CBS

Vlinderstand naar nieuw dieptepunt

In 2001 is het aantal dagvlinders in Nederland opnieuw sterk afgenomen. Hiermee is de vlinderstand op het laagste niveau van de laatste tien jaar terechtgekomen. Ten opzichte van 1992 is deze afname ruim 60 procent. Vooral de zeldzame en bedreigde soorten gaan met 80 procent zeer sterk achteruit. Maar ook de meer algemene vlinders verminderen sterk met ruim 40 procent. Nieuwe uitkomsten van het CBS tonen verder aan dat de afname in alle biotopen heeft plaatsgevonden. De belangrijkste oorzaak van deze achteruitgang is het verdwijnen en de versnippering van geschikt leefgebied.

Sterke afname bedreigde soorten
Van alle vlinders verminderen de zeldzame en bedreigde soorten het sterkst. Met deze soorten gaat het al jaren slecht. De meesten komen alleen nog maar in enkele kleine natuurgebieden voor. Deze gebieden liggen vaak ver van elkaar af, wat de populaties extra kwetsbaar maakt voor invloeden van buitenaf. In tien jaar tijd is er nog maar 20 procent van de aantallen overgebleven.

Ook afname algemene soorten
Niet alleen de zeldzame vlinders maar ook de meer algemene soorten doen het niet goed. Groentje, kommavlinder en eikenpage, maar ook de voorheen zeer algemene citroenvlinder, dagpauwoog en kleine vos komen steeds minder voor. Deze vlinders zijn minder kieskeurig en vertonen in mooie zomers vaak een kleine opleving, maar de algehele trend is ook hier dalend. Factoren die daar aan bijdragen zijn verdroging, de toename van voedingsstoffen in het milieu en een voor vlinders nadelig terreinbeheer. De enige soort die sterk toeneemt is het bont zandoogje. Deze vlinder komt met name voor in bossen en bosranden. De gehakkelde aurelia lijkt te profiteren van de warmere zomers in de laatste jaren en breidt zich in noordelijke richting uit.

Afname alle biotopen
Over het hele land nemen de vlinders af. In de duinen zijn ten opzichte van het basisjaar 1992 nog de meeste vlinders over, namelijk 70 procent, op de hei de minste met nog maar 30 procent.

Technische Toelichting
De indexcijfers geven voor een soortgroep het gemiddelde verloop van de aantallen per soort. De uitkomsten zijn berekend op basis van gegevens van het Landelijk Meetnet Dagvlinders, waarin het CBS met De Vlinderstichting (tel: 0317-467346) samenwerkt. Het veldwerk voor dit meetnet wordt bijna geheel uitgevoerd door vrijwilligers. Aan de hand van de meetnetgegevens worden jaarlijks indexcijfers berekend per soort, voor alle soorten waarvoor voldoende gegevens voorhanden zijn. Voor alle dagvlinders per groep worden de uitkomsten van deze berekeningen vervolgens meetkundig gemiddeld, waarbij de aantallen in 1992 op 100 zijn gesteld.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-220
30 oktober 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken