Persbericht
19-11-2002
Dwangsommen voor asfaltcentrale Asko
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) constateren dat de
asfaltcentrale Asko B.V. in Zoetermeer meer zwaveldioxide (SO2) en
koolwaterstoffen (CxHy) uitstoot dan toegestaan is. Ook produceert het
bedrijf meer asfalt dan toegestaan is. GS vinden deze overschrijdingen
onacceptabel en leggen daarom dwangsommen op. Per overtreding van de
emissiegrenzen staat een dwangsom van ¤ 20.000. Voor elke 1000
ton asfalt die het bedrijf meer produceert staat een dwangsom van
¤ 10.000. Volgens de provincie Zuid-Holland kan een grotere
productie van asfalt leiden tot meer stank- en geluidsoverlast in de
omgeving. De directe omgeving van het bedrijf heeft last van de stank.
De provincie Zuid-Holland vindt het opleggen van de dwangsommen het
meest geschikte middel om de geuroverlast en overschrijdingen van de
emissies op korte termijn zoveel mogelijk te reduceren.
Overschrijding emissie
De provincie Zuid-Holland legt een dwangsom aan Asko op voor de
overschrijding van de vergunde emissiegrenzen. Voor zwaveldioxide
geldt een grens van 50 mg/Nm3 (50 milligram per kubieke meter) voor
koolwaterstoffen van 150 mg/Nm3. Elke keer dat er een overschrijding
wordt geconstateerd moet Asko een bedrag betalen van ¤20.000, tot
een maximum van ¤200.000.
Overschrijding productiecapaciteit
Daarnaast heeft Asko B.V. in het jaar 2000 en 2001 meer asfalt
geproduceerd dan is toegestaan, namelijk 173.000 ton in 2000 en
153.762 ton in 2001. Asko mag volgens de geldende vergunning maximaal
120.000 ton per jaar aan grondstoffen verbruiken voor de productie van
asfalt. Voor elke 100o ton grondstoffen die Asko meer verbruikt ten
behoeve van de productie van asfalt moet het bedrijf een dwangsom van
¤10.000 betalen (tot een maximum van ¤500.000).