Ingezonden persbericht


Trage vergunningverlening nekt mosselvissers

Yerseke, 22 november 2002

Het verlenen van een vergunning om mosselen te vissen in de oostelijke Waddenzee heeft onnodig vertraging opgelopen doordat het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij deze vergunning niet durfde te verlenen zonder instemming van de natuurbeschermingsorganisaties. De mosselen waar het om ging zijn tijdens de storm op 27 oktober jl. grotendeels weggewaaid. Het opvissen van deze mosselen paste volgens de mosselkwekers geheel binnen het beleid van LNV. "Een treurige zaak met alleen maar verliezers", aldus de heer A. Verbree, voorzitter van de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur. Ondanks de afwijzing van de vergunning komen de mosselvissers hun aanbod om dit najaar niet in het sublitoraal te vissen na.

Op 7 augustus van dit jaar hebben de mosselvissers de vergunning aangevraagd omdat er in 2002 geen nieuw mosselzaad in de Waddenzee is aangetroffen. In het niet droogvallende deel van de Waddenzee (sublitoraal) lag minder dan 40 miljoen kilo mosselzaad. In dat geval mogen de mosselvissers volgens het geldende beleid bijvissen op de droogvallende platen. Zij hadden een aantal platen geselecteerd die door de wetenschappers als onstabiel en stormgevoelig beoordeeld zijn. In ruil voor de visserij op de platen zouden de mosselvissers dit najaar niet vissen in het sublitoraal, wat door de natuurbeschermingsorganisaties als een voordeel voor de overwinterende eidereenden wordt beschouwd.

Storm

Voor Vogelbescherming Nederland gaf de aanvraag van de mossels aanleiding om samen met de Waddenvereniging "mee te denken" met de mosselvissers. Het wekenlange meedenken mondde uit in het handhaven van het oorspronkelijke negatieve standpunt ten aanzien van visserij op de platen. Het gevolg hiervan was een aarzelende overheid die uiteindelijk door de storm werd ingehaald. Het overgrote deel van de op te vissen mosselen stormde op 27 oktober jl. weg, wat voor de overheid reden was om medio november de gevraagde vergunning te weigeren. De natuur heeft bewezen dat de betrokken platen inderdaad stormgevoelig waren. De mosselvissers weten dit al langer. De mosselen zijn weggewaaid voor mosselkwekers én vogels: opnieuw een frustrerende ervaring voor de mosselsector.

Mosselzaad op de platen

In 2001 lag op de platen 150 miljoen kilo nieuw mosselzaad. Gezien deze grote hoeveelheid vroegen de mosselvissers een vergunning aan om een aantal onstabiele banken te bevissen en het mosselzaad te verzaaien naar meer beschut gelegen gebieden in de Waddenzee. Het ging daarbij om 10 % van het totale bestand.

De vergunning werd geweigerd, omdat er volgens de toenmalige staatssecretaris G. Faber voldoende mosselzaad in het sublitoraal lag. Na de winter bleek geheel volgens de verwachting van de mosselvissers ongeveer de helft van de oorspronkelijke 150 miljoen kilo van de platen verdwenen te zijn. Opvissen had betekend dat 15 miljoen kilo mosselzaad in het sublitoraal terechtgekomen zou zijn, wat een voordeel zou zijn geweest voor vogels en vissers. De mosselvissers vinden het zeer frustrerend dat met het starre en statische overheidsbeleid zo lichtzinnig met mosselbestanden wordt omgesprongen en zij dringen al lang aan op herziening van dit beleid.

Stabiele mosselbanken

De minister van LNV voert in zijn afwijzende beschikking aan dat er minimaal 2000 hectare stabiele mosselbanken aanwezig moeten zijn, voordat er op de droogvallende platen kan worden gevist.

Enkele maanden geleden liet staatssecretaris Odink aan de Tweede Kamer weten dat die 2000 hectare inmiddels bereikt waren. Zelfs meer, namelijk tussen de 2700 en 3000 hectare. Desondanks komen de mosselvissers hun aanbod na, om niet in het sublitoraal te vissen.

Nadere informatie:

Hans van Geesbergen, secretaris van de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur

0113-576066 ; 06-54938890