Leren Nederlandse taal topprioriteit in het Edese
onderwijskansenbeleid
Kinderen die naar groep één van de basisschool gaan moeten de
Nederlandse taal beheersen. Alleen dan hebben zij kans op een
succesvolle schoolcarrière. Leren van de Nederlandse taal krijgt
daarom de hoogste prioriteit in het gemeentelijk
Onderwijskansenbeleidsplan Ede (OKE). Peuterspeelzalen kunnen een
belangrijke rol spelen om kinderen beter voorbereid naar de
basisschool te laten gaan.
De gemeente is verplicht om iedere vier jaar een plan op te stellen
waarin zij aangeeft hoe zij kinderen wil helpen die het risico lopen
om in het onderwijs achterop te raken. In het verleden heette dit het
Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA). Voor het nieuwste
plan heeft de gemeente echter voor een meer positieve naam gekozen,
namelijk Onderwijskansen.
De prioriteiten blijven dezelfde. Het leren van de Nederlandse taal
blijft absolute topprioriteit houden. Ook ouders worden gestimuleerd
om taalcursussen te volgen. De tweede prioriteit is voor- en
vroegschoolse educatie. Kinderen uit groepen die achterstanden dreigen
op te lopen krijgen op peuterspeelzalen en op de basisschool extra
aandacht. Een aantal peuterspeelzalen en scholen werkt daartoe samen.
Op de peuterspeelzaal leren de kinderen naast de Nederlandse taal nog
veel andere vaardigheden die zij goed kunnen gebruiken op de
basisscholen. De basisscholen werken verder met dezelfde aanpak. Deze
methode heet de Piramide-methode. De afgelopen 3 jaar hebben 405
kinderen van 3 tot 6 jaar op peuterspeelzalen en op basischolen
volgens deze piramide-aanpak gewerkt.
Naast deze speerpunten besteedt het Onderwijskansenplan ook aandacht
aan themas als Ondersteuning schoolloopbaan, Voorkomen van voortijdig
schoolverlaten en Vergroten sociale competentie. Dit laatste thema op
uitdrukkelijk verzoek van de scholen zelf.
De gemeente, scholen en andere instellingen werken samen bij het
vergroten van onderwijskansen voor kinderen. Scholen en
peuterspeelzalen met meer dan 35% zogenaamde risicoleerlingen kunnen
bij de gemeente projecten indienen die betrekking hebben op deze
themas.
De (onderwijs)instelling die een subsidie aanvraagt, moet concrete
doelen formuleren. Zij geeft aan wat zij precies wil bereiken met de
middelen die ze ontvangt. Na afloop van ieder projectjaar worden de
resultaten geëvalueerd en het project indien nodig bijgesteld.
Voor het Onderwijskansenbeleid is in de komende periode ruim anderhalf
miljoen Euro beschikbaar. Het grootste deel van dit geld wordt door
het Rijk aan de gemeente beschikbaar gesteld. De gemeente draagt uit
eigen middelen 170.000 bij.