Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

actieplan Onderdak

Overzicht van reacties op maatregelen uit het actieplan Onderdak

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

GVM-2332297

19 november 2002

Hierbij ontvangt u de uitkomsten van het overleg dat ik heb gevoerd over het Actieplan Onderdak. Bijlage 1 bevat een matrix waarin de standpunten van betrokken partijen op de tien actiepunten zijn weergegeven.

In het overleg is gebleken dat de partijen overwegend positief staan tegenover het Actieplan. Dat positieve oordeel gaat vergezeld van een pleidooi om meer middelen ter beschikking te stellen. Voor de begroting 2003 heeft het kabinet prioriteit gegeven aan andere maatschappelijke knelpunten. Bij de afweging daarvoor is betrokken het feit dat in de afgelopen jaren het budget voor de maatschappelijke opvang met 40 % is toegenomen. Ik wil daarom eerst inzicht krijgen in de effecten van de verhogingen van de afgelopen jaren. Mede daarom is besloten een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) in te stellen naar de maatschappelijke opvang. De minister van Financiën heeft u hierover geïnformeerd.
Het IBO-maatschappelijke opvang moet voorstellen opleveren die de doelmatigheid van het beleid vergroten. Dit doel sluit ook aan bij de uitkomst van het overleg over het Actieplan. Partijen hebben naast verhoging van het budget ontschotting en betere aansluiting van de maatschappelijke opvang met aanpalende sectoren bepleit. Deze wensen passen in de probleemstelling die ten grondslag ligt aan het IBO: welke maatregelen zijn noodzakelijk om te komen tot een effectief en efficiënt werkende keten van maatschappelijke opvang? De aanbevelingen uit de bijgevoegde onderzoeksrapporten over verkommerden en verloederden onderstrepen de noodzaak van een dergelijke keten. De aanleiding voor dit onderzoek was de zorg dat de Wet Bopz zou leiden tot tussen de wal en het schip vallen van bepaalde groepen als gevolg van de striktere regels voor een gedwongen opneming.
Deze zorg lag ook ten grondslag aan de motie-Buijs waarin gesteld wordt dat de capaciteit in de GGZ-sector onvoldoende is om adequate hulp en opvang te bieden aan de groep verkommerden en verloederden en de zorgwekkende zorgmijders. Inmiddels heeft de vorige minister het CTG gevraagd om de beleidsregel GGZ aan te passen per 1-1-2003. Met ingang van die datum krijgt de GGZ-sector namelijk de mogelijkheid om alle benodigde verzekeringsaanspraken te honoreren. Dat betekent dat de GGZ, volgens het boter bij de vis principe die productie mag maken die nodig is om de wachttijden in de GGZ tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. De crisisopvang is al geruime tijd één van de vier beleidsprioriteiten in de aanpak van de wachtlijsten in de GGZ. Partijen zijn gevraagd bij het opstellen van de regionale wachtlijstplannen in 2001 aandacht te besteden aan crisisopvang en psychiatrische thuiszorg/casemanagement. In het antwoord op de motie Arib/Hermann en de brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van de wachtlijsten heeft de minister hierover de Kamer geïnformeerd. Volledigheidshalve voeg ik hieraan toe dat het IBO maatschappelijke opvang zich ook uitstrekt tot de toegankelijkheid van de ggz-zorg voor dak- en thuislozen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

1. Overzicht van reacties op maatregelen uit het actieplan Onderdak Kamerstuk, 19-11-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18713 .