Vlaamse overheid

Een vermindering van het kankerverwekkende benzeen in de lucht, het omzetten van methaangassen uit stortplaatsen in energie en het opleggen van strengere dioxine-normen voor raffinaderijen en strengere dioxine-emissies voor de non-ferro-industrie: dit zijn de meest opvallende punten uit de aangepaste VLAREM-wetgeving. De Vlaamse regering heeft deze wijzigingen principieel goedgekeurd op voor- stel van Vlaams Milieuminister Vera DUA. De maatregelen moeten de levenskwaliteit van de Vlamingen verhogen. Ze vormen meteen de eerste maatregelen in het kader van de uitvoering van het Vlaams Klimaatplan.

De meest in het oog springende wijzigingen en aanvullin- gen zijn:

- nieuwe en strengere luchtkwaliteitsnormen voor CO en benzeen ter bescherming van de volksgezondheid;
- valorisatie van stortgassen met een dubbele winst voor de reductiedoelstellingen in het kader van het protocol van Kyoto;

- opvolging dioxine-emissies van ferro/non-ferro-indus- trie en aanscherping van dioxinenormen voor aardolie- raffinaderijen;

- de schrapping van het verbod van LPG-wagens tot onder- grondse parkings wat moet toelaten dat er meer wagens op milieuvriendelijke LPG kunnen rijden.

Strengere grenswaarden benzeen en koolstofmonoxide

De nieuwe VLAREM-wetgeving voorziet strengere normen voor koolstofmonoxide (CO) en benzeen. CO, maar vooral het kankerverwekkende benzeen, hebben een zeer negatieve invloed op onze gezondheid. Dankzij deze nieuwe VLAREM- wetgeving komen er duidelijke luchtkwaliteitsnormen. Metingen en nader onderzoek zullen aangeven op welke plaatsen in Vlaanderen er concrete aanvullende (lokale) acties nodig zijn om de volksgezondheid en het leefmilieu te beschermen. Voor deze probleemgebieden moeten er op korte termijn saneringsplannen opgesteld worden.

De bevolking zal van nabij op de hoogte gehouden worden van de meetresultaten. Vooral wat benzeen betreft zijn dringende maatregelen nodig. Vlaanderen neemt de Europese normen over maar wil ze gerealiseerd zien tegen 2005. Vandaar dat de uitstoot van benzeen in de omgevingslucht nog beter gemeten en gemonitord zal worden, vooral in de omgeving van de chemische industrie. Daar waar de Europe- se norm niet wordt gehaald tegen 2005, zullen acties wor- den ondernomen om de volksgezondheid te beschermen.

Methaangas uit stortplaatsen omzetten in energie

Stortplaatsen tekenen voor 22 procent van de emissie van methaan, een broeikasgas. Exploitanten van storten worden nu verplicht dit methaan op te vangen en het methaangas te verbranden. Op deze wijze kan thermische energie wor- den geproduceerd. Zo wordt een dubbele winst gemaakt in het kader van de reductiedoelstellingen opgelegd door het protocol van Kyoto.

De valorisatie van stortgassen wordt de facto verplicht tenzij de eigenaar via een studie kan aantonen dat dit vanuit technisch-economisch standpunt niet haalbaar is.

Strengere dioxine-emissies en dioxine-normen

Het doel is de verdere afname van dioxines in het leef- milieu door het beperken van de uitstoot afkomstig van thermische processen. Voor de thermische processen bij de metaalindustrie zijn nu reeds grenswaarden voor de uit- stoot van dioxines opgenomen in de VLAREM-reglementering. Voor deze industrietak wordt nu een intensievere opvol- ging van de dioxine-uitstoot via de rookgassen opgelegd. De emissienormen op zich worden niet aangepast. Voor de potentiële bronnen van dioxine-uitstoot bij de petroleum- raffinaderijen wordt een aanscherping van de emissie- grenswaarde tot 0,1 ng TEQ/Nm' opgenomen.

Verstrengde wetgeving voor koelinstallaties

Er wordt strenger opgetreden tegen eigenaars van grotere koelinstallaties. Lekkende koelinstallaties zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de uitstoot van ozon- afbrekende stoffen en broeikasgassen. Door het uitbreiden van de huidige VLAREM-wetgeving rond de uitbating van koelinstallaties kan deze uitstoot teruggedrongen worden. Een van de maatregelen is een nieuwe bepaling voor grote- re koelinstallaties met een kwantitatieve beperking op de lekverliezen. Om deze lekverliezen precies te kunnen vaststellen, moeten een aantal gegevens rond het koelmid- delverbruik zorgvuldig genoteerd worden. Er is ook een periodieke controle op de lekdichtheid voorzien.

LPG-wagens niet meer verboden in ondergrondse parkings

Het toegangsverbod voor LPG-voertuigen in ondergrondse parkeerruimtes wordt uit de VLAREM-reglementering geschrapt. Het handhaven van dit verbod is niet langer wenselijk om volgende redenen:

- de veiligheidsnormen voor de LPG-installaties in de voertuigen zelf zijn verstrengd, zodat de schrapping van het verbod geen verhoging van het risico betekent;
- de verbodsbepaling had slechts een zeer beperkt toe- passingsgebied, namelijk ondergrondse parkeergarages voor bestel- en vrachtwagens, deze beperking werd echter vaak verkeerd geïnterpreteerd.

Deze wijzing van de reglementering kadert in het beleid om het gebruik van LPG als milieuvriendelijke brandstof te stimuleren. Al deze maatregelen maken dat de luchtkwaliteit en dus de levenskwaliteit in Vlaanderen er zal op vooruit gaan.

Het principieel goedgekeurde besluit zal nu nog voor ad- vies worden voorgelegd aan de MiNa-Raad en de SERV.

persinfo : Ann Bats, woordvoerster van minister Dua - tel. 02 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be
---