Rijksuniversiteit Groningen

Mogelijk verklaring succes Dutch Resolution bij scheiding spiegelbeeldmoleculen

Er zijn moleculen die in twee vormen (enantiomeren) kunnen voorkomen die ruimtelijk gezien elkaars spiegelbeeld zijn, zoals een linker- en een rechter hand. Hun fysische eigenschappen (zoals kookpunt en oplosbaarheid) verschillen niet, maar hun biologische eigenschappen wel. In een menselijk lichaam kan bijvoorbeeld de ene vorm heilzaam zijn als geneesmiddel, maar is zijn spiegelbeeld juist schadelijk, zoals bij Softenon. Een ander voorbeeld is de stof limoneen, die voor ons in de ene vorm ruikt naar sinaasappel en in de andere naar citroen. Omdat sinds de gebeurtenissen rond Softenon de meeste medicijnen als één spiegelbeeldvorm verkocht worden, is het begrijpelijk dat het erg belangrijk is een methode te hebben die deze vormen kan scheiden (splitsen). Al sinds Pasteur (ca. 1850) kent men een methode om een mengsel enantiomeren te laten reageren met een `splitsingsmiddel', dat zelf bestaat uit één spiegelbeeldvorm van een bepaalde stof. Hierdoor vormen de twee enantiomeren molecuulcomplexen die wél verschillen in eigenschappen als oplosbaarheid en zodoende gescheiden kunnen worden. In 1998 werd door chemici van Syncom een variant op deze `klassieke resolutie' gepubliceerd. Deze methode maakt geen gebruik van één splitsingsmiddel, maar van een mengsel van twee of drie sterk op elkaar lijkende - een `familie' van - splitsingsmiddelen. Deze nieuwe variant staat nu bekend als Dutch Resolution. José Nieuwenhuijzen onderzocht waarom de Dutch Resolution zulke goede resultaten geeft. Daarnaast ontwikkelde zij enkele nieuwe splitsingsmiddelen. Zij ontdekte dat bij gebruik van drie splitsingsmiddelen er vaak één niet voorkomt in de neergeslagen producten. Wel verhoogt het niet ingebouwde splitsingsmiddel de efficiëntie van de splitsing, wellicht omdat dit middel het neerslagproces bij afkoeling vertraagt. Goede resultaten werden al bereikt met 90 % reagerend splitsingsmiddel en 10 % van een familielid dat niet werd ingebouwd in de gevormde neerslagkristallen. /FC

José Nieuwenhuijzen (Delfzijl, 1975) studeerde scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek voerde zij uit bij en in dienst van Syncom B.V., terwijl ook DSM meefinancierde. Haar promotor is prof.dr. R.M. Kellogg, voorheen verbonden aan de vakgroep Organische Chemie (Stratingh Instituut) van de RUG. Haar onderzoek was gelieerd aan een STW-project over Dutch Resolution, waarin ook DSM Research in Geleen en de Universiteit Nijmegen participeren . Na haar promotie blijft zij als onderzoeker in dienst van Syncom.

Datum en tijd

vrijdag 22 november 2002, 16.00 uur

Promovendus

mw. J.W. Nieuwenhuijzen, tel. (050)575 73 86/89, fax (050)575 73 99, e-mail: j.w.nieuwenhuijzen@syncom.nl (werk)

Proefschrift

Resolutions with families of resolving agents: principles and practice

Promotor

prof.dr. R.M. Kellogg

Faculteit

wiskunde en natuurwetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Promotie
]