ABN AMRO



Amsterdam, 14 november 2002

Talenkennis bij exporteurs laat nog te wensen over

Uit een recent door ABN AMRO en Fenedex gehouden onderzoek blijkt dat de talenkennis van Nederlandse exporteurs nog veel aandacht behoeft. Van de onderzochte exportbedrijven communiceert 67% redelijk tot goed in het Duits, 57% redelijk tot goed in het Frans en 31% redelijk tot goed in het Spaans. Dat betekent dat respectievelijk 33%, 43% en 69% van de bedrijven nauwelijks tot geen informatie in het Duits, Frans en Spaans konden verschaffen.
De exporteurs scoren wel beter dan de bedrijven (ook niet-exporteurs) die in 1996 en 2000 op hun kennis van resp. Frans en Duits werden onderzocht.

Toine van Hoof van ABN AMRO: "Wij hebben dit onderzoek laten uitvoeren in het kader van onze wereldweken. Tijdens deze bijeenkomsten over internationaal zakendoen komt steeds weer naar voren dat kennis van de zakencultuur en de taal cruciaal is voor succes op buitenlandse markten. Dat verdient dus nog steeds alle aandacht.

Frank Hauwert, directeur van Fenedex vult aan: "In eerste instantie lijken de uitkomsten mee te vallen. Maar kijk je verder dan slaat de schrik je om het hart. Slechts 19% van de exporteurs scoorde goed tot zeer goed op het gebied van de Duitse taal, terwijl de vraagstelling niet zo moeilijk was. Wij weten onze Duitse (potentiële) zakenpartners dus steeds minder in hun eigen taal te woord te staan en hebben ook steeds minder kennis van hun culturele achtergrond. Nederland exporteerde vorig jaar voor EUR 60 mrd naar Duitsland, maar voor hoe lang nog?"

Wordt alleen gekeken naar "goede" en "zeer goede" talenkennis, dan valt op dat Frans (34%) beter scoort dan Duits (19%). In 1996 werd bij nog geen kwart van de onderzochte bedrijven goed of zeer goed Frans gesproken.