KNMG

Speech Ruud Hagenouw op symposium Arts van straks

Inleiding door de heer R. Hagenouw, arts, voorzitter Artsenfederatie KNMG ter gelegenheid van Symposium Arts van Straks op 30 oktober 2002.

"Geachte dames en heren,

Wat een storm afgelopen zondag! Ik arriveerde die dag per vliegtuig op Schiphol vlak voordat de luchthaven werd gesloten. Ik dacht dat we er geweest waren, het vliegtuig ging alle kanten op, behalve richting landingsbaan. Uiteindelijk zijn we toch, op het nippertje, dankzij het uitstekende handelen van de piloot veilig geland. Wat goede opleiding en ervaring, in dit geval van de piloot, betekenen kwam hier tot uiting.

Dat brengt ons, dames en heren, bij het thema van vandaag, opleiden en ervaring krijgen. Ik heet u graag van harte welkom op dit symposium De Arts van Straks.

Oud-minister van VWS, mevrouw Borst, wil ik graag speciaal welkom heten. Mevrouw Borst heeft ons uitgedaagd met haar opmerking dat de arts te oud, te knap en te duur is. Wij hebben die uitdaging aangenomen, en presenteren vandaag de resultaten. Daar wil ik alvast een ding van zeggen, een arts kan nooit té knap zijn, zijn hele carrière zal een arts moeten blijven leren.

Waarom dit project?

De KNMG nam begin 2001, samen met de acht medische faculteiten (DMW-VSNU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Vereniging van Academische Ziekenhuizen en het Landelijk Centrum voor Verpleging en Verzorging, het initiatief voor het project 'Toekomstverkenning van het medisch opleidingscontinuüm''. Dit project stond al snel bekend onder de veelzeggende naam: de Arts van Straks.

Het hoofddoel van het project is dan ook om te komen tot een kwalitatief hoogwaardig en toekomstvast medisch opleidingstraject, dat efficiënter is ingericht dan nu het geval is. Hoewel Nederland kwalitatief goede medische opleidingen heeft, is van een echt continuüm geen sprake. Bovendien vinden in de gezondheidszorg veranderingen plaats waarvoor de arts de competenties moet hebben. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor het omgaan met emotionele druk en werkdruk.

Vergrijzing

Als gevolg van de vergrijzing zal de vraag naar zorg niet alleen toenemen, maar de vraag zal zich vooral anders manifesteren. De zorg zal steeds meer gericht zijn op de kwaliteit en minder op het verlengen van het leven; meer op het draaglijk maken van de gevolgen van ziekte voor de patiënt en minder op volledige genezing. De zorg zal zich ook steeds meer richten op het compenseren van tekorten, zodat betrokkenen kunnen blijven deelnemen aan de samenleving.

Technologie

Nieuwe ontwikkelingen in de medische wetenschap maken vele soorten behandelingen mogelijk. Doordat er technologisch meer mogelijk is, zullen ziekten waaraan men nu overlijdt een chronisch karakter krijgen. De technologische ontwikkelingen brengen ethische discussies met zich mee. Regelmatig zal de vraag worden gesteld: "Moet alles wat kan?" Dit in een situatie waarin de verwachtingen van patiënten ten aanzien van de gezondheidszorg het beste kunnen worden samengevat als: meer, beter, sneller en een grotere behoefte aan differentiatie.

ICT

De komst van ICT, met name internet en ICT-ondersteunde transmurale ketenzorg, zal gevolgen hebben voor de rollen en verhoudingen tussen partijen, patiënten/consumenten, artsen en zorgverzekeraars.

Preventie

Een andere belangrijke ontwikkeling is de groeiende aandacht voor preventie en de mogelijkheden daarvan. Het effect van preventief gedrag wordt wel eens in twijfel getrokken, omdat het weinig tastbaar is. Gezond gedrag biedt geen garantie dat men niet ziek wordt, terwijl ongezond gedrag niet altijd merkbare schade lijkt aan te richten. Toch kan preventie (zoals gezondheidsvoorlichting, vaccinatie en screening) een beperkende invloed hebben op de zorgconsumptie.

Eindtermen

Inhoudelijk zijn de Nederlandse opleidingen state-of-the-art. Maar er is een gat van jaren tussen de opleiding basisarts en de vervolgopleiding en een tussenliggende begeleidingsstructuur ontbreekt. Een kortere doorlooptijd is noodzakelijk. Dat is iets anders dan inkorting van de opleidingen. Inhoud en kwaliteit bepalen de lengte van de opleiding, voordat we iets over de duur kunnen zeggen, moeten er ook voor de vervolgopleidingen eindtermen worden geformuleerd.

Nieuwe opleidingen

Deze wetenschappelijke opleiding moet het mogelijk maken dat de arts van straks vanaf zijn dertigste jaar zelfstandig, op adequate wijze en met plezier kan werken en blijven leren.

De bachelor-masterstructuur maakt uitwisseling op nationaal en internationaal niveau mogelijk. Ook wordt zij-instroom mogelijk in een verlengde masteropleiding geneeskunde voor studenten met een ander bachelordiploma dan geneeskunde en voor paramedici of verpleegkundigen met een HBO-diploma en voldoende werkervaring.

Uit de ivoren toren

Het is van groot belang dat de artsen uit hun ivoren toren komen, en meer gaan samenwerken. Niet alleen tussen artsen, maar ook met en tussen paramedici en verpleegkundigen. En natuurlijk moeten de opleidingen hierin voorzien.

Dank

De KNMG was verheugd om prof.dr. Betty Meyboom-De Jong bereid te vinden om als voorzitter van de projectgroep te fungeren. Deze opdracht heeft zij vakkundig en slagvaardig uitgevoerd en ik wil haar en alle betrokkenen in alle werkgroepen daarvoor hartelijk bedanken. Als een stormwind ging mevrouw Meyboom met dit project aan de slag, het project is een half jaar eerder klaar dan gepland!

Tot slot

De KNMG wil zich zeer inspannen om de aanbevelingen uit het rapport samen met alle betrokken partijen te realiseren. In dit project hebben alle betrokken zich slagvaardig getoond, nu is de KNMG weer aan zet. Zo denk ik aan het actualiseren van het raamplan met de medische faculteiten en samen met de colleges van de KNMG de wet- en regelgeving van de vervolgopleidingen te herzien. Aanpassing is niet alleen nodig bij de medische opleidingen voor artsen, er moet ook een nieuw opleidingscontinuum voor verpleegkundigen en de paramedische beroepen komen. Dit alles is een belangrijke voorwaarde om de gezondheidszorg in de toekomst van voldoende -gemotiveerd- personeel te kunnen voorzien.

Dames en heren, we hebben geen kostbare tijd te verliezen. Ik zie het verschijnen van het rapport vandaag als een hoogtepunt, maar ook als een startpunt.

Van harte hoop ik dat de conclusies en aanbevelingen uit dit rapport door u allen worden overgenomen. De kracht om tegenstellingen te overbruggen, om werkelijk synergie te zoeken is er. Het was opvallend hoe goed in dit project door alle partijen werd samengewerkt. Natuurlijk hebben we regelmatig verschillende deelbelangen, maar laten we vooral zoeken naar praktische oplossingen en ons gezamenlijk belang. We willen immers allemaal de kwaliteit van de zorg permanent verbeteren. Wat mij betreft mag één van de conclusies van deze dag worden dat de partijen die dit rapport hebben samengesteld, met de demissionaire ministers De Geus van VWS en Van der Hoeven van OC&W en hun betrokken ambtenaren in gesprek gaan om nog voor het einde van dit jaar een tastbaar en concreet begin te maken met de realisatie van de aanbevelingen.

De Artsenfederatie KNMG neemt ook hier graag weer, samen met u, het initiatief toe.

Van harte wens ik u een inspirerende dag toe.

Dank u wel."*


* Alleen gesproken woord geldt!