PERSBERICHT
Den Haag 30 oktober 2002.
Overheid moet zich committeren aan economisch belang schiphol
In de komende 20 jaar verdubbelt de vraag naar luchtvervoer. Wil Schiphol deze groei veilig en efficiënt opvangen, dan zijn ingrijpende wijzigingen nodig in het gebruik van het luchtruim en de systematiek van luchtverkeersleiding. De huidige systematiek van luchtverkeersleiding kan op termijn de verwachte groei van het luchtverkeer niet verwerken. Nu al manifesteren zich negatieve effecten voor de piekcapaciteit van Schiphol. Ook het gebruik en de structuur van het luchtruim rond internationale luchthavens moeten voor vertrekkend en naderend luchtverkeer worden gewijzigd. In dit verband moeten nationale grenzen wijken voor operationele grenzen. Immers bij onvoldoende groeimogelijkheden voor het luchtverkeer in Nederland devalueert de positie van Schiphol als aanjager van de Nederlandse economie, aldus de Raad van Advies van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR). Dit samenhangende pakket van maatregelen staat in een nieuw NIVR-beleidsadvies 'Luchtruimgebruik in goede banen'. Dit advies is vandaag aangeboden aan demissionair Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Schultz van Haegen.
Het advies stelt dat er op twee fronten grote veranderingen nodig zijn: op
bestuurlijk niveau en op technisch niveau. Met betrekking tot veiligheid en
milieu heeft de overheid de grenzen vastgelegd voor de door luchtverkeer
maximaal te veroorzaken milieubelasting. Ook heeft de overheid duidelijke
normen gesteld voor de externe veiligheid rond luchthavens. Binnen die
grenzen moet de toename van de capaciteit van Schiphol gerealiseerd worden
door de marktpartijen, zo is steeds de opvatting van de overheid. Het
beleidsadvies stelt daarentegen dat de overheid niet passief kan blijven
maar een actieve rol moet spelen om de economische betekenis van Schiphol
voor ons land te waarborgen. De overheid moet zijn invloed uitoefenen op
Europese schaal, en ook op nationale schaal. Op Europese schaal is het nodig
om te komen tot een efficientere herindeling van het luchtruim en de
verkeersleiding, los van nationale grenzen (Single European Sky). Ook zou de
overheid al direct samenwerking moeten zoeken met buurlanden om te komen tot
herinrichting van het luchtruim rond grote vliegvelden. De Nederlandse
kennis en kunde kunnen worden ingebracht in Europees verband als hefboom om
resultaten te boeken. Op nationale schaal zou de overheid als katalysator
moeten optreden om de complexe veiligheids- en milieunormen te vertalen naar
operationaal bruikbare werkmethoden.
Naast deze meer bestuurlijke en institutionele acties zijn er op termijn ook
ingrijpende technologische en organisatorische wijzigingen nodig. Anders kan
de groeiende vraag naar luchtvervoer niet worden opgevangen. Zo zijn er
nieuwe concepten nodig voor de luchtverkeersleiding. De rol van de
technologie moet versterkt worden, de verkeersleider krijgt een meer
toezichthoudende rol. De invoering hiervan vereist een internationaal goed
gecoördineerde aanpak.Voor de realisatie van deze nieuwe concepten is het in
ieder geval nodig dat de systematiek van luchtverkeersleiding op alle
ondedelen geobjectiveerd wordt.
Tot slot stelt het advies dat Schiphol meer dan andere mainports in Europa
door wind en mist geconfronteerd wordt met een aantal operationele
beperkingen. Deze nadelen bedreigen de concurrentiepositie van Schiphol.
Aanvullend beleid is nodig om technologische oplossingen te mobiliseren die
de specifieke nadelen van de luchthaven Schiphol kunnen oplossen. Blijft
zo'n beleid achterwege, aldus 'Luchtruimgebruik in goede banen', dan
schaadt dit de maatschappelijke en economische positie van Schiphol.
EINDE PERSBERICHT