Ministerie van Justitie
Donner: hardere aanpak illegale vuurwapenhandel
4 november 2002
Minister Donner wil de handel in illegale vuurwapens harder aanpakken.
Het kernteam Noordoost Nederland krijgt de opdracht gericht onderzoek
te doen naar criminelen die zich bezighouden met illegale wapenhandel.
Ook wil hij in Europees verband voorstellen doen om internationale
samenwerking te verbeteren. Daarnaast moeten er uniforme regels komen
voor onder meer de verkoop van (vuur) wapens binnen de Europese Unie.
Verder is het noodzakelijk dat politiekorpsen hun vuurwapendatasysteem
zorgvuldiger voeden met gegevens over vuurwapendelicten. Dat is nodig
voor goede kwalitatieve informatievergaring en de optimale
beschikbaarheid van de gegevens.
Minister Donner reageert hiermee op het onderzoek. Vuurwapens Gezocht,
vuurwapengebruik, -bezit en -handel in Nederland, 1998-2000. dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Op dit moment loopt er een landelijke actie gericht op controle van schietverenigingen. De politie gaat na of er mogelijkheden zijn voor niet-leden om illegaal munitie te kopen Daarnaast controleert de politie
de registratie van munitie en het gebruik door onbevoegden van
schietbanen en wapens van de verenigingen.
Onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van vuurwapens in de jaren
1998-2000, gemiddeld genomen, niet is gestegen. In de politieregios
zijn er echter behoorlijke verschillen. Misdaad waarbij vuurwapens
worden gebruikt, speelt zich vaak af in Amsterdam, Rotterdam en in
toenemende mate in Brabant. Allochtonen blijken onevenredig veel
betrokken bij vuurwapencriminaliteit.
Tussen 1998 en 2000 konden geen landelijke cijfers worden
gepresenteerd
omdat de cijfers van de politieregios nog niet voldoende betrouwbaar
werden geacht. Voor het ministerie van Justitie was dat aanleiding om
een onderzoek te laten uitvoeren door IVA Tilburg naar de aard en
omvang van de vuurwapencriminaliteit in de periode 1998-2000. IVA
Tilburg is een aan de Universiteit van Tilburg gelieerd
onderzoeksinstituut. Het onderzoek, dat is geschreven door A.C.Spapens
en M.Y.Bruinsma, geeft ook aan wie de gebruikers, bezitters en
handelaren zijn.
Incidenten
Uit de verzamelde data bij de regiopolitiekorpsen blijkt dat er sprake
is
van 4.881 schiet- en dreigincidenten in 1998, 5.155 in 1999 en 4.617
gevallen in 2000. Gemiddeld vonden in Nederland 30 vuurwapenincidenten
per 100.000 inwoners plaats in het jaar 2000. Het aantal
vuurwapenincidenten is verreweg het grootst in Amsterdam-Amstelland
(72 incidenten per 100.000 inwoners). Ook Rotterdam-Rijnmond (42) en
Brabant-Noord (40) scoren relatief hoog. De regio's Drenthe (14) en
Zeeland (13) laten het geringste aantal vuurwapenincidenten per
100.000
inwoners zien.
Delicten
De meest voorkomende delicten waarbij een vuurwapen wordt gebruikt
zijn overval of straatroof (38%) en bedreiging (37%). Vuistvuurwapens
worden het meest gebruikt, geweren spelen nauwelijks een rol (2%). Het
gebruik van zware wapens zoals automatische wapens of explosieven
wordt evenmin weinig gemeld (1% - 2%). In ongeveer 80% van het totaal
aantal vuurwapenincidenten blijft het gebruik van het wapen beperkt
tot bedreiging.
Bezit
De schatting van het illegaal vuurwapenbezit in Nederland baseren de
onderzoekers op overzichten van in beslag genomen vuurwapens bij de
politie. De totale omvang aan scherpschietende vuurwapens wordt
geschat op 85.000 tot 125.000 exemplaren. In 1995 werden 992 scherpe
vuurwapens door de politie in beslag genomen, dat aantal stijgt tot
2.576 exemplaren in 1999. In 2000 is voor het eerst sprake van een
lichte daling (naar 2.463). Gemiddeld nam de politie in dat jaar per
100.000 inwoners 16 scherpschietende vuurwapens in beslag.
Uitschieters zijn de politieregio's Amsterdam-Amstelland (58 per
100.000 inwoners), Rotterdam-Rijnmond (34), Gooi en Vechtstreek (27),
Zaanstreek-Waterland (26) en Limburg-Zuid (22). Die verschillen hebben
mogelijk te maken met de sterk wisselende kwaliteit van de
registratie. Slechts zes politieregio's beschikken over een
betrouwbare en complete registratie.
Handel
De omvang van de handel binnen Nederland in scherpschietende
vuurwapens is geschat op 20.000-25.000 vuurwapens. 'Importeurs'
verzorgen de smokkel van vuurwapens naar Nederland en zetten deze
wapens ofwel direct af aan een vertrouwd netwerk in het criminele
circuit, of leveren de wapens door aan een klein aantal
tussenhandelaren. Gas-, alarm- en imitatiewapens worden door de
eindgebruikers direct gekocht in landen waar deze wapens vrij verkocht
mogen worden. De eerste categorie wapens wordt doorgaans aangeschaft
in Duitsland of België. Imitatiewapens worden vooral gekocht in de
populaire vakantielanden als Spanje en Turkije.
Verdachten
De voor een vuurwapendelict aangehouden verdachten zijn voor het
overgrote deel actief in het criminele circuit; in 40 procent van de
gevallen binnen de drugswereld. Voorts wordt 40 procent van de
vuurwapengerelateerde delicten gepleegd door personen die actief zijn
in de overvalwereld. Jonge, recent in Nederland geïmmigreerde mannen
van Antilliaanse afkomst zijn verantwoordelijk voor 13 procent van de
vuurwapengerelateerde delicten. Tot slot vloeit 15 procent van de
vuurwapendelicten voort uit relatieproblematiek
Nationale Recherche Informatie
Ook heeft de bewindsman een verslag naar de Tweede Kamer gezonden
waarin een overzicht is opgesteld van de landelijke gegevens uit het
vuurwapendatasysteem (VDS) zoals dat door de dienst Nationale
Recherche Informatie van het KLPD wordt beheerd. Op grond van dit
systeem kan voor 2001 nog geen volledig beeld van de
vuurwapencriminaliteit in Nederland worden gegeven. Het VDS
registreert voor 2001 2128 incidenten waarbij vuurwapens zijn gebruikt
en 1388 voorvallen waarbij een vuurwapen is aangetroffen. Het
werkelijke aantal vuurwapenincidenten zal jaarlijks rond de 4800
liggen.