Persberichten
30-10-2002
Breda wil haalbaarheid evenementenhal en evenemententerrein
onderzoeken
Het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft vandaag
besloten om een haalbaarheidstudie naar een mogelijke combinatie van
evenementenhal en evenemententerrein nabij de voormalige vuilstort
Bavel/Dorst te laten verrichten. Zodra de gemeenteraad met dit
voorstel instemt, kan zon voorziening een stap dichter in Bredaas
bereik komen. Het onderzoek naar zon publiekstrekker bij de Bavelse
berg moet medio 2003 zijn afgerond. De plannen maken deel uit van de
brede structuurvisie voor Breda Oost.
Aanleiding
Op dit moment kan de stad alleen kleine regionale vakbeurzen en
publieksevenementen huisvesten. Ook ten aanzien van de bestaande
locaties voor buitenevenementen bestaan diverse knelpunten voor een
verdere groei. Het ontbreken van een goed geoutilleerde grootschalige
evenementenaccommodatie en dito evenemententerrein vormt een
bedreiging voor de positie van Breda als evenementen- en dienstenstad.
Dit strookt niet met de ambities die de gemeente onder andere in de
Stadsvisie tot 2005 heeft verwoord.
Ambities
Om de groei van bestaande Bredase evenementen mogelijk te maken en in
de toekomst ook nieuwe, grootschaligere evenementen in- en outdoor te
kunnen accommoderen zal de totale ontwikkeling van evenementenhal en
terrein waarschijnlijk in totaal zon 20 hectare ruimte vergen. Als
norm wordt vooralsnog een bezoekersgemiddelde tussen 10.000 en 50.000
per dag gehanteerd. Qua uitstraling, inrichting en voorzieningen wil
Breda kwaliteit bieden om een breed scala aan evenementen te kunnen
huisvesten.
Het voorlopig programma van eisen voor een evenementenhal gaat op
grond van de uitkomsten van het Libéma-traject Steenakker uit van een
gefaseerde ontwikkeling. Daarbij zal in eerste instantie een modern,
veilig en goed geoutilleerd complex gerealiseerd worden met minimaal
8.000 m2 netto beursvloer en circa 4.000 m2 aan ruimtes t.b.v. horeca,
opslag, kantoor en vergaderfuncties etc. Daarnaast dient nog eens
6.000 m2 te worden gereserveerd voor toekomstige uitbreiding. Ook
wordt rekening gehouden met belangrijke deels ondergrondse-
infrastructuur, zoals water- stroom- en sanitaire voorzieningen en
moderne mediafaciliteiten. Ook in de parkeerbehoefte moet worden
voorzien.
Het evenemententerrein moet in ieder geval een groot centraal gelegen
open veld voor intensief gebruik herbergen (circa 8-10 ha). Daarnaast
is naar schatting nog zon 8-10 ha nodig om verschillende
wedstrijdparkoersen uit te kunnen zetten. Ook zou een tijdelijke
kampeervoorziening (een zogenaamde 24-uurs stadscamping) tot de
mogelijkheden moeten behoren.
Voordelen integrale aanpak
Koppeling van beide onderzoekstrajecten biedt wellicht kansen om de
diverse gemeentelijke ambities rond de ontwikkeling van de
stad(srandzone) via een integrale aanpak (economie, evenementen,
toerisme en natuur) te verwezenlijken. Bovendien heeft de combinatie
van evenementenhal en terrein mogelijk meer aantrekkingskracht op
marktpartijen, die hun exploitatiemogelijkheden zien toenemen door
betere seizoenspreiding en meer differentiatie in programmering. Naar
verwachting leveren de specifieke locatiekenmerken rond de Bavelse
Berg ook investeringsbesparingen op. Zo kunnen ruimere
geluidscontouren mogelijk de isolatiekosten drukken en is niet
uitgesloten dat parkeerplaatsen op maaiveld worden gerealiseerd.
Draagvlak
De haalbaarheidstudie moet uitwijzen of de integrale ontwikkeling
economisch, ruimtelijk en financieel haalbaar is. Daarnaast moet
duidelijk worden of er voldoende draagvlak bestaat onder
belanghebbende partijen in de stadsregio en of er voor deze unieke
ontwikkeling potentiële marktpartijen te vinden zijn. De gemeente
nodigt belanghebbenden en potentieel geïnteresseerde marktpartijen dan
ook met nadruk uit om de uitgebreide notitie over deze
haalbaarheidstudie op te vragen bij de afdeling Economische zaken.
Breda, 30 oktober 2002