Arrondissementsparket Roermond

Roermond, 18 november 2002

"Bijvangst" zaak Bulut c.s.

In juni 2002 heeft de rechtbank Roermond drie verdachten veroordeeld van een Venlose criminele organisatie die zich bezig hield met grootschalige softdrugstransporten naar Duitsland. De rechtbank heeft voor deze verdachten onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd, tussen 340 dagen en 2,5 jaar.

Op 7, 11 en 17 oktober stonden 9 andere verdachten in deze drugszaak terecht voor de strafbare feiten die zij in bovengenoemd georganiseerd verband hebben gepleegd. Op 21 oktober velde de rechtbanken in deze 9 zaken vonnis.

Een 29-jarige man uit Helmond werd veroordeeld voor het leveren van ongeveer 50 kilo softdrugs aan de Venlose organisatie en voor het onttrekken aan strafrechtelijk beslag van een onder hem in beslag genomen auto waarmee de drugs werd vervoerd. De officier van justitie, mr. van Hagen, eiste 10 maanden gevangenisstraf, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. De rechtbank legde 240 uren werkstraf op en 4 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk. Het openbaar ministerie heeft in deze strafzaak ook de ontneming van wederrechtelijk voordeel geëist in verband met de winst van de drugsverkoop en de verkoop van de aan het beslag onttrokken auto. In het totaal gaat het om ¤ 2.045,--.

De rechtbank heeft een 32-jarige man uit Venlo en een 25-jarige man voor rechtstreekse betrokkenheid bij de door de politie van de regio Limburg-Noord succesvol onderzochte drugshandel veroordeeld. De rechtbank legde de 32-jarige 11 maanden gevangenisstraf op en ¤ 30.000,-- geldboete. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging van een eerder door de politierechter voorwaardelijk opgelegde maand gevangenisstraf bevolen. De officier van justitie had 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. Tegen de 25-jarige man uit Belfeld eiste hij 240 uren werkstraf en 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk.

De rechtbank veroordeelde deze man conform de eis van de officier van justitie. De officier van justitie heeft bij de 25-jarige een ontneming van ¤ 9.983,-- wederrechtelijk verkregen voordeel geëist. Volgens het openbaar ministerie is dit voordeel verkregen door loonbetalingen alsmede loon in natura in de vorm van eten en drinken. De 32-jarige heeft hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.

Een 25-jarige vrouw en een 21-jarige man, beiden uit Cuijk, werden voor het werken ten behoeve van de criminele organisatie als koerier naar Duitsland, onder meer veroordeeld tot werkstraffen. De officier van justitie eiste bij de vrouw 120 dagen gevangenisstraf, waarvan 78 dagen voorwaardelijk, zodat het resterende deel precies overeenkwam met het af te trekken voorarrest van de vrouw. Daarmee beoogde het openbaar ministerie een nieuwe gang naar de gevangenis te vermijden. Daarnaast werd tegen de vrouw 240 uren werkstraf geëist. De rechtbank veroordeelde de vrouw tot een hogere gevangenisstraf van 240 dagen, maar bepaalde dat 198 dagen voorwaardelijk blijven, zodat de vrouw inderdaad niet opnieuw gedetineerd zal worden. Daarnaast werden de door de officier van justitie geëiste 240 uren werkstraf opgelegd. Tegen de man uit Cuijk eiste de officier van justitie 240 uren werkstraf. De rechtbank matigde dit door 180 uren taakstraf op te leggen, maar daarnaast werd wel ook 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd. Bij beide verdachten eiste de officier van justitie ook weer de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, respectievelijk ¤ 49.985,-- en ¤ 682,--.

De rechtbank heeft de 46-jarige in Venlo wonende vader van de 29-jarige verdachte B. uit Venlo veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf. Het openbaar ministerie verweet hem dat hij betrokken was bij de drugshandel van zijn zoon en dat bij hem verdovende middelen werden aangetroffen. Deze man was al een aantal malen veroordeeld voor soortgelijke delicten. De officier van justitie heeft 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, geëist. De verdachte heeft hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.

De 45-jarige moeder van de verdachte B. werd eveneens door de rechtbank veroordeeld, omdat bij de doorzoekingen in april 2001 in haar woning meer dan 50 kilo softdrugs werd aangetroffen. De officier van justitie eiste tegen haar 120 uren werkstraf, terwijl de rechtbank haar tot 100 uren werkstraf veroordeelde.
De ex-echtgenote van de verdachte B., een 29-jarige vrouw uit Venlo, werd veroordeeld voor heling van DM 63.300,--. Samen met de tante van de verdachte B. bracht zij dit geld in mei 2001, kort nadat door de politie een aantal doorzoekingen waren verricht, naar een bank te Nettetal. Het geld was volgens het openbaar ministerie -gezien de coupures en de wijze van verpakken- onmiskenbaar van drugstransacties afkomstig. Voor deze heling heeft de rechtbank ook de tante van de verdachte B., een eveneens 29-jarige vrouw uit Venlo veroordeeld. Omdat het in Duitsland in beslag genomen geld door de Duitse autoriteiten werd vrijgegeven en de tante dit geld (thans in euro's) vervolgens daar ophaalde, is zij eveneens voor de recentelijk ingevoerde strafbaarstelling van het zogenoemde "witwassen" veroordeeld. De ex-echtgenote werd veroordeeld tot 150 uren werkstraf, conform de eis van de officier van justitie. Tegen de tante eiste de officier van justitie 90 uren werkstraf, terwijl de rechtbank haar tot 120 uren werkstraf veroordeelde. Bij beide vrouwen volgde de rechtbank de officier van justitie niet in zijn eis tot verbeurdverklaringen van het genoemde geldbedrag, onder de mededeling dat de rechtbank het meer opportuun acht daarover een beslissing te nemen in de ontnemingszaak tegen de tante. De 29-jarige vrouw heeft hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.

Heden heeft de rechtbank in 5 zaken conform de eis van het openbaar ministerie ontnemingen uitgesproken van wederrechtelijk verkregen voordeel variërend van ¤ 682,-- tot ¤ 49.985,--.