Den Haag, 30 oktober 2002
Ruim veertig 'strafpunten' beginnende bestuurders
In de eerste vijf maanden na de invoering van de maatregel beginnende
bestuurder, zijn er eenenveertig zaken waarin jongeren een strafpunt
krijgen. De meeste strafpunten worden uitgedeeld voor het veroorzaken
van gevaar of hinder in het verkeer veelal aanrijdingen - en ernstige
snelheidsovertredingen. Dat blijkt uit een eerste inventarisatie van
het Openbaar Ministerie.
De maatregel beginnende bestuurder, ook wel beginnersrijbewijs
genoemd, is sinds 30 maart 2002 van kracht en is ingevoerd om het
aantal ongelukken onder beginnende bestuurders te verminderen.
De maatregel bestaat eruit dat van zware overtredingen na
onherroepelijke veroordeling of het betalen van de transactie - een
aantekening wordt gemaakt. De overtredingen worden niet in het
rijbewijs aangetekend, maar worden geregistreerd bij het Bureau
Verkeershandhaving Openbaar Ministerie. De wet bepaalt dat na drie
zware overtredingen binnen vijf jaar het rijbewijs geschorst wordt en
een onderzoek volgt. De bestuurder moet dan een rijproef en een
theorieproef bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)
afleggen. Als hij of zij voor een van de twee of beide proeven zakt,
wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en moet het rijexamen opnieuw
afgelegd worden.
De in de regeling genoemde overtredingen zijn:
Ø veroorzaken van gevaar of hinder in het verkeer (art. 5 WVW);
Ø veroorzaken van een ongeval met dodelijk gevolg of zwaar letsel
(art.6 WVW);
Ø bumperkleven (art. 9 RVV);
Ø ernstige snelheidsovertredingen (meer dan 30 km/uur te hard) (art.
20, 21 en 22 RVV)
Ø veroorzaken van materiële of immateriële schade door onjuiste
naleving van de verkeersregels (RVV)
Elke overtreding moet persoonlijk zijn geconstateerd door een agent,
die de bestuurder staande moet houden. Het signaleren van een
overtreding op kenteken is niet genoeg, want daarbij bestaat de kans
dat een ander dan de beginnende bestuurder achter het stuur zat. De
maatregel beginnende bestuurders geldt voor alle rijbewijzen, van
motor tot vrachtwagen. Het omzetten van het tijdelijke naar het
permanente rijbewijs gebeurt na vijf jaar automatisch.
De maatregel beginnende bestuurder moet helpen om het ongevalrisico
van beginnende bestuurders te verminderen. Onervaren bestuurders zijn
namelijk zwaar oververtegenwoordigd in de ongevalstatistieken. Vooral
jonge mannen hebben een hoog ongevalsrisico: vier maal zo hoog als bij
de oudere groepen. (bron: SWOV) Belangrijke factoren zijn gebrek aan
ervaring, het slecht kunnen inschatten (en daardoor onderschatten) van
risico's, een hoge risico-acceptatie en in veel gevallen ook
alcoholgebruik.