Wageningen Universiteit

Persbericht / nr. 0219

`Fatal Attraction'

Nieuwe mogelijkheden om de taxuskever milieuvriendelijk te bestrijden

Ook ondergronds kunnen geuren natuurlijke vijanden van plaaginsecten lokken. Dat blijkt uit het promotieonderzoek dat Rob van Tol heeft uitgevoerd bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Hij zal 22 november a.s. promoveren op het proefschrift `Fatal Attraction, Novel Strategies for Vine Weevil Control' aan de Universiteit van Amsterdam. Minuscule wormpjes die parasiteren op de larven van de taxuskever vinden hun slachtoffer door herkenning van de alarmstoffen die aangevreten wortels uitscheiden. Daarnaast heeft Van Tol ook geurstoffen van planten gevonden die de volwassen kevers lokken. Van Tol doet in zijn proefschrift suggesties om deze kennis in te zetten voor bestrijding van de taxuskever.

De taxuskever is een belangrijk plaaginsect in de boomteelt. Vooral de larven brengen veel schade toe. Ontwikkelen van nieuwe biologische en milieuvriendelijke bestrijdingsmethoden zijn, onder andere vanwege het ontbreken van selectieve bestrijdingsmiddelen, van groot belang. Uit het onderzoek van Van Tol blijkt dat de kever reageert op de geur van aangevreten waardplanten, keveruitwerpselen en op zijn soortgenoten. Rob van Tol heeft bestudeerd of en hoe deze geurstoffen te gebruiken zijn voor de bestrijding van de kevers.

De larven van de taxuskever leven ondergronds en vreten aan de wortels van planten. Als reactie op het aanvreten scheiden de wortels geurstoffen af. Van Tol toonde aan dat deze stoffen bepaalde insectenetende aaltjes aantrekken. Door het vreten lokken de larven zo hun eigen vijand. Hun eerste levensbehoefte, namelijk eten, roept direct het noodlot over hen af, `fatal attraction'.

Het inzetten van deze aaltjes als biologische bestrijder is al een praktisch toepasbare, maar kostbare, methode. Voor de toekomst ligt er nu de uitdaging deze geurstoffen te identificeren om zo op grote schaal de natuurlijke vijand van de larven te lokken. Dit biedt perspectief voor een milieuvriendelijke bestrijding van de vraatzuchtige taxuskever. Het is waarschijnlijk dat dit soort interacties in de bodem bij veel meer soorten voorkomt. De onderzoeksresultaten zijn daarom ook van belang voor de ontwikkeling en verbetering van de biologische bestrijding van andere bodemplagen.

Van Tol geeft op basis van zijn onderzoek nog een andere mogelijke strategie voor de bestrijding van de larve met het aaltje. Hij verwacht dat het mogelijk is om aaltjes te selecteren die nog beter reageren op de geurstoffen van aangetaste planten. Daarmee kunnen aaltjes ontwikkeld worden die veel effectievere bestrijders zijn.

Van Tol geeft aan dat de bestrijding van de kever zelf ook effectiever en milieuvriendelijker kan door gebruik te maken van geurstoffen. De taxuskever is een nachtdier en daardoor lastig waar te nemen. Door het inzetten van vallen met geurstoffen kan de kweker tijdig vaststellen dat de taxuskever aanwezig is. Zo kan hij de plaag op het juiste moment en de juiste plaats bestrijden. Kalenderbespuiting over de hele kwekerij is dan niet meer nodig. Daarmee bespaart de kweker veel middel en arbeid en het milieu wordt minder belast met gif.

Een andere mogelijkheid is om lokaas te maken met daarin geurstof, voedsel en een bestrijdingsmiddel. Door in plaats van een chemisch een biologisch bestrijdingsmiddel aan het lokaas toe te voegen, bijvoorbeeld schimmels, worden de kevers niet direct gedood, maar nemen ze het bestrijdingsmiddel mee naar hun soortgenoten. Zo is het bestrijdend effect uiteindelijk groter en blijft het milieu gespaard.

Dit onderzoek is geïnitieerd en uitgevoerd door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving in samenwerking met Plant Research International en de Universiteit van Amsterdam. Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV-DWK 338) heeft het onderzoek gefinancierd. Rob van Tol is inmiddels werkzaam bij Plant Research International.