-commissaris afgegeven worden aan de politie en andere opsporingsdiensten. Nu Europese regelgeving een dergelijke termijn dreigt uit te sluiten, zal het oplossingspercentage voor misdrijven die een relatie hebben met de digitale wereld dalen.

Deze voorspelling deed de voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, Minze A. Beuving maandagmorgen in zijn toespraak tijdens het congres 'Criminaliteit Toekomst vandaag, blik op morgen!' in het Nederlands Congrescentrum in Den Haag. Beuving refereerde aan de plannen van de Europese Unie voor een nieuwe privacyrichtlijn voor de sector elektronische communicatie. De EU wil dat digitale gegevens, zoals verkeersgegevens van GSM-telefoons, het internet IP-adres, de log-in en accountgegevens, slechts voor een beperkt aantal doeleinden mag worden bewaard en daarna direct moeten worden vernietigd.

De voorzitter van de RHC gaf tijdens de opening van het congres aan dat in menig opsporingsonderzoek zonder deze verkeersgegevens een vrijwel kansloze start wordt gemaakt om een misdrijf op te lossen. De gegevens vormen vaak de eerste basis voor het vinden van aanwijzingen van digitale sporen die door de daders zijn achtergelaten. Daarnaast levert het snel opvragen van de verkeersgegevens een belangrijke effectiviteits- en efficiencywinst op.

Het drie dagen tellende congres met een sterk internationaal karakter richt zich met name op het strategisch / tactisch management en de beleidsadviseurs van politie, Openbaar Ministerie, bijzondere opsporingsdiensten en de ministeries van BZK en Justitie.

De verdergaande invloed van ICT binnen de samenleving leidt er toe dat het werk van politie en justitie momenteel sterk aan verandering onderhevig is. Bestaande vormen van criminaliteit ondergaan een gedaantewisseling en geheel nieuwe vormen ontstaan. Traditionele opsporingsmethoden en -technieken moeten verder digitaal- worden ontwikkeld om ook in de toekomst misdrijven te kunnen blijven oplossen. Door deze ontwikkelingen komt de kwaliteit van de opsporing sterk onder druk te staan.

Het congres 'Criminaliteit Toekomst vandaag, blik op morgen!' wil een belangrijke bijdrage leveren aan de kennisoverdracht en de kwaliteitsverbetering op het gebied van het digitaal rechercheren. Tevens moet het bijdragen aan een betere opsporing en een kwalitatieve versterking van het rechercheproces. Dit met het oog op noodzakelijke veranderingen binnen politie en justitie. Hierbij is er volop aandacht voor de kennisverbreding binnen de gehele strafrechtsketen, alsmede voor de (inter)nationale samenwerking met partners in de opsporing, het bedrijfsleven en de wetenschap.

Voor informatie: Cees den Bakker, woordvoerder Nederlands Politie Instituut.