LTO ziet geen heil meer in landelijk overleg met ballonvaarders
Advies aan boeren: reken 50 euro per ballonlanding
Woensdag 20 november 2002 - Leden van de LTO-organisaties krijgen van hun belangenorganisatie het advies om bij een landing van een luchtballon een vergoeding aan te houden van 50 euro per landing. LTO Nederland ziet geen heil meer in verder overleg met de ballonvaarders over een gedragscode. Het gaat hierbij naast een landingsvergoeding om onder meer het verplicht gebruik van een landingskaart. LTO heeft in een brief aan beide landelijke organisaties van ballonvaarders laten weten verdere gesprekken niet zinvol meer te vinden.
Het staat agrarische ondernemers en ballonvaarders uiteraard vrij om
te onderhandelen over de afhandeling van een landing in natura. De
regionale landbouworganisaties hebben van LTO het advies gekregen om
eventueel op lokaal niveau afspraken te maken met ballonvaarders. Na
een landing nemen ballonvaarders vaak een kleinigheid mee voor de
boer.
LTO vindt het echter hoog tijd voor een zakelijke benadering.
LTO-bestuurder Jos Roemaat: "Iemand die een ballonvaart wil maken,
moet daar al gauw een paar honderd euro of meer voor neertellen. Een
vergoeding van 50 euro per landing is aan de bescheiden kant, omdat
het meestal gaat om meerdere persoon per vlucht. Aan de andere kant
vragen wij onze leden een constructieve houding en medewerking wanneer
de ballon wordt opgehaald en afgevoerd".
De afgelopen jaren zaten beide partijen meerdere keren rond de tafel
en dit voorjaar leek er overeenstemming over de hoofdzaken. Een
publicatie in OOGST, het ledenblad van LTO, over de gemaakte afspraken
viel verkeerd bij de ballonvaarders. Sindsdien bleek verder overleg
vruchteloos. "Er kwamen steeds weer nieuwe eisen op tafel, terwijl wij
de eerder gemaakte afspraken wilden vastleggen. Telkens weer in
gesprek zonder perspectief op een akkoord, houdt een keer op', aldus
Roemaat.
Roemaat hoopt niettemin dat de ballonvaarders zich aan de
niet-ondertekende gedragscode houden. Zo horen ze niet te landen in
gebieden waar boeren daar geen prijs op stellen en dienen ze
toestemming te vragen voordat ze het land in rijden om de ballon op te
halen. LTO dringt er op aan dat na landing een registratiekaart wordt
overhandigd aan de grondeigenaar of -gebruiker, zodat elke vlucht
traceerbaar is en alle vluchten centraal worden opgeslagen bij de
Professionele Ballonvaarders Nederland (PBN) en de afdeling
Ballonsport van de KNVvL (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de
Luchtvaart).
Door geluid tijdens de vlucht en bij de landing kan schade worden
veroorzaakt, zowel in het gewas als aan dieren. Voor de afhandeling
van mogelijke schade bestaan overigens al richtlijnen; in voorkomende
gevallen wordt de schade aan de hand van een tarievenlijst per gewas
vastgesteld. In de praktijk wordt echter in een beperkt aantal
gevallen schade veroorzaakt. Komen beide partijen er niet uit, dan
komt een van de - bij beide partijen bekende - regiocoördinatoren in
actie als bemiddelaar. Roemaat: 'We blijven ons inzetten voor een
gezamenlijke aanpak, waarmee problemen worden voorkomen en de hinder
voor alle betrokkenen beperkt blijft".
De afdeling Ballonsport van de KNVvL heeft de tekst van het gestrande
convenant - behoudens die over de vergoedingen - inmiddels bindend
verklaard voor haar leden.
In ons land zijn rond tweehonderd ballonvaarders actief, waaronder
enkele tientallen beroepsmatige bedrijven. Als gevolg van de
toenemende vraag groeit de commerciële ballonvaart. Bij de
Professionele Ballonvaarders Nederland (PBN) zijn ruim twintig
ballonvaarders aangesloten. Omdat de ballonen groter worden neemt het
aantal passagiers per vaart toe: bij enkele bedrijven kunnen per keer
meer dan twintig personen mee de lucht in.
Nadere informatie: Jos Roemaat (GLTO, tel. 0570 - 662 866) en Jack
Luiten (tel. 06 - 5373 6017)
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl
(Auteur: LTO Nederland)