belastingstelsel 2003
Succesjes in Den Haag
Aftrek ziektekosten bij inkomstenbelasting wordt verbeterd
Bij de behandeling van het codificatiebesluit hulpmiddelen en het
Belastingplan 2003 in de Tweede Kamer vorige week zijn de volgende
verbeteringen in de fiscale aftrek voor buitengewone uitgaven i.v.m. ziekte
gerealiseerd.
Aftrek hulpmiddelen
Naar aanleiding van het rapport van de interdepartementale werkgroep
Inkomenspositie Gehandicapten en Chronisch Zieken (IGCZ) heeft de
staatssecretaris van Financiën een nieuw uitvoeringsbesluit hulpmiddelen
opgesteld.
Hierin wordt expliciet vastgelegd dat woningaanpassingen aftrekbaar zijn als
hulpmiddel, voorzover deze niet leiden tot een waardevermeerdering van meer
dan 10% van de fiscale aanpassingskosten. De fiscale aanpassingskosten zijn
de kosten die na vergoeding (uit de Wvg) voor eigen rekening komen. Dit is
een belangrijke verbetering aangezien daarmee andere beperkende criteria
voor aftrek komen te vervallen. Dit geldt in het bijzonder voor het
criterium dat woningaanpassingen alleen aftrekbaar zijn wanneer zij geen
zelfstandig onderdeel vormen van de woning, waardoor in feite alleen losse,
roerende voorzieningen aftrekbaar zijn.
Verder werd in het uitvoeringsbesluit vastgelegd dat overige hulpmiddelen
fiscaal aftrekbaar zijn voorzover deze van zodanige aard zijn dat zij alleen
door zieke of 'invalide' personen plegen te worden gebruikt. Volgens de
CG-Raad betekende deze bepaling een aanscherping van de huidige
uitvoeringspraktijk. Tal van hulpmiddelen, vooral niet-strikt medische
hulpmiddelen, worden tegenwoordig ook aangeschaft door niet gehandicapte
personen, bijvoorbeeld een hoog-laag bed, een keramische kookplaat, een
eenhandle kraan, stuur- of rembekrachtiging in de auto, elektrische
bediening deuren, gordijnen of zonwering etcetera. Tot nu is de gangbare
praktijk bij de Belastingdienst en de fiscale rechtspraak, dat wanneer een
hulpmiddel ook buiten verband met de handicap gebruikt wordt, dit doorgaans
niet aftrekbaar is. Met het nieuwe uitvoeringsbesluit zou dit nu wettelijk
vastgelegd worden.
De CG-Raad heeft ernstig bezwaar aangetekend tegen deze bepaling en met
succes, want de staatssecretaris heeft deze bepaling nu gewijzigd in:
overige hulpmiddelen zijn aftrekbaar "voorzover deze van een zodanige aard
zijn dat deze voornamelijk door zieke of invalide worden gebruikt".
Taalkundig een kleine wijziging, maar voor de fiscaliteit volgens ons een
niet onbelangrijke verbetering. Het codificatiebesluit treedt met
terugvwerkende kracht in werking per 1 januari 2002.
Verdere maatregelen ter verbetering van de buitengewone uitgaven
Bij de behandeling van het Belastingplan 2003 heeft de Tweede Kamer twee moties aangenomen die aandringen op verdergaande maatregelen ter verbetering van de fiscale aftrek van buitengewone uitgaven i.v.m. ziekte, te weten:
1. Een motie van Vroonhoven-Kok (CDA) waarin de regering wordt
verzocht om de vorig jaar ingevoerde vermenigvuldigingsfactoren
bij de aftrek van buitengewone uitgaven i.v.m. ziekte vóór 1 juni
2003 te herzien en zonodig in het belastingpakket voor 2004 aan te
passen.
Deze maatregel is eveneens een gevolg van het IGCZ-rapport en
vorig jaar bij de behandeling van belastingplan 2002 tot stand
gekomen. De CG-Raad heeft deze maatregel scherp bekritiseerd omdat
deze niet specifiek ten goede komt aan kosten i.v.m. ziekte en
handicap, maar voornamelijk neerslaat in fiscale bevoordeling van
andere kosten, vooral de aftrek van premies ziektekosten, welke
voor iedereen gelden, en eigenlijk niet als buitengewone uitgaven
kunnen worden aangemerkt. De CG-Raad heeft voorgesteld de
vermenigvuldigingsfactoren (verhoging van de aftrekbare kosten met
25% wanneer men twee jaar of langer deze kosten heeft en met 50%
na drie jaar) alleen toe te passen op de specifieke kosten i.v.m.
handicap of chronische ziekte. Met deze vermenigvuldigingsfactoren
is een bedrag gemoeid van ¤ 36 miljoen, een bedrag dat nu
voor het overgrote deel aangewend wordt voor kosten die niet van
doen hebben met chronische ziekte of handicap, terwijl de
maatregel juist voor deze groep bedoeld is.
Met de motie van Vroonhoven wordt het kabinet nu verder onder druk
gezet de maatregel te herzien.
2. Een motie Bussemaker (PvdA)/Vendrik (GroenLinks) waarin de
regering wordt verzocht om de Tweede kamer binnen twee maanden te
berichten over mogelijkheden om de inkomenspositie van chronisch
zieken en gehandicapten te verbeteren.
Deze motie is een vervolg op een vorig jaar door de Tweede Kamer
aangenomen motie Dijsselbloem, die op zijn beurt een vervolg was
op eerdere moties van Bos en Melkert met dezelfde strekking. De
motie onderstreept nog eens dat de Tweede Kamer de verbetering van
de inkomenspositie van gehandicapten en chronisch zieken zeer
serieus neemt en geen genoegen meer neemt met verder uitstel en
ongerichte maatregelen.
Nieuwe regeling voor aftrek eigen bijdrage AWBZ
In het Belastingplan 2003 is ook een nieuwe regeling voorgesteld voor de
berekening van de aftrek van de eigen bijdrage voor de AWBZ in het kader van
de buitengewone uitgaven i.v.m. ziekte. Tot nu toe zijn daarvoor twee
methoden, namelijk een objectieve methode, waarbij op grond van normen van
de belastingdienst de zogenaamde medische component van de eigen bijdrage
voor de AWBZ berekend kan worden, welke aftrekbaar is, en een subjectieve
methode waarbij de medische kosten aan de hand van andere normen voor de
niet aftrekbare kosten voor wonen en levensonderhoud, bijvoorbeeld die van
het NIBUD, berekend kunnen worden.
In het Belastingplan 2003 wordt, op zich terecht, geconstateerd, dat het
bepalen van de medische kosten in de eigen bijdrage een complexe zaak is en
wordt nu een forfaitaire regeling voorgesteld, inhoudende dat 25% van de
eigen bijdrage AWBZ als medische kosten aftrekbaar is voor de buitengewone
uitgaven. Deze 25% is het gemiddelde bedrag dat thans aftrekbaar is.
Het gevolg van de nieuwe forfaitaire regeling is dat een aantal mensen, die
nu nog gebruik maken van de subjectieve methode (ongeveer een kwart van de
belastingplichtigen die voor aftrek van de eigen bijdrage AWBZ in aanmerking
komen), er op achteruit gaat. Een aantal mensen zal er ook op vooruit gaan.
De CG-Raad heeft in gesprekken met Tweede Kamerleden een bijstelling bepleit
van de voorgestelde regeling, die er op neerkomt dat mensen die aantoonbaar
hogere kosten voor de medische kosten i.v.m. de eigen bijdrage AWBZ hebben,
een hoger percentage (40%) in aftrek kunnen brengen. Ook vanuit de Tweede
Kamer is door verschillende fracties aangedrongen op een bijstelling van de
voorgestelde regeling. Deze wijzigingsvoorstellen hebben het helaas niet
gehaald.
---
Terug naar de homepage Terug naar de vorige pagina Ga naar 'Recente
wijzigingen' Ga naar 'Zoeken op deze site' Ga naar 'Contact'