CDA

Den Haag, 21 november 2002

schriftelijke vragen

Cyclische werkloosheid

Schriftelijke vragen van het lid Verburg (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


1. Kent U de aangescherpte beoordeling, op grond van een LISV-besluit in 2001, die wordt gehanteerd door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) bij WW-aanvragen als gevolg van cyclische werkloosheid?


2. Is het U bekend dat deze aanscherping door de verantwoordelijke functionarissen van zowel het landelijk als de regionale UWV, verschillend wordt uitgelegd en daardoor tot grote verwarring en onzekerheid leidt bij werknemers en werkgevers?


3. Hoe gaat U aan deze verwarrende uitvoering een einde maken?

4. Kunt u in dit kader ook ingegaan op de interpretatie en beoordeling van de termen 'klimatologische gebondenheid' en 'gesloten'?

5. Hoe beoordeelt u het gegeven dat werknemers die eerst passende arbeid krijgen aangeboden door hun oude werkgever, moeten kiezen uit twee kwaden, aangezien bij acceptatie hun uitkering wordt teruggevorderd en bij weigering een sanctie wordt opgelegd op grond van Wet Boeten en Maatregelen?

6. Bent u op de hoogte van initiatieven in onder meer de schildersbranche en de grond-, weg- en waterbouw, om via onder meer een betere spreiding van de aanbesteding door opdrachtgevers - waaronder veel (semi)overheden - cyclische werkloosheid te beperken?

7. Hoe wilt u deze initiatieven als regering stimuleren?

8. Bent u bereid de inspanningen van de bedrijfstakken c.q. sectoren, om het beroep op de sociale zekerheid als gevolg van cyclische werkloosheid te minimaliseren, te bevorderen door een overgangstermijn van drie tot vijf jaar toe te staan?

9. Wilt u deze vragen voor de behandeling van de begroting SZW te beantwoorden, zodat er voor het invallen van de winter duidelijkheid kan zijn?
GOEDGEKEURD DOOR:PAR.:DD.:
vz. Fractiecie.
Fractievoorzitter
INGEDIEND