HLWG
-
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingen Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
28 oktober 2002
Behandeld
drs. E.M. Driessen
Kenmerk
DPV/JP-241/02
Telefoon
+31 (0)70 3486860
Blad
1/1
Fax
+31 (0)70 3484006
Bijlage(n)
1
E-Mail
edo.driessen@minbuza.nl
Betreft
HLWG
Zeer geachte Voorzitter,
Zoals aan uw Kamer is toegezegd tijdens het Algemeen Overleg inzake de
Werkgroep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie (HLWG) d.d. 18 mei
2000, gaat u hierbij, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie en de Staatssecretaris voor Europese Zaken, het verslag
toe van de HLWG- bijeenkomst van 24 september 2002.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST VAN DE WERKGROEP OP HOOG NIVEAU VOOR ASIEL
EN MIGRATIE (HLWG) OP 24 SEPTEMBER 2002 TE BRUSSEL
Samenvatting
Centraal stond de uitwerking van de conclusies van de Europese Raad
van Sevilla. Hoofddoel is het systematisch evalueren van de
betrekkingen met landen die niet mee willen werken aan de bestrijding
van illegale immigratie. In dit kader heeft de HLWG gesproken over een
lijst met criteria op basis waarvan landen geselecteerd kunnen worden
voor intensievere samenwerking op het gebied van migratie. Daarnaast
vormde de standaardclausule inzake migratiebeheer onderwerp van
gesprek, welke in elke toekomstige contractuele relatie tussen derde
landen en de Unie moet worden opgenomen. De HLWG werkt aan een
concept-formulering van deze clausule.
Voorts zijn de besprekingen over een gemeenschappelijke aanpak inzake
terugkeer naar Afghanistan aan de orde geweest. Onder het Deense
Voorzitterschap is in een schrijfgroep gewerkt aan een
gemeenschappelijk terugkeerprogramma voor Afghanen, hetgeen in
november ter goedkeuring zal voorliggen in de JBZ Raad.
Verslag
1.
Vervolgtraject van Sevilla
In het kader van het vervolgtraject van Sevilla zijn de
concept-criteria besproken aan de hand waarvan een lijst moet worden
opgesteld met landen waarmee nauwer moet worden samengewerkt bij de
bestrijding van illegale immigratie. Criteria die bij het opstellen
van deze lijst van belang zijn, betreffen onder meer de aard, omvang
en duur van migratiestromen, de status als land van oorsprong of
doorreis, de geografische positie van deze landen, de noodzaak tot het
opbouwen van capaciteit inzake migratiebeheer, bestaande
samenwerkingsverbanden en de opstelling van derde landen ten opzichte
van samenwerking inzake migratiezaken. Nederland heeft de noodzaak
aangegeven van de aanwezigheid van een erkende regering, waarmee ook
daadwerkelijk kan worden samengewerkt. Aan de hand van de besproken
criteria is ook reeds ingegaan op de landen die in aanmerking kunnen
komen om op deze lijst te worden opgenomen. De HLWG zal werken aan de
vaststelling van Raadsconclusies door de JBZ-Raad later dit jaar. De
Commissie heeft voorgesteld voor de volgende vergadering te komen met
een overzicht van de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en
deze landen en heeft de Raad gevraagd eenzelfde exercitie door te
voeren voor de betrekkingen in het kader van de Unie. Mede met behulp
hiervan kan dan tot een betere identificatie gekomen worden van
prioritaire derde landen.
De HLWG heeft tevens gesproken over de standaardclausule inzake
migratiebeheer, welke in iedere toekomstige samenwerkings- en
associatieovereenkomst moet worden opgenomen. De Commissie zal
binnenkort met een voorstel voor een clausule komen, welke zal zijn
opgebouwd uit een aantal modules. Het Voorzitterschap en Commissie
gaven aan dat een dergelijke clausule niet te strak geformuleerd moet
zijn, maar flexibel moet worden kunnen toegepast. De uiteindelijke
formulering zal mede afhankelijk zijn van het derde land waarmee de
overeenkomst wordt afgesloten. De meeste delegaties konden dit
ondersteunen. Nederland heeft aangegeven dat artikel 13 van het
verdrag van Cotonou een goede basis zou kunnen vormen voor formulering
van een dergelijke standaardclausule.
2.
Invulling van het nieuwe mandaat van de HLWG
Het Voorzitterschap heeft aangegeven een viertal punten prioritair te
achten bij de invulling van het nieuwe mandaat. Dit betreft de
regionale invalshoek, nieuwe samenwerkingsmethoden, de tussentijdse
evaluatie en het vroegtijdige waarschuwingssysteem (EWS). Meerdere
delegaties waren van mening dat de regionale invalshoek van groot
belang was, waaronder Nederland. Een regionale aanpak is essentieel om
illegale immigratie aan te pakken, mede doordat een bilaterale focus
kan leiden tot verhoogde migratiedruk in buurlanden. De Commissie
heeft opgemerkt dat het nieuwe mandaat van de HLWG geen geografische
beperkingen meer met zich meebrengt. Bovendien moet de HLWG een
strategische analyse maken van de regio's die van belang zijn voor de
Unie. Ook moest de HLWG blijvend toezicht houden op de meewerking van
deze landen bij de bestrijding van illegale immigratie.
3.
Gecoördineerde aanpak van terugkeer naar Afghanistan
De Europese Raad vraagt de Raad in de conclusies van Sevilla om nog
vóór het einde van 2002 de elementen aan te nemen van een
gemeenschappelijk terugkeerprogramma. Een onderdeel hiervan vormt de
optimalisering van een snelle terugkeer naar Afghanistan. Hiertoe is
onder leiding van het Deense Voorzitterschap gewerkt aan een voorstel
voor een gemeenschappelijk terugkeerprogramma voor Afghanistan. Het
betreft hier een programma dat een toegevoegde waarde moet hebben ten
opzichte van reeds bestaande initiatieven van de lidstaten en het IOM
programma inzake de terugkeer van gekwalificeerde Afghanen. Het is een
flexibel plan, waar alle lidstaten aan kunnen deelnemen. Het zal een
element van vrijwillige terugkeer bevatten, maar tot op zekere hoogte
ook gedwongen terugkeer.
4.
Diversen
Voorts heeft de Commissie een overzicht verschaft van de situatie
rondom de projectvoorstellen die onder budgetlijn B7-667 van de
Commissie voor 2002 zijn ingediend. In totaal zijn er 55 projecten bij
de Commissie ingediend, waarvan er na een eerste technische toetsing
27 zijn overgebleven. Begin oktober volgt een bespreking met de
delegaties over een aantal projecten die de Commissie prioritair acht.
Tenslotte heeft de Commissie nog een terugkoppeling gegeven van de
Troika-bijeenkomst met China d.d. 19 juli jl. inzake de bestrijding
van illegale immigratie en mensenhandel. Hieruit zijn een aantal
voorstellen voor intensievere samenwerking op dit gebied tussen China
en de EU voortgekomen. Hiervoor zou een budget van ¤ 10 miljoen
beschikbaar zijn. De Commissie heeft alle lidstaten uitgenodigd voor
de volgende ronde van bespreking in november, welke in China zal
plaatsvinden en waar de uitwerking van deze voorstellen onderwerp van
gesprek zal vormen.